Page 321 of 562
319
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M
30E_1_2110.book Page 319 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 322 of 562
3204-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M30E_1_2110.book Page 320 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 323 of 562
321
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M
30E_1_2110.book Page 321 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 324 of 562
3224-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M30E_1_2110.book Page 322 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 325 of 562

323
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Gebruik de bedienin
gstoetsen van het
instrumentenpaneel om de functie in/uit
te schakelen.
1 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel en selecteer .
2 Druk op of van de bedie-
ningstoetsen van het instrumenten-
paneel om te selecteren en
druk vervolgens op .
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat het systeem goed
werkt
Er zijn Blind Spot Monitor-sensoren
geplaatst in respectievelijk de linker- en
rechterzijde van de achterbumper. Houd u
aan het volgende om ervoor te zorgen dat
de Blind Spot Monitor goed werkt.
●Houd de sensoren en de omgeving
ervan op de achterbumper te allen tijde
schoon.
Als een sensor of de omgeving ervan op
de achterbumper vuil is of bedekt is met
sneeuw, werkt de Blind Spot Monitor
mogelijk niet en wordt er een waarschu-
wingsmelding ( Blz. 314) weergegeven.
Veeg in dat geval het vuil of de sneeuw
weg en rijd gedurende ongeveer 10 minu-
ten met de auto terwijl aan de bedrijfscon-
dities voor de BSM-functie ( Blz. 325)
wordt voldaan. Laat de auto nakijken door
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige
wanneer de waarschuwingsmelding niet
verdwijnt.
●Plak geen stickers op de sensor of de
omgeving ervan op de achterbumper.
●Stel de sensor en de omgeving ervan op
de achterbumper niet bloot aan krach-
tige schokken.
Als een sensor ook maar iets wordt ver-
plaatst, werkt het systeem mogelijk niet
goed meer en worden auto's mogelijk
niet meer correct gesignaleerd.
Laat in de volgende gevallen uw auto
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
• Een sensor of de omgeving ervan is blootgesteld aan krachtige schokken.
• Als er krassen op of deuken in de omge- ving van de sensor aanwezig zijn of als
een deel van de sensoren is losgekomen.
●Neem de sensor niet uit elkaar.
●Breng geen wijzigingen aan de sensor
of de omgeving ervan op de achterbum-
per aan.
●Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als een
sensor of de achterbumper moet worden
verwijderd/geplaatst of vervangen.
●Breng geen andere kleur lak dan een
officiële Toyota-kleur aan op de achter-
bumper.
In-/uitschakelen van de Blind
Spot Monitor
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 323 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 326 of 562

3244-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Auto's die kunnen worden gesignaleerd door de Blind Spot Monitor
De Blind Spot Monitor maakt gebruik van radarsensoren opzij achter om de vol-
gende soorten auto's te signaleren di e in een aangrenzende rijstrook rijden en
brengt de bestuurder hiervan op de hoogte via de indicatoren in de buitenspiegels.
Auto's die in het gebied rijden dat niet in de buitenspiegels te zien in (de dode
hoek)
Auto's die snel van achteren naderen in het gebied dat niet in de buitenspiegels
te zien in (de dode hoek)
■Detectiegebieden Blind Spot Monitor
Hieronder staan de gebieden aangegeven waarin auto's kunnen worden gesigna-
leerd.
Het detectiegebied reikt tot:
Ongeveer 0,5 m - 3,5 m vanaf de zijkanten van de auto*1
Ongeveer 1 m vóór de achterbumper
Ongeveer 3 m achter de achterbumper
Ongeveer 3 m - 60 m achter de achterbumper
*2
*1: Het gebied tussen de zijkanten van de auto en 0,5 m vanaf de zijkant van de auto kan niet
worden gesignaleerd.
Werking Blind Spot Monitor
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 324 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 327 of 562

325
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*2: Hoe groter het snelheidsverschil is tuss
en uw auto en de gesignaleerde auto, hoe verder
weg de auto wordt gesignaleerd, waardoor de indicator in de buitenspiegel gaat branden of
knipperen.
■De Blind Spot Monitor werkt wanneer
De Blind Spot Monitor werkt wanneer aan
alle onderstaande voorwaarden wordt vol-
daan:
●De Blind Spot Monitor is ingeschakeld.
●De selectiehendel staat in een andere
stand dan R.
●De rijsnelheid is hoger dan ongeveer
16 km/h.
■De Blind Spot Monitor signaleert een
auto wanneer
De Blind Spot Monitor signaleert in de vol-
gende situaties een auto in het detectiege-
bied:
●Een auto in een aangrenzende rijstrook uw
auto inhaalt.
●U haalt een auto in een aangrenzende rij-
strook langzaam in.
●Een andere auto binnen het detectiegebied
komt wanneer deze va n rijstrook wisselt.
■Situaties waarin het systeem geen auto
signaleert
De Blind Spot Monitor is niet ontworpen om
de volgende typen voertuigen en/of objecten
te signaleren:
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers,
enz.*
●Tegemoetkomende auto's
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Auto's achter u die op dezelfde rijstrook rij-
den*
●Auto's die 2 rijstroken van uw auto verwij-
derd zijn*
●Auto's die snel door uw auto worden inge-
haald*
*
: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk niet goed werkt
●Onder de volgende omstandigheden sig-
naleert de Blind Spot Monitor auto's moge-
lijk niet correct:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de sensor of de omgeving ervan op de achterbumper is bedekt door mod-
der, sneeuw of ijs of wanneer er een stic-
ker op is geplakt
• Bij het rijden op een nat wegdek als gevolg van slecht weer, zoals zware regenval,
sneeuw, of mist
• Wanneer meerdere auto's naderen met slechts weinig ruimte tussen elke auto
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Bij een duidelijk verschil in snelheid tussen uw auto en de auto die binnen het detectie-
gebied komt
• Wanneer het snelheidsverschil tussen uw auto en een andere auto verandert
• Wanneer een auto het detectiegebied bin- nenkomt met ongeveer dezelfde snelheid
als uw auto
• Wanneer uw auto vanuit stilstand wegrijdt, blijft een auto in het detectiegebied
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffenhe-
den
• Wanneer de rijstroken breed zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en de auto op een aangrenzende
rijstrook ver van uw auto vandaan is
• Bij het rijden met een aanhangwagen
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
• Bij een duidelijk verschil in hoogte tussen uw auto en de auto die binnen het detectie-
gebied komt
• Direct nadat de Blind Spot Monitor is inge- schakeld
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 325 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM
Page 328 of 562

3264-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Onder de volgende omstandigheden is de
kans dat de Blind Spot Monitor onnodig
een auto en/of object signaleert groter:
• Als de sensor niet goed is uitgelijnd door- dat de sensor of de omgeving ervan is
blootgesteld aan hevige schokken
• Wanneer de afstand tussen uw auto en een vangrail, muur, enz. die het detectie-
gebied binnenkomt kort is
• Bij het op- en afrijden van opeenvolgende steile hellingen, zoals heuvels, dalingen in
de weg, enz.
• Wanneer de rijstroken smal zijn of wan- neer op de rand van een rijstrook wordt
gereden en een auto die op een andere
dan de aangrenzende rijstroken rijdt het
detectiegebied binnenkomt
• Bij het rijden op wegen met scherpe boch- ten, opeenvolgende bochten of oneffen-
heden
• Als de banden slippen of spinnen
• Wanneer er slechts weinig ruimte zit tus- sen uw auto en een auto achter u
• Wanneer een accessoire (zoals een fiet- sendrager) op de achterzijde van de auto
is gemonteerd
*: Indien aanwezig
■Soorten sensoren
Hoeksensoren voor
Binnenste sensoren voor
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display
Wanneer de sensoren een object, zoals
een muur, signaleren, wordt er een
afbeelding weergegeven op het multi-
informatiedisplay, het head-up display
(indien aanwezig) en scherm van het
audiosysteem overeenkomstig de posi-
tie van en de afstand tot het object.
Toy o t a Pa r k i n g
Assist-sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het file-
parkeren en inparkeren in een
garage wordt gemeten door
sensoren en wordt doorgegeven
via het multi-informatiedisplay, het
head-up display (indien aanwezig),
het scherm van het audiosysteem
en een zoemer. Controleer bij
gebruik van dit systeem ook altijd
zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
Highlander-Hybrid_OM_Europe_OM48M 30E_1_2110.book Page 326 Wednesday, August 4, 2021 2:39 PM