Page 57 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-13
6
DAU00658
BandenLet, voor goede rijprestaties, een lange le-
vensduur en veilig rijden, op de volgende
punten:
Bandenspanning
Kontroleer de bandenspanning altijd, voor-
dat u met de motorfiets wegrijdt.
DW000082
WAARSCHUWING
@ De bandenspanning dient gemeten te
worden als de temperatuur van de ban-
den gelijk is aan de omgevingstempera-
tuur. De bandenspanning is afhankelijk
van het totale gewicht van de bagage, de
bestuurder, de medepassagier, overige
accessoires (stroomlijnkappen, zadel-
tassen, enz. - monteer nooit accessoires
die niet zijn goedgekeurd voor deze mo-
torfiets) en de snelheid van de motor-
fiets. @
CE-33DDW000083
WAARSCHUWING
@ Een juiste verdeling van het gewicht is
van groot belang voor een goede weg-
ligging, juist reageren op het remmen,
balans en veiligheid in het algemeen.
Zorg ervoor dat bagage die u vervoert,
goed vast zit zodat deze niet kan gaan
schuiven. Plaats de zwaarste voorwer-
pen in het midden van de motorfiets en
verdeel het gewicht gelijkmatig over
rechter- en linkerzijde. Stel de voorbe-
lasting van de schokbrekers in aan de
hand van het totale gewicht en breng de
bandenspanning ook op de juiste waar-
de. OVERLAAD UW MOTORFIETS
NOOIT. Overschrijdt nooit het totaal toe-
gestane gewicht van bagage, bestuur-
der, medepassagier, overige accessoi-
res (stroomlijnkappen, zadeltassen, enz.
- monteer nooit accessoires die niet zijn
goedgekeurd voor deze motorfiets). Een
te zwaar beladen motorfiets kan leiden
tot beschadiging van de banden, een on-
geluk en ernstige verwondingen. @
Maximale belasting* 207 kg
Bandenspanning bij
koude bandenVoor Achter
Belasting tot 90 kg*250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)
90 kg ~
Maximale belasting*250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)290 kPa
(2,90 kg/cm
2,
2,90 bar)
Bij rijden met hoge
snelheid250 kPa
(2,50 kg/cm
2,
2,50 bar)290 kPa
(2,90 kg/cm
2,
2,90 bar)
* Belasting is het totale gewicht van bagage, bestuur-
der, mede-passagier en accessoires.
Page 58 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-14
6
Inspekteren van de banden
Kontroleer de banden altijd, voordat u met
de motorfiets wegrijdt. Als het middenprofiel
de minimale waarde bereikt (zie de afbeel-
ding), als er zich een spijker of stukjes glas
in de band bevinden, of als de flank van de
band gescheurd is, vraag een Yamaha
dealer dan zo snel mogelijk om de band te
vervangen.
DW000095
WAARSCHUWING
@ Rijden met de motorfiets met versleten
banden is bijzonder gevaarlijk. Dit zal
leiden tot verlies aan wegligging en ver-
lies aan kontrole over de motorfiets.
Laat versleten banden onmiddellijk ver-
vangen door een Yamaha dealer. Ver-
vangen van banden, remmen en alle
onderdelen die te maken hebben met het
wiel, dient alleen te worden uitgevoerd
door erkend personeel van een Yamaha
dealer. @CE-26DOPMERKING:@ De voorwaarden voor de minimale profiel-
diepte, kunnen van land tot land verschillen.
Houd u aan de plaatselijke regelingen, en
minimaal aan de voorwaarden van
Yamaha. @
Informatie over de banden
Deze motorfiets is uitgerust met tubeless
banden, bandventielen en gegoten wielen.
1. Zijwand
a. Profieldiepte
Minimale profieldiepte
(voor en achter)1,6 mm
1. Bandventiel
2. Ventielkern
3. Ventieldop met dichting
Page 59 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-15
6
DW000080
WAARSCHUWING
@ l
Na het uitvoeren van vele uitgebrei-
de tests heeft Yamaha Motor Co.,
Ltd. de hieronder genoemde ban-
den, voor dit model, goedgekeurd.
Bij gebruik van andere banden of
andere kombinaties van banden,
kan er geen garantie worden gege-
ven over de wegligging en de be-
stuurbaarheid van de motorfiets.
De voorband en de achterband die-
nen van hetzelfde ontwerp en de-
zelfde fabrikant te zijn.
l
Gebruik van andere ventielen en
andere ventielkernen dan degenen
die hieronder worden vermeld, kan
leiden tot plotseling leeglopen van
de banden bij rijden met hoge snel-
heid. Gebruik altijd originele
Yamaha onderdelen of onderdelen
van een gelijkwaardige kwaliteit.
l
Vergeet niet om de ventieldoppen
op de ventielen te plaatsen. De ven-
tieldoppen zijn, met name bij het rij-
den met hoge snelheid, ook
belangrijke onderdelen.
@
CE-10D
CE-12DDAU00684
WAARSCHUWING
@ Deze motorfiets is uitgerust met banden
voor rijden met uiterst hoge snelheden.
Om deze banden op de juiste manier te
gebruiken, dient u op de volgende pun-
ten te letten.l
Als u een band vervangt, gebruik
hier dan altijd de voorgeschreven
band voor. Andere banden kunnen
uit elkaar klappen bij rijden met
zeer hoge snelheden.
l
Nieuwe banden, die nog niet inge-
sleten zijn, hebben minder grip op
de weg. Zodoende dient u eerst
zo’n 100 km met normale snelheid
te rijden, alvorens uw snelheid te
verhogen.
l
Voordat u met bijzonder hoge snel-
heid gaat rijden, dient u de banden
eerst wat op te warmen.
l
Zorg dat de banden altijd de juiste
spanning voor de betreffende
rijomstandighheden hebben.
@
VOOR
Bandenmerk Bandenmaat Type
Dunlop 120/70ZR17 (58W) D207F
Bridgestone 120/70ZR17 (58W) BT57F
Michelin 120/70ZR17 (58W) MACADAM90X
ACHTER
Bandenmerk Bandenmaat Type
Dunlop 180/55ZR17 (73W) D207
Bridgestone 180/55ZR17 (73W) BT57R
Michelin 180/55ZR17 (73W) MACADAM90X
Type
Bandventiel TR412
Ventielkern #9000A (Genuine)
Page 60 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-16
6
DAU00687
WielenVoor optimale prestaties, een lange levens-
duur en een optimale veiligheid, dient u op
de volgende punten te letten:l
Kontroleer de wielen op de volgende
punten, alvorens te gaan rijden.
Kontroleer de velg op scheurtjes, bar-
sten en op vervorming (slag in het
wiel). Als er iets mis is met een wiel,
raadpleeg dan een Yamaha dealer.
Probeer niet zelf reparaties aan het
wiel uit te voeren. Een vervormd wiel
of een wiel met scheuren dient onmid-
dellijk vervangen te worden.
l
Als er een band of een wiel is vervan-
gen, dient u de wielen te laten uitba-
lanceren. Een slecht uitgebalanceerd
wiel kan leiden tot slechtere presta-
ties, verminderde wegligging en een
kortere levensduur van de banden.
l
Rijd in het begin langzaam en voor-
zichtig, na het verwisselen van een
band, om het oppervlak van de nieu-
we band in te rijden, zodat de band
zijn optimale kwaliteiten kan ontwikke-
len.
DAU00712
Afstellen van de achterrem-
pedaalhoogteDe bovenkant van het achterrempedaal
dient 40 mm onder de bovenkant van de
voetsteun te liggen. Mocht dit op uw motor-
fiets niet het geval zijn, vraag uw Yamaha
dealer dan om de achterrem-pedaalhoogte
af te stellen.
DW000109
WAARSCHUWING
@ Als het achterrempedaal sponzig aan-
voelt, kan dit betekenen dat er lucht in
het remsysteem zit. Deze lucht moet ver-
wijderd worden door het remsysteem te
ontluchten. Rijd nooit met de motorfiets
als er zich lucht in het remsysteem be-
vindt. Lucht in het remsysteem zal het
remvermogen van de motorfiets sterk
verminderen, met als gevolg verhoogde
kans op ongelukken. Laat uw Yamaha
dealer het remsysteem inspekteren en
ontluchten. @
a. Achterrem-pedaalhoogte
Page 61 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-17
6
DAU01756
Instellen van de
remlichtschakelaarHet achterste remlicht wordt ingeschakeld
door het rempedaal; de schakelaar ervan is
juist ingesteld als het remlicht gaat branden
vlak vóór de rem aangrijpt. Stel de remlicht-
schakelaar als volgt bij.
1. Verwijder het paneel A. (Zie blz. 6-5
voor het verwijderen en weer aan-
brengen van het paneel.)
2. Houd het schakelaarhuis vast zodat
het niet meedraait wanneer u de in-
stelmoer verdraait.3. Draai de instelmoer in de richting
a
om het remlicht eerder te laten oplich-
ten.
4. Draai de instelmoer in de richting
b
om het remlicht later te laten oplichten.
DAU00715
Kontrole van de remvoeringen
voor en achterOp de remblokken vindt u een slijtage-
grens-indikator. Dankzij dit merkteken kunt
u de remvoeringen kontroleren zonder dat
u de remmen hoeft te demonteren. Trek de
voorremhendel in of trap het achterrempe-
daal in en kijk of de remblokken tot voorbij
de slijtagegrens zijn versleten. Als de rem-
blokken BIJNA tot aan de slijtagegrens-indi-
kator zijn versleten, laat u Yamaha dealer
dan nieuwe remvoeringen plaatsen.
1. Behuizing schakelaar
2. Stelmoer
1. Slijtagegrens-indikato (´ 2)Voor
Achter
Page 62 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-18
6
DAU01800*
Kontrole van het remvloeistofpeilOnvoldoende remvloeistof kan als gevolg
hebben dat er lucht in het rem/koppelingsys-
teem terecht komt, waardoor de remmen/
koppeling kunnen weigeren. Controleer voor
het rijden eerst of het remvloeistofpeil boven
het minimumpeil is en vul nodig remvloeistof
bij. Een gering remvloeistofpeil kan wijzen
op versleten remblokken en/of vloeistoflek-
kage. Als u merkt dat het remvloeistofpeil
aan de lage kant is, controleer dan altijd
even de remblokken op slijtage en het rem-
en koppelingssysteem op lekkage.OPMERKING:De achterste hoofdremcilinder bevindt zich
achter paneel A.Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:
l
Als u het remvloeistofpeil controleert,
zorg dan dat de bovenkant van de
hoofdcilinder horizontaal ligt, door het
stuur te verdraaien.
l
Gebruik alleen de voorgeschreven
remvloeistof. Gebruik van andere
remvloeistof kan leiden tot aantasting
van de rubber dichtingen, met als ge-
volg lekkage en slecht functioneren
van de remmen/koppeling.
l
Vul altijd dezelfde remvloeistof bij.
Mengen van verschillende types rem-
vloeistof kan onverwachte chemische
reacties teweeg brengen, met als ge-
volg slecht functioneren van de rem-
men of koppeling.
l
Let goed op er geen water in de hoofd-
cilinder terecht komt. Als er water in de
remvloeistof terecht komt, wordt het
kookpunt van de remvloeistof ver-
laagd, met als mogelijk gevolg gas-
stremming (verstopt raken van de
leidingen door gasbellen).
l
Remvloeistof kan lakwerk en plastic
onderdelen aantasten. Zorg dat u
geen remvloeistof morst. Mocht u toch
wat remvloeistof gemorst hebben,
spoel dit dan zo snel mogelijk weg,
met water.
l
Als het remvloeistofpeil voortdurend
terugloopt, raadpleeg dan een
Yamaha dealer.
1. Minimum-merktekenVoor
1. Minimum-merktekenAanbevolen remvloeistof: DOT 4Achter
1. Minimum-merktekenKoppeling
Page 63 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-19
6
DAU00742
Verversen van de remvloeistofHet verversen van de remvloeistof mag al-
leen maar uitgevoerd worden door erkende
Yamaha onderhoudsmonteurs. Laat de on-
derstaande onderdelen door een Yamaha
dealer vervangen als deze beschadigd zijn
of lekken; tijdens de periodieke onder-
houdsbeurten.l
oliekeringen (om de twee jaar)
l
remleidingen (om de vier jaar)
DAU00745
Kontrole van de kettingspanningOPMERKING:@ Draai het wiel enkele malen rond en laat het
staan in de stand waarin de ketting het
strakst gespannen is. Kontroleer de ket-
tingsspanning met het wiel in deze stand.
Als de kettingspanning net juist is, stelt u
deze bij. @Zet de motorfiets op de middenstandaard
voor het kontroleren van de kettingspan-
ning. Kontroleer de uitslag van de ketting
zoals in de afbeelding aangegeven. De juis-
te speling is 20 ~ 30 mm. Als de speling
meer dan 30 mm is, stel deze dan bij.
DAU01251
Afstellen van de kettingspanning1. Draai de asmoer los.
2. Draai de borgmoeren aan beide zijden
los. Om de kettingspanning te verho-
gen, draait u de kettingspanbouten
naar
a. Om de kettingspanning te
verlagen, draait u de kettingspanbou-
ten naar
b en duwt u het achterwiel
naar voren. Draai de beide kettings-
panbouten even ver in of uit zodat het
achterwiel in lijn blijft. Aan beide zijden
van de zwaaiarm zult u een merkteken
aantreffen. Gebruik deze voor het juist
uitlijnen van het achterwiel.
a. Kettingspeling
1. Borgmoer
2. Afstelbout
3. Asmoer
4. Merktekens
Page 64 of 95

PERIODIEK ONDERHOUD EN EENVOUDIGE REPARATIES
6-20
6
DC000096
LET OP:@ Als de ketting te strak staat zullen de
motor en andere belangrijke onderdelen
te zwaar belast worden. Zorg dat de ket-
tingspanning binnen de voorgeschre-
ven limieten blijft. @3. Nadat u de kettingspanning heeft af-
gesteld, draait u de borgmoeren weer
aan. Vervolgens draait u de asmoer
aan met het voorgeschreven aantrek-
koppel.
DAU03006
Smering van de kettingEen ketting bestaat uit een groot aantal
schakels die allen, t.o.v. elkaar, bewegen.
Als de ketting niet goed wordt onderhou-
den, zal deze bijzonder snel versleten zijn.
Zorg dus altijd voor een goed onderhoud,
met name als u veel op stoffige wegen rijdt.
De ketting op deze motorfiets is een zoge-
naamde O-ring ketting, met oliekeerringen
van speciale materialen. Het wassen van
de ketting met stoom, onder hoge druk of
met sterke oplosmiddelen kan de ketting
beschadigen, dus vermijd deze middelen.
Gebruik uitsluitend petroleum voor het reini-
gen van de ketting. Droog de ketting en
smeer deze dan grondig met SAE 30 ~
50W motorolie. Gebruik geen andere
smeermiddelen voor de ketting. De kans
bestaat dat zich hierin oplosmiddelen be-
vinden die de O-ringen kunnen aantasten.
DC000097
LET OP:@ Vergeet na het wassen van de motorfiets
of na een rit in de regen niet om de ket-
ting te oliën. @
DAU02962
Inspektie en smering van de
kabels
DW000112
WAARSCHUWING
@ Beschadiging van de buitenkabels kan
leiden tot roestvorming in de kabels en
kan een soepele beweging in de weg
staan. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onnodig risico te
vermijden. @Smeer de binnenkabel en de uiteinden van
de kabel. Als een kabel niet soepel be-
weegt, laat deze dan vervangen door uw
Yamaha dealer. Aantrekkoppel:
Asmoer:
150 Nm (15,0 m·kg)Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie