
1142-1. Instrumentenpaneel
• HUD (head-up display) aan/uit
Hiermee kunt u het head-up display in- of 
uitschakelen.
Houd   ingedrukt om de instellingen van 
de volgende onderwerpen te wijzigen:
• “HUD Brightness/Position” (HUD helder- heid/positie)
Hiermee kan de helderheid/positie van het 
head-up display worden ingesteld.
• “HUD Driving Support” (HUD rijhulp)
Hiermee kunt u de weergegeven onderwer-
pen van de ondersteunende systemen op 
het head-up display wijzigen.
• “HUD Rotation” (HUD rotatie)
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
  RSA (Road Sign Assist) (indien 
aanwezig) ( Blz. 309)
Druk op   om de Road Sign Assist in of 
uit te schakelen.
• RSA (Road Sign Assist) aan/uit
Hiermee kunt u de Road Sign Assist in- of 
uitschakelen.
Houd   ingedrukt om de instellingen van 
de volgende onderwerpen te wijzigen:
• “Notification Method” (meldingsmethode)
Hiermee kunt u elke meldingsmethode die 
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een te hoge 
snelheid, een verkeers bord voor een inhaal-
verbod of een verkeersbord voor verboden 
in te rijden signaleert, wijzigen.
• “Notification Level ” (drempelw. meld.)
Hiermee kunt u elk meldingsniveau dat 
wordt gebruikt om de bestuurder te waar-
schuwen wanneer het systeem een ver-
keersbord met een snelheidslimiet signa-
leert, wijzigen.
■ Voertuiginstellingen
Houd   ingedrukt om de instellingen 
van de volgende onderwerpen te wijzi-
gen:
  PBD (elektrisch bedienbare ach-
terklep) (indien aanwezig) 
(Blz. 139)
• “System settings” (systeeminstellingen)
Hiermee kan de functie elektrisch bedien-
bare achterklep worden in- of uitgeschakeld.
• “Kick Sensor” (sens or regeling voetbedie-
ning)
*
Hiermee kunt u de sensor regeling voetbe-
diening in- of uitschakelen.
• “Opening Adjustment” (aanpassen ope- ning)
Selecteer de positie openen wanneer de 
elektrisch bedienbare achterklep geheel is 
geopend.
•“Volume”
Hiermee kunt u het volume instellen van de 
zoemer die klinkt wanneer de elektrisch 
bedienbare achterklep in werking is.
*: Auto's met handsfree elektrisch bedien- bare achterklep
 “TPWS” (bandenspanningswaar-
schuwingssysteem) ( Blz. 429)
• “Set Pressure” (stel bandenspanning in) 
(initialisatie bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Hiermee kan het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem worden geïnitialiseerd.
• “Change Wheel” (wielen wijzigen) (regis- treer de identificatiecodes van het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem)
Hiermee kunt u de identificatiecodes van de 
bandenspanningssensoren registreren in 
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 114  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM 

2384-2. Rijprocedures
●Als het stuurslot niet kan worden ontgren-
deld, wordt “Push POWER Switch while 
Turning the Steering Wheel in Either Direc-
tion” (druk de startknop in en draai daarbij 
het stuurwiel in een willekeurige richting) 
weergegeven op het multi-informatiedis-
play.
Controleer of de selectiehendel in stand P 
staat. Druk kort en krachtig op de startknop 
terwijl u het stuurwiel naar links en rechts 
beweegt.
●Om te voorkomen dat de elektromotor van 
het stuurslot oververhit raakt, kan de wer-
king worden onderbroken als het hybride-
systeem in korte tijd herhaaldelijk wordt in- 
en uitgeschakeld. Schakel het hybridesys-
teem in dat geval niet in of uit. Na onge-
veer 10 seconden zal de elektromotor van 
het stuurslot weer functioneren.
■Als het controlelampje READY niet gaat 
branden
Neem, als het controlelampje READY niet 
gaat branden nadat de juiste procedure voor 
het starten van de auto is gevolgd, direct con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Wanneer er een storing in het hybride-
systeem aanwezig is
 Blz. 83
■Batterij elektronische sleutel
 Blz. 451
■Bedienen van de startknop
●Als de knop niet kort en krachtig wordt 
ingedrukt, wijzigt de stand van het contact 
mogelijk niet of wordt het hybridesysteem 
niet gestart.
●Als u probeert het hybridesysteem 
opnieuw te starten direct nadat het contact 
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem 
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht 
nadat u het contact UIT hebt gezet een 
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 507 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is  uitgeschakeld via de 
persoonlijke voork eursinstellingen.
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten 
alvorens het hybridesysteem te starten. 
Trap onder geen enkele voorwaarde het 
gaspedaal in bij het starten van het hybride-
systeem. 
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een 
ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem 
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de 
auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het 
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden 
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan 
ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start, 
laat uw auto dan onmiddellijk controleren 
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren 
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op 
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan 
normaal, bijvoorbeeld als de knop iets blijft 
hangen, kan de startknop defect zijn. Neem 
onmiddellijk contact op met een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of 
een andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 238  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM 

4426-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Elke bandenspanningssensor en -zen-
der is voorzien van een unieke identifi-
catiecode. Bij het vervangen van een 
bandenspanningssensor en -zender is 
het noodzakelijk om de identificatie-
code te registreren. Ga als volgt te werk 
bij het registreren van de identificatie-
codes:
1 Parkeer de auto op een veilige 
plaats en zet het contact UIT.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer 
de auto rijdt.
2Breng de banden op de voorge-
schreven spanning bij koude ban-
den. ( Blz. 526)
Breng de banden op de voorgeschreven 
spanning voor de banden in koude toestand. 
Deze spanning vormt de referentiespanning 
voor het bandenspanningswaarschuwings-
systeem.
3Zet het contact AAN.
4 Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om   te selecteren.
5 Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer   en houd ver-
volgens  ingedrukt.
6 Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer TPWS en druk 
vervolgens op  . 7
Druk op   of   van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel, selecteer “Change Wheel” 
(wielen wijzigen) en druk vervol-
gens op   totdat het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning 
3 keer langzaam knippert.
De modus voor het wijzigen van de wielen-
set wordt geactiveerd en de registratie wordt 
gestart.
Vervolgens wordt er een melding weergege-
ven op het multi-informatiedisplay. Als de 
registratie wordt uitgevoerd, gaat het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning 
gedurende ongeveer 1 minuut knipperen en 
blijft het vervolgens branden. “--” wordt op 
het multi-informatiedisplay weergegeven 
voor de bandenspanning van elke band.
8Rijd met een snelheid van ongeveer 
40 km/h of hoger gedurende 10 tot 
30 minuten.
Als de registratie is voltooid, dooft het waar-
schuwingslampje lage bandenspanning en 
wordt de bandenspanning van elke band 
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
Zelfs als er niet wordt gereden met een snel-
heid van ongeveer 40 km/h of hoger, kan de 
registratie worden voltooid als er gedurende 
langere tijde met de auto wordt gereden. Als 
de registratie na ten minste een uur rijden 
niet is voltooid, herhaal dan de procedure 
vanaf het begin.
9Initialiseer het bandenspannings-
waarschuwingssysteem. 
(Blz. 440)
■Bij het registreren van identificatiecodes
●De identificatiecoderegistratie wordt uitge-
voerd als rijsnelheid ongeveer 40 km/h of 
hoger is.
●Controleer voordat u de identificatiecode-
registratie uitvoert of er zich geen velgen 
met bandenspanningssensoren en -zen-
ders in de buurt van de auto bevinden.
Registreren van 
identificatiecodes
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book  Page 442  Wednesday, August 4, 2021  2:39 PM