Page 225 of 356

223
ongeveer 70 psi (4,8 bar) tot de werkelijke
bandenspanning wanneer de fles met
afdichtingsmiddel leeg is.
2. Als de fles met afdichtingsmiddel leeg is, begint de pomp onmiddellijk met het
inspuiten van lucht in de band. Laat de
pomp werken en vul de band totdat de
bandenspanning is bereikt die op de
sticker op de B-stijl aan de bestuurders-
zijde is vermeld (aanbevolen banden-
spanning). Controleer de
bandenspanning op de drukmeter.
Als de band niet binnen 15 minuten wordt
gevuld tot een druk van ten minste 1,8 bar
(26 psi):
OPMERKING:
Laat de compressor nooit langer dan
20 minuten draaien. Risico van oververhit-
ting.
De schade aan de band is te groot. Probeer
niet door te rijden. Schakel hulp in.
OPMERKING:
Als de druk lager is dan 1,8 bar (26 psi), mag
u niet verder rijden. De bandenservicekit kan
niet garanderen dat de band goed is afge-
dicht, omdat de band te beschadigd is.
Neem contact op met een erkende dealer. OPMERKING:
Druk, als de band een te hoge spanning
heeft, op de knop Deflation (leeglopen) om
de bandenspanning te verminderen tot de
voorgeschreven bandenspanning voordat u
verder gaat.
Als de band binnen 15 minuten is gevuld tot de
aanbevolen bandenspanning of tot een span
-
ning van ten minste 1,8 bar (26 psi):
1. Druk op de aan/uit-knop om de bandser- vicekit uit te schakelen.
2. Verwijder de sticker met de snelheidsli- miet van de bovenkant van de fles met
afdichtingsmiddel en breng de sticker
aan op het instrumentenpaneel.
3. Maak de afdichtingsslang onmiddellijk los van het ventiel, breng de dop weer
aan op de fitting aan het uiteinde van de
slang, en berg de bandservicekit op de
daarvoor bestemde plaats in het voertuig
op. Ga snel door naar "Rijden met de
auto".
(D) Rijden met het voertuig:
Rijd onmiddellijk na het inspuiten van het
afdichtingsmiddel en het vullen van de band
ongeveer 8 km (5 mijl) of 10 minuten om
ervoor te zorgen dat het afdichtingsmiddel
uit de bandservicekit goed in de band wordt
verdeeld. Rijd niet sneller dan 80 km/u
(50 mph).
LET OP!
De metalen fitting van de stekker kan na
gebruik heet zijn en moet daarom voor-
zichtig worden gehanteerd.
Als u de dop niet op de fitting aan het
uiteinde van de afdichtingsslang
aanbrengt, kan afdichtingsmiddel in
aanraking komen met uw huid, kleiding
en het interieur van de auto. Ook kan dan
afdichtingsmiddel in contact komen met
interne onderdelen van de bandenser-
vicekit, waardoor de kit onherstelbaar
beschadigd kan raken.
LET OP! (Vervolgd)
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 223
Page 226 of 356

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
224
(E) Na het rijden:
Parkeer op een veilige plaats. Lees eerst "(A)
Wanneer u stopt om de bandenservicekit te
gebruiken" in dit hoofdstuk voordat u verder
gaat.
1. Druk de functieregelknop in en draai hemnaar de stand voor de luchtfunctie.
2. Maak de stekker los en steek de stekker in de 12 Volt-aansluiting van de auto.
3. Maak de luchtpompslang (zwart) los en schroef de fitting aan het uiteinde van de
slang op het ventiel. 4. Controleer de bandenspanning op de
drukmeter.
Als de bandenspanning lager is dan 1,3 bar
(19 psi):
De schade aan de band is te groot. Probeer
niet door te rijden. Schakel hulp in.
Als de bandenspanning 1,3 bar (19 psi) of meer
bedraagt:
1. Druk op de aan/uit-knop om de banden- servicekit in te schakelen en vul de band
totdat de bandenspanning is bereikt die
op de band en op de band- en beladings-
informatiesticker in de portieropening
aan de bestuurderszijde is vermeld.
OPMERKING:
Druk, als de band een te hoge spanning
heeft, op de knop Deflation (leeglopen) om
de bandenspanning te verminderen tot de
voorgeschreven bandenspanning voordat u
verder gaat.
2. Koppel de bandenservicekit los van het ventiel, breng de dop weer aan op het
ventiel en verwijder de stekker uit de
12 Volt-aansluiting.
3. Berg de bandenserviceset op de daarvoor bestemde plaats in de auto op. 4. Laat de band bij de eerste gelegenheid
repareren of vervangen door een erkende
dealer of een bandenservicebedrijf.
5. Verwijder de sticker met de snelheidsli- miet van het instrumentenpaneel nadat
de band is gerepareerd.
6. Laat de fles met afdichtingsmiddel en de afdichtingsslang zo snel mogelijk
vervangen door een erkende dealer.
Raadpleeg de paragraaf “Fles met
afdichtingsmiddel en slang vervangen”
in dit hoofdstuk voor meer informatie
hierover.
OPMERKING:
Als u de band laat repareren, laat de erkende
dealer of het bandenservicebedrijf dan weten
dat de band is afgedicht met de bandenser-
vicekit.
WAARSCHUWING!
Met de bandenreparatieset kunt u een
lekke band niet permanent repareren. Laat
de band controleren, repareren of
vervangen na gebruik van de
bandenreparatieset. Rijd niet sneller dan
80 km/u (50 mph) totdat de band is gerepareerd of vervangen. Als geen gehoor
wordt gegeven aan deze waarschuwing,
kan dit ernstig of dodelijk letsel tot gevolg
hebben voor u, uw passagiers en anderen
in uw omgeving.
WAARSCHUWING!
U moet altijd aangeven dat de band werd
gerepareerd met de bandenservicekit. Geef
het onderhoudsboekje aan de monteurs
die de band behandelen die gerepareerd
werd met de bandenservicekit.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 224
Page 227 of 356

225
(F) Fles met afdichtingsmiddel en slang
vervangen:
1. Maak de afdichtingsslang (doorzichtig)los.
2. Zoek de rode ronde ontgrendelingsknop van de fles met afdichtingsmiddel in de
rechter benedenhoek van de kit.
3. Druk op de ontgrendelingsknop van de fles met afdichtingsmiddel en houd de
knop ingedrukt. Trek vervolgens met de
knop ingedrukt de fles eruit.
4. Verwijder eventuele resten van het afdichtingsmiddel van de houder van de
bandenservicekit.
5. Breng de nieuwe fles met afdichtings- middel zo aan in de houder dat de afdich-
tingsslang wordt uitgelijnd met de
slangsleuf in de voorzijde van de behui-
zing. Druk op de ontgrendelingsknop van
de fles met afdichtingsmiddel en houd
de knop ingedrukt. Druk vervolgens de
fles in de behuizing door de knop inge-
drukt te houden. U hoort een klik die
aangeeft dat de fles goed op zijn plaats
zit. Laat de knop los. 6. Controleer of de dop op de fitting aan het
uiteinde van de afdichtingsslang is
aangebracht en berg de slang op in de
opbergruimte (aan de bovenkant van de
behuizing).
7. Berg de bandenservicekit weer op de daarvoor bestemde plaats in de auto op.
STARTEN MET
STARTKABELS
Wanneer de accu van uw voertuig leeg is, kan
de motor met behulp van een set startkabels
en een accu in een ander voertuig of met een
draagbare snellader weer worden gestart. Bij
onjuist gebruik kan het starten met startka-
bels gevaarlijk zijn. Houd u daarom zorg-
vuldig aan de hier beschreven procedures.
OPMERKING:
Bij gebruik van een draagbare snellader
moeten instructies en vereiste voorzorgs-
maatregelen van de fabrikant worden uitge-
voerd.
WAARSCHUWING!
Volgens de van kracht zijnde regelgeving
staat de informatie inzake chemische
stoffen ten behoeve van de bescherming
van de menselijke gezondheid en het
milieu en de informatie inzake het veilig
gebruik van de afdichtvloeistof op het
verpakkingslabel. Het navolgen van de
aanwijzingen op het label is een essentiële
voorwaarde om de veiligheid en
effectiviteit van het product te
waarborgen. Vergeet niet voor gebruik het
label aandachtig te lezen. De gebruiker
van het product is verantwoordelijk voor
alle schade die veroorzaakt wordt door
onjuist gebruik. De afdichtvloeistof heeft
een vervaldatum. Vervang de fles als het
afdichtingsmiddel over de datum is.
LET OP!
Voer de fles en de afdichtingsvloeistof op
de juiste wijze af. Af te voeren in
overeenstemming met de landelijke en
plaatselijke voorschriften.
WAARSCHUWING!
Probeer het voertuig niet met startkabels
te starten wanneer de accu bevroren is. De
accu kan hierdoor openscheuren of
exploderen, met kans op persoonlijk letsel.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 225
Page 228 of 356

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
226
Voorbereiding voor het starten met
startkabels
De accu in uw auto bevindt zich voor in de
motorruimte, achter de linker koplampeen-
heid.Positieve accupool OPMERKING:
Start de motor nooit met een snelle batterij-
lader. Hierdoor kunnen de elektronische
systemen van uw auto beschadigd raken,
vooral het contact en de regeleenheden voor
brandstoftoevoer naar de motor.
1. Trek de handrem aan, zet de automati-
sche versnellingsbak in de stand PARK
(handgeschakelde versnellingsbak in NEUTRAL) en zet de contactschakelaar
op OFF.
2. Schakel de verwarming, de radio en alle overbodige stroomverbruikers uit.
3. Wanneer u de accu van een ander voer- tuig gebruikt voor het starten met startka-
bels, parkeer het voertuig dan zo, dat de
accu met de startkabels bereikbaar is,
trek de handrem aan en zorg ervoor dat
de contactschakelaar in de stand OFF
staat.
Starten met startkabels
LET OP!
Gebruik geen draagbare snellader of een
andere lader met een systeemspanning
groter dan 12 volt. Dit kan schade
toebrengen aan de accu, startmotor,
dynamo of het elektrische systeem.
WAARSCHUWING!
Pas op voor de radiateurventilator
wanneer de motorkap is geopend. Als het
contact is ingeschakeld, kan deze venti-
lator op elk moment gaan draaien. Er
bestaat gevaar voor letsel door draaiende
ventilatorbladen.
Verwijder alle metalen sieraden zoals
ringen, horloges en armbanden die onbe-
doeld elektrisch contact kunnen maken.
Dit kan ernstig letsel veroorzaken.
Accu's bevatten zwavelzuur dat in uw
huid en ogen kan branden en ze produ-
ceren waterstofgas dat ontvlambaar en
explosief is. Houd open vuur of vonken
uit de buurt van de accu. WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat beide voertuigen geen
contact kunnen maken. Hierdoor kan een
massaverbinding ontstaan met mogelijk
persoonlijk letsel als gevolg.
WAARSCHUWING!
Als u deze procedure niet volgt, kan dit
persoonlijk letsel en schade aan
eigendommen tot gevolg hebben door het
exploderen van de accu.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 226
Page 229 of 356

227
Aansluiten van de startkabels
1. Sluit het einde van de pluskabel (+) van
de hulpstartkabel aan op de positieve
accupool (+) van het voertuig met de
ontladen accu.
2. Sluit het andere einde van de pluskabel (+) aan op de pluspool (+) van de hulp-
accu.
3. Sluit het min-uiteinde (-) van de start-
kabel aan op de minpool (-) van de hulp-
accu.
4. Verbind het andere uiteinde van de massakabel (-) met een geschikt massa-
punt op de motor (blootliggend metalen
onderdeel van de ontladen motor van het
voertuig), uit de buurt van de accu en het
brandstofinspuitsysteem. 5. Start de motor van het voertuig met de
hulpaccu. Laat de motor enkele minuten
stationair draaien en start dan de motor
van het voertuig met de lege accu.
6. Nadat de motor is gestart moeten de startkabels in omgekeerde volgorde
worden verwijderd.
Loskoppelen van de startkabels
1. Koppel het min-uiteinde ( -) van de start-
kabel los van het massapunt op de motor
van de auto met de lege accu.
2. Koppel de minkabel (-) van de startkabel
los van de minpool (-) van de hulpaccu.
3. Koppel het einde van de pluskabel (+) los
van de positieve (+) accupool van de
hulpaccu. 4. Koppel de pluskabel
(+) van de start-
kabel los van de pluspool (+) van de auto
met de lege accu.
Wanneer uw voertuig vaak met behulp van
startkabels moet worden gestart, dient u de
accu en het laadsysteem door een erkende
dealer te laten inspecteren.
TANKEN IN
NOODGEVALLEN — INDIEN
AANWEZIG
De procedure voor het tanken in noodge-
vallen wordt beschreven in "Brandstof
bijvullen in noodgevallen". Raadpleeg de
paragraaf "Brandstof tanken" in het hoofd-
LET OP!
Het niet opvolgen van deze procedure kan
leiden tot schade aan het laadsysteem van
het voertuig dat de starthulp biedt, of van
de auto met de lege accu.
WAARSCHUWING!
Sluit de startkabel niet aan op de minpool
(-) van de lege accu. De vonk die daardoor
ontstaat kan de accu doen exploderen en
persoonlijk letsel veroorzaken. Gebruik
uitsluitend de voorgeschreven
massa-aansluiting; gebruik geen andere
blootliggende metalen onderdelen.
LET OP!
Accessoires die op de aansluitcontacten
zijn aangesloten, ontvangen ook
voedingsspanning van de accu in de auto
als u ze niet gebruikt (bijv. mobiele
apparatuur). Als u de accessoires te lang
aangesloten laat zonder dat de motor
draait, raakt de accu zo ver ontladen dat
de levensduur ervan afneemt en/of de
motor niet meer zal starten.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 227
Page 230 of 356

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
228
stuk "Starten en rijden" voor meer informatie
hierover.
De auto is uitgerust met een vulrechter. Als
u moet tanken terwijl u een goedgekeurde
jerrycan gebruikt, plaatst u de vultrechter in
de vulhalsopening.Vultrechter
Trechter invoerenOVERVERHITTING VAN DE
MOTOR
In elk van de hierna volgende gevallen kunt
u met de passende maatregelen de kans op
oververhitting van de motor verminderen.
Op de grote weg — minder snelheid.
In stadsverkeer — zet de keuzehendel in
NEUTRAL wanneer u stilstaat, maar
verhoog het stationair toerental niet. OPMERKING:
Er zijn verschillende manieren om dreigende
oververhitting van de motor te voorkomen:
Als de airco is ingeschakeld, schakel deze
dan uit. Het aircosysteem voert warmte af
naar het koelsysteem en dat gebeurt niet
als u de airco uitzet.
U kunt ook de temperatuurregelknop in de
hoogste stand zetten, de ventilatie in de
vloerstand zetten en de aanjagerschake-
laar in een hoge stand zetten. Zo onder-
steunt het verwarmingssysteem de
werking van de radiateur bij het afvoeren
van warmte uit het koelsysteem.
LET OP!
Als u blijft rijden met een oververhit
koelsysteem, kan dit leiden tot schade aan
de auto. Wanneer de temperatuurmeter in
de H-zone staat, zet dan de auto veilig stil
aan de kant van de weg. Laat de auto met
uitgeschakelde airco stationair draaien tot
de meternaald weer in het normale bereik
staat. Als de meternaald op "H" blijft staan
en u een geluidssignaal hoort, zet de
motor dan onmiddellijk af en neem
contact op voor service.
WAARSCHUWING!
Hete koelvloeistof (antivries) en stoom uit de
radiateur kunnen ernstige brandwonden
veroorzaken. Als u stoom van onder de
motorkap hoort of ziet komen, mag u de
motorkap pas openen nadat de radiateur
voldoende is afgekoeld. Open nooit de
vuldop van het koelsysteem als de radiateur
of het koelvloeistofreservoir heet is.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 228
Page 231 of 356

229
SCHAKELHENDEL
ONTGRENDELEN
Als zich een storing voordoet en de schakel-
hendel niet uit de stand PARK kan worden
bewogen, dan kunt u de volgende procedure
uitvoeren om de schakelhendel tijdelijk te
kunnen bewegen:
1. Zet de motor af.
2. Trek de handrem aan.
3. Maak met een schroevendraaier of soort-gelijk gereedschap de sierlijst en mof van
de schakelhendel voorzichtig los van de
middenconsole, en til deze omhoog om
toegang te krijgen tot het schakelhendel-
mechanisme.
4. Houd het rempedaal stevig ingetrapt. 5. Steek een kleine schroevendraaier of
soortgelijk gereedschap in de opening
van het ontgrendelmechanisme van de
schakelhendel (in de rechtervoorhoek
van de schakelhendeleenheid) en druk
het ontgrendelingsmechanisme omlaag
en houd het in deze stand.
Opening ontgrendelmechanisme
6. Beweeg de schakelhendel naar de stand NEUTRAL.
7. De motor kan dan in de stand NEUTRAL worden gestart.
8. Breng de manchet van de schakelhendel weer aan.
EEN VASTZITTENDE AUTO
WEER VRIJ KRIJGEN
Wanneer u met de auto vast komt te zitten in
modder of sneeuw, kunt u de auto meestal
door een heen en weer gaande beweging los
krijgen. Draai het stuur links- en rechtsom
om de voorwielen vrij te maken. Houd, voor
voertuigen met automatische versnel-
lingsbak, de vergrendelknop op de schakel-
hendel ingedrukt. Schakel vervolgens tussen
DRIVE en REVERSE (bij automatische
versnellingsbak) of de 2E VERSNELLING en
REVERSE (bij handgeschakelde versnel-
lingsbak) en trap tegelijkertijd het gaspedaal
licht in.
OPMERKING:
Voor voertuigen met automatische transmissie:
Schakelen tussen DRIVE en REVERSE kan
alleen bij wielsnelheden van 8 km/u (5 mph)
of minder. Wanneer de transmissie langer
dan twee seconden in de stand NEUTRAL
blijft, moet u het rempedaal ingetrapt
houden om DRIVE of REVERSE in te scha-
kelen.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 229
Page 232 of 356

IN GEVAL VAN NOOD/PECH
230
(Vervolgd)
Trap het gaspedaal net voldoende in om de
heen en weer gaande beweging van de auto
op gang te houden, zonder dat de wielen
doorslippen of het toerental overmatig
oploopt.OPMERKING:
Druk, indien nodig, voordat u de auto heen
en weer beweegt eerst op de toets "ESC OFF"
om het elektronisch stabiliteitsregelsysteem
(ESP) in de stand "Partial Off" (gedeeltelijk
uit) te zetten. Raadpleeg de paragraaf "Elek-
tronisch remsysteem" in het hoofdstuk
"Veiligheid" voor meer informatie. Als de auto
is losgekomen, drukt u nogmaals op de toets
"ESC OFF" om de stand "ESC On" te
herstellen.
LET OP!
Het overmatig laten oplopen van het
toerental van de motor of het laten door-
slippen van de wielen kan leiden tot
oververhitting en beschadiging van de
versnellingsbak. Laat de motor ten
minste één minuut stationair draaien
met de versnellingsbak in de stand
NEUTRAL telkens nadat de auto vijf keer
heen en weer is bewogen. Zo voorkomt u
oververhitting en vermindert u het risico
op schade aan de koppeling of de
versnellingsbak bij langdurige pogingen
om de auto vrij te krijgen.
Wanneer u een vastzittend voertuig heen
en weer beweegt door snel te schakelen
tussen DRIVE en de TWEEDE VERSNEL-
LING, mogen de wielen nooit sneller
doorslippen dan 24 km/u (15 mph),
omdat anders schade kan ontstaan aan
de aandrijflijn.
Het overmatig laten oplopen van het
toerental van de motor of het te snel
laten doorslippen van de wielen kan
leiden tot oververhitting en beschadiging
van de versnellingsbak. Ook kunnen de
banden beschadigd raken. Laat de
wielen niet met meer dan 48 km/u
(30 mph) doorslippen (de transmissie
schakelt niet op).
LET OP! (Vervolgd) WAARSCHUWING!
Het laten doorslippen van de wielen is
gevaarlijk. De krachten die vrijkomen bij te
hoge wielsnelheden kunnen de banden en
assen, zelfs onherstelbaar, beschadigen.
Er kan een band exploderen, waardoor
iemand gewond kan raken. Laat de wielen
van uw auto niet met een hogere snelheid
dan 48 km/u (30 mph) of langer dan 30
seconden continu doorslippen. Zorg er ook
voor dat er geen personen aanwezig zijn in
de nabijheid van een doorslippend wiel,
ongeacht de snelheid waarmee het wiel
ronddraait.
2020_JEEP_CHEROKEE_UG_LHD_EE.book Page 230