3
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
Kontaktslot-schakelaar/stuurslot ........................... 3-1
Kontrolelampjes .................................................... 3-2
Kontroleren van het circuit voor het oliepeil-
kontrolelampje .................................................... 3-3
Snelheidsmeter ..................................................... 3-4
Toerenteller ........................................................... 3-4
Anti-diefstal alarm (optioneel) ............................... 3-4
Benzinemeter ....................................................... 3-5
Stuurschakelaars .................................................. 3-5
Koppelingshendel ................................................. 3-7
Versnellingspedaal................................................ 3-7
Voorremhendel ..................................................... 3-8
Achterrempedaal .................................................. 3-8Benzinetankdop ................................................... 3-9
Benzine ................................................................ 3-9
Benzinekraan ..................................................... 3-10
Chokeknop (choke) “ ” .................................... 3-11
Zadel .................................................................. 3-11
Helmhouder ....................................................... 3-12
Opbergvak.......................................................... 3-12
Afstelling van de voorvork .................................. 3-13
Afstelling van de achterschokbreker .................. 3-13
Klemmen voor bagagesnelbinders..................... 3-15
Zijstandaard ....................................................... 3-15
Kontrole van de zijstandaard/
koppelings-onderbrekingsschakelaar............... 3-15
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
3-4
3
DAU00097
SnelheidsmeterDe snelheidsmeter geeft de snelheid van
de motorfiets aan. De snelheidsmeter is te-
vens uitgerust met een kilometerteller en
een dagteller. De dagteller kan op nul terug-
gezet worden met de nulstelknop. Gebruik
deze dagteller in kombinatie met de benzi-
nemeter om te kijken hoeveel kilometer u
met één volle tank kunt afleggen. Als u dit
enkele malen doet, zult u in de toekomst
beter kunnen plannen waar en wanneer u
moet stoppen om te tanken.
DAU00101
ToerentellerDit model is uitgerust met een elektrische
toerenteller zodat de bestuurder het motor-
toerental goed kan aflezen, en zodoende
de motorbelasting binnen de vereiste gren-
zen kan houden.
DC000003
LET OP:@ Zorg dat de toerenteller nooit in het rode
gebied komt.
Rode gebied: 9.500 tpm en hoger @
DAU00109
Anti-diefstal alarm (optioneel)Deze motorfiets kan op aanvraag worden
uitgerust met een anti-diefstal alarm. Ver-
zoek uw Yamaha dealer om het alarm voor
u te bestellen en te installeren.
1. Nulstelknop
2. Dagteller
3. Kilometerteller
4. Snelheidsmeter
1. Toerenteller
2. Rode gebied
10-INDEXAAanbevolen snelheden voor op- en
terugschakelen
(alleen voor Zwitserland)........................5-5
Accu ...................................................... 6-23
Achterrempedaal .....................................3-8
Afstellen van de achterrem-
pedaalhoogte....................................... 6-16
Afstellen van de kettingspanning............ 6-19
Afstellen van de klepspeling ................... 6-12
Afstelling stationair toerental .................. 6-11
Afstelling van de achterschokbreker....... 3-13
Afstelling van de carburateur.................. 6-11
Afstelling van de voorvork ...................... 3-13
Anti-diefstal alarm (optioneel)...................3-4BBanden .................................................. 6-13
Bedieningselementen/instrumenten .........2-3
Benzine....................................................3-9
Benzinekraan ......................................... 3-10
Benzinemeter........................................... 3-5
Benzinetankdop .......................................3-9
Bougies....................................................6-6CChokeknop (choke) “ ”....................... 3-11DDemonteren van het achterwiel.............. 6-30
Demonteren van het voorwiel ................ 6-28
GGereedschapsset .................................... 6-1
Grootlicht/dimlicht-schakelaar .................. 3-5
Grootlicht-kontrolelampje ......................... 3-2HHelmhouder........................................... 3-12IIdentifikatie-nummer ................................ 9-1
Identifikatienummer van de sleutel........... 9-1
Inhaal-schakelaar .................................... 3-5
Inrijden .................................................... 5-5
Inspektie en smering van de kabels ....... 6-20
Inspektie van de stuurinrichting ............. 6-23
Inspektie van de voorvork ...................... 6-22
Installeren van het voorwiel ................... 6-29
Instellen van de remlichtschakelaar ....... 6-17KKlaxon-schakelaar ................................... 3-5
Klemmen voor bagagesnelbinders ........ 3-15
Kontaktslot-schakelaar/stuurslot .............. 3-1
Kontrolelampjes....................................... 3-2
Grootlicht-kontrolelampje ................... 3-2
Oliepeil-kontrolelampje ....................... 3-2
Richtingsaanwijzer-kontrolelampjes ... 3-2
Vrijstand-kontrolelampje ..................... 3-2
Kontroleren van de vrije speling van de
gaskabel.............................................. 6-12
Kontroleren van het circuit voor het
oliepeil-kontrolelampje........................... 3-3
Kontrole van de kettingspanning............ 6-19
Kontrole van de remvoeringen voor en
achter ..................................................6-17
Kontrole van de zijstandaard/
koppelings-onderbrekingsschakelaar ...3-15
Kontrole van het remvloeistofpeil ...........6-18
Kontrole voor het rijden ............................4-1
Koppelingshendel ....................................3-7LLichtschakelaar ........................................3-6
Lijst voor het opsporen van storingen .....6-32
Linker aanzicht .........................................2-1
Luchtfilter ...............................................6-10MModelplaatje ............................................9-2
Monteren van het achterwiel ..................6-31
Motorfiets-identifikatienummer .................9-1
Motorolie ..................................................6-7
Motorstop-schakelaar...............................3-6OOliepeil-kontrolelampje.............................3-2
Onderhoud ...............................................7-1
Opbergvak .............................................3-12
Opslag .....................................................7-4PPaneel A ..................................................6-5
Parkeren ..................................................5-6
Periodiek onderhoud en eenvoudige
reparaties...............................................6-2