Page 10 of 171
22-09-2003
11 2123
11UW 307 CC IN EEN OOGOPSLAG
STUURWIEL IN HOOGTE EN DIEPTE VERSTELLEN Trek, als de auto stilstaat, aan de hendel Aom het stuurwiel
te ontgrendelen.
Verstel het stuurwiel in hoog-te en/of in diepte.
Vergrendel het stuurwiel doorde hendel Avolledig in te
drukken. PARKEERHULP Dit systeem, dat in de achterbumper is gemonteerd, waarschuwt de bestuurder voor elk obstakel achter de auto (persoon, auto, boom, hek, ...). Inschakelen Bij draaiende motor wordt het systeem ingeschakeld zodra de achteruit wordt ingeschakeld; een geluidssignaal geeft aan dat het systeem is inge-schakeld. Geluidssignalen geven de afstand tot het obstakel aan. Hoe dichter de auto bij het obstakel komt, hoe korter de tijd tussen de geluidssignalen is. Als de auto minder dan 30 cm van het obstakel is verwijderd, is het
geluidssignaal continu hoorbaar. Het systeem wordt uitgeschakeld als de achteruit wordt uitgeschakeld.
Page 13 of 171

11 7
Starten van de auto Om, na het starten, weg te rijden vanuit de stand P:
Trap altijd het rempedaal in
om uit de stand P te kunnenschakelen.
Selecteer de stand R, D of M en
laat langzaam het rempedaallos; de auto begint te rijden.
Om weg te rijden vanuit de standN :
Trap het rempedaal in en zetde handrem los.
Selecteer de stand R, D of M en
laat langzaam het rempedaallos; de auto begint te rijden.
Als de motor stationairdraait, het rempedaal islosgelaten en de stand R,
D of Mis geselecteerd,
zet de auto zich al in beweging,zelfs als het gaspedaal niet wordtingetrapt. Laat daarom geen kinde-
ren alleen in de auto achter als de motordraait .
14
UW 307 CC IN EEN OOGOPSLAG
AUTOMATISCHE TRANSMISSIE "TIPTRONIC-SYSTEM PORSCHE" Bij de
automatische transmissie met vier versnellingen kunt u kiezen uit
volautomatische bediening , aangevuld met de programma's sporten
sneeuw , of handmatig schakelen.
Schakelpatroon Kies de gewenste stand door de selectiehendel in het schakelpatroon
te verplaatsen. De gekozen stand wordt met een pictogram in het instrumentenpaneel aangegeven.
S:programma Sport.
:programma Sneeuw.
P ark (parkeerstand) :om de auto stil te zetten en
te starten , met of zonder gebruik van de handrem.
R everse (achteruitversnelling) :om achteruit te
rijden (schakel deze stand alleen in als de autostilstaat en de motor stationair draait).
N eutral (neutraalstand) :om de motor te starten en
de auto te parkeren , met gebruik van de handrem.
Opmerking: Laat, als onder het rijden per onge-
luk de selectiehendel in de stand Nwordt gezet,
het motortoerental terugvallen tot stationair voordatde stand Dwordt geselecteerd om vervolgens
weer gas te geven.
D rive (rijstand) :om automatisch te schakelen tij-
dens het rijden.
M anual (sequenti‘le stand) :om zelf te schake-
len tijdens het rijden.
Handmatig schakelen in de vier versnellingen:
Duw de selectiehendel naar het symbool +om op te schakelen en trek
de selectiehendel naar het symbool Ðom terug te schakelen.
Opmerking: De programma's S(sport) en
(sneeuw) kunnen niet
worden ingeschakeld in de handbediende stand.
22-09-2003
Page 32 of 171

CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN 33
Verklikkerlampje "SPORT" Dit lampje gaat branden als het schakelprogramma "SPORT"
van de automatische transmissie wordt
ingeschakeld.
Verklikkerlampje "SNEEUW" Dit lampje gaat branden als het schakelprogramma "SNEEUW" van de automatische transmissie
wordt ingeschakeld.
Storing In het geval van een storing in de werking van deautomatische transmissie verschijnt de melding"Storing automatische transmissie" op het mul-
tifunctionele display in combinatie met een geluids-signaal en het knipperen van het verklikkerlampjesSport of Sneeuw op het instrumentenpaneel.
Voorbeelden: Programma "SPORT"in de
stand Park.
Programma "SNEEUW" in
de stand Drive.
Park
(Parkeerstand)
Reverse (Achteruit)
Neutral (Neutraalstand)
Drive (Rijstand)
Handbediening: 1e
versnelling ingeschakeld
2 e
versnelling ingeschakeld
3 e
versnelling ingeschakeld
4 e
versnelling ingeschakeld
Display stand selectiehendel automatische transmissie
Verklikkerlampjes automatische transmissie
22-09-2003
Page 46 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
46
CD-SPELER Selecteren van CD-speler Zodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets N.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets Dom de CD uit de CD-speler te werpen.
Selecteren van een nummer van de CD Druk op de toets Jom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Lom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelen Houd ŽŽn van de toetsen Jof Llang ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Random-functie (RDM) Houd, op het moment dat de CD-speler als geluidsbron is gekozen, de toets Nlanger dan 2 seconden ingedrukt. De num-
mers van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets N opnieuw langer dan 2 seconden in om
weer op normaal spelen over te schakelen. De random-functie wordt gedeactiveerd als de radio wordt uitgezet.
Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
Page 47 of 171
22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL47
CD-WISSELAAR Selecteren van CD-wisselaar Druk op de toets M.
Selecteren van een CD Druk op een van de toetsen "1"t/m "5" van de autoradio om de desbetreffende CD te selecteren.
Selecteren van een nummer van een CD Druk op de toets Jom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Lom terug te gaan naar het begin van het afgebeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelenHoud ŽŽn van de toetsen Jof Lgeheel ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Random-functie (RDM) Houd, op het moment dat de CD-wisselaar is geselecteerd, de toets Mlanger dan twee seconden ingedrukt. De nummers
van de CD worden nu in een willekeurige volgorde afgespeeld. Druk de toets opnieuw in om weer op normaal spelen over te schakelen.
Het gebruik van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
Page 57 of 171
22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
58
CD-SPELER Selecteren van CD-speler Zodra een CD in de CD-speler wordt gestoken met het etiket naar boven gericht, zal de CD-speler de CD automatisch afspelen. Als er al een CD in het apparaat zit, druk dan op de toets "SOURCE"om de CD-speler te selecteren.
Uitwerpen van een CD Druk op de toets Bom de CD uit de CD-speler te werpen.
Selecteren van een nummer van de CD Druk op de toets Mom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Nom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelen Houd ŽŽn van de toetsen Mof N ingedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit af te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Snelmenu
Vanuit het snelmenu kunnen de functies willekeurig afspelen, intro scan, herhalen en pro- grammeren worden in- of uitgeschakeld.
Het afspelen van gekraste CD's kan storingen veroorzaken. Gebruik uitsluitend CD's met een ronde vorm.
Page 58 of 171
22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL59
CD-WISSELAAR Selecteren van de CD-wisselaar Druk herhaaldelijk op de toets "SOURCE".
Selecteren van een CD Druk op ŽŽn van de voorkeuzetoetsen "1"t/m "5" van de autoradio/telefoon om de gewenste CD te selecteren.
Druk op de toets Hen Iom respectievelijk de vorige of volgende CD in de CD-wisselaar te selecteren.
Selecteren van een nummer van een CD Druk op de toets Mom het volgende nummer te selecteren.
Druk op de toets Nom terug te gaan naar het begin van het afgespeelde nummer of het vorige
nummer.
Versneld afspelenHoud ŽŽn van de toetsen Mof Ningedrukt om de CD versneld vooruit of achteruit te spelen.
Het versneld afspelen stopt zodra de toets wordt losgelaten. Snelmenu
Vanuit het snelmenu kunnen de functies willekeurig afspelen, intro scan en herhalen worden in- of uitgeschakeld.
Page 118 of 171

22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL111
VENSTERS VOOR TOL-/
PARKEERKAARTEN De athermische voorruit bevat twee niet-reflecterende gedeelten aanweerskanten van de binnenspiegel. Hier kunnen de tol- en/of parkeer- kaarten worden bevestigd.
Binnenspiegel De binnenspiegel kent 2 standen: Ð dagstand (normaal),Ð nachtstand (antiverblinding). De spiegel kan in de dag- en nacht- stand gezet worden met behulp vanhet hendeltje aan de onderzijde.
Automatische binnenspiegel De binnenspiegel verstelt geleidelijk en automatisch van de dag- in de nacht-
stand. Om verblinding te voorkomen, wordt de spiegel automatisch donker,afhankelijk van de hoeveelheid licht die vanaf de achterzijde van de auto op despiegel valt. Zodra de hoeveelheid licht (bijvoorbeeld zonneschijn, verlichting vanachteropkomend verkeer) vermindert, wordt het spiegelbeeld weer helder vooreen optimaal zicht.
Werking Zet het contact aan en druk op schakelaar
1:
Ð Verklikkerlampje 2aan (schakelaar ingedrukt): automatische werking.
Ð Verklikkerlampje 2uit: automatische werking uitgeschakeld. De spiegel blijft in
de dagstand staan.
BijzonderhedenZodra de achteruit wordt ingeschakeld, wordt de spiegel in de dagstand gezet voor een maximaal zicht naar achteren.