Page 289 of 562

287
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●In bepaalde situaties, zoals onderstaande,
wordt er mogelijk onvoldoende remkracht
of stuurkracht (regio A) gegenereerd,
waardoor het systeem niet goed werkt:
• Als de remmen niet op volle sterkte kun- nen werken, bijvoorbeeld wanneer de
onderdelen van het remsysteem extreem
koud, extreem heet of nat zijn
• Als de auto niet goed wordt onderhouden (extreem versleten remdelen of banden,
onjuiste bandenspanning, enz.)
• Als er met de auto gereden wordt op grind of een andere gladde ondergrond
• Bij diepe spoorvorming in het wegdek
• Als op een helling wordt gereden
• Bij het rijden over wegen met hellingen links of rechts
■Als de VSC wordt uitgeschakeld
●Als de VSC wordt uitgeschakeld
( Blz. 358), worden ook de Pre-Crash
Brake Assist-functie en de Pre-Crash
Brake-functie uitgeschakeld.
●Het waarschuwingslampje PCS gaat bran-
den en “VSC Turned OFF Pre-Collision
Brake System Unavailable” (VSC uitge-
schakeld, Pre-Crash Brake-systeem niet
beschikbaar) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay.
LTA (Lane Tracing Assist)
Als wordt gereden op een weg met
duidelijke witte (gele) rijstrook-
markeringen, waarschuwt het LTA-
systeem de bestuurder wanneer
de auto de huidige rijstrook of
koers dreigt te verlaten
*. Het sys-
teem kan ook het stuurwiel enigs-
zins bedienen om te helpen voor-
komen dat de rijstrook of koers
wordt verlaten
*. Wanneer de Dyna-
mic Radar Cruise Control met vol-
ledig snelheidsbereik ( Blz. 297)
is ingeschakeld, bedient dit sys-
teem het stuurwiel ook om de auto
goed op de rijstrook te houden.
Het LTA-systeem herkent witte
(gele) rijstrookmarkeringen of de
rijbaan
* met behulp van de camera
voor. Het detecteert ook voorlig-
gers met behulp van de camera
voor en de radar.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoep-
rand
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 287 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 290 of 562

2884-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
■Voordat u het LTA-systeem gebruikt
●Vertrouw niet uitsluitend op het LTA-sys-
teem. Het LTA-systeem is geen systeem
dat de auto automatisch bestuurt of de
hoeveelheid aandacht die moet worden
besteed aan het gebied vóór de auto
beperkt. De bestuurder dient altijd volle-
dige verantwoordelijkheid te nemen
voor een veilig rijgedrag door de omge-
ving steeds goed in de gaten te houden
en het stuurwiel te bedienen om de rij-
richting van de auto te corrigeren. De
bestuurder moet ook zorgen voor vol-
doende pauzes als hij moe is, bijvoor-
beeld als hij langere tijd heeft gereden.
●Als u niet op de juiste manier rijdt en niet
goed oplet, kunt u een ongeval veroor-
zaken, waardoor ernstig letsel kan ont-
staan.
■Situaties die niet geschikt zijn voor
gebruik van het LTA-systeem
Gebruik in de volgende gevallen de toets
LTA om het systeem uit te schakelen. Als u
dat wel doet, kan dat leiden tot een onge-
val, met ernstig letsel tot gevolg.
●Er wordt gereden op een wegdek dat
glad is door regenachtig weer, sneeuw-
val, vorst, enz.
●Er wordt gereden op een met sneeuw
bedekte weg.
●Witte (gele) lijnen zijn moeilijk te zien
door regen, sneeuw, mist, stof, enz.
●Er wordt gereden in een tijdelijke rij-
strook of een smalle rijstrook door weg-
werkzaamheden.
●Er wordt gereden in een gebied met
wegwerkzaamheden.
●Er is/zijn een reserv ewiel, sneeuwkettin-
gen, enz. gemonteerd.
●Als de banden erg versleten zijn of als
de bandenspanning te laag is.
●Bij het rijden met een aanhangwagen of
tijdens het slepen in een noodgeval.
■Voorkomen van storingen in het LTA-
systeem en onbedoeld uitgevoerde
handelingen
●Breng geen wijzigingen aan de koplam-
pen aan en plak geen stickers op het
lampglas.
●Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging, enz. aan. Als onderdelen van
de wielophanging moeten worden ver-
vangen, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
●Monteer of plaats geen voorwerpen op
de motorkap of de grille. Monteer ook
geen accessoires aan de voorzijde van
de auto (bullbars, enz.).
●Als uw voorruit gerepareerd moet
worden, neem dan contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Omstandigheden waaronder de func-
ties mogelijk niet goed werken
In de volgende situaties werken de func-
ties mogelijk niet goed, waardoor de auto
zijn rijstrook zou kunnen verlaten. Houd
om veilig te rijden de omgeving steeds
goed in de gaten, bedien het stuurwiel om
de rijrichting van de auto te corrigeren en
vertrouw niet uitsluitend op de werking van
het systeem.
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(
Blz. 293) en de voorligger van rij-
strook wisselt. (Uw auto volgt mogelijk de
voorligger en wisselt ook van rijstrook.)
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 288 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 291 of 562

289
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
WAARSCHUWING
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(
Blz. 293) en de voorligger slingert.
(Mogelijk gaat uw auto dienovereen-
komstig ook slingeren en verlaat moge-
lijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
(
Blz. 293) en de voorligger zijn rijstrook
verlaat. (Uw auto volgt mogelijk de voor-
ligger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
●Wanneer het display voor rijden met de
volgregeling wordt weergegeven
( Blz. 293) en de voorligger zeer dicht
op de rijstrookmarkering links/rechts
rijdt. (Uw auto volgt mogelijk de voorlig-
ger en verlaat mogelijk de rijstrook.)
●Er wordt gereden in een scherpe bocht.
●Er bevinden zich naast de weg objecten
die onterecht kunnen worden aangezien
voor witte (gele) lij nen (vangrails, reflec-
terende palen, enz.).
●Er wordt met de auto gereden op een
plaats waar de weg zich splitst, wegen
samenkomen, enz.
●Vanwege wegwerkzaamheden bevin-
den zich asfaltreparatiemarkeringen,
witte (gele) lijnen enz. op de weg.
●Er zijn schaduwen op de weg die paral-
lel lopen aan de witte (gele) lijnen of
deze bedekken.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied zonder witte (gele) lijnen, zoals
voor een tolboom of kaartautomaat of
op een kruising.
●De witte (gele) lijnen zijn onderbroken of
er zijn verhoogde rijstrookmarkeringen
of stenen aanwezig.
●De witte (gele) lijnen zijn niet of moeilijk
te zien door zand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
wegdek dat nat is door regen, plassen,
enz.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 289 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 292 of 562

2904-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●De verkeerslijnen zijn geel (waardoor ze
mogelijk moeilijker te herkennen zijn
dan witte lijnen).
●De witte (gele) lijnen lopen over een
stoeprand, enz.
●Er wordt met de auto gereden op een
helder oppervlak, zoals beton.
●Als de rand van de weg niet duidelijk of
niet recht is.
●Er wordt met de auto gereden op een
oppervlak dat helder is als gevolg van
gereflecteerd licht, enz.
●Er wordt met de auto gereden in een
gebied waar de helderheid plotseling
verandert, zoals bij in- en uitgangen van
tunnels.
●Licht van de koplampen van een tegen-
ligger, de zon, enz. dringt de camera
binnen.
●Er wordt gereden op een helling.
●Er wordt gereden op een weg die naar
links of rechts helt of op een bochtige
weg.
●Er wordt gereden op een onverharde of
ongelijkmatige weg.
●De rijstrook is zeer smal of breed.
●De auto helt sterk over door het vervoe-
ren van zware bagage of door een
onjuiste bandenspanning.
●De afstand tot de voorligger is extreem
kort.
●De auto beweegt vaak op en neer ten
gevolge van de wegomstandigheden tij-
dens het rijden (slechte wegen of naden
in het wegdek).
●Wanneer u met uitgeschakelde koplam-
pen in een tunnel of in het donker rijdt of
wanneer een koplamp gedimd wordt
doordat het lampglas vuil of niet goed
uitgelijnd is.
●De auto heeft last van zijwind.
●De auto krijgt een windstoot door een
passerend voertuig op een naastgele-
gen rijstrook.
●De auto is net van rijstrook gewisseld of
een kruising overgestoken.
●Er worden banden gebruikt met ver-
schillende structuren of profielen of van
verschillende fabrikanten of merken.
●Als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Er zijn winterbanden, enz. gemonteerd.
●Er wordt gereden met extreem hoge
snelheden
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 290 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 293 of 562

291
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Lane Departure Alert-functie
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te
verlaten, wordt er een waarschuwing
weergegeven op het multi-informatiedis-
play en klinkt er een waarschuwingszoe-
mer om de bestuurder te waarschuwen.
Wanneer de waarschuwingszoemer klinkt,
controleer dan het gebied rondom uw auto
en stuur de auto voorzichtig terug naar het
midden van de rijstrook.
Wanneer het systeem vaststelt dat de auto
de rijstrook dreigt te verlaten en dat de kans
op een aanrijding met een inhalende auto in
de naastgelegen rijstrook groot is, treedt de
Lane Departure Alert in werking, zelfs wan-
neer de richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
■Stuurassistentiefunctie
Wanneer het systeem vaststelt dat de
auto de rijstrook of de rijbaan
* dreigt te
verlaten, helpt het systeem voor zover
nodig om de auto in de rijstrook te hou-
den door kortstondig het stuurwiel licht
te bedienen.
Wanneer het systeem vaststelt dat de auto
de rijstrook dreigt te verlaten en dat de kans
op een aanrijding met een inhalende auto in
de naastgelegen rijstrook groot is, treedt de
stuurassistentie in werking, zelfs wanneer
de richtingaanwijzers zijn ingeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Functies die zijn opgenomen in
het LTA-systeem
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 291 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 294 of 562
2924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Waarschuwingsfunctie slingeren
auto
Wanneer de auto in een rijstrook slin-
gert, klinkt er een zoemer en wordt er
een melding weergegeven op het multi-
informatiedisplay om de bestuurder te
waarschuwen.■Lane Centering-functie
Deze functie is gekoppeld aan het
Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik en
levert de benodigde assistentie door
het stuurwiel te bedienen om de auto
op zijn huidige rijstrook te houden.
Als het Dynamic Radar Cruise Control-sys-
teem met volledig snelheidsbereik niet
werkt, werkt de Lane Centering-functie niet.
In gevallen waarin de witte (gele) rijstrook-
markeringen niet (goed) zichtbaar zijn, bij-
voorbeeld wanneer u in een file staat, treedt
deze functie in werking om te helpen een
voorligger te volgen door de positie van die
voorligger in de gaten te houden.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 292 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 295 of 562

293
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■De Lane Centering-functie aan-/
uitzetten
Druk op de toets LTA.
De Lane Centering-functie wordt telkens
wanneer de toets wordt ingedrukt aan/uit
gezet.
De actuele instelling wordt weergegeven op
het multi-informatiedisplay.
■LTA-systeem uitschakelen
Houd de toets LTA ingedrukt.
Het controlelampje LTA dooft wanneer de
LTA wordt uitgeschakeld.
Druk nogmaals op de toets om het systeem
weer in te schakelen.
De LTA wordt ingeschakeld telkens wanneer
het contact AAN wordt gezet.
De Lane Centering-functie blijft echter de
status (AAN/UIT) houden die de functie had
voordat het contact UIT werd gezet.
Controlelampje LTA
Aan de hand van de verlichtingsstatus van de
indicator wordt de bestuurder geïnformeerd
over de bedrijfsstatus van het systeem.
Brandt wit: LTA-systeem is in werking.
Brandt groen: De stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie is in werking.
Knippert oranje: Lane Departure Alert-func-
tie is in werking.
Display werking van ondersteuning
stuurwielbediening
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de
stuurassistentiefunctie of de Lane Cente-
ring-functie in werking is.
Beide buitenkanten van de rijstrook worden
weergegeven: Geeft aan dat de stuurwielas-
sistentie van de Lane Centering-functie in
werking is.
Eén buitenkant van de rijstrook wordt weer-
gegeven: Geeft aan dat de stuurwielassis-
tentie van de stuurassistentiefunctie in wer-
king is.
Beide buitenkanten van de rijstrook knippe-
ren: Waarschuwt de bestuurder dat hij in
actie moet komen om in het midden van de
rijstrook te blijven ( Lane Centering-functie).
Instellingen LTA-systeemMeldingen op het multi-
informatiedisplay
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 293 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 296 of 562

2944-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Display Lane Departure Alert-functie
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Binnenzijde van de weergegeven
lijnen is wit
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* herkent. Als
de auto de rijstrook verlaat, knippert de
witte lijn die wordt weergegeven aan de
zijde waar de auto de strook verlaat
oranje.
Binnenzijde van de weergegeven
lijnen is zwart
Dit geeft aan dat het systeem witte
(gele) lijnen of een rijbaan
* niet kan her-
kennen of tijdelijk is uitgeschakeld.
*: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Display rijden met de volgregeling
Wordt weergegeven wanneer het multi-infor-
matiedisplay wordt overgeschakeld op het
informatiescherm voor ondersteunende sys-
temen.
Geeft aan dat de stuurassistentie van de Lane
Centering-functie in werking is door de positie
van de voorligger in de gaten te houden.
Wanneer het display voor rijden met de volg-
regeling wordt weergegeven en de voorlig-
ger in beweging is, beweegt uw auto zich
mogelijk op dezelfde wijze. Houd uw omge-
ving altijd goed in de gaten te houden en
bedien indien nodig het stuurwiel om de rij-
richting van de auto te corrigeren en de vei-
ligheid te garanderen.
■Voorwaarden voor werking van de func-
ties
●Lane Departure Alert-functie
Deze functie werkt wanneer aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan.
• LTA is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
*1
• Het systeem herkent witte (gele) rijstrook-
markeringen of een rijbaan*2. (Wanneer
een witte [gele] markering of rijbaan*2
slechts aan één zijde wordt herkend, werkt
het systeem uitsluitend voor de herkende
zijde.)
• De breedte van de rijstrook is ten minste ongeveer 3 m.
• De richtingaanwijzersc hakelaar wordt niet
bediend. (Behalve wanneer een ander
voertuig zich op de rijstrook bevindt aan de
zijde van de bediende richtingaanwijzer)
• Er wordt niet gereden in een scherpe bocht.
• Er worden geen systeemstoringen gesig- naleerd. ( Blz. 296)
*1: De functie werkt zelfs als de rijsnelheid
lager is dan ongeveer 50 km/h terwijl de
Lane Centering-functie in werking is.
*2: De grens tussen asfalt en de kant van de weg, zoals gras, grond of een stoeprand
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 294 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM