Page 97 of 171

UW 307 CC IN DETAIL95
ALARMSYSTEEM Het alarmsysteem bestaat uit twee soorten beveiliging:
Ðde
omtrekbeveiliging treedt in wer-
king als een portier, de bagageruim-te of de motorkap wordt geopend.
Ðde interieurbeveiliging treedt in wer-
king als er beweging in het interieurwordt waargenomen (breken van eenruit, iets of iemand in het interieur).
Opmerking: De interieurbeveiliging is
uitgeschakeld als het dak is geopend(stand cabriolet). Inschakelen
Zet het contact uit en verlaat de auto.Schakel het alarmsysteem in door de auto te vergrendelen of desupervergrendeling in te schakelenmet behulp van de afstandsbedie-ning (het lampje van de knop Azal
ŽŽn keer per seconde knipperen).
Opmerking: Als u de auto wilt ver-
grendelen zonder het alarmsysteemin te schakelen, maak dan gebruikvan de sleutel in het slot. Als het alarm afgaat, treedt de sirene inwerking en knipperen de richtingaan-wijzers gedurende dertig seconden. Nadat het alarm is gestopt, wordt het opnieuw ingeschakeld. Let op:
Als het alarm tien keer achter
elkaar is afgegaan, zal het bij de elfde keer worden uitgeschakeld. Opmerking: Als het lampje van de
knop Asnel knippert, betekent dit
dat het alarm tijdens uw afwezigheid is afgegaan. Uitschakelen Ontgrendel de auto met behulp van de afstandsbediening (het lampjevan de knop Agaat uit).
Opmerking: Als het alarm tijdens uw
afwezigheid is afgegaan, zal het lam-pje na het inschakelen van het con-tact niet meer knipperen. Alleen de omtrekbeveiliging inschakelen Schakel alleen de omtrekbeveiliging in als u tijdens uw afwezigheid eenruit een stukje open wilt laten of alser een huisdier in de auto achterblijft. Zet het contact af.
Druk binnen tien seconden op de knop Atotdat het lampje continu
blijft branden.
Verlaat de auto.
Schakel het alarmsysteem in doorde auto te vergrendelen of desupervergrendeling in te schakelenmet behulp van de afstandsbedie-ning (het lampje van de knop Azal
ŽŽn keer per seconde knipperen).
Opmerking: Als het alarmsysteem is
ingeschakeld en de afstandsbedieningniet meer werkt: Ontgrendel het bestuurderspor- tier met de sleutel en open het
portier. Het alarm zal afgaan.
Zet het contact aan. Het alarm stopt.
Storing Als, bij het aanzetten van het contact, het lampje van de knop Agedurende
tien seconden gaat branden, duidt ditop een storing in de verbinding met desirene.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt om het systeem te controleren. Automatisch inschakelen*
Het alarmsysteem wordt twee minuten nadat het laatste portier of de achterklepis gesloten, automatisch ingeschakeld.
Om het laten afgaan van het alarm bijhet openen van een portier of deachterklep te voorkomen, moet nog-maals op de ontgrendelknop op deafstandsbediening worden gedrukt.
* Volgens land van bestemming.
22-09-2003
Page 98 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
96
PORTIEREN Openen van buitenaf Als u uw hand achter de portiergreep steekt, wordt de portierruit automatischenkele milimeters geopend. Na enkeleseconden zal de portierruit weer slui-ten, waarbij de ruit automatisch wordtafgesteld voor een perfecte afdichting.
Opmerkingen:
Als de auto is ontgren-
deld en u uw hand langer dan 5 secon-den op de portiergreep laat rusten, wordt
de ruit weer gesloten. Verwijder uw handvan de portiergreep om het systeemweer te activeren.
Vergeet niet de auto bij het wassen tevergrendelen om te voorkomen dat tij-dens het wassen de ruiten op een kierworden gezet. Openen van binnenuit De portieren kunnen niet met de por- tiergrepen worden geopend op hetmoment dat de supervergrendelingis ingeschakeld.
Open voor werkzaamhe- den waarbij de accuka-bels moeten wordenlosgenomen de ruiten
om de portieren gemakkelijk tekunnen openen en sluiten. Als de accukabels zijn losgeno- men, blijft het mogelijk om de por-tieren te openen. Sla de portierenechter niet met kracht dicht, maarsluit ze met beleid. Na het aansluiten van de accuka- bels is het nodig de ruitbedieningte herprogrammeren. Raadpleeg zo spoedig mogelijk
uw PEUGEOT-servicepunt.
Page 99 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL97
BAGAGERUIMTE Openen van de achterklep
Druk lang op de knop Bvan de
afstandsbediening om de achter- klep op een kier te zetten of drukop de drukknop Cvan de achter-
klep.Vergrendelen/ontgrendelen vanuit het interieur Druk op de knop Aom:
Ð de auto te vergrendelen,
Ð de auto (en vooral de achterklep) te ontgrendelen als de sleutel in het contactslot wordt gestoken.
Waarschuwingsmeldingen "portier open" of "achterklepopen" Als bij draaiende motor een portier of de achterklep niet goed is gesloten,wordt u gewaarschuwd door eengeluidssignaal en een pictogram op
het multifunctionele display. Bovendien gaan de plafonniers knip- peren.Om bagage tegen diefstal te beveiligen, kan de bediening van de drukknop C
worden geblokkeerd. Draai de slotscha-kelaar Deen kwart omwenteling naar
rechts met behulp van de sleutel. De achterklep kan dan uitsluitend met behulp van de afstandsbediening wor-den geopend. De achterklep wordt automatisch ver- grendeld zodra sneller wordt geredendan 10 km/h. De achterklep wordt weerontgrendeld zodra bij een snelheid lagerdan 10 km/h een portier wordt geopendof als de sleutel in de slotschakelaar isgeplaatst.
Sluiten van de achterklep Gebruik de handgrepen aan de binnenzijde van de achterklep omdeze te sluiten.
Druk met twee handen op hetmidden van de achterklep tot dezeis vergrendeld.
Page 100 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL97
BAGAGERUIMTE Openen van de achterklep
Druk lang op de knop Bvan de
afstandsbediening om de achter- klep op een kier te zetten of drukop de drukknop Cvan de achter-
klep.Vergrendelen/ontgrendelen vanuit het interieur Druk op de knop Aom:
Ð de auto te vergrendelen,
Ð de auto (en vooral de achterklep) te ontgrendelen als de sleutel in het contactslot wordt gestoken.
Waarschuwingsmeldingen "portier open" of "achterklepopen" Als bij draaiende motor een portier of de achterklep niet goed is gesloten,wordt u gewaarschuwd door eengeluidssignaal en een pictogram op
het multifunctionele display. Bovendien gaan de plafonniers knip- peren.Om bagage tegen diefstal te beveiligen, kan de bediening van de drukknop C
worden geblokkeerd. Draai de slotscha-kelaar Deen kwart omwenteling naar
rechts met behulp van de sleutel. De achterklep kan dan uitsluitend met behulp van de afstandsbediening wor-den geopend. De achterklep wordt automatisch ver- grendeld zodra sneller wordt geredendan 10 km/h. De achterklep wordt weerontgrendeld zodra bij een snelheid lagerdan 10 km/h een portier wordt geopendof als de sleutel in de slotschakelaar isgeplaatst.
Sluiten van de achterklep Gebruik de handgrepen aan de binnenzijde van de achterklep omdeze te sluiten.
Druk met twee handen op hetmidden van de achterklep tot dezeis vergrendeld.
Page 101 of 171
22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
98
VERGRENDELEN/ONTGREN- DELEN BIJ EEN ONTLADENACCU Portier aan bestuurderszijde
Vergrendel of ontgrendel het portier met de sleutel in het portierslot.Portier aan passagierszijde
Ð Vergrendel het portier met de sleutel
in het slot (aan de zijkant van het por- tier) en draai de sleutel een achtste
omwenteling rechtsom.
Ð Ontgrendel het portier met de por- tiergreep in het interieur (zie het
desbetreffende hoofdstuk).
Achterklep De achterklep is vergrendeld; raad-
pleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Page 102 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
100
WEGKLAPBAAR DAK V——r het bedienen van het dak:
Het is raadzaam de auto op een horizontale onder- grond stil te zetten. Eventueel kan het dak ook bij eensnelheid van maximaal 10 km/h worden bediend.
Controleer of het afdekscherm 1is uitgetrokken (er
mogen geen voorwerpen op het afdekscherm of descharnierende afdekplaten 2geplaatst zijn; eventuele
bagage mag het afdekscherm niet omhoogdrukken).
Controleer of er geen voorwerpen op de hoedenplankgeplaatst zijn.
Sluit de achterklep op de juiste manier.
Zet het contact in de stand Aof M. Het is raadzaam het
dak te bedienen bij draaiende motor. Openen van het dak:
Voer de hiernaast aangegeven voorbereidende maat- regelen uit.
Trek vervolgens aan knop 3tot het geluidssignaal aan-
geeft dat het dak volledig is geopend.
Tijdens het bedienen van het dak worden de vier ruitenautomatisch geopend, worden de scharnierende afdekpla-ten uitgevouwen en wordt het dak opgevouwen en opge-borgen in de bagageruimte, waarna de hoedenplank wordtgeplaatst en de achterklep sluit. Opmerkingen: Wanneer u aan het eind van de beweging
van het dak de knop 3 in dezelfde stand houdt, worden de
vier ruiten gesloten. Na het openen van het dak kunnen de ruiten weer bediend worden.
Page 103 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL101
Sluiten van het dak:
Voer de op de vorige bladzijde aangegeven voorberei- dende maatregelen uit.
Druk op de knop 3tot het geluidssignaal aangeeft dat
het dak volledig is gesloten.
Tijdens het bedienen van het dak worden de vier ruitengeopend, wordt de achterklep geopend, worden de hoe-denplank en het dak opgevouwen in de bagageruimte,worden de scharnierende afdekplaten weer uitgevouwenen wordt de achterklep weer gesloten. Opmerking: Wanneer u aan het eind van de beweging
van het dak de knop 3in dezelfde stand houdt, worden de
vier ruiten gesloten. Na het sluiten van het dak kunnen de ruiten weer bediend worden. Bij een eventuele elektrische of hydraulische storing kanhet dak met de hand gesloten worden. Raadpleeg de noodprocedures achterin dit boekje.
Let erop dat er zich, tijdens het openen of sluiten van het dak, geen personen in de buurt van hetbedieningsmechanisme bevinden; hiermee wordtrisico op letsel voorkomen.
De bediening van het dak is volledig voor eigen risico van
de bestuurder. Laat voor een goede werking van het systeem de knop 3 niet los als het dak nog niet volledig geslotenof geopend is. Laat bij gevaar echter de bedienings-
knop los; het dak stopt direct met bewegen. Als hetgevaar is geweken, kan de bediening van het dakworden voltooid.
Page 104 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL99
MOTORKAP OPENEN Binnenzijde:
Druk op de knop links
onder het dashboard. Buitenzijde: Druk de veiligheids-
haak omhoog en til de motorkap op. Motorkapsteun Bevestig de motorkapsteun om de motorkap geopend te houden. Plaats de motorkapsteun in de hou- der alvorens de motorkap te sluiten. Sluiten Laat de motorkap voorzichtig zakken en laat deze aan het einde van deslag in het slot vallen. Controleer ofde motorkap goed vergrendeld is. Waarschuwingsmelding"motorkap open" Als bij draaiende motor of tijdens het rijden de motorkap niet goed isgesloten, wordt u gewaarschuwddoor het knipperen van het verklik-kerlampje verplicht stoppen
"STOP"
in combinatie met een geluidssignaal
en het desbetreffende pictogram op
het multifunctionele display.
BRANDSTOF TANKEN
Te laag brandstofniveau
Als het brandstofniveau te laag is, gaat dit ver-klikkerlampje branden.
U kunt nog ongeveer 50 km metde resterende hoeveelheid brand-stof rijden. Als het verklikkerlampje knippert,geeft dit aan dat de brandstofmeterniet werkt.
Raadpleeg een PEUGEOT-service- punt. Het tanken dient met
afgezette
motor te geschieden
Open de brandstofvulklep.
Steek de sleutel in het slot en draai deze linksom.
Trek de tankdop uit de vulopeningen bevestig deze aan de haakaan de binnenzijde van de vul-klep.
Op een label aan de binnenzijde vande vulklep staat de voorgeschrevensoort brandstof aangegeven. Laat het vulpistool bij het aftanken van de auto nooit meer dan 3 keerautomatisch uitspringen. Indien ditwel gebeurt, kunnen er storingenoptreden. De inhoud van de brandstoftank
bedraagt ca. 60 liter. Vergrendel na het tanken de vul- dop en sluit de vulklep.