Page 177 of 356

175
(Vervolgd)
Adaptieve cruisecontrol (ACC) activeren
Druk kort op de toets aan/uit van de adap-
tieve cruise control (ACC).
De minimale instelsnelheid voor ACC is
19 mph (30 km/u).Wanneer het systeem is ingeschakeld en zich
in de ready-status bevindt, toont het display
in de instrumentengroep de melding "ACC
READY (adaptieve cruise control gereed).”
Wanneer het systeem is uitgeschakeld, toont
het display in de instrumentengroep de
melding "Adaptive Cruise Control (ACC) OFF
(adaptieve cruisecontrol (ACC) uitgescha-
keld)."
Gewenste ACC-snelheid instellen
Wanneer het voertuig de gewenste snelheid
bereikt, drukt u kort op de knop SET (+) of
op knop de SET (-). Op het display in de
instrumentengroep wordt de ingestelde snel-
heid weergegeven. Als het systeem wordt ingesteld op een rijs-
nelheid lager dan 19 mph (30 km/u), zal de
ingestelde snelheid automatisch veranderen
in 19 mph (30 km/u). Als het systeem wordt
ingesteld op een rijsnelheid hoger dan
30 km/u (19 mph), zal de ingestelde snel-
heid overeenkomen met de huidige snelheid
van het voertuig.
OPMERKING:
ACC kan niet worden ingesteld als zich een
stilstaand voertuig vlak vóór uw voertuig
bevindt.
Neem uw voet van het gaspedaal. Doet u dat
niet, dan kan de auto blijven versnellen tot
voorbij de ingestelde snelheid. Als dat
gebeurt:
Het bericht "DRIVER OVERRIDE" (ingreep
door de bestuurder) verschijnt in het
display in de instrumentengroep.
Regelt het systeem niet langer de afstand
tussen uw auto en uw voorligger. Wordt de
voertuigsnelheid alleen bepaald door de
stand van het gaspedaal.
Hervatten
Als er een ingestelde snelheid in het
geheugen is, drukt u op de knop RES
(hervatten) en haalt u uw voet van het gaspe-
Herkent niet altijd complexe rijom-
standigheden, wat kan leiden tot onjuiste of ontbrekende afstands-waarschuwingen.
Brengt het voertuig tot stilstand tijdens het volgen van een doelvoer-
tuig en houdt het voertuig gedurende
ongeveer 3 minuten in de stopstand.
Als het doelvoertuig niet binnen
3 minuten in beweging komt, wordt
de parkee rrem geactiveerd en het
ACC-systeem geannuleerd.
U dient het ACC-systeem uit te schakelen:
Tijdens het rijden bij mist, zware
regenval, zware sneeuwval, natte sneeuw, druk verkeer en complexerijomstandigheden (bijv. bij
wegwerkzaamheden).
Tijdens het oprijden van op- en
afritten van snelwegen, het rijden op bochtige, beijzelde, besneeuwde,
anderszins gladde wegen, of op steile
hellingen of afdalingen.
Tijdens het rijden met een aanhanger
op steile hellingen of afdalingen.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Als veilig rijden met een constante snelheid door de omstandigheden
niet mogelijk is.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 175
Page 178 of 356

STARTEN EN RIJDEN
176
daal af. Op het display in de instrumenten-
groep wordt de laatst ingestelde snelheid
weergegeven.
OPMERKING:
Als uw voertuig gedurende langer dan twee
seconden blijft stilstaan, dient u op de
toets RES (hervatten) te drukken of het
gaspedaal te bedienen om ACC weer in te
schakelen met de bestaande ingestelde
snelheid.
ACC kan niet worden hervat als zich een
stilstaand voertuig vlak vóór uw voertuig
bevindt.
Ingestelde snelheid aanpassen
De snelheid verhogen
Wanneer ACC is ingesteld, kunt u de inge-
stelde snelheid verhogen door op de knop
SET (+) te drukken.
De verhoging van de snelheid wordt, afhan-
kelijk van de gekozen eenheid, in metrische
(km/u) of Amerikaanse (mph) eenheden
weergegeven:
Snelheid VS (mph)
Als u eenmaal op de knop SET (+) drukt,
wordt de ingestelde snelheid verhoogd
met 1 mph. Telkens wanneer u opnieuw
kort op de knop drukt, wordt de snelheid
met 1 mph verhoogd.
Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid toenemen in stappen
van 5 mph totdat u de knop loslaat. Op het
display in de instrumentengroep wordt de
snelheidstoename weergegeven.
Metrische snelheid (km/u)
Als u eenmaal op de knop SET (+) drukt,
wordt de ingestelde snelheid verhoogd
met 1 km/u. Telkens wanneer u opnieuw kort op de knop drukt, wordt de snelheid
met 1 km/u verhoogd.
Als u deze knop ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid toenemen in stappen
van 10 km/u totdat u de knop loslaat. Op
het display in de instrumentengroep wordt
de snelheidstoename weergegeven.
Snelheid verlagen
Wanneer ACC is ingesteld, kunt u de inge-
stelde snelheid verlagen door op de knop
SET (-) te drukken.
De verlaging van de snelheid wordt, afhanke-
lijk van de gekozen eenheid, in metrische
(km/u) of Amerikaanse (mph) eenheden
weergegeven:
Snelheid VS (mph)
Als u eenmaal op de knop SET (-) drukt,
wordt de ingestelde snelheid met 1 mph
verlaagd. Telkens wanneer u opnieuw kort
op de knop drukt, wordt de snelheid met
1 mph verlaagd.
Als u deze toets ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid afnemen in stappen
van 5 mph totdat u de toets loslaat. Op het
display van de instrumentengroep wordt
de snelheidsafname weergegeven.
WAARSCHUWING!
U dient de Resume-functie alleen te
gebruiken als de verkeers- en
wegomstandigheden dat toestaan.
Terugkeren naar een ingestelde snelheid
die te hoog of te laag is voor de verkeers-
of wegomstandigheden kan tot gevaarlijke
situaties leiden doordat de auto teveel
versnelt of afremt. Het negeren van deze
waarschuwingen kan een aanrijding en
ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 176
Page 179 of 356

177
Metrische snelheid (km/u)
Als u eenmaal op de knop SET (-) drukt,
wordt de ingestelde snelheid met 1 km/u
verlaagd. Met ieder volgend tikje op de
toets verlaagt u de snelheid met 1 km/u.
Als u deze toets ingedrukt houdt, blijft de
ingestelde snelheid afnemen in stappen
van 10 km/u totdat u de toets loslaat. Op
het display van de instrumentengroep
wordt de snelheidsafname weergegeven.
OPMERKING:
Als u harder rijdt dan de ingestelde snel-
heid en op de toets SET (+) of SET (-)
drukt, wordt de huidige snelheid van het
voertuig de ingestelde snelheid van het
systeem.
Wanneer u de toets SET (-) gebruikt om de
snelheid te verlagen, maar het voertuig
door het afremmen op de motor onvol-
doende vertraagt om de ingestelde snel-
heid te bereiken, zal het voertuig
automatisch worden afgeremd door remsy-
steem.
Het ACC-systeem remt het voertuig
volledig af tijdens volgen van een doel-
voertuig. Als een voorliggend voertuig met
ACC een doelvoertuig volgt tot stilstand, moet de bestuurder na twee seconden op
de toets RES (hervatten) drukken of het
gaspedaal bedienen om ACC weer in te
schakelen met de bestaande ingestelde
snelheid.
Het ACC-systeem handhaaft de ingestelde
rijsnelheid als u op een helling of afdaling
rijdt. Een kleine snelheidsverandering op
lichte hellingen is echter normaal. Tijdens
het rijden op een helling of afdaling kan de
transmissie terugschakelen. Dit is normaal
en noodzakelijk om de ingestelde rijsnel-
heid aan te houden. Bij het rijden bergop-
waarts en bergafwaarts zal het
ACC-systeem worden uitgeschakeld als de
temperatuur van de remmen hoger wordt
dan het normale bereik (oververhit).
Volgafstand instellen in ACC
De volgafstand voor de ACC kan worden inge-
steld door de instelling van de volgafstand te
variëren tussen vier balken (grootst), drie
balken (groot), twee balken (normaal) en één
balk (klein). Aan de hand van deze instel-
waarde voor de volgafstand en de rijsnelheid
berekent ACC de afstand tot uw voorligger.
Deze afstand wordt ingesteld. Deze afstands-
instelling verschijnt op het display in de
instrumentengroep.
Om de instelling van de volgafstand te
verhogen, drukt u kort op de knop Afstand
Instellen — Verhogen. Telkens wanneer de
knop wordt ingedrukt, wordt de instelling van
de volgafstand verhoogd met één balk
(groter).
Om de instelling van de volgafstand te
verlagen, drukt u kort op de knop Afstand
Instellen — Verlagen. Telkens wanneer de
knop wordt ingedrukt, wordt de instelling van
de volgafstand verlaagd met één balk
(kleiner).
PARKSENSE
PARKEERSENSOREN
ACHTER — INDIEN
AANWEZIG
ParkSense parkeersensoren achter zorgen
voor zichtbare en hoorbare aanwijzingen
m.b.t. de afstand tussen de achterzijde van
de auto en een gedetecteerd obstakel bij het
achteruitrijden (bijv. tijdens een parkeerma-
noeuvre). De auto wordt mogelijk automa-
tisch geremd wanneer achteruit wordt
ingeparkeerd en het systeem een mogelijke
botsing met een obstakel detecteert. Raad-
pleeg de paragraaf "Instellingen van Ucon-
nect" in het hoofdstuk "Multimedia"
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 177
Page 180 of 356

STARTEN EN RIJDEN
178
instructieboekje voor informatie over het in-
en uitschakelen van de rembekrachtiging
achter.
Zie de "Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense" in dit hoofdstuk voor de beper-
kingen van dit systeem en aanbevelingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense automa-
tisch de systeemstatus (ingeschakeld of
uitgeschakeld) hersteld die actief was
voordat het contact werd uitgeschakeld.
ParkSense sensoren
De vier ParkSense sensoren die zich in de
achterkant/achterbumper bevinden,
bewaken het gebied achter de auto dat
binnen het zichtveld van de sensoren valt. De
sensoren kunnen in horizontale richting
obstakels op een afstand van ongeveer 30 tot
200 cm (12 tot 79 inch) van het achterpa-
neel/de achterbumper detecteren, afhanke-
lijk van de plaats, het type en de richting van
het obstakel.
ParkSense waarschuwingsscherm
Het ParkSense waarschuwingsdisplay wordt
alleen weergegeven wanneer "Sound and
Display" (Geluid en weergave) wordt geselec-
teerd in het deel met door de klant te
programmeren functies van het Uconnect
systeem.
Raadpleeg de paragraaf "Instellingen van
Uconnect" in het hoofdstuk "Multimedia" in
het instructieboekje voor meer informatie.
Het ParkSense waarschuwingsscherm
bevindt zich op het display in de instrumen-
tengroep. Het zorgt voor visuele waarschu-
wingen om de afstand tussen de achterzijde
- bumper en het gedetecteerde obstakel weer
te geven.
Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" in het
instructieboekje voor meer informatie.
ParkSense in- en uitschakelen
ParkSense kan worden in- en uitgeschakeld
met de ParkSense schakelaar, die zich onder
het Uconnect scherm bevindt.Wanneer de ParkSense schakelaar
wordt ingedrukt om het systeem uit
te schakelen, wordt in de instru-
mentengroep gedurende ongeveer
vijf seconden de melding "PARKSENSE OFF"
(parkeerhulp uitgeschakeld) weergegeven.
Als de schakelhendel in de stand REVERSE
wordt gezet en het systeem is uitgeschakeld,
wordt op het display in de instrumenten-
groep de melding "PARKSENSE OFF"
(parkeerhulp uitgeschakeld) weergegeven
zolang de schakelhendel in REVERSE staat.
Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" in het
instructieboekje voor meer informatie.
De LED in de ParkSense schakelaar gaat aan
als ParkSense is uitgeschakeld of service
vereist. De LED in de ParkSense schakelaar
gaat uit als het systeem is ingeschakeld. Als
de ParkSense schakelaar wordt ingedrukt, en
het systeem service vereist, knippert de LED
in de ParkSense schakelaar kort en blijft de
LED vervolgens branden.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 178
Page 181 of 356

179
(Vervolgd)
Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense
OPMERKING:
Zorg ervoor dat de achterbumper vrij is van
sneeuw, ijs, modder en vuil om te zorgen
dat het ParkSense systeem correct werkt.
Drilboren, grote vrachtwagens en andere
bronnen van trillingen kunnen de werking
van ParkSense nadelig beïnvloeden.
Wanneer u ParkSense uitschakelt, wordt
in de instrumentengroep de melding
"PARKSENSE OFF" (parkeerhulp uitge-
schakeld) weergegeven. Zodra u Park-
Sense uitschakelt, blijft het systeem
bovendien uitgeschakeld totdat u het weer
inschakelt, zelfs als u het contact uit- en
inschakelt.
Als u de schakelhendel in REVERSE zet
en ParkSense is uitgeschakeld, wordt op
het display in de instrumentengroep de
melding "PARKSENSE OFF" (ParkSenseuitgeschakeld) weergegeven zolang de
schakelhendel in REVERSE staat.
ParkSense, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt.
Reinig de ParkSense sensoren regelmatig,
maar let daarbij op dat u geen krassen of
andere schade toebrengt. De sensoren
mogen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontreiniging van
de sensoren kan ertoe leiden dat het
systeem niet goed werkt. Het ParkSense
systeem kan obstakels achter de auto/
bumper over het hoofd zien of abusievelijk
aangeven dat er een obstakel achter de
auto/bumper aanwezig is.
Gebruik de ParkSense schakelaar om het
ParkSense systeem uit te schakelen
wanneer voorwerpen, zoals fietsendragers,
trekhaken, enz., op minder dan 30 cm
(12 inch) vanaf de achterkant/achter-
bumper worden geplaatst. Als dit wel het
geval is, zal het systeem een nabijgelegen
object mogelijk interpreteren als een
sensorprobleem en wordt de melding
"PARKSENSE UNAVAILABLE SERVICE
REQUIRED" (parkeerhulp niet beschik-
baar, onderhoud noodzakelijk) weerge-geven op het display in de
instrumentengroep.
ParkSense moet worden uitgeschakeld
wanneer de achterklep in de open stand
staat en de achteruitversnelling is inge-
schakeld. Een open achterklep zou ten
onrechte kunnen worden aangezien voor
een obstakel achter de auto.
WAARSCHUWING!
Ga altijd voorzichtig te werk tijdens het
achteruitrijden, ook als u ParkSense
gebruikt. Controleer het gebied achter de
auto altijd zorgvuldig, kijk naar achteren
en wees bedacht op voetgangers, dieren,
andere voertuigen, obstakels en dode
hoeken, voordat u achteruitrijdt. U bent
verantwoordelijk voor de veiligheid en
dient uw aandacht voortdurend op de
omgeving te richten. Anders bestaat er
een risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 179
Page 182 of 356

STARTEN EN RIJDEN
180
(Vervolgd)
PARKSENSE
PARKEERSENSOREN VOOR
EN ACHTER — INDIEN
AANWEZIG
Het ParkSense parkeerhulpsysteem geeft
tijdens het achter- of vooruit rijden, bijv. bij
het inparkeren, met visuele en geluidssig-
nalen de afstand tussen de achter- en/of
voorkant van de auto en een gedetecteerd
obstakel aan. De auto wordt mogelijk auto-
matisch geremd wanneer achteruit wordt
ingeparkeerd en het systeem een mogelijke
botsing met een obstakel detecteert.
Raadpleeg de paragraaf "Voorzorgsmaatre-
gelen bij gebruik van ParkSense" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" in uw gebrui-
kershandleiding voor informatie over debeperkingen van dit systeem en aanbeve-
lingen.
Wanneer u de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zet, wordt door ParkSense automa-
tisch de systeemstatus (ingeschakeld of
uitgeschakeld) hersteld die actief was
voordat het contact werd uitgeschakeld.
ParkSense sensoren
De vier ParkSense sensoren die zich in de
achterkant/achterbumper bevinden,
bewaken het gebied achter de auto dat
binnen het zichtveld van de sensoren valt. De
sensoren kunnen in horizontale richting
obstakels op een afstand van ongeveer 30 tot
200 cm (12 tot 79 inch) van het achterpa-
neel/de achterbumper detecteren, afhanke-
lijk van de plaats, het type en de richting van
het obstakel.
OPMERKING:
Voertuigen met actief parkeerhulpsysteem
hebben zes sensoren in het achterpaneel/de
achterbumper.
De zes ParkSense sensoren die zich in de
voorkant/voorbumper bevinden, bewaken het
gebied vóór de auto dat binnen het zichtveld
van de sensoren valt. De sensoren kunnen in
horizontale richting obstakels op een afstand
Het wordt sterk aanbevolen de afneem-
bare trekhaak te verwijderen voordat u
ParkSense gaat gebruiken, wanneer u de
trekhaak niet nodig heeft. Als u dit niet
doet, kan persoonlijk letsel of schade
aan voertuigen ontstaan doordat de trek-
haakkogel zich veel dichter bij het
obstakel bevindt dan de achterkant van
de auto, wanneer via de luidspreker een
continue toon klinkt. Afhankelijk van de
afmetingen en vorm van de trekhaak is
het ook mogelijk dat de sensoren de trek-
haak detecteren en abusievelijk
aangeven dat er een obstakel achter de
auto aanwezig is.
LET OP!
ParkSense is uitsluitend bedoeld als
hulpmiddel tijdens het parkeren en is
niet in staat ieder voorwerp, inclusief
kleine obstakels, waar te nemen. Stoe-
pranden worden mogelijk tijdelijk of
helemaal niet gedetecteerd. Op kleine
afstanden worden obstakels boven of
onder de sensoren niet gedetecteerd.
WAARSCHUWING! (Vervolgd)
Bij gebruik van ParkSense moet u lang-
zaam rijden, zodat u tijdig kunt stoppen
wanneer een obstakel wordt gedetec-
teerd. Het is raadzaam om over uw
schouder te kijken, ook wanneer u
gebruik maakt van ParkSense.
LET OP! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 180
Page 183 of 356

181
van ongeveer 30 tot 120 cm (12 tot 47 inch)
van het voorpaneel/de voorbumper detec-
teren, afhankelijk van de plaats, het type en
de richting van het obstakel.
Als een obstakel binnen 200 cm (79 inch)
achter de achterbumper wordt gedetecteerd
terwijl het voertuig in REVERSE staat, wordt
een waarschuwing weergegeven op het
display in de instrumentengroep. Bovendien
klinkt er een geluidssignaal (wanneer Sound
and Display (Geluid en weergave) wordt
geselecteerd in het deel met door de klant te
programmeren functies van het Uconnect
systeem). Als het voertuig het object nadert,
verandert de frequentie van het signaal van
een enkele toon per 1/2 seconde (alleen voor
achterzijde) naar langzaam (alleen voor
achterzijde), snel en uiteindelijk continu.
ParkSense in- en uitschakelen
ParkSense kan worden in- en uitgeschakeld
met de ParkSense schakelaar, die zich onder
het Uconnect scherm bevindt.Wanneer de ParkSense schakelaar
wordt ingedrukt om het systeem uit
te schakelen, wordt in de instru-
mentengroep gedurende ongeveer
vijf seconden de melding "PARKSENSE OFF"
(parkeerhulp uitgeschakeld) weergegeven. Als de schakelhendel in de stand REVERSE
wordt gezet en het systeem is uitgeschakeld,
wordt op het display in de instrumenten-
groep de melding "PARKSENSE OFF"
(parkeerhulp uitgeschakeld) weergegeven
zolang de schakelhendel in REVERSE staat.
Raadpleeg de paragraaf "Display in de instru-
mentengroep" in het hoofdstuk "Uw instru-
mentenpaneel leren kennen" in het
instructieboekje voor meer informatie.
OPMERKING:
Wanneer ParkSense is uitgeschakeld en de
transmissie in de stand DRIVE staat, wordt
geen waarschuwingsbericht weergegeven.
De LED in de ParkSense schakelaar gaat aan
als ParkSense is uitgeschakeld of service
vereist. De LED in de ParkSense schakelaar
gaat uit als het systeem is ingeschakeld. Als
de ParkSense schakelaar wordt ingedrukt, en
het systeem service vereist, knippert de LED
in de ParkSense schakelaar kort en blijft de
LED vervolgens branden.
Waarschuwingssysteem afstand aan de
zijkant
Het waarschuwingssysteem voor de afstand
aan de zijkant detecteert aanwezigheid van
obstakels opzij naast het voertuig. Hierbij
wordt gebruikgemaakt van de parkeersen-
soren in de voor- en achterbumper.
Weergave waarschuwing afstand aan de
zijkant
Het scherm van het waarschuwingssysteem
voor de afstand aan de zijkant wordt alleen
weergegeven wanneer "Sound and Display"
(beeld en geluid) wordt geselecteerd in het
deel met door de klant te programmeren
functies van het Uconnect systeem. Raad-
pleeg de paragraaf "Instellingen van Ucon-
nect" in het hoofdstuk "Multimedia" in het
instructieboekje voor meer informatie.
Het systeem waarschuwt de bestuurder met
een geluidssignaal en indien ingeschakeld
met visuele indicaties op het display van het
instrumentenpaneel.
OPMERKING:
Indien ingeschakeld, zal ParkSense het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal laat horen. Er
klinkt alleen een geluidssignaal als een
botsing mogelijk is.
In-/uitschakelen
Het systeem kan alleen werken nadat u een
korte afstand hebt gereden en bij een rijsnel-
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 181
Page 184 of 356

STARTEN EN RIJDEN
182
heid tussen 0 en 11 km/u (0 en 7 mph). Het
systeem kan worden ingeschakeld/uitgescha-
keld via het menu "Settings" (instellingen)
van het Uconnect systeem. Als het Park-
Sense-systeem is uitgeschakeld via de toets
ParkSense, wordt het waarschuwingssy-
steem afstand aan de zijkant automatisch
uitgeschakeld.
Melding in het display voor de waarschuwings-
functie voor afstand aan de zijkant:
"Wipe Sensors" (ruitenwissersensoren) —
deze melding wordt weergegeven als een van
de sensors van het waarschuwingssysteem
voor de afstand aan de zijkant een storing
vertoont. Verwijder obstakels van de voor- en
achterbumper, maak ze vrij van sneeuw, ijs,
modder, stof en vuil om te zorgen dat het
ParkSense-systeem correct werkt.
"System not available" (systeem niet
beschikbaar) — deze melding wordt weerge-
geven als het waarschuwingssysteem voor de
afstand aan de zijkant niet beschikbaar is.
De storing in het systeem kan het gevolg zijn
van een te lage accuspanning of andere
storingen in het elektrisch systeem. Neem zo
snel mogelijk contact op met een erkende
dealer om het elektrisch systeem te laten
controleren.Voorzorgsmaatregelen bij gebruik van
ParkSense
Bepaalde omstandigheden kunnen de pres-
taties van het waarschuwingssysteem voor de
afstand aan de zijkant beïnvloeden:
OPMERKING:
Houd de voor- en achterbumper vrij van
sneeuw, ijs, modder, stof en vuil om te
zorgen dat het ParkSense systeem correct
werkt.
Bouwmachines, grote vrachtwagens en
andere bronnen van trillingen kunnen de
werking van ParkSense nadelig beïn-
vloeden.
Wanneer u ParkSense uitschakelt, wordt
in de instrumentengroep de melding
"PARKSENSE OFF" (ParkSense uitgescha-
keld) weergegeven. Zodra u ParkSense
uitschakelt, blijft het systeem bovendien
uitgeschakeld totdat u het weer inscha- kelt, zelfs als u het contact uit- en inscha-
kelt.
ParkSense, indien ingeschakeld, zal het
volume van de radio verlagen wanneer het
systeem een geluidssignaal voortbrengt.
Reinig de ParkSense sensoren regelmatig,
maar let daarbij op dat u geen krassen of
andere schade toebrengt. De sensoren
mogen niet bedekt zijn met ijs, sneeuw,
modder, vuil of afval. Verontreiniging van
de sensoren kan ertoe leiden dat het
systeem niet goed werkt. Mogelijk kan het
ParkSense systeem hierdoor obstakels
voor of achter de auto niet detecteren, of
geeft het systeem foutieve melding van
een obstakel voor of achter de auto.
De aanwezigheid van een trekhaak zonder
aanhanger kan de juiste werking van de
parkeersensoren beïnvloeden. Voordat u
het ParkSense-systeem gebruikt, wordt
aanbevolen om de verwijderbare trekhaak
en eventuele sleepogen te verwijderen
wanneer u het voertuig niet gebruikt voor
slepen.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 182