Page 81 of 95

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
1. Maak uw motorfiets grondig schoon
met water en zeep, nadat de motor is
afgekoeld.
DCA00012
LET OP:@ Gebruik geen warm water aangezien dit
de corrosieve werking van het zout ver-
sterkt. @2. Spuit een roestwerend middel op alle
metalen oppervlakken (ook ver-
chroomde en vernikkelde onderdelen)
om roestvorming tegen te gaan.Na het reinigen
1. Droog de motorfiets af met een zemen
lap of een goed absorberende doek.
2. Droog de aandrijfketting en smeer
deze om roestvorming te voorkomen.
3. Gebruik een chroompoetsmiddel om
alle roestvrij stalen, aluminium en ver-
chroomde onderdelen te poetsen, in-
clusief de uitlaatpijpen. (Zelfs de door
hitte veroorzaakte verkleuring van
roestvrij stalen uitlaatpijpen is door
goed poetsen te verhelpen.)
4. Om roestvorming tegen te gaan, is het
aanbevolen alle metalen oppervlak-
ken (ook verchroomde en vernikkelde
onderdelen) te bespuiten met een
roestwerend middel.
5. Gebruik een spuitbus met olie als uni-
verseelreiniger om de laatste vuilres-
ten te verwijderen.
6. Repareer krassen en lakschade ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
7. Zet alle gelakte onderdelen in de was.
8. Zorg dat de motorfiets geheel droog is
voordat u hem afdekt of stalt.
DWA00001
WAARSCHUWING
@ Zorg dat er geen olie of was achterblijft
op de remmen en de banden. Indien no-
dig kunt u de remschijven en voeringen
reinigen met een gewone remschijfreini-
ger of aceton, en de banden kunt u was-
sen met warm water en mild zeepsop.
Controleer daarna zorgvuldig de rem-
werking en het weggedrag van de mo-
torfiets in bochten. @
Page 82 of 95

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
DCA00013
LET OP:@ l
Breng olie of was zo zuinig moge-
lijk aan en veeg de overtollige hoe-
veelheid grondig af.
l
Breng nooit olie of was aan op rub-
ber en plastic onderdelen, maar rei-
nig deze met speciale
onderhoudsmiddelen.
l
Gebruik geen poetsmiddelen met
een schurende werking, want deze
zullen de laklaag aantasten.
@OPMERKING:@ Vraag uw Yamaha dealer om advies over
de juiste reinigingsmiddelen. @
OpslagKorte tijd
Stal uw motorfiets altijd op een koele, droge
plaats en dek hem zonodig af met een
luchtdoorlatende hoes tegen stof e.d.
DCA00014
LET OP:@ l
Bij opslag van de motorfiets in een
slecht geventileerde ruimte of af-
dekken van de motorfiets terwijl
deze nog nat is, kan er water of
vocht in binnendringen en roest
veroorzaken.
l
Om roestvorming te voorkomen,
dient u vochtige kelders of stallen
(waar ammoniadamp hangt) te ver-
mijden, evenals plaatsen waar
krachtige chemicaliën zijn opgesla-
gen.
@
Lange tijd
Alvorens uw motorfiets enkele maanden te
stallen:
1. Volg alle aanwijzingen bij “Onder-
houd” in dit hoofdstuk.
2. Leeg de vlotterkamers van de carbu-
rateur door de aftapbouten los te
draaien; dit voorkomt dat er brand-
stofresten aanslibben. Giet de afge-
tapte benzine terug in de
brandstoftank.
3. Voor motorfietsen met een brandstof-
kraantje dat een “OFF” stand heeft :
Sluit het brandstofkraantje in de “OFF”
stand.
4. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatiemiddel toe (indien voorhan-
den) om roestvorming in de tank en
bederven van de brandstof te voorko-
men.
5. Volg de onderstaande aanwijzingen
om de cilinders, zuigerringen e.d. te-
gen roest te beschermen.
Page 83 of 95

ONDERHOUD EN OPSLAG VAN DE MOTORFIETS
7-5
7
a. Verwijder de bougiedoppen en de
bougies.
b. Giet door de bougie-openingen een
theelepel motorolie in elk van de cilin-
ders.
c. Breng de bougiedoppen op de bou-
gies aan en plaats de bougies op de
cilinderkop zodat de elektroden ge-
aard zijn. (Dit om het vonken van de
bougies tijdens de volgende stap te
voorkomen.)
d. Laat nu met de starter de motor enke-
le slagen ronddraaien. (Hierdoor wor-
den de cilinderwanden bedekt met
een laagje motorolie.)
e. Verwijder de bougiedoppen van de
bougies en breng de bougies en de
bougiedoppen weer op hun plaats
aan.
DWA00003
WAARSCHUWING
@ Voor het laten draaien van de motor
dient u de elektroden van de bougies te
aarden, om ongelukken of schade door
het vonken van de bougies te voorko-
men. @
6. Smeer alle bedieningskabels en de
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen, evenals de zijstandaard/mid-
denstandaard.
7. Controleer de bandenspanning en
breng de banden zonodig op de juiste
spanning, en zet dan de motorfiets op
blokken zodat de beide wielen van de
grond komen. In plaats hiervan kunt u
de motorfiets laten staan, maar dan
zult u elke maand de wielen een klein
stukje moeten draaien, om te voorko-
men dat de banden op het onderste
punt teveel slijten.
8. Breng een plastic zak aan over het uit-
einde van de uitlaatpijpen, zodat er
geen vocht in kan komen.9. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig op. Plaats de accu in een koele
droge ruimte en laad de accu eens per
maand op. Bewaar de accu niet op
een extreem warme of koude plaats
(onder de 0 °C of boven de 30 °C). Zie
voor nadere bijzonderheden de aan-
wijzingen onder “Opslag van de accu”
in het hoofdstuk “PERIODIEK ON-
DERHOUD EN EENVOUDIGE RE-
PARATIES”.
OPMERKING:@ Zorg dat alle nodige reparaties worden ver-
richt vóór u de motorfiets stalt. @
Page 84 of 95
8
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens ......................................................................... 8-1
Page 85 of 95

8-1
8
DAU01038
8-TECHNISCHE GEGEVENSTechnische gegevens
Model XJR1300/XJR1300SP
Afmetingen
Grootste lengte 2.250 mm (voor SF, N, S)
2.175 mm (behalve voor SF, N, S)
Grootste breedte 775 mm
Grootste hoogte 1.115 mm
Zadelhoogte 775 mm
Wielbasis 1.500 mm
Grondspeling 120 mm
Minimale draaicirkel 2.800 mm
Basisgewicht (met olie en volle
benzinetank)
253 kg
Motor
Type motor Luchtgekoelde 4-takt, DOHC
Cilinder-opstelling 4 cilinders parrallel voorover
hellend
Verplaatsing 1.250 cm
3
Boring ´ slag 79,0 ´ 63,8 mm
Kompressieverhouding 9,7:1
Startsysteem Elektrische starter
Smeersysteem Oliecarter-systeem (natte bak)Motorolie
Ty p e
Aanbevolen klasse motorolie API service SE, SF, SG type of
hoger
Hoeveelheid
Periodieke verversing 3,0 L
Verversen van olie en ver-
vangen van oliefilter 3,35 L
Totale hoeveelheid 4,2 L
LuchtfilterDroog type element
-20˚ -10˚ 0˚
10˚20˚ 30˚
40˚50˚C
SAE 10W/30
SAE 15W/40SAE 20W/40SAE 20W/50
SAE 10W/40
LET OP:Gebruik uitsluitend een motorolie die geen anti-frictie mid-
delen bevat. Een motorolie bedoeld voor personenauto’s
(vaak voorzien van het opschrift “Energy Conserving”) be-
vat anti-frictie toevoegingen die slippen van de koppeling
en/of de startmotorkoppeling kunnen veroorzaken, met een
kortere levensduur van de componenten en slechte motor-
prestaties tot gevolg.
Page 86 of 95

TECHNISCHE GEGEVENS
8-2
8
Benzine
Type Gewone benzine zonder lood
Inhoud brandstoftank 21 L
Hoeveelheid reservebrandstof 4,5 L
Carburateur
Type ´ hoeveelheid BS36 ´ 4
Merk MIKUNI
Beugies
Merk/Type NGK / DPR8EA-9 of
DENSO / X24EPR-U9
Elektrodenafstand 0,8 ~ 0,9 mm
Type koppelingVloeistof, meervoudige platen
Overbrenging
Primair reduktie-systeem Rechte-tandwielenoverbrenging
Primaire reduktie-verhouding 1,750
Secundair reduktie-systeem Ketting-aandrijving
Secundaire reduktie-verhou-
ding 2,235
Type overbrenging Konstante aangrijping,
5 versnellingen
Bediening Pedaal voor de linkervoet
Overbreng-verhoudingen
1-se 2,857
2-de 2,000
3-de 1,5714-de 1,292
5-de 1,115
Chassis
Type frame Dubbele wiegkonstruktie
Casterhoek 25°30¢
Spoorbreedte 100 mm
Banden
Voor
Type Tubeless, enkelwandig
Bandenmaat 120/70ZR17 (58W)
Merk/model Bridgestone / BT57F
Dunlop / D207F
Michelin / MACADAM90X
Achter
Type Tubeless, enkelwandig
Bandenmaat 180/55ZR17 (73W)
Merk/model Bridgestone / BT57R
Dunlop / D207
Michelin / MACADAM90X
Maximale belasting* 207 kg
Luchtdruk (koube band)
Belasting tot 90 kg*
Voor 250 kPa (2,50 kg/cm
2, 2,50 bar)
Achter 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar)
Page 87 of 95

TECHNISCHE GEGEVENS
8-3
8
90 kg ~ Maximale belasting*
Voor 250 kPa (2,50 kg/cm
2, 2,50 bar)
Achter 290 kPa (2,90 kg/cm2, 2,90 bar)
Bij rijden met hoge
shelheid
Voor 250 kPa (2,50 kg/cm2, 2,50 bar)
Achter 290 kPa (2,90 kg/cm2, 2,90 bar)
* Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuurder,
made-passagier en accessoires.
Wielen
Vo o r
Type Gegoten
Bandenmaat 17 ´ MT 3,50
Achter
Type Gegoten
Bandenmaat 17 ´ MT 5,50
Remmen
Vo o r
Type Dubbele schijfrem
Bediening Bediening met de rechterhand
Vloeistof DOT 4
Achter
Type Enkele schijfrem
Bediening Bediening met de rechtervoet
Vloeistof DOT 4Wielophanging
Voor
Type Teleskoopvork
Achter
Ty p e Z w a a i a r m
Schokdempers
Voor Lucht-spiraalveer / oliegedempt
Achter Schroefveer / gas-olie demper
Veerweg
Voor 130 mm
Achter 110 mm
Elektrische installatie
Ontstekingssysteem TCI ontsteking (digitaal)
Laadsysteem
Type Wisselstroom-dynamo
Standaard
vermogen 13,5 V, 28 A 5.000 tpm
Accu
Type GT14B-4
Gloeilampen,
capaciteit 12 V, 12 AH
Type koplampKwartslamp (halogeen)
Page 88 of 95
TECHNISCHE GEGEVENS
8-4
8
Gloeilampen voltage, wattage ´ aantal
Koplamp 12 V, 60/55 W ´ 1
Achterlicht/remlicht 12 V, 5/21 W ´ 2
Parkeerlicht 12 V, 4 W ´ 1
Richtingaanwijzerlamp 12 V, 21 W ´ 4
Meter-verlichting 12 V, 1,7 W ´ 4
Vrijstand-kontrolelampje 12 V, 1,7 W ´ 1
Grootlicht-kontrolelampje 12 V, 3,4 W ´ 1
Oliepeil-kontrolelampje 12 V, 1,7 W ´ 1
Richtingsaanwijzer-
kontrolelampje 12 V, 1,7 W ´ 2
Zekering
Hoofdzekering 30 A
Koplampzekering 15 A
Signaalsysteemzekering 15 A
Ontstekingszekering 7,5 A