Page 65 of 356

63
Met dit systeem kan de bestuurder infor-
matie selecteren door op de volgende
knoppen op het stuur te drukken:Bedieningstoetsen display in instrumenten- groep
Toets pijl omhoog
Druk kort op de toets met de pijl omhoog
om omhoog te bladeren door het hoofd-
menu en de submenu's.
Toets pijl omlaag
Druk kort op de toets met de pijl omlaag
om omlaag te bladeren door het hoofd-
menu en de submenu's.
Toets pijl naar links
Druk kort op de toets met de pijl naar
links voor toegang tot de informatiescher-
men of submenuschermen van een optie
in het hoofdmenu.
Toets pijl naar rechts
Druk kort op de toets met de pijl naar
rechts voor toegang tot de informatie-
schermen of submenuschermen van een
optie in het hoofdmenu.
Knop OK
Druk op de toets OK voor toegang tot en
selectie op de informatieschermen of
submenuschermen van een hoofdmenu.
Houd de knop OK ingedrukt om de ge-
toonde/geselecteerde functies te resetten
waarvoor dat mogelijk is.
Indicator voor olieverversing — indien
aanwezig
Uw auto is uitgerust met een indicator voor
olieverversing. De melding "Oil Change Due"
(olie verversen) wordt vijf seconden op het
display van de instrumentengroep getoond
na één geluidsignaal om de volgende olie-
beurt aan te geven. De indicator voor oliever-
versing is gebaseerd op de belasting van de
motor, wat betekent dat de periodieke olie-
beurten afhankelijk zijn van uw persoonlijke
rijstijl.
Neem contact op met een erkende dealer om
de olie te laten verversen .
Schakelindicator (GSI) — indien aanwezig
Het schakelstandindicatiesysteem (GSI)
wordt ingeschakeld op voertuigen met een
handgeschakelde versnellingsbak, of
wanneer een voertuig met een automatische
versnellingsbak in de modus handmatig
schakelen is gezet. De GSI biedt de
bestuurder een visuele indicatie als het
aanbevolen schakelpunt is bereikt. Deze
indicatie wijst de bestuurder erop dat het
brandstofverbruik kan worden verlaagd door
te schakelen. Wanneer het opschakellampje
wordt weergegeven op het display van de
1 — toets pijl naar links
2 — toets pijl omhoog
3 — toets pijl naar rechts
4 — toets OK
5 — toets pijl omlaag
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 63
Page 66 of 356

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
64
instrumentengroep, adviseert de GSI de
bestuurder naar een hogere versnelling te
schakelen. Wanneer het terugschakellampje
op het display wordt getoond, adviseert de
GSI de bestuurder naar een lagere versnel-
ling te schakelen.
De GSI-indicatie blijft branden totdat de
bestuurder schakelt, of de rijomstandig-
heden terugkeren naar een situatie waarbij
niet hoeft te worden geschakeld voor een
gunstiger brandstofverbruik.
Selecteerbare items op display in
instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep kan
worden gebruikt voor weergave van de
volgende menu-items:OPMERKING:
Afhankelijk van de voertuigopties kunnen de
functie-instellingen variëren. Raadpleeg de
paragraaf "Display in de instrumentengroep"
in het hoofdstuk "Uw Instrumentenpaneel
leren kennen" in het instructieboekje voor
meer informatie.
Dieseldisplays
Onder de juiste omstandigheden worden de
volgende berichten weergegeven op het
display in de instrumentengroep:
Exhaust Filter Nearing Full Safely Drive at
Consistent Speeds to Clear (Roetfilter
bijna vol Rijd met veilige en constante
snelheid om de melding te wissen)
Exhaust Filter Full – Power Reduced See
Dealer (Roetfilter vol – Vermogen geredu-
ceerd Raadpleeg dealer)
Exhaust System Service Required – See
Dealer (Onderhoud uitlaatsysteem vereist
– Raadpleeg dealer)
Exhaust System – Filter XX% Full Service
Required See Dealer (Uitlaatsysteem –
Filter XX% vol Onderhoud vereist Raad-
pleeg dealer)
Exhaust System Regeneration in Process
Continue Driving (Uitlaatsysteem Regene-
ratie bezig Blijf rijden)
Exhaust System – Regeneration
Completed (Uitlaatsysteem – Regeneratie
voltooid)
Snelheidsmeter Stop/Start
Vehicle Info (voer-
tuiginformatie) Audio
Bestuurderhulp Messages (berich- ten)
Brandstofverbruik Screen Setup (scherm instellen)
Dagteller Schakelindicator
(GSI)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 64
Page 67 of 356

65
Berichten roetfilter dieselmotor (DPF)
Deze motor voldoet aan alle vereiste emis-
sienormen voor dieselmotoren. Om aan deze
emissienormen te voldoen is uw auto uitge-
rust met een uiterst moderne motor en
uitlaatsysteem. Deze systemen zijn naadloos
geïntegreerd in uw auto en worden beheerd
door de regelmodule van de aandrijflijn
(PCM). De PCM controleert de verbranding in
de motor, zodat de katalysator roetdeeltjes
kan opvangen en verbranden zonder uw
tussenkomst.
Meldingen brandstofsysteem
De volgende tabel bevat een lijst met
verschillende meldingen die kunnen worden
weergegeven in de instrumentengroep,
afhankelijk van verschillende systeem- of
brandstofomstandigheden. Gebruik de
omschrijvingen om te interpreteren wat de
melding betekent en om de beste handels-
wijze te bepalen.
WAARSCHUWING!
Een heet uitlaatsysteem kan brand
veroorzaken wanneer u boven brandbaar
materiaal parkeert. Denk bijvoorbeeld aan
droog gras of bladeren die in aanraking
komen met de hete uitlaat. Parkeer
daarom nooit op een ondergrond waar uw
uitlaat in aanraking kan komen met
brandbaar materiaal.
LET OP!
Rijd altijd met een snelheid die past bij de
verkeerssituatie, het weer en de
verkeersregels. De motor kan worden
uitgeschakeld, zelfs als het
waarschuwingslampje brandt: herhaalde
onderbrekingen van het regeneratieproces
kan leiden tot een vroegtijdige
verslechtering van motorolie. Het wordt
daarom altijd aanbevolen om te wachten
tot het symbool verdwijnt voordat u de
motor uitzet, volgens de bovenstaande
instructies. Voer niet de DPF-regeneratie
uit wanneer de auto stilstaat.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 65
Page 68 of 356

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
66MELDING
OMSCHRIJVING
Waarschuwingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
Waarschuwing laag peil
dieselemissieadditief AdBlue® De eerste laagpeilwaarschuwing wordt gegeven bij een actieradius van ongeveer 1490 mijl (2.400 km)
en wordt bepaald in overeenstemming met het huidige verbruik. Het waarschuwingslampje "AdBlue®
Low Level" (laag AdBlue®-peil) en een bericht worden op het instrumentenpaneel weergegeven. Het
waarschuwingslampje laag AdBlue®-peil blijft branden totdat de AdBlue®-tank wordt bijgevuld met ten
minste 5 liter (1,32 gallon) AdBlue®.
Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding wanneer een bepaalde
drempelwaarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te starten.
Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding op het
instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal. Wanneer het bereik nul is, wordt op het display een
speciale melding weergegeven (indien aanwezig). In dit geval zal de motor niet starten.
De motor kan weer worden gestart zodra AdBlue® is toegevoegd; de minimaal vereiste hoeveelheid is 5
liter (1,32 gallon). Vul de AdBlue®-tank zo snel mogelijk bij met ten minste 5 liter (1,32 gallon)
AdBlue®. Als het vullen is voltooid terwijl de autonomie van de AdBlue®-tank op nul stond, moet u
mogelijk twee minuten wachten voordat u het voertuig kunt starten.
OPMERKING:
Wanneer de AdBlue®-tank leeg is en het voertuig stilstaat, is het niet meer mogelijk het voertuig opnieuw
te starten totdat minimaal 5 liter (1,32 gallon) AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is.
Storingsberichten dieselemissieadditief AdBlue®:
Engine Will Not Restart Service
AdBlue® System See Dealer
(Motor kan niet meer worden
herstart Onderhoud
AdBlue®-systeem Raadpleeg
dealer) Deze melding verschijnt wanneer een gedetecteerd probleem met het AdBlue®-systeem niet binnen de
toegestane periode wordt verholpen. De motor kan niet meer worden gestart tenzij u uw voertuig bij een
erkende dealer laat controleren. Indien het peil wordt bijgevuld, verschijnt er een specifieke melding
wanneer een bepaalde drempelwaarde wordt bereikt totdat het niet meer mogelijk is om de motor te
starten. Wanneer 200 km (125 mijl) resteren totdat de AdBlue®-tank leeg is, verschijnt er een melding
op het instrumentenpaneel en klinkt er een geluidssignaal.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 66
Page 69 of 356

67
Engine Will Not Start Service
AdBlue® System See Dealer
(Motor kan niet starten
Onderhoud AdBlue®-systeem
Raadpleeg dealer)OPMERKING:
Het kan tot vijf seconden duren voordat het display actueel is nadat 7,5 liter (2 gallon) of meer
AdBlue® aan de AdBlue®-tank toegevoegd is. Als u een storing met betrekking tot het
AdBlue®-systeem heeft, kan het zijn dat het display het nieuwe peil niet bijwerkt. Bezoek uw erkende
dealer voor onderhoud.
AdBlue® bevriest bij temperaturen lager dan 12°F (-11°C). Als de auto langere tijd bij deze tempera-
tuur stilstaat, kan bijvullen moeilijk zijn. Daarom wordt aangeraden om de auto in een garage en/of
verwarmde omgeving te parkeren en te wachten totdat de AdBlue® weer vloeibaar geworden is, alvo-
rens bij te vullen.
Systeemberichten van de benzinedeeltjesfilter (GPF) — indien aanwezig:
Onderhoud uitlaatsysteem vereist De motorregeleenheid heeft een probleem met het systeem van de benzinedeeltjesfilter gedetecteerd . Neem contact op met een erkende dealer.
Exhaust System Regeneration in
Process Continue Driving
(Uitlaatsysteem Regeneratie
bezig Blijf rijden) De regeneratieprocedure wordt automatisch geregeld door de motorregeleenheid in overeenstemming
met de filtervoorwaarden en gebruikscondities van de auto. Het volgende kan plaatsvinden tijdens
regeneratie: hogere niveaus van geluid, trillingen en ruwheid (NVH) en lagere motorprestaties. De
bestuurder moet normaal verder rijden. Dit bericht wordt weergegeven totdat de regeneratie is voltooid.
Exhaust System Regeneration
Completed (regeratie
uitlaatsysteem voltooid) De regeneratie van de uitlaatgasfilter is voltooid. Dit bericht wordt kort weergegeven.
MELDING
OMSCHRIJVING
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 67
Page 70 of 356

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
68
WAARSCHUWINGS-
LAMPJES EN MELDINGEN
De waarschuwings-/controlelampjes in het
instrumentenpaneel worden indien van
toepassing samen met een speciale melding
en/of geluidssignaal weergegeven. Deze indi-
caties zijn slechts indicatief en waarschu-
wend en mogen als zodanig niet als
uitputtend beschouwd worden. Raadpleeg
altijd de informatie in dit hoofdstuk in het
geval van een storingsaanduiding. Alle
actieve verklikkerlampjes worden indien van
toepassing eerst weergegeven. Het systeem-
controlemenu kan er anders uitzien op basis
van uitrusting en opties en de huidige status
van het voertuig. Sommige verklikkerlampjes
zijn optioneel en worden mogelijk niet weer-
gegeven.
Rode waarschuwingslampjes
— Waarschuwingslampje voor de
veiligheidsgordels
Dit waarschuwingslampje geeft aan dat de
veiligheidsgordel van de bestuurder of passa-
gier niet is vastgemaakt. Wanneer het
contact de eerste keer in de stand ON/RUN
of ACC/ON/RUN wordt gezet en als de veilig- heidsgordel van de bestuurder is losgegespt,
klinkt er een geluidssignaal en gaat het
lampje aan. Als tijdens het rijden de veilig-
heidsgordel van de bestuurder of de voorpas-
sagier niet is vastgegespt, gaat het
waarschuwingslampje voor de veiligheidsgor-
dels branden of knipperen en klinkt er een
geluidssignaal.
Raadpleeg de paragraaf "Beveiligingssy-
stemen voor inzittenden" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje voor het
airbagsysteem
Dit waarschuwingslampje gaat branden bij
een storing in de airbag. Het lampje gaat ter
controle vier tot acht seconden branden als
de contactschakelaar in de stand ON/RUN of
ACC/ON/RUN wordt gezet. Dit lampje gaat
branden met één geluidssignaal wanneer er
een storing in de airbag is gedetecteerd en
blijft branden totdat de storing is verholpen.
Wanneer het lampje niet brandt tijdens het
starten, blijft branden of gaat branden
tijdens het rijden, moet het systeem zo snel
mogelijk door een erkende dealer worden
nagekeken.
- Waarschuwingslampje remsysteem
Dit waarschuwingslampje geeft verschillende
functies van het remsysteem aan, zoals het
remvloeistofpeil en het aantrekken van de
handrem. Als het waarschuwingslampje voor
het remsysteem gaat branden, is het moge-
lijk dat de handrem is aangetrokken, het
vloeistofpeil in het remvloeistofreservoir te
laag is of dat zich een probleem voordoet met
het ABS-systeem.
Als het lampje blijft branden wanneer de
handrem niet is aangetrokken en het
remvloeistofpeil in het reservoir van de
hoofdremcilinder zich ter hoogte van het
Full-merkteken bevindt, kan er sprake zijn
van een storing in het hydraulische remcir-
cuit of is er een probleem met de rembe-
krachtiging gedetecteerd door het
ABS-systeem / elektronisch stabiliteitsregel-
systeem (ESC). In dat geval blijft het lampje
branden tot de oorzaak is verholpen. Als het
probleem verband houdt met de rembekrach-
tiging, zal de ABS-pomp actief zijn tijdens
het remmen en voelt u mogelijk een trilling
in het rempedaal.
De dubbel uitgevoerde remcircuits zorgen
voor reserve-remvermogen als ergens een
storing optreedt in het hydraulisch systeem.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 68
Page 71 of 356

69
Als er in één helft van het dubbele remsy-
steem sprake is van lekkage, geeft het waar-
schuwingslampje voor het remsysteem dit
aan; het lampje gaat branden wanneer het
remvloeistofpeil in de hoofdcilinder is
gedaald tot onder een bepaald niveau.
Het lampje blijft branden tot de oorzaak is
verholpen.
OPMERKING:
Het lampje kan bij het nemen van een
scherpe bocht even knipperen, doordat dan
het vloeistofpeil verandert. Breng de auto
naar de dealer voor onderhoud en laat het
remvloeistofpeil controleren.
Als een storing van het remsysteem wordt
aangegeven, laat de auto dan onmiddellijk
repareren.Auto’s die met een ABS-systeem zijn uitge-
rust, beschikken ook over elektronische
remkrachtverdeling (EBD). Bij een storing
van EBD, gaat het waarschuwingslampje
voor het remsysteem branden, samen met
het ABS-lampje. Het ABS-systeem moet dan
onmiddellijk worden gerepareerd.
U kunt de werking van het waarschuwings-
lampje voor het remsysteem controleren door
de contactschakelaar van de stand OFF in de
stand ON/RUN te zetten. Het lampje moet
dan gedurende ongeveer vier seconden
branden. Het lampje moet vervolgens doven,
tenzij de handrem is aangetrokken of een
storing van het remsysteem is gedetecteerd.
Als het lampje niet gaat branden, moet u het
lampje door een erkende dealer laten contro-
leren.
Het lampje gaat ook branden als de handrem
wordt aangetrokken wanneer de contactscha-
kelaar in de stand ON/RUN staat.
OPMERKING:
Dit lampje geeft dan alleen aan dat de
handrem is aangetrokken. Het geeft niet aan
hoe krachtig de handrem is aangetrokken.— Waarschuwingslampje acculading
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer de accu niet goed wordt opgeladen.
Als het blijft branden terwijl de motor loopt,
is er mogelijk een storing in het laadsysteem.
Neem dan zo snel mogelijk contact op met
een erkende dealer.
Dit duidt op een mogelijk probleem met het
elektrische systeem of een daaraan gerela-
teerd onderdeel.
— Waarschuwingslampje deur open
Dit lampje gaat branden wanneer een portier
niet volledig is gesloten.
OPMERKING:
Als het voertuig rijdt, klinkt er ook een
geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje voor storing
elektrische stuurbekrachtiging
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er sprake is van een storing in de
elektrische stuurbekrachtiging. Raadpleeg
de paragraaf "Stuurbekrachtiging" in het
hoofdstuk "Starten en rijden" in het instruc-
tieboekje voor meer informatie.
WAARSCHUWING!
Blijven doorrijden terwijl het rode
waarschuwingslampje voor het remsysteem
brandt, is gevaarlijk. Een deel van het
remsysteem is mogelijk defect. De remweg
wordt dan langer. U kunt een aanrijding
veroorzaken. Laat de auto onmiddellijk
controleren.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 69
Page 72 of 356

UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
70
— Waarschuwingslampje elektronisch
gaspedaal (ETC)
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat er een probleem is met het
elektronische gaspedaal (ETC). Als er een
probleem wordt gedetecteerd terwijl de
motor loopt, blijft het lampje branden of
knipperen, afhankelijk van de aard van het
probleem. Schakel het contact uit en weer in
wanneer het voertuig veilig en volledig stil-
staat en de transmissie in de stand PARK (P)
staat. Het lampje moet dan doven. Als het
lampje blijft branden terwijl u met het voer-
tuig rijdt, kunt u meestal nog wel rijden. Laat
wel zo snel mogelijk onderhoud door een
erkende dealer uitvoeren.
OPMERKING:
Dit lampje kan gaan branden als het gaspe-
daal en het rempedaal tegelijk worden inge-
trapt. Als het lampje blijft knipperen knippert
wanneer de motor draait, is onmiddellijk
onderhoud noodzakelijk. In een dergelijk
geval is het mogelijk dat het motorvermogen
afneemt, de motor versneld of onregelmatig
stationair draait of afslaat en dat uw auto
moet worden gesleept. Dit lampje gaat
branden wanneer het contact in de stand
ON/RUN of ACC/ON/RUN is gezet en blijft
kort branden om het lampje te controleren.
Als het lampje niet gaat branden tijdens het
starten, moet u het systeem laten contro-
leren door een erkende dealer.
— Waarschuwingslampje temperatuur
motorkoelvloeistof
Dit lampje waarschuwt voor een oververhitte
motor. Als de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is, gaat dit lampje branden en klinkt er
een geluidssignaal.
Wanneer het lampje tijdens het rijden gaat
branden, zet dan de auto veilig stil aan de
kant van de weg. Als de airco is ingescha-
keld, schakel deze dan uit. Zet de versnel-
lingsbak in de stand NEUTRAL en laat de
motor stationair draaien. Als de meternaald
niet terugkeert naar normaal, zet de motor
dan onmiddellijk uit en bel voor hulp. Raad-
pleeg de paragraaf "Oververhitting van de motor" in het hoofdstuk "In geval van nood/
pech" voor meer informatie.
— Waarschuwingslampje motorkap open
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer de motorkap is open gelaten en niet
volledig gesloten.
OPMERKING:
Als het voertuig rijdt, klinkt er ook een
geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje achterklep
open
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de achterklep is geopend.
OPMERKING:
Als het voertuig rijdt, klinkt er ook een
geluidssignaal.
— Waarschuwingslampje oliedruk
Dit waarschuwingslampje gaat branden om
aan te geven dat de motoroliedruk laag is. Er
klinkt een geluidssignaal wanneer dit lampje
gaat branden en het bericht "Oil Pressure
Low” (oliedruk laag) verschijnt op het berich-
tenscherm. Als het lampje tijdens het rijden
gaat branden, parkeer de auto dan op een
WAARSCHUWING!
Blijven rijden met verminderde
stuurbekrachtiging is onverstandig. U kunt
zo de veiligheid van uzelf en anderen in
gevaar brengen. Laat zo snel mogelijk
onderhoud verrichten.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 70