Page 257 of 562

255
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
1
Druk de Automatic High Beam-
schakelaar in.
2 Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand of
staat.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem gaat branden als het sys-
teem werkt.
■Voorwaarden voor het automatisch in-
en uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden
wordt voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch ingeschakeld (na ongeveer
1 seconde):
• De rijsnelheid is ongeveer 30 km/h of hoger.• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den wordt voldaan, wordt het grootlicht
automatisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 25 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingeschakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het grootlicht
mogelijk niet automatisch uitgeschakeld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers niet kunnen worden gesignaleerd als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen in de rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
• Wanneer de verlichting van tegenliggers of voorliggers niet is ingeschakeld
Automatic High Beam
Het Automatic High Beam-systeem
gebruikt een camerasensor aan de
bovenzijde van de voorruit om de
helderheid van de verlichting van
tegenliggers en voorliggers, straat-
verlichting, enz. te beoordelen en
schakelt, indien nodig, het groot-
licht automatisch in en uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzichtig
en houd hierbij de omgeving in de gaten
en schakel indien nodig handmatig het
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van
het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van de Automatic
High Beam
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 255 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 258 of 562

2564-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld
als een tegenligger wordt gesignaleerd die
zijn mistlampen aan heeft terwijl de kop-
lampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlichting,
straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards en andere reflecterende
objecten wordt mogelijk geschakeld van
grootlicht naar dimlicht of blijft het dimlicht
mogelijk ingeschakeld.
●De volgende factoren kunnen van invloed
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voer- tuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercen- tage, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage in de auto
●Het grootlicht wordt mogelijk onverwacht
in- of uitgeschakeld.
●Fietsen of vergelijkbare voertuigen worden
mogelijk niet gesignaleerd.
●In de volgende situaties kan het systeem
de helderheid van het omgevingslicht
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blij-
ven de dimlichten mogelijk branden of gaat
het grootlicht knipperen of worden voet-
gangers, tegenliggers of voorliggers ver-
blind. Als dat het geval is, moet handmatig
geschakeld worden tussen grootlicht en
dimlicht.
• Bij rijden in slecht weer (zware regenval, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Als het zicht door de voorruit wordt belem- merd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• Als de voorruit gebarsten of beschadigd is
• Als de camerasensor vervormd of vuil is
• Als de temperatuur van de camerasensor extreem hoog is
• Als de helderheid van het omgevingslicht overeenkomt met die van koplampen, ach-
terlichten of mistlampen • Als de koplampen of achterlichten van
tegenliggers of voorliggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of
niet correct zijn afgesteld
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk- ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stij- gende en dalende wegen wordt gereden,
of over wegen met een slecht of oneffen
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch- tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een verkeersbord of spiegel, voor de
auto bevindt
• Als de achterzijde van een voorligger sterk spiegelend is, zoals een container op een
truck
• Als de koplampen van de auto beschadigd of vuil zijn, of niet correct zijn afgesteld
• Als de auto naar één kant overhelt door bij- voorbeeld een lekke band, of aan de ach-
terzijde wat lager ligt doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld, enz.
• Als herhaaldelijk op een abnormale manier wordt geschakeld tussen grootlicht en dim-
licht
• Als de bestuurder meent dat het grootlicht mogelijk knippert of voetgangers of andere
bestuurders verblindt
• Als de auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de weg
rijdt. Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor
rechtsrijdend verkeer in een gebied voor
linksrijdend verkeer of vice versa
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 256 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 259 of 562

257
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel in de oorspronkelijke
stand.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft.
Duw de hendel van u af om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.
■Grootlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-schake-
laar in.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft en het controlelampje
van het grootlicht gaat branden.
Druk de schakelaar in om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.1 Schakelt de mistlampen voor
en het mistachterlicht uit
2 Schakelt de mistlampen voor
in
3 Schakelt de mistlampen voor
en het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien, worden alleen de mistachterlichten
uitgeschakeld.
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Mistlampen voor: De koplampen of parkeer-
lichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlichten: De mistlampen voor zijn
ingeschakeld.
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlichtSchakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor uitste-
kend zicht bij ongunstige rijom-
standigheden, zoals bij regen of
mist.
Bedieningsinstructies
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 257 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 260 of 562

2584-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Door de hendel te bedienen
werken de ruitenwissers en -sproeiers
als volgt:
In de stand AUTO werken de ruitenwis-
sers automatisch wanneer de sensor
signaleert dat het regent. De wissnel-
heid wordt automatisch afgestemd op
de hoeveelheid neerslag en de rijsnel-
heid.
In de stand AUTO kan de sensorgevoe-
ligheid worden ingesteld.1
Uit
2 Stand AUTO
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
Als de AUTO-modus is geselecteerd,
kan de gevoeligheid van de sensor als
volgt worden afgesteld door aan de
schakelaarring te draaien:
6 Verhoogt de gevoeligheid
7 Verlaagt de gevoeligheid
Ruitenwissers en
-sproeiers
Door de hendel te bedienen kan
worden geschakeld tussen auto-
matische werking en handbedie-
ning, of kan de sproeier worden
gebruikt.
OPMERKING
■Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voor-
ruit droog is omdat hierdoor de voorruit
beschadigd kan worden.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 258 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 261 of 562

259
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
8
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproeiers
worden ingeschakeld.
Auto's met koplampsproeiers: Als de kop-
lampen aan zijn en u de hendel naar u toe
trekt, werken de koplampsproeiers één keer.
Daarna werken de koplampsproeiers elke
vijfde keer dat u de hendel naar u toe trekt.
■De ruitenwissers en ruitensproeiers
kunnen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Wisslag om druppelvorming te voorko-
men
Na enkele slagen volgt een pauze en maken
de wissers nog een slag om de laatste drup-
pels te verwijderen. Deze functie werkt echter
niet tijdens het rijden.
■Effecten van de rijsnelheid op de ruiten-
wisserwerking
De rijsnelheid heeft invloed op de interval-
werking.
■Regensensor
●De regensensor registreert de hoeveelheid
neerslag.
De auto is voorzien van een optische sen-
sor. Deze werkt mogelijk niet goed als zon-
licht van de opkomende of ondergaande
zon af en toe op de voorruit valt of als er
insecten o.i.d. op de voorruit zitten.
●Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO wordt gezet terwijl het contact AAN
is, maken de ruitenwissers één wisbewe-
ging om aan te geven dat de stand AUTO
is ingeschakeld.
●Wanneer de sensorgevoeligheidsring in de
stand AUTO naar een hoge gevoeligheid
wordt gedraaid, werken de ruitenwissers
één keer om aan te geven dat de gevoelig-
heid is verhoogd.
●Als de temperatuur van de regensensor
85°C of hoger is, of -15°C of lager, werkt
de automatische functie mogelijk niet. Zet
de ruitenwisserschakelaar in dat geval in
een andere modus dan AUTO.
■Als er geen vloeistof uit de ruitensproei-
ers komt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer als dat
het geval is of de sproeierkoppen niet ver-
stopt zijn.
■Sproeierkopverwarming (indien aanwe-
zig)
De sproeierkopverwarming treedt in werking
wanneer de buitentemperatuur 5°C of lager is
en het contact AAN staat.
■Functie aan het openen van het voor-
portier gekoppeld onderbreken van de
ruitenwissers voor
Als, terwijl de auto stilstaat en de parkeerrem
is geactiveerd of de selectiehendel in stand P
staat, een voorportier wordt geopend wan-
neer stand AUTO is geselecteerd en de rui-
tenwissers voor werken, wordt de werking
van de ruitenwissers voor onderbroken om te
voorkomen dat iemand die uit-of instapt nat-
gespetterd wordt. Als het voorportier wordt
gesloten, wordt de werking van de ruitenwis-
sers hervat.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 259 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 262 of 562

2604-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Door de schakelaar te bedie-
nen werkt de achterruitenwisser als
volgt:
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Normale werking
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van de ruitenwissers in de
AUTO-modus
De ruitenwissers voor kunnen onverwacht
in werking treden als de sensor wordt aan-
geraakt of als de voorruit aan trillingen
wordt blootgesteld terwijl de ruitenwissers
in de stand AUTO staan. Let erop dat bij-
voorbeeld uw vingers niet bekneld raken
als de ruitenwissers in werking treden.
■Waarschuwing met betrekking tot het
gebruik van ruitensproeiervloeistof
Gebruik bij koud weer de ruitensproeier-
vloeistof pas wanneer de voorruit warm is.
De vloeistof kan anders op de voorruit
bevriezen en zo het zicht belemmeren. Dit
kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan
raken.
■Wanneer een sproeier verstopt raakt
Neem in dit geval contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Probeer als een sproeierkop verstopt is
geraakt deze niet schoon te maken met
een naald of iets dergelijks. Hierdoor kan
de sproeierkop beschadigd raken.
Ruitenwisser en -sproeier
achter
OPMERKING
■Als de achterruit droog is
Gebruik de ruitenwisser niet als de achter-
ruit droog is omdat de achterruit hierdoor
beschadigd kan raken.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 260 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 263 of 562

261
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
4
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door de hendel naar voren te duwen treden
de ruitenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwisser maakt automatisch een aan-
tal wisbewegingen nadat de sproeier in wer-
king is getreden.
De sproeier treedt auto matisch in werking en
reinigt de camera voor de digitale binnenspie-
gel
*1 (Blz. 203) en de camera achter*2.
*1: Indien aanwezig
*2: Raadpleeg de handleiding voor het navi- gatie- en multimediasysteem.
■De achterruitenwisser en -sproeier kun-
nen worden bediend als
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op
de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het
reservoir aanwezig is en controleer, als dat het
geval is, of de sproeierkop niet verstopt is.
■Aan de achteruitversnelling gekoppelde
werking van de achterruitenwisser
Als de selectiehendel in stand R wordt gezet
terwijl de ruitenwissers voor in werking zijn,
maakt de achterruitenwisser één wisslag.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van de aa n de achteruitversnel-
ling gekoppelde werking kan worden gewij-
zigd. ( Blz. 531)
OPMERKING
■Als het sproeierreservoir leeg is
Druk niet constant op de schakelaar, aan-
gezien de sproeierpomp oververhit kan
raken.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 261 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 264 of 562

2624-4. Tanken
4-4.Tanken
Sluit alle portieren en ruiten en zet
het contact UIT.
Controleer de brandstofsoort.
■Brandstofsoorten
Blz. 530
■Vulopening brandstoftank voor lood-
vrije benzine
Om vergissingen bij tankstations te voorko-
men, is uw auto uitgerust met een kleinere
vulopening speciaal vo or loodvrije benzine.
Openen van de tankdop
Voer de volgende stappen uit om
de tankdop te openen:
Voor het tanken
WAARSCHUWING
■Bij het tanken
Neem bij het tanken de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht
nemen van de voorzorgsmaatregelen kan
ernstig letsel tot gevolg hebben.
●Raak na het verlaten van de auto en
voor het openen van de tankdopklep
een ongeverfd metalen oppervlak aan
om eventuele statische elektriciteit af te
voeren. Het is belangrijk om statische
elektriciteit af te voeren voordat u gaat
tanken, omdat vonken als gevolg van
statische elektriciteit brandstofdampen
tot ontbranding kunnen brengen.
●Pak de tankdop bij de greep vast en
draai hem langzaam los.
Tijdens het losdraaien van de tankdop
kan er een sissend geluid hoorbaar zijn.
Wacht tot het geluid verdwenen is alvo-
rens de tankdop te verwijderen. Bij hoge
buitentemperaturen kan er brandstof uit
de vulpijp spuiten en letsel veroorzaken.
●Zorg ervoor dat er niemand die de even-
tueel aanwezige stat ische elektriciteit
van zijn lichaam niet heeft afgevoerd, in
de buurt van een niet afgesloten brand-
stoftank komt.
●Adem de brandstofdampen niet in.
Brandstof bevat stoffen die schadelijk
zijn als ze ingeademd worden.
●Rook niet tijdens het tanken.
Als u dat wel doet, kan er brand ont-
staan.
●Keer niet naar de auto terug als u sta-
tisch geladen bent.
Statische elektriciteit kan vonkvorming
en daarmee brand veroorzaken.
■Bij het tanken
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht om te voorkomen dat de brandstof-
tank overstroomt:
●Plaats het vulpistool nauwkeurig in de
vulpijp.
●Stop met het vullen van de tank wan-
neer het vulpistool automatisch uit klikt.
●Vul de brandstoftank niet tot de rand.
OPMERKING
■Tanken
Mors geen brandstof tijdens het tanken.
Anders kan schade aan de auto ontstaan,
zoals het slecht func tioneren van het emis-
sieregelsysteem, of beschadiging van de
onderdelen van het brandstofsysteem of
van de lak.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 262 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM