Page 65 of 95
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-21
6
DAU00773
Smering van de gaskabel en van
de gashendelAls u de gaskabel smeert, dient u tevens de
gashendel te smeren. Voor het smeren van
de gaskabel moet de gashendel verwijderd
worden. Houd, nadat u de schroeven heeft
verwijderd, de kabel vertikaal omhoog en
laat enkele druppels smeermiddel in de bui-
tenkabel lopen. Smeer nu het metalen op-
pervlak waarover de gashendel loopt met
universeel-vet.
DAU02984
Smeren van het rempedaal en
versnellingspedaalSmeer de bewegende delen.
DAU02985
Smeren van de voorremhendel
en koppelingshendelSmeer de bewegende delen.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Page 66 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-22
6
DAU02965
Smeren van de middenstandaard
en zijstandaardSmeer de bewegende delen en de raak-
vlakken. Kontroleer of de middenstandaard
en de zijstandaard soepel bewegen.
DW000114
WAARSCHUWING
@ Als de middenstandaard en de zijstan-
daard niet soepel bewegen, raadpleeg
dan uw Yamaha dealer. @
DAU02939
Inspektie van de voorvorkVisuele kontrole
DW000115
WAARSCHUWING
@ Ondersteun de motorfiets goed, zodat u
niet het risico loopt dat deze omvalt. @Kontroleer de binnenpoot op krassen en
eventuele andere beschadigingen en
kontroleer de voorvork op olielekkage.
Bedieningskontrole
1. Plaats de motorfiets op een horizon-
taal oppervlak.
2. Houd de motorfiets rechtop en trek de
voorremhendel in.
3. Druk het stuur enkele malen krachtig
omlaag en kontroleer of de voorvork
soepel genoeg omhoog komt.
DC000098
LET OP:@ Als u beschadigingen aan de voorvork
bemerkt of als deze niet soepel beweegt,
raadpleeg dan uw Yamaha dealer. @
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Page 67 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-23
6
DAU00794
Inspektie van de stuurinrichtingInspekteer de stuurinrichting regelmatig.
Versleten of beschadigde stuurlagers kun-
nen zeer gevaarlijk zijn. Plaats een blok of
standaard onder het motorblok zodat het
voorwiel los van de grond komt. Pak de on-
derkant van de voorvork aan beide zijden
vast en probeer deze naar achteren te du-
wen en naar voren te trekken. Als u speling
voelt, laat uw Yamaha dealer de stuurin-
richting dan nakijken en bijstellen. Het in-
spekteren verloopt makkelijker als het
voorwiel verwijderd is.
DW000115
WAARSCHUWING
@ Ondersteun de motorfiets goed, zodat u
niet het risico loopt dat deze omvalt. @
DAU01144
WiellagersAls er speling zit in de voor- of achterwiel-
naaf of als het voor- of achterwiel niet soe-
pel loopt, vraag uw Yamaha dealer dan om
de wiellagers te kontroleren.
DAU01271
AccuDeze motorfiets is uitgerust met een accu
van het zogenaamde “gesloten type”. U
hoeft het elektroliet-nivo dus niet te kontro-
leren en u hoeft ook geen gedistilleerd wa-
ter bij te vullen.l
Als de accu ontladen is, raadpleeg
dan uw Yamaha dealer.
l
Als de motorfiets is voorzien van optio-
nele elektrische accessoires, zal de
accu sneller leegraken, dus zorg in dit
geval voor regelmatig opladen.
Page 68 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-24
6
DW000116
WAARSCHUWING
@ Accu-elektrolyet is een gevaarlijke en
giftige verbinding die zwavelzuur bevat
en brandwonden kan veroorzaken. Zorg
dat de elektrolyet nooit in aanraking
komt met uw huid, ogen of kleding.
REMEDIES BIJ AANRAKING:l
EXTERN: Spoel uw huid af met veel
stromend koud water.
l
INTERN: Drink grote hoeveelheden
melk of water. Gebruik vervolgens
een laxeermiddel, geklopt ei of
plantaardige olie. Bel onmiddellijk
een arts.
l
OGEN: Spoel 15 minuten lang met
stromend water en raadpleeg zo
snel mogelijk een arts.
Accu’s genereren explosieve gassen.
Houd de accu uit de buurt van open
vuur, vonken, sigaretten, enz. Als u de
accu binnen oplaadt of gebruikt, zorg
dan voor voldoende ventilatie. Draag al-
tijd een veiligheidsbril als u met accu’s
werkt.
ZORG DAT KINDEREN NIET BIJ DE
ACCU KUNNEN KOMEN.
@
Opslag van de accu
Als de motorfiets een maand of langer niet
wordt gebruikt, verwijder de accu dan, laad
deze volledig op en bewaar de accu dan in
een koele donkere ruimte.
DC000102
LET OP:@ l
Zorg dat de accu volledig is opgela-
dan voordat u deze opbergt. Als de
accu in outladen toestand wordt
bewaard, kan er onherstelbare
schade aan ontstaan.
l
Gebruik een acculader voor een ge-
heel gesloten (MF-type) accu. Ge-
bruik van een conventionele
acculader kan schade aan de accu
veroorzaken. Als uw lader niet van
het afgedichte type is, dient u con-
tact op te nemen met uw Yamaha-
dealer.
l
Let bij het installeren van de accu
goed op dat alle aansluitigen naar
behoren zijn gemaakt.
@
Page 69 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-25
6
DAU01470
Vervangen van zekeringenDe zekeringhouder bevindt zich onder het
zadel. (Zie blz. 3-11 voor het verwijderen en
weer aanbrengen van het zadel.)
Als er een zekering is doorgebrand, draai
de kontaktslot-schakelaar dan naar “OFF”
en schakel het betreffende circuit uit. Ver-
vang de zekering door een met voorge-
schreven amperage. Schakel de
elektrische circuits weer in en kontroleer of
alles naar behoren funktioneert. Als de ze-
kering onmiddellijk weer doorbrandt, raad-
pleeg dan uw Yamaha dealer.
DC000103
LET OP:@ Gebruik nooit zekeringen met een hoger
amperage dan wordt aanbevolen. Dit
kan leiden tot ernstige beschadiging van
het elektrische systeem en mogelijk
zelfs tot brand. @
DAU00832
Vervangen van de gloeilamp van
de koplampDeze motorfiets is uitgerust met een kop-
lamp met een halogeen. Als de gloeilamp
doorbrandt, vervang deze dan volgens de
onderstaande procedure.
1. Verwijder de schroeven die de gehele
koplamp op zijn plaats houden.
1. Hoofdzekering
2. Signaalsysteemzekering
3. Koplampzekering
4. Ontstekingszekering
5. Reserve-zekering (´ 3)
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 30 A
Ontstekingszekering: 7,5 A
Signaalsysteemzekering: 15 A
Koplampzekering: 15 A
1. Schroef (´ 2)
Page 70 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-26
6
2. Koppel de bedradingsbundel van de
koplamp los en verwijder de fittingkap.3. Haak de fitting, die de gloeilamp ver-
grendelt, los en verwijder de doorge-
brande gloeilamp.
DW000119
WAARSCHUWING
@ Houd brandbare stoffen uit de buurt van
de gloeilamp als deze warm is en zorg er
tevens voor dat u zichzelf niet brandt.
Raak de gloeilamp niet aan zolang deze
nog warm is. @4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting en breng deze op zijn plaats aan.
DC000105
LET OP:@ Raak het glas van de gloeilamp niet aan
met uw vingers. Zorg dat er geen olie op
terecht komt. De doorzichtigheid van het
glas, de levensduur van de gloeilamp en
de hoeveelheid licht die deze afgeeft zul-
len hierdoor negatief beïnvloed worden.
Als er toch olie op de gloeilamp terecht-
komt, maak de gloeilamp dan grondig
schoon met een doek en wat alkohol of
thinner. @5. Monteer de fittingkap weer en koppel
de bedradingsbundel weer vast. Als
de koplamp afgesteld moet worden,
raadpleeg dan uw Yamaha dealer.
1. Koplamp
2. Fittingkap
1. Fitting
1. Niet aanraken
Page 71 of 95
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-27
6
DAU00856*
Vervangen van de gloeilamp van
het achterlicht/remlict1. Verwijder het zadel.
2. Om de fitting te verwijderen, draait u
deze linksom.
3. Om de doorgebrande gloeilamp te
verwijderen, draait u deze linksom.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting en draai deze rechtsom.
5. Plaats de fitting weer en draai deze
rechtsom.
6. Plaats plaats het zadel weer.
DAU01095
Vervangen van de gloeilamp van
de richtingaanwijzer1. Verwijder de schroef en de lens.2. Druk de doorgebrande lamp in en
draai deze naar links om hem te ver-
wijderen.
3. Druk een nieuwe gloeilamp op zijn
plaats en draai hem rechtsom vast.
4. Breng de lens weer aan en draai de
schroef vast.1. Schroef
1. Gloeilamp
Page 72 of 95
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-28
6
DAU00869
Demonteren van het voorwiel
DW000122
WAARSCHUWING
@ l
Laat onderhoudswerkzaamheden
aan het wiel over aan uw Yamaha
dealer.
l
Zorg dat de motorfiets stabiel staat
opgesteld, zodat deze niet kan om-
vallen.
@1. Plaats de motorfiets op de midden-
standaard.
2. Maak de kabel van de snelheidsmeter
los van de voorwielnaaf.3. Verwijder de remleidinghouders en de
remklauwen door de bouten er uit te
draaien.
OPMERKING:@ Trek de remhendel nooit in als de remschijf
zich niet tussen de remklauwen bevindt. @4. Draai de klembout en de wielas los.
5. Plaats een stevig blok onder de motor,
zodanig dat het voorwiel van de grond
komt.
6. Verwijder de wielas. Zorg ervoor dat
de motorfiets goed ondersteund
wordt.
1. Kabel van de snelheidsmeter
1. Bout (´ 3)
2. Remleidinghouder
3. RemschijfLinkerRechter
1. Klembout
2. Wielas