**
UW 306 IN EEN OOGOPSLAG
6
AIRBAGS VOOR Uitschakelen airbag aan passa- gierszijde. Steek de contactsleutel in de scha- kelaar 1 en draai deze:
Ð op ÇONÈ, airbag aan passa-
gierszijde ingeschakeld.
Ð op Ç OFFÈ, airbag aan passa-
gierszijde uitgeschakeld.
Als de airbag aan passagierszijde ingescha- keld is of als de auto niet is uitgerust met eenairbag aan passagierszijde, gaat het verklik-kerlampje bij het aanzetten van het contactgedurende 6 seconden branden.
Als de airbag aan passagierszijde is uitgeschakeld, blijft een van deverklikkerlampjes branden. Raadpleeg in alle gevallen dat het lampje knippert uw
PEUGEOT-servicepunt.
AFSTANDSBEDIENING Druk op knop Aom de portieren
en de achterklep te vergrendelen. Druk op knop Bom ze te ontgren-
delen. SLEUTELS Met de sleutel kunnen de sloten
van de portieren en het kofferdek-sel respectievelijk de achterkleponafhankelijk van elkaar of gelijk-tijdig ver- en ontgrendeld worden.
Tevens kan het stuurslot ontgren-deld worden. Voorzorgsmaatregelen metbetrekking tot een airbag aanpassagierszijde
Auto's met airbagschakelaar:
Ð schakel deairbag aan passagiers-zijde uit als ueen kinder-zitje met derug in de rij-richting opde voorstoelplaatst.
Ð schakel de airbag in als er een passagier op de voorstoel zit.
Auto's zonder air-bagschakelaar:
Ð plaats geen kin-derzitje met de rug in de rijrich-ting op de voor-stoel.
Leg in elk geval nooit uw voeten,noch enig voorwerp op het dash-board.
Controle van werking
Het goede functioneren van het systeem wordt aangegeven door een van de verklik-kerlampjes op het instrumentenpaneel.
** Volgens uitvoering.
A
B
108
5678 910 11 12 13 14 15
4 321
26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16
92
UW 306 IN DETAIL
1 Minimum koelvloeistofniveau*.
2 Grootlicht.
3 Voorgloeien (diesel).
4 Dimlicht.
5 Water in brandstoffilter* (diesel).
6 Snelheidsmeter.
7 Richtingaanwijzer links.
8 Motoroliedruk.
9
Handrem, te laag remvloeistofniveau en
elektronische remdrukregelaar.
10 Laden van de accu.
11 Richtingaanwijzer rechts. 12
Toerenteller.
13 Mistlampen v——r*.
14 Mistachterlicht.
15 Antiblokkeersysteem (ABS)*
16 Brandstofmeter.
17 Brandstofreserve.
18 Verplicht stoppen (STOP).
19 Verklikkerlampje veiligheidsgor-dels*.
20 Uitschakelen airbag aan passa- gierszijde**.
21 Verklikkerlampje zij-airbags**. 22
Verklikkerlampje airbags voor*, zij- airbags** en uitschakelen airbagaan passagierszijde*.
23 Zelfdiagnose motor*.
24 Kilometerteller en onderhoudsin-
tervalindicator.
25 Nulstelling dagteller en op tijdzetten van klokje.
26 Koelvloeistoftemperatuurmeter.
* Volgens uitvoering of land van bestemming.
** Volgens uitvoering.
INSTRUMENTENPANEEL
12 3 4 56789 10 11 1 2
26 25 24 23 22 21 20 19 18 17 16 15
13 14
93
UW 306 IN DETAIL
1Minimum koelvloeistofniveau.
2 Grootlicht.
3 Dimlicht.
4 Snelheidsmeter.
5 Richtingaanwijzer links.
6 Motoroliedruk.
7 Handrem, te laag remvloeistofni- veau en elektronische remdrukre-
gelaar.
8 Laden van de accu.
9 Richtingaanwijzer rechts.
10 Toerenteller
11 Mistlampen v——r. 12
Verklikkerlampje voorremblokslij-tage*
13 Mistachterlicht.
14 Antiblokkeersysteem (ABS)*
15 Brandstofmeter.
16 Brandstofreserve.
17 Niveau- en temperatuurmetermotorolie.
18 Verplicht stoppen (STOP).
19 Verklikkerlampje veiligheidsgor-dels*.
20 Uitschakelen airbag aan passa-gierszijde**.
21 Verklikkerlampje zij-airbags**. 22
Verklikkerlampje airbags voor*, zij-airbags** en uitschakelen airbagaan passagierszijde*.
23 Zelfdiagnose motor*.
24 Kilometerteller en onderhoudsin-
tervalindicator.
25 Nulstelling dagteller en op tijdzetten van klokje.
26 Koelvloeistoftemperatuurmeter.
* Volgens uitvoering of land van bestemming.
** Volgens uitvoering.
INSTRUMENTENPANEEL
5678910 11 12 13 14 15 16
4 321
28 27 26 25 24 23 22 21 20 19 18 17
94
UW 306 IN DETAIL
1 Minimum koelvloeistofniveau*.
2 Grootlicht.
3 Voorgloeien (diesel).
4 Dimlicht.
5 Water in brandstoffilter* (diesel).
6 Snelheidsmeter.
7 Richtingaanwijzer links.
8 Motoroliedruk.
9 Schakelstandindicatie (automati- sche transmissie).
10
Handrem, te laag remvloeistofniveau en
elektronische remdrukregelaar.
11 Laden van de accu. 12
Richtingaanwijzer rechts.
13 Toerenteller
14 Mistlampen v——r*.
15 Mistachterlicht.
16 Antiblokkeersysteem (ABS)*.
17 Brandstofmeter.
18 Brandstofreserve.
19 Controle motorolieniveau.
20 Verplicht stoppen (STOP).
21 Verklikkerlampje veiligheidsgor-dels*.
22 Uitschakelen airbag aan passa- gierszijde**. 23
Verklikkerlampje zij-airbags**.
24 Verklikkerlampje airbags voor*, zij- airbags** en uitschakelen airbagaan passagierszijde*.
25 Zelfdiagnose motor*.
26 Kilometerteller en onderhoudsin-
tervalindicator.
27 Nulstelling dagteller en op tijdzetten van klokje.
28 Koelvloeistoftemperatuurmeter.
* Volgens uitvoering of land van bestemming.
** Volgens uitvoering.
INSTRUMENTENPANEEL
DC
EF
96
UW 306 IN DETAILVerklikkerlampje antiblokkeersysteem(ABS)* Gaat elke keer dat het contact
wordt aangezet gedurende 3 seconden branden. Als het lampje bij een snelheid van meer dan 12 km/h gaat branden, wijst dit opeen storing in het antiblokkeersysteem. De normale remwerking met rembe- krachtiging blijft toch behouden.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Niveau- en temperatuurmeter motorolie* Als het contact wordt aangezet, geeft de meter het olieniveau in het carteraan (zie nevenstaande toelichting). Na ongeveer 15 seconden gaat de verlichting van de schaal en hetsymbool van het olieniveau uit. Demeter geeft nu de olietemperatuuraan.
- wijzer in zone
E, de olietempera-
tuur is in orde,
- wijzer in zone F, de olietemperatuur
is te hoog. Verminder uw snelheid om de temperatuur te laten dalen.
Voorgloeien (diesel) Als de temperatuur al hoog genoeg is, gaat het lampjeniet branden en kunt u de
motor direct starten. Als het lampje brandt, wacht dan met het starten van de motor tot hetlampje uit gaat. Airbags voor*, zij-airbags** etuitschakelen airbagaan passagierszijde*
Voor de werking, zie hoofd- stuk AIRBAGS.
Zij-airbags**
Voor de werking, zie hoofdstuk AIRBAGS.
Verklikkerlampjevoorremblokslijtage* Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen als ditlampje gaat branden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
* Volgens uitvoering.
** Volgens uitvoering.
Motorolieniveaumeter* Als het contact wordt aangezet, geeft de meter het olieniveau in het carteraan. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontaleondergrond staat en de motor min-stens 10 minuten niet heeft gedraaid.
- wijzer in zone
C, het olieniveau is
in orde,
- wijzer in zone D, controleer het
olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij.
Vul nooit meer olie bij dan tot hetmaximum merkteken op de peilstok. De olieniveaumeter gaat ongeveer 15 seconden na het starten van de motoruit.
Verklikkerlampje waterin brandstof (diesel) (afhankelijk van land van bestemming)
Er bestaat kans op schade aan debrandstofpomp. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
DC
EF
96
UW 306 IN DETAILVerklikkerlampje antiblokkeersysteem(ABS)* Gaat elke keer dat het contact
wordt aangezet gedurende 3 seconden branden. Als het lampje bij een snelheid van meer dan 12 km/h gaat branden, wijst dit opeen storing in het antiblokkeersysteem. De normale remwerking met rembe- krachtiging blijft toch behouden.
Raadpleeg een PEUGEOT-servicepunt.
Niveau- en temperatuurmeter motorolie* Als het contact wordt aangezet, geeft de meter het olieniveau in het carteraan (zie nevenstaande toelichting). Na ongeveer 15 seconden gaat de verlichting van de schaal en hetsymbool van het olieniveau uit. Demeter geeft nu de olietemperatuuraan.
- wijzer in zone
E, de olietempera-
tuur is in orde,
- wijzer in zone F, de olietemperatuur
is te hoog. Verminder uw snelheid om de temperatuur te laten dalen.
Voorgloeien (diesel) Als de temperatuur al hoog genoeg is, gaat het lampjeniet branden en kunt u de
motor direct starten. Als het lampje brandt, wacht dan met het starten van de motor tot hetlampje uit gaat. Airbags voor*, zij-airbags** etuitschakelen airbagaan passagierszijde*
Voor de werking, zie hoofd- stuk AIRBAGS.
Zij-airbags**
Voor de werking, zie hoofdstuk AIRBAGS.
Verklikkerlampjevoorremblokslijtage* Laat de remblokken zo snel mogelijk vervangen als ditlampje gaat branden.
Raadpleeg een PEUGEOT-service-punt.
* Volgens uitvoering.
** Volgens uitvoering.
Motorolieniveaumeter* Als het contact wordt aangezet, geeft de meter het olieniveau in het carteraan. De aanwijzing is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke, horizontaleondergrond staat en de motor min-stens 10 minuten niet heeft gedraaid.
- wijzer in zone
C, het olieniveau is
in orde,
- wijzer in zone D, controleer het
olieniveau met de peilstok en vul zonodig olie bij.
Vul nooit meer olie bij dan tot hetmaximum merkteken op de peilstok. De olieniveaumeter gaat ongeveer 15 seconden na het starten van de motoruit.
Verklikkerlampje waterin brandstof (diesel) (afhankelijk van land van bestemming)
Er bestaat kans op schade aan debrandstofpomp. Raadpleeg zo snel mogelijk een
PEUGEOT-servicepunt.
1
89
UW 306 IN DETAIL
Veiligheidsgordels v——r met pyro- technische gordelspanners en gor-delkrachtbegrenzers* Dankzij de toepassing van veilig- heidsgordels met gordelspanners engordelkrachtbegrenzers is de veilig-heid van de voorste inzittenden bijfrontale aanrijdingen nog verder ver-beterd. De gordelspanners dienenom, afhankelijk van de kracht van deaanrijding, de veiligheidsgordelsstevig tegen de lichamen van de inzit-tenden te trekken. De veiligheidsgordels met gordel- spanners werken alleen als hetcontact is aangezet. De gordelkrachtbegrenzer beperkt de kracht waarmee de gordel tegen hetlichaam van de inzittende getrokkenwordt.
Veiligheidsgordels achter 4-deurs:de zitplaatsen achter zijn
voorzien van drie veiligheidsgordels met oprolautomaat. 3-, 5-deurs, break: de zitplaatsen
achter zijn voorzien van twee veilig- heidsgordels met oprolautomaat eneen heupgordel in het midden. Steek de gespen in de houders als de gordels niet gebruikt worden.
* Volgens uitvoering. De veiligheidsgordel heeft het meeste effect als dezestrak om het lichaamgedragen wordt.
De gordelspanners kunnen, afhan-kelijk van de aard en de kracht vande aanrijding, v——r en onafhanke-lijk van de airbags afgaan. Het verklikkerlampje van de airbags gaat in ieder gevalbranden. Laat het systeem na een aanrijding controleren door een
PEUGEOT-servicepunt. Het systeem is ontworpen om 10 jaar volledig operationeel te zijn. Laat het daarna vervangen.
VEILIGHEIDSGORDELS Hoogteverstelling van de veiligheidsgordels v——r
Trek aan knop 1en verschuif het
bevestigingspunt. De veiligheidsgordel omdoen
Trek de riem om u heen en steek de gesp in de gordelsluiting.
108
RIJDEN MET UW 306
AIRBAGSAIRBAGS VOOR* UITSCHAKELEN AIRBAG AANPASSAGIERSZIJDE* Als uw auto is voorzien van een airbag aan passagierszijde, moetdeze altijd uitgeschakeld wordenals u een kinderzitje met de rug inde rijrichting op de voorstoelplaatst. Neem de sleutel uit het contact en steek deze in de schakelaar 1en
draai deze in stand Ç OFF È.
Een van de twee verklikker-lampjes* in het instrumenten-paneel brandt zolang deairbag aan passagierszijde isuitgeschakeld.
De airbags zijn speciaal ontworpenvoor een betere veiligheid van deinzittenden bij ernstige aanrijdingen:ze vormen een aanvulling op dewerking van de veiligheidsgordels. De elektronische schoksensors regis- treren een plotselinge vertraging vande auto: als de drempelwaarde voorhet in werking treden wordt over-schreden, worden de airbags onmid-dellijk opgeblazen en vullen ze deruimte tussen de inzittenden en deauto. Direct na de aanrijding ontsnapt het gas zodat noch het zicht, noch heteventueel verlaten van de auto doorde inzittenden wordt belemmerd. De airbags treden niet in werking bij lichte aanrijdingen waarbij de veilig-heidsgordels zorgen voor eenafdoende bescherming; de kracht vande aanrijding is afhankelijk van hetsoort obstakel en de snelheid van deauto op dat moment. De airbags werken alleen als het contact aan is. OPMERKING:
Het uit het kussen ont-
snappende gas kan enigszins irrite- ren. Deze zijn voor de bestuurder in hetmidden van het stuurwiel en voor depassagier in het dashboard aange-bracht. Ze worden tegelijkertijd geac-tiveerd (behalve als de airbag aanpassagierszijde is uitgeschakeld) bijfrontale aanrijdingen waarbij de kansbestaat op letsel aan hoofd en borst.
* Volgens uitvoering.