Page 1 of 127
1
2524
20191814
15
16
17
23457891011121312
21
6
2223
2UW 306 IN EEN OOGOPSLAG
Page 2 of 127

UW 306 IN EEN OOGOPSLAG3
1
- Verstelbaar
zijventilatierooster.
2 - Zijruitontwaseming.
3 - Schakelaar verlichting, mist-
lampen* en claxon.
4 - Stuurwiel met airbag*.
5 - Voorruitontwaseming.
6 - Stuur-/contactslot.
7 - Schakelaar ruitenwissers/-
sproeiers.
8 - Middelste verstelbare venti-
latieroosters.
9 - Autoradio*. 10
- Bediening verwarming/venti-
latie, airconditioning*.
11 - Schakelaars en bedienings-
organen: Aanste-
ker Alarmknipper-lichtenAchterruitverwarming enverwarming buitenspiegels.
12 - Airbag passagierszijde*.
13 - Dashboardkastje.
14 - Opbergvak.
15 - Asbak.
16 - Versnellingshendel.
17 - Handrem. 18
- Afstandsbediening
autoradio*.
19 - Zekeringenkastje.
20 - Handgreep ontgrendelen
motorkap.
21 - Ontgrendeling
brandstofvulklep*.
22 - Uitschakelen van airbag aan
passagierszijde.
23 - Blokkeerschakelaar
elektrisch bediende
portierruiten achter.
24 - Koplampverstelling.
- Dimmer dashboard-
verlichting*.
25 - Schakelaar elektrisch
bediende spiegels*.
- Schakelaars elektrisch bediende ruiten*.
* Volgens uitvoering.
Page 3 of 127

**
UW 306 IN EEN OOGOPSLAG
6
AIRBAGS VOOR Uitschakelen airbag aan passa- gierszijde. Steek de contactsleutel in de scha- kelaar 1 en draai deze:
Ð op ÇONÈ, airbag aan passa-
gierszijde ingeschakeld.
Ð op Ç OFFÈ, airbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Als de airbag aan passagierszijde ingescha- keld is of als de auto niet is uitgerust met eenairbag aan passagierszijde, gaat het verklik-kerlampje bij het aanzetten van het contactgedurende 6 seconden branden.
Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, blijft een van deverklikkerlampjes branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lampje knippert uw
PEUGEOT-servicepunt.
AFSTANDSBEDIENING Druk op knop Aom de portieren
en de achterklep te vergrendelen. Druk op knop Bom ze te ontgren-
delen. SLEUTELS Met de sleutel kunnen de sloten
van de portieren en het kofferdek-sel respectievelijk de achterkleponafhankelijk van elkaar of gelijk-tijdig ver- en ontgrendeld worden.
Tevens kan het stuurslot ontgren-deld worden. Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde
Auto's met airbagschakelaar:
Ð schakel deairbag aan passagiers-zijde uit als ueen kinder-zitje met derug in de rij-richting opde voorstoelplaatst.
Ð schakel de airbag in als er een passagier op de voorstoel zit.
Auto's zonder air-bagschakelaar:
Ð plaats geen kin-derzitje met de rug in de rijrich-ting op de voor-stoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
Controle van werking
Het goede functioneren van het systeem wordt aangegeven door een van de verklik-kerlampjes op het instrumentenpaneel.
** Volgens uitvoering.
A
B
108
Page 4 of 127

UW 306 IN EEN OOGOPSLAG5
STARTEN De vier standen van de sleutel in het contact-/stuurslot zijn:
ÇSÈ = STOP: contact afgezet.
ÇAÈ = Accessoires: contact
afgezet, maar accessoires func- tioneren wel. ÇMÈ = Contact: het contact is
aangezet. ÇDÈ = Starten: de startmotor
wordt in werking gezet. Stuurslot
Verdraai het stuurwiel enigszins terwijl tegelijkertijd de sleutelwordt gedraaid.
Trap bij het starten het koppe- lingspedaal in om het aanslaan tevergemakkelijken.
Starten van eenbenzinemotor
Trap het gaspedaal niet in. Stel de startmotor in werking en laat de sleutel los zodra de motoraanslaat. Starten van een dieselmotor Trap het gaspedaal nietin. Draai de sleutel in de stand ÇMÈ.
Als de temperatuur al hooggenoeg is, gaat het lampje nietbranden en kunt u de motor directstarten. Als het lampje brandt, wacht dan met het starten van de motor tothet lampje uit gaat. Bijzonderheid HDI-motor Als de motor is afgeslagen, moet de sleutel eerst weer in stand Ç SÈ
gezet worden, voordat opnieuwgestart kan worden. Belast nooit een motordie koud is. Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte
draaien. Breng nooit wijzigingen aan het stuurslot aan.
Page 5 of 127

UW 306 IN EEN OOGOPSLAG
4
Codekaart Op deze kaart staat de identifica-
tiecode die uw PEUGEOT-servi-cepunt nodig heeft bij werkzaam-heden aan de startblokkering. Decode is afgedekt, verwijder de filmalleen als dit strikt noodzakelijk is. Bewaar de codekaart op een veilige plaats buiten de auto.
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING Deze blokkeert het motorma- nagementsysteem enkele ogen-blikken nadat het contact isafgezet en voorkomt zo dat deauto wordt gestolen.
Werking Elke sleutel heeft een chip met een eigen code. Bij het aanzetten van het contact wordt de code van de sleutelherkend, waarna de motor gestartkan worden. Als de code ontbreekt of als er een sleutel met andere codewordt gebruikt, dan is starten nietmogelijk. Extra sleutel Er kunnen maximaal 5 sleutelco- des in het geheugen wordenopgeslagen.
Wend u met de codekaart en alle in uw bezit zijnde sleutels tot een
PEUGEOT-servicepunt voor hetverkrijgen van een extra sleutel ofhet vervangen van een sleutel.
Bij aanschaf van een gebruikte auto: controleer of de codekaart aanwezig is,
laat de sleutels opnieuw coderen door uw PEUGEOT-servi-
cepunt om er zeker van te kunnen zijn dat alleen u beschikt over een set passende sleutels. Breng geen wijzigingen aan aan de elektronische startblokkering.
Page 6 of 127
3
2
1
0
4
AB
UW 306 IN EEN OOGOPSLAG7
Automatische ruitenwisser De ruitenwisser werkt automatisch en de snelheid van de wissers wordt aan dehoeveelheid neerslag aangepast. Na het afzetten van het contact of het opnieuw starten in stand
1moet deze
functie opnieuw geactiveerd worden. Ditkan op 2 manieren:
Ð zet de schakelaar van 1op
0 en dan weer op 1(beves-
tiging door ŽŽn wisslag),
Ð zet de schakelaar van 1op
2 en weer op 1(bevestiging
door twee wisslagen).
SCHAKELAARS OP STUURKOLOM VERLICHTING
Verlichting v——r (ring A)
Achter
Mistlampen v——r /mistach- terlicht (ring B)
Mistlampen v——r/ mistachterlicht. Ruitenwissersvoor 3
Hoge snelheid
2 Normale snel- heid
1 Automatischwissen of interval
0 Uit
4 ƒŽn keer wissen
Ruitensproeier:trek de hendel naaru toe.
Lichten uit. Parkeerlicht.
Dim-/grootlicht. Lichten uit.
Mistlampen v——r.
Uit Interval Ruiten- sproeier
9091
Page 7 of 127
VOORSTOELEN VERSTELLEN (3-DEURS) 1Verstelling in lengterichting.
2 Rugleuningverstelling.
3 Hoogteverstelling bestuur- dersstoel: trek de telescoop-greep naar voren en kantel degreep om de stoel te verstel-len.
4 Verstellen lendesteun.
5 Toegang tot achterbank. VOORSTOELENVERSTELLEN (4-, 5-DEURSEN BREAK) 1
Verstelling in lengterichting.
2 Rugleuningverstelling.
3 Hoogteverstelling bestuur- dersstoel: trek de telescoop-greep naar voren en kantel degreep om de stoel te verstel-len.
4 Verstellen lendesteun.
UW 306 IN EEN OOGOPSLAG
10
HOOFDSTEUNEN
- In hoogte verstellen: verschui-ven.
- Hoek verstellen: kantel de hoofdsteun.
Hoofdsteunen verwijderen: schuif de hoofdsteun in de hoogste standen druk op de pal.
5
23
1
44
1
32
83 8383
Page 8 of 127

1
4
3
A
2
UW 306 IN EEN OOGOPSLAG11
NEERKLAPBARE ACHTERBANK: (4-DEURS) Neerklappen van de rugleuning:
- ontgrendel de rugleuning vanuit de kofferruimte met de knop 1.
- plaats de veiligheidsgordel onder de geleider B.
- maak de vergrendeling Avan
de rugleuning los.
- klap de rugleuning neer. Als de rugleuning weer in de normale stand is geplaatst, con-troleer dan of de veiligheidsgordelsnergens klemmen en ofde bank goed vergren-deld is.
NEERKLAPBARE/IN DELEN NEERKLAPBARE ACHTERBANK (3-, 5-DEURS EN BREAK) Neerklappen van de achterbank:
- Steek de gespen van de gordels in de houders A.
- Trek aan de lus 1.
- Klap de zitting 2tegen de rugleuning van de voorstoelen.
- Plaats de veiligheidsgordel in de houder 3(5-deurs en break) of houd hem
aan de bovenzijde van de rugleuning (3-deurs).
- Ontgrendel de rugleuning met de vergrendelknopjes aan de zijkant 3
(5-deurs en break) of op de rugleuning 4(3-deurs).
- Klap de rugleuning 4neer.
Kantel altijd eerst de zitting van de achterbank omhoog alvorens de rugleuning neer te klappen om beschadiging te voorkomen. Als de bank weer in de normale stand wordt geklapt, let dan op dat de gordels niet onder de zitting of achter de rugleuning wordenvastgeklemd.
BA
1
8586