Page 41 of 95

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-5
5
DAU02941
Aanbevolen snelheden voor op-
en terugschakelen
(alleen voor Zwitserland)In de onderstaande tabel vindt u de aanbe-
volen snelheden voor het omschakelen tus-
sen de verschillende versnellingen.CF-25DOPMERKING:@ Als u in één keer van de vierde naar de
tweede versnelling schakelt, zorg dan dat
de snelheid van uw motorfiets niet boven
de 35 km/h ligt. @
DAU00424
Tips voor het beperken van het
benzineverbruikHet benzineverbruik van uw motorfiets
hangt voor een groot deel af van uw rijstijl.
Hieronder volgen enkele tips voor het be-
perken van het benzineverbruik:l
Laat de motor warmdraaien voordat u
wegrijdt.
l
Zet de chokeknop (choke) zo snel mo-
gelijk in de uit-stand terug.
l
Schakel vlot door naar een hogere
versnelling en laat de motor tijdens het
accelereren niet teveel toeren maken.
l
Geef geen gas tussen het schakelen
door (dubbel-clutch) of tijdens het te-
rugschakelen en vermijd hoge toeren-
tallen bij onbelaste motor.
l
Zet de motor af in plaats van deze
lang stationair te laten draaien tijdens
het wachten voor een stoplicht, een
spoorwegovergang e.d..
DAU01128
InrijdenDe meest belangrijke periode voor de pres-
taties en de levensduur van uw motorfiets
zijn de eerste 1.600 km. Lees de onder-
staande paragraaf aandachtig door en volg
de aanwijzingen hiervan op. Aangezien de
motor nieuw is, dient u deze de eerste
1.600 km niet al te zwaar te belasten. De
motor-onderdelen dienen zich naar elkaar
te zetten en zich harmonieus aan elkaar
aan te passen. Tijdens de inrijperiode dient
u lange tijd met vol gas rijden en andere
omstandigheden die kunnen leiden tot te
zware belasting/verhitting van de motor, te
vermijden.
Aanbevolen snelheid
(km/h)
1-ste®
2-de
2-de®
3-de
3-de®
4-de
4-de®
5-de23
36
50
60
Page 42 of 95

BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
5-6
5
DAU01329*
0 ~ 1.000 km
Laat het toerental niet boven de 4.000 tpm
uitkomen.
1.000 ~ 1.600 km
Laat het motortoerental niet al te lang bo-
ven de 5.000 tpm komen.
DC000052*
LET OP:@ Ververs na de eerste 1.000 km de mo-
torolie en vervang het oliefilter-element. @1.600 km en hoger
U kunt normaal rijden.
DC000053*
LET OP:@ l
Laat de wijzer van de toerenteller
nooit in de rode zone komen.
l
Mochten er zich moeilijkheden met
de motor voordoen tijdens de inrij-
periode, raadpleeg dan onmiddel-
lijk u Yamaha dealer.
@
DAU00460
ParkerenAls u de motorfiets parkeert, zet de motor
dan af en verwijder de sleutel uit het
kontaktslot.
DW000058
WAARSCHUWING
@ De uitlaatpijp en het samenstel worden
bijzonder heet. Parkeer de motorfiets op
een plek waar spelende kinderen en
voorbijgangers zich niet kunnen bran-
den aan de uitlaat. Parkeer de motorfiets
niet op een helling of op een zachte on-
dergrond, aangezien de kans bestaat dat
deze omvalt. @
Page 43 of 95
Page 44 of 95

6
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
Gereedschapsset ................................................. 6-1
Periodiek onderhoud en eenvoudige reparaties ... 6-2
Verwijderen en aanbrengen van panelen ............. 6-5
Paneel A ............................................................... 6-5
Bougies ................................................................. 6-6
Motorolie ............................................................... 6-7
Luchtfilter ............................................................ 6-10
Afstelling van de carburateur .............................. 6-11
Afstelling stationair toerental .............................. 6-11
Kontroleren van de vrije speling van de
gaskabel ........................................................... 6-12
Afstellen van de klepspeling ............................... 6-12
Banden ............................................................... 6-13
Wielen ................................................................. 6-16
Afstellen van de achterrem-pedaalhoogte .......... 6-16
Instellen van de remlichtschakelaar .................... 6-17
Kontrole van de remvoeringen voor en achter .... 6-17
Kontrole van het remvloeistofpeil ........................ 6-18
Verversen van de remvloeistof............................ 6-19
Kontrole van de kettingspanning......................... 6-19
Afstellen van de kettingspanning ........................ 6-19
Smering van de ketting ....................................... 6-20
Inspektie en smering van de kabels ................... 6-20Smering van de gaskabel en van de
gashendel ........................................................ 6-21
Smeren van het rempedaal en
versnellingspedaal ........................................... 6-21
Smeren van de voorremhendel en
koppelingshendel ............................................. 6-21
Smeren van de middenstandaard en
zijstandaard...................................................... 6-22
Inspektie van de voorvork .................................. 6-22
Inspektie van de stuurinrichting ......................... 6-23
Wiellagers .......................................................... 6-23
Accu ................................................................... 6-23
Vervangen van zekeringen ................................. 6-25
Vervangen van de gloeilamp van de koplamp.... 6-25
Vervangen van de gloeilamp van het
achterlicht/remlict ............................................. 6-27
Vervangen van de gloeilamp van de
richtingaanwijzer .............................................. 6-27
Demonteren van het voorwiel ............................ 6-28
Installeren van het voorwiel................................ 6-29
Demonteren van het achterwiel ......................... 6-30
Monteren van het achterwiel .............................. 6-31
Verhelpen van storingen .................................... 6-31
Lijst voor het opsporen van storingen ................ 6-32
Page 45 of 95

6-1
6
DAU00462
6-PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
DAU00464
Het tijdig uitvoeren van het periodieke on-
derhoud, van de benodigde afstellingen en
van de smering zal uw motorfiets in een
goede en veilige staat houden. Veiligheid is
een “must” voor iedere motorrijder! De on-
derhoudstabellen en de smeringstabel zijn
een ruwe leidraad voor de intervallen waar-
op deze werkzaamheden moeten worden
uitgevoerd. VERGEET NIET DAT HET
WEER, HET SOORT TERREIN, DE MA-
NIER WAAROP DE MOTORFIETS
WORDT BESTUURD EN VELE ANDERE
OMSTANDIGHEDEN, AANPASSING VAN
DEZE INTERVALLEN NOODZAKELIJK
KUNNEN MAKEN. De meest belangrijke
punten voor onderhoud, smering en afstel-
ling worden in de volgende bladzijden be-
handeld.
DW000060
WAARSCHUWING
@ Als u geen ervaring heeft met onderhou-
den van een motorfiets, laat dit werk dan
over aan een erkende Yamaha dealer. @
DAU00469
GereedschapssetDe aanwijzingen in deze handleiding die-
nen om u, de eigenaar van deze motorfiets,
de nodige informatie te verschaffen over
het periodieke onderhoud van de motorfiets
en over eenvoudige reparaties. Het gereed-
schap van de bijgeleverde gereedschaps-
set zal voldoende zijn voor de meeste van
deze reparaties. Het is echter raadzaam
om o.a. een momentsleutel aan te schaffen
om bouten en moeren met het juiste koppel
aan te draaien, opdat u het onderhoud opti-
maal kunt verrichten.
OPMERKING:@ Als u tijdens het uitvoeren van de onder-
houdswerkzaamheden geen momentsleu-
tel tot uw beschikking heeft, ga dan met uw
motorfiets naar een Yamaha dealer om de
aantrekkoppels te laten kontroleren. @
DW000063
WAARSCHUWING
@ Veranderingen aan deze motorfiets die
niet door Yamaha zijn goedgekeurd,
kunnen leiden tot slechtere prestaties
en zelfs tot vermindering van de veilig-
heid van de motorfiets. Raadpleeg altijd
eerst een Yamaha dealer, alvorens enige
verandering aan te brengen. @
1. Gereedschapsset
Page 46 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-2
6
DAU00473
PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
CP-01DNr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
1
*Brandstofleiding• Brandstofslangen en vacuümslangen controleren op barsten of
andere schade.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ
2*Brandstoffilter• Controleren.
• Vervangen indien nodig.Ö
3 Bougies• Controleren.
• Reinigen, elektrodenafstand bijstellen, indien nodig vervangen.ÖÖÖ
4*Kleppen• Klepspeling controleren.
• Bijstellen indien nodig.Iedere 24.000 km of 24 maanden
(welk het eerst bereikt wordt)
5 Luchtfilter• Reinigen, indien nodig vervangen.ÖÖ
6*Koppeling• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-4.)
• Corrigeren naar vereist. ÖÖÖ
7*Voorrem• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-4.)
• Corrigeren naar vereist.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖÖ
8*Achterrem• Werking en vloeistofpeil controleren en zonodig lekkage opsporen.
(Zie OPMERKING op blz. 6-4.)
• Corrigeren naar vereist.
• Remvoeringen vervangen indien nodig.ÖÖÖ
9*Wielen• Controleren op balans, uitloop en schade.
• Herbalanceren of vervangen indien nodig.ÖÖ
Page 47 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-3
6
10
*Banden• Controleren op profieldiepte en schade.
• Vervangen indien nodig.
• Bandenspanning controleren.
• Corrigeren indien nodig.ÖÖ
11*Wiellagers• Controleren op loszitten of schade.
• Vervangen indien nodig.ÖÖ
12*Zwaaiarm• Scharnierpunt controleren op speling.
• Corrigeren indien nodig.
• Smeren met molybdeen-disulfidevet om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖ
13 Aandrijfketting• Controleren op overmatige speling.
• Bijstellen indien nodig. Zorgen dat achterwiel juist is uitgelijnd.
• Reinigen en smeren. Iedere 1.000 km of na het wassen van de
motorfiets of een rit in de regen.
14*Stuurlagers• Controleren op speling en soepele stuurbeweging.
• Corrigeren naar vereist.
• Smeren met vet op lithiumzeepbasis om de 24.000 km of
24 maanden (welk het eerst bereikt wordt).ÖÖ
15*Bevestigingspunten aan
het frame• Controleren of alle bouten, moeren en schroeven stevig vast zitten.
• Aandraaien indien nodig.ÖÖ
16Zijstandaard/midden
standaard• Controleren.
• Smeren en rapareren indien nodig.ÖÖ
17*Zijstandaardschakelaar• Controleren.
• Vervangen indien nodig.ÖÖÖ
18*Voorvork• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Corrigeren naar vereist.ÖÖ
19*Achterschokbrekers• Controleren op juiste werking en op olielekkage.
• Gehele schokbrekersets vervangen indien nodig. ÖÖ Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
Page 48 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-4
6
* Onderhoud aan deze onderdelen vereist speciaal gereedschap, technische vaardigheden en service-gegevens. Laat dit onderhoud over aan uw Yamaha
dealer.
DAU02971
OPMERKING:@ l
Als u veel op stoffige wegen of in regenachtige gebieden rijdt, dient u het luchtfilter vaker schoon te maken.
l
Hydraulische rem- en koppelingssystemen
• Na het demonteren van de hoofdcilinder, de plunjer of de ontkoppelcilinder dient u altijd de remvloeistof te verversen. Normaal kunt
u volstaan met het regelmatig kontroleren van het remvloeistofpeil in de hoofdcilinder en de ontkoppelcilinder en het bijvullen van
remvloeistof.
• Vervang de oliekeringen binnenin de hoofdcilinder, de plunjercilinder en de ontkoppelcilinder om de twee jaar.
• Vervang alle remleidingen en koppelingsleidingen om de vier jaar of als ze gescheurd of anderszins beschadigd zijn.
@ 20
*Carburateurs• Controleren op stationair-toerental, synchronisatie en werking
starter.
• Bijstellen indien nodig.ÖÖÖ
21 Motorolie• Controleren op oliepeil en olielekkage.
• Corrigeren indien nodig.
• Verversen. (Voor aftappen eerst motor laten warmdraaien.)ÖÖÖ
22 Motorolie-filterelement• Vervangen.ÖÖ Nr. ONDERDEEL KONTROLE EN ONDERHOUDSWERKZAAMHEDENEERSTE
MAAL
(na 1.000 km)IEDERE
6.000 km of
6 maanden
(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)
12.000 km of
12 maanden(al naar gelang
het eerst
bereikt wordt)