Page 33 of 324

31
Toegang
2Inschakelen / Uitschakelen
► Als u de selectieve ontgrendeling
wilt activeren tussen de cabine en
de laadruimte of als u de selectieve ontgrendeling
wilt uitschakelen en de totale vergrendelmodus wilt
inschakelen, schakel het contact in en druk langer
dan twee seconden op deze toets.
Er klinkt een geluidssignaal en afhankelijk van de
uitvoering verschijnt er een melding ter bevestiging
dat het verzoek is uitgevoerd.
De selectieve ontgrendeling tussen cabine
en laadruimte is standaard geactiveerd.
Ontgrendelen / Volledig
ontgrendelen
Het ontgrendelen wordt aangegeven door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
Met de sleutel
► Steek de sleutel in het slot van het portier
linksvoor en draai hem richting de voorzijde van de
auto om de auto volledig te ontgrendelen.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
uitgeschakeld. Het alarm wordt geactiveerd als een
portier wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
Met de afstandsbediening
► Druk op een van deze toetsen om
de auto te ontgrendelen (afhankelijk
van de uitvoering).
Met de afstandsbediening,
uitvoeringen met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
► Om de auto volledig te ontgrendelen en
de schuifdeur te openen, moet u deze toets
ingedrukt houden totdat de schuifdeur opengaat.
Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak
Voor het ontgrendelen van de auto moet de
afstandsbediening in detectiegebied A aanwezig
zijn.
►
Als u de auto
volledig wilt ontgrendelen,
legt u uw hand achter een van de portiergrepen
(voorportier(en), handbediende schuifdeur(en)
of achterdeur links). Trek vervolgens aan de
portiergreep om het portier / de deur te openen.
Met elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
► Als u de Keyless Entry and Start
-afstandsbediening op zak hebt, legt u uw hand
achter de portiergreep om de auto te ontgrendelen.
Trek vervolgens aan de portiergreep en laat hem
weer los. Hierdoor gaat ook de betreffende deur
open.
Met achterklep
► Met de Keyless Entry and Start
-afstandsbediening op zak kunt u de auto
ontgrendelen door aan de handgreep van de
achterklep te trekken en deze daarna omhoog te
bewegen.
Page 34 of 324

32
Toegang
Met te openen achterruit (achterklep)
► Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak drukt u op de knop voor
het ontgrendelen van de te openen achterruit van de
achterklep om de auto te ontgrendelen. De ruit gaat
iets open; beweeg de ruit vervolgens omhoog om de
ruit te openen.
Selectieve ontgrendeling
Het ontgrendelen wordt aangegeven door het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
Met de afstandsbediening
► Druk een keer op deze toets om alleen
de portieren van de cabine te ontgrendelen.
► Druk nogmaals op deze toets om de deuren van
de laadruimte (schuifdeuren en achterdeuren) te
ontgrendelen.
Als uw auto is uitgerust met deze functie:
► Druk op deze toets om alleen de
laadruimte te ontgrendelen.
Met de afstandsbediening,
uitvoeringen met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
► Druk om alleen de laadruimte te
ontgrendelen zonder de schuifdeur te
openen op de toets van de betreffende schuifdeur of
houd de toets ingedrukt om de schuifdeur te openen.
Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak
► Als u alleen de cabine wilt ontgrendelen, legt
u uw hand achter een portiergreep van het portier
linksvoor of rechtsvoor. Trek vervolgens aan de
portiergreep om het portier te openen.
De vergrendelingsstatus van de deuren van de laadruimte blijft ongewijzigd.
► Als u alleen de laadruimte wilt ontgrendelen
terwijl u de afstandsbediening op zak hebt binnen
detectiezoneA , B of C , legt u uw hand achter
de handgreep van een van de deuren van de
laadruimte. Trek vervolgens aan de handgreep om
de betreffende deur te openen.
Afhankelijk van de uitvoering worden de buitenspiegels alleen uitgeklapt wanneer de
cabine wordt ontgrendeld en het alarmsysteem is
uitgeschakeld.
Met elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
Page 35 of 324

33
Toegang
2► Terwijl u de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak hebt, legt u uw hand
achter de portiergreep links of rechts om de
laadruimte te ontgrendelen. Trek vervolgens aan de
portiergreep en laat hem weer los. Hierdoor gaat ook
de betreffende deur open.
Met achterklep
► Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak kunt u de laadruimte
ontgrendelen door aan de handgreep van de
achterklep te trekken en deze daarna omhoog te
bewegen.
Het ontgrendelen wordt aangegeven door het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Vergrendelen
Met de sleutel
► Steek de sleutel in het slot van het portier
linksvoor en draai hem richting de achterzijde van de
auto om de auto volledig te vergrendelen. Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt niet
ingeschakeld.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de auto
volledig
te vergrendelen.
Met de Keyless Entry and
Start-afstandsbediening op
zak
Voor het vergrendelen van de auto moet de
afstandsbediening zich in detectiegebied A
bevinden.
► Als u de auto wilt vergrendelen, drukt u op
de merktekens van een van de portiergrepen
(voorportier(en), handbediende schuifdeur(en) of
achterdeur links).
Met elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
► Met de Keyless Entry and Start
-afstandsbediening op zak kunt u de auto volledig
vergrendelen door op de merktekens op een van de
portierhandgrepen
voor
te drukken.
Met achterklep
► Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak drukt u op de
vergrendelknop voor de achterklep om de auto te
vergrendelen.
Afhankelijk van de uitvoering kunt u de ruiten sluiten door de
vergrendelknoppen ingedrukt te houden. Als u de
knop loslaat, stopt de ruit direct.
Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten niet door voorwerpen of personen wordt
gehinderd.
Let vooral goed op als kinderen de ruiten
bedienen.
Als de auto niet is voorzien van een alarmsysteem, dan gaan de
richtingaanwijzers ongeveer twee seconden
branden om aan te geven dat de auto is
vergrendeld.
Afhankelijk van de uitvoering worden tegelijkertijd
de buitenspiegels ingeklapt.
Page 36 of 324

34
Toegang
Wanneer de portieren onder het rijden zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.
Verlaat om veiligheidsredenen nooit de
auto, zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
afstandsbediening mee te nemen.
Supervergrendeling
De supervergrendeling schakelt de buiten- en binnenportiergrepen uit en de
knop voor de centrale vergrendeling op het
dashboard.
De claxon blijft werken.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling in
als er zich iemand in de auto bevindt.
Met de sleutel
► Steek om de supervergrendeling van de auto
in te schakelen de sleutel in het slot van het portier
linksvoor en draai hem richting de achterzijde van
de auto.
►
Draai de sleutel
binnen vijf seconden nogmaals
richting de achterzijde.
Met de afstandsbediening
► Druk op deze toets om de
supervergrendeling in te schakelen.
►
Druk
binnen 5 seconden na het vergrendelen
nogmaals op deze toets.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk van de uitvoering, de buitenspiegels elektrisch
ingeklapt.
Als de auto niet is voorzien van het alarmsysteem, wordt het inschakelen van
de supervergrendeling bevestigd door het
gedurende ongeveer 2 seconden branden van de
richtingaanwijzers.
Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak
Voor het vergrendelen van de auto moet de
afstandsbediening zich in detectiegebied A
bevinden.
► Als u de auto volledig wilt vergrendelen, drukt
u op de merktekens van een van de portiergrepen
(voorportier(en), handbediende schuifdeur(en) of
achterdeur links).
►
Druk
binnen vijf seconden nogmaals op
de merktekens om de supervergrendeling in te
schakelen.
Met elektrisch bedienbare schuifdeur(en)
► Met de Keyless Entry and Start
-afstandsbediening op zak kunt u de auto volledig
vergrendelen door op de merktekens op een van de
handgrepen van de portieren
voor te drukken.
►
Druk
binnen vijf seconden nogmaals op
de merktekens om de supervergrendeling in te
schakelen.
Met achterklep
► Met de Keyless Entry and Start-
afstandsbediening op zak drukt u op de
vergrendelknop voor de achterklep om de
auto
volledig
te vergrendelen.
►
Druk
binnen 5 seconden nogmaals op de knop
om de supervergrendeling in te schakelen.
Als de auto niet is voorzien van een alarmsysteem, dan gaan de
richtingaanwijzers ongeveer twee seconden
branden om aan te geven dat de
supervergrendeling is ingeschakeld.
Page 37 of 324

35
Toegang
2Noodprocedures
Sleutels, afstandsbediening of
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw
legitimatiebewijs en indien mogelijk de sleutelcode
naar een PEUGEOT-dealer.
De PEUGEOT-dealer kan de sleutelcode en de
transpondercode uitlezen, waardoor er een nieuwe
sleutel kan worden besteld.
De auto volledig met de
sleutel ontgrendelen/
vergrendelen
Gebruik deze procedure in de volgende situaties:
– De batterij van de afstandsbediening is leeg.
–
Een storing in de afstandsbediening.
–
De accu van de auto is leeg.
–
De auto staat in een gebied met sterke
elektromagnetische straling.
In het eerste geval moet u de batterij van de
afstandsbediening vervangen.
In het tweede geval kunt u het probleem mogelijk
verhelpen door de afstandsbediening te resetten.
Zie de betreffende hoofdstukken.
►
Steek de sleutel in het portierslot.
►
Draai de sleutel in de richting van de voorzijde
/ achterzijde om de auto te ontgrendelen /
vergrendelen.
► Draai de sleutel binnen 5 seconden
nogmaals naar de achterzijde van de auto om de
supervergrendeling van de auto in te schakelen.
Als de auto is uitgerust met een alarmsysteem, wordt het alarm niet
ingeschakeld bij het vergrendelen met de sleutel.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld, klinkt de
sirene bij het openen van de deur. De sirene
stopt als het contact wordt ingeschakeld.
Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel in het slot nadat de auto met de
afstandsbediening of het Keyless Entry and
Start-systeem is vergrendeld, dan worden alle
portieren en de achterklep ontgrendeld.
Als de auto wordt ontgrendeld met de sleutel
in het slot nadat de auto met de sleutel is
vergrendeld, dan worden alleen de portieren
(voorportieren en schuifdeur(en)) ontgrendeld.
De achterdeuren en achterklep worden niet
ontgrendeld. Wanneer het contact wordt
aangezet, worden ze ontgrendeld.
Centrale vergrendeling werkt
niet
Gebruik deze procedures in de volgende situaties:
– Storing in de centrale vergrendeling.
–
Accu losgekoppeld of leeg.
Bij een storing in het centrale-vergrendelingssysteem moet de accu
worden losgekoppeld, zodat de auto volledig is
vergrendeld.
Portier linksvoor
► Steek de sleutel in het portierslot.
► Draai de sleutel in de richting van de
achterzijde van de auto om deze te vergrendelen
of in de richting van de voorzijde om de auto te
ontgrendelen.
Voorportier aan passagierszijde en
schuifdeur
Ontgrendelen
► T rek aan de handgreep aan de binnenzijde.
Vergrendelen
►
Open de deur
.
►
Controleer of het kinderslot van de schuifdeur
niet geactiveerd is. Zie het betreffende hoofdstuk.
Voordeur aan passagierszijde
Schuifdeur
► V erwijder de zwarte dop op de zijkant van het
portier met behulp van de sleutel.
Page 38 of 324

36
Toegang
► Steek de sleutel voorzichtig in de opening en
duw zonder de sleutel te verdraaien de pal naar de
binnenzijde van het portier.
►
V
erwijder de sleutel en plaats de zwarte dop
terug.
►
Sluit de portieren en controleer van buitenaf of de
auto goed is vergrendeld.
Achterdeuren
Ontgrendelen
► Gebruik de binnenportiergreep.
V
ergrendelen
►
Controleer of het elektrische kinderslot (indien
aanwezig) niet is ingeschakeld.
►
Open de achterdeur links.
► Steek de sleutel (zonder te forceren) in het
vergrendelingssysteem op de zijkant van de deur en
schuif het geheel omhoog.
►
V
erwijder de sleutel.
►
Sluit de deur en controleer van buitenaf of de
auto goed is vergrendeld.
De achterklep ontgrendelen
► Steek vanuit het interieur van de auto een kleine
schroevendraaier in opening A van het slot om de
achterklep te ontgrendelen.
►
V
erplaats de nok naar links.
Wanneer de achterklep wordt gesloten, wordt deze weer vergrendeld als het
probleem niet is verholpen.
Vervangen van de batterij
Als de batterij leeg is, gaat dit waarschuwingslampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een melding.
Batterijtype: CR2032 / 3 V.
► Wip het deksel met een kleine schroevendraaier
bij de uitsparing los en zet het deksel omhoog.
►
V
erwijder de lege batterij.
►
Plaats de nieuwe batterij en let goed op de plus-
en minkant. Steek de batterij eerst in de contacten in
de hoek en klik het deksel daarna erop.
►
Synchroniseer de afstandsbediening.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over het synchroniseren van de
afstandsbediening.
Gooi batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die
schadelijk zijn voor het milieu. Lever ze in bij een
speciaal inzamelpunt.
Page 39 of 324

37
Toegang
2Synchroniseren van de
afstandsbediening
Na het vervangen van de batterij of bij een storing
moet de afstandsbediening gesynchroniseerd
worden.
Zonder Keyless Entry and Start
► Zet het contact af.
► Zet de sleutel in de stand 2 (contact aan).
►
Druk direct gedurende enkele seconden op de
toets met het gesloten hangslot.
►
Zet het contact uit en verwijder de sleutel uit het
contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer volledig.
► Steek de mechanische sleutel (uit de
afstandsbediening) in het slot om de auto te openen.
►
Houd de elektronische sleutel tegen de
noodsleutellezer op de stuurkolom totdat u het
contact hebt aangezet.
►
Zet bij een auto
met een handgeschakelde
versnellingsbak
de versnellingshendel in de
neutraalstand en trap het koppelingspedaal volledig
in.
►
Bij een auto met een automatische
transmissie of een selectiehendel
(elektrisch):
trap met de selectiehendel in stand P
op het rempedaal.
►
Zet het contact aan door op de toets
START/
STOP
te drukken.
Als de storing na het resetten niet is verholpen,
neem zo snel mogelijk contact op met een
PEUGEOT-dealer of een gekwalificeerde
werkplaats.
Centrale vergrendeling
Handmatig
► Druk op deze toets om de auto (portieren,
achterklep of deuren) vanuit het interieur te
vergrendelen / ontgrendelen.
Het controlelampje gaat branden om te bevestigen
dat de centrale vergrendeling is ingeschakeld.
De centrale vergrendeling werkt niet als een van de portieren is geopend.
Bij vergrendeling / supervergrendeling van buitenaf
Als de auto van buitenaf is vergrendeld of de
supervergrendeling van buitenaf is ingeschakeld,
knippert het controlelampje en werkt de knop
niet.
►
Als de auto is vergrendeld, trek dan aan de
binnenportiergreep van een van de portieren om
de auto te ontgrendelen.
►
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
moet u de afstandsbediening, het Keyless Entry
Page 40 of 324

38
Toegang
and Start-systeem of de geïntegreerde sleutel
gebruiken om de auto te ontgrendelen.
Wanneer er met vergrendelde portieren wordt gereden, kunnen de hulpdiensten in
een noodgeval lastig in het interieur komen.
Wanneer er een grote lading wordt vervoerd (met de achterklep of achterdeuren
geopend), druk dan op de toets om alleen de
portieren van de cabine te vergrendelen.
Wanneer er een grote lading wordt vervoerd (met de achterklep of achterdeuren
geopend), druk dan op de toets om alleen de
voor- en achterportieren (schuifdeuren) te
vergrendelen.
Bij het van binnenuit vergrendelen worden de buitenspiegels niet ingeklapt.
De centrale vergrendeling vanuit het interieur
werkt niet als een van de portieren open is
(aangegeven met een mechanisch geluid uit de
sloten).
Wanneer de achterklep of de achterdeuren open
zijn, dan worden alleen de andere portieren
vergrendeld (het lampje in de toets gaat niet
branden).
Automatisch (beveiliging tegen agressie)
De portieren en de achterklep of de deuren kunnen
tijdens het rijden automatisch worden vergrendeld
(bij een snelheid hoger dan 10
km/h).
De functie is standaard ingeschakeld. Voor uit- of
weer inschakelen:
►
Druk op de toets totdat er een geluidssignaal
klinkt en / of er een melding op het scherm wordt
weergegeven.
De laadruimte vergrendelen /
ontgrendelen
Deze toets werkt niet als de auto van buitenaf is vergrendeld of de
supervergrendeling van buitenaf is ingeschakeld
(met de sleutel, de afstandsbediening of Keyless
Entry and Start, afhankelijk van de uitvoering), of
als een van de portieren nog open is.
Automatisch
De laadruimte is tijdens het rijden altijd vergrendeld.
Neem contact op met een PEUGEOT-dealer
of een gekwalificeerde werkplaats als u de
automatische vergrendelingsfunctie wilt
deactiveren.
Handbediening
► Druk op deze toets om de auto te
vergrendelen (het controlelampje gaat
branden) / ontgrendelen (het controlelampje gaat uit)
met de volledige ontgrendeling geactiveerd.
►
Druk op deze toets om de
laadruimte te
vergrendelen (het controlelampje gaat branden) /
ontgrendelen (het controlelampje gaat uit) met de
selectieve ontgrendeling geactiveerd.
Wanneer de deuren onder het rijden zijn vergrendeld, kunnen hulpdiensten in
noodgevallen lastig in de auto komen.