Page 17 of 292

SLEUTELHOUDER
Uw voertuig werkt met een startcontact met
sleutel. Het contactsysteem bestaat uit een
sleutelhouder met afstandsbediening en een
contactschakelaar.
Sleutelhouder
Met de sleutelhouder kunt u met behulp van
een losse sleutelhouder de portieren en ach-
terklep vergrendelen of ontgrendelen vanaf
een afstand tot maximaal 20 m (66 ft). U
hoeft de sleutelhouder niet op de auto te
richten om het systeem te activeren.
OPMERKING:
In de stand ON/RUN is de vergrendeltoets
uitgeschakeld. Alleen de ontgrendeltoets is
ingeschakeld.
Portieren en achterklep ontgrendelen
Druk eenmaal kort op de ontgrendelknop op
de sleutelhouder om het bestuurdersportier
te ontgrendelen, of druk tweemaal om alle
portieren en de achterklep te ontgrendelen.
Wanneer op de ontgrendelknop op de sleutel-houder wordt gedrukt, schakelt de instapver-
lichting in en knipperen de richtingaanwij-
zers tweemaal.
Portieren en achterklep vergrendelen
Druk kort op de vergrendelknop van de sleu-
telhouder om alle portieren te vergrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen om aan te
geven dat het vergrendelsignaal is ontvangen.
CONTACTSCHAKELAAR
Contactsleutel verwijderen
1. Plaats de schakelhendel in de stand
PARK (indien uitgerust met een automa-
tische versnellingsbak).
2. Zet de contactschakelaar in de stand ACC
(accessoirestand).
3. Duw sleutel en de slotcilinder naar binnen
en draai de sleutel naar de stand LOCK.
4. Verwijder de sleutel uit de slotcilinder van
de contactschakelaar.Sleutelhouder
1 — Ontgrendelen
2 — Remote Start (starten op afstand)
— indien aanwezig
3 — Vergrendelen
15
Page 18 of 292

WAARSCHUWING!
• Zet voordat u het voertuig verlaat, de
automatische versnellingsbak altijd in
de stand PARK of de handgeschakelde
versnellingsbak in de eerste versnelling
of achteruitversnelling, schakel de
handrem in, schakel de motor uit, ver-
wijder de sleutelhouder uit het voertuig
en sluit het voertuig af.
WAARSCHUWING!
• Laat nooit kinderen alleen in een auto
achter of in de buurt van een auto die
niet is afgesloten.
• Het achterlaten van kinderen zonder
toezicht in een auto is om verschillende
redenen gevaarlijk. Kinderen of derden
lopen dan het risico op ernstig of zelfs
dodelijk letsel. Waarschuw kinderen dat
ze niet aan de handrem, het rempedaal
of de schakelhendel mogen komen.
• Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto of op een voor
kinderen bereikbare plaats. Een kind
zou de knoppen van de elektrische
raambediening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in beweging
kunnen zetten.
• Laat nooit kinderen of dieren achter in
een geparkeerde auto bij warm weer. De
warmte in het interieur kan ernstige ge-
zondheidsproblemen veroorzaken en
zelfs dodelijk zijn.
LET OP!
Een niet-afgesloten voertuig is een uitno-
diging voor dieven. Verwijder altijd de
sleutelhouder uit het voertuig en vergren-
del alle portieren wanneer u het voertuig
zonder toezicht achterlaat.
STARTSYSTEEM MET
AFSTANDSBEDIENING —
INDIEN AANWEZIG
Dit systeem gebruikt de sleutelhouder om de
motor buiten het voertuig te starten, terwijl
de veiligheid blijft gehandhaafd. Het systeem
heeft een bereik van circa 91 m (300 ft).
OPMERKING:
• De auto moet zijn uitgerust met een auto-
matische versnellingsbak om met starten
met afstandsbediening te kunnen zijn uit-
gerust.
• Obstakels tussen het voertuig en de sleu-
telhouder kunnen het bereik verkleinen.
Contactschakelaar
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
16
Page 19 of 292

Starten met afstandsbediening
Aan alle volgende voorwaarden moet worden
voldaan om de motor met de afstandsbedie-
ning te kunnen starten:
• Schakelhendel in de stand PARK
• Portieren gesloten
• Motorkap gesloten
• Schakelaar waarschuwingsknipperlichten
uit
• Remschakelaar niet geactiveerd (rempe-
daal niet ingetrapt)
• Contactsleutel verwijderd uit contact
• Accu voldoende geladen
• Systeem niet uitgeschakeld door eerder
starten met de afstandsbediening
• Alarmsysteem niet geactiveerd
WAARSCHUWING!
• Laat een motor niet in een gesloten ga-
rage of afgesloten ruimte draaien. Uit-
laatgas bevat koolmonoxide (CO), het-
geen geurloos en kleurloos is.
WAARSCHUWING!
Koolmonoxide is giftig en kan bij inade-
ming leiden tot erstig of dodelijk letsel.
• Houd sleutelhouders buiten het bereik
van kinderen. Door met de afstandsbe-
diening de motor te starten of de ramen,
portiersloten of andere onderdelen te
bedienen kunt u of kunnen anderen ern-
stig gewond raken of om het leven ko-
men.
Bericht Remote Start Aborted (starten
met afstandsbediening afgebroken)
De volgende berichten verschijnen op het
display in de instrumentengroep als het voer-
tuig niet met de afstandsbediening kan wor-
den gestart of als de functie remote start
(starten op afstand) voortijdig wordt afgebro-
ken:
• Remote Start Aborted — Door Open (star-
ten met afstandsbediening afgebroken —
portier open)
• Remote Start Aborted — Hood Open (star-
ten met afstandsbediening afgebroken —
motorkap open)• Remote Start Aborted — Fuel Low (starten
met afstandsbediening afgebroken —
brandstofpeil te laag)
• Remote Start Aborted — Swing Gate Open
(starten met afstandsbediening afgebroken
— achterklep open)
• Remote Start Aborted — System Fault
(starten met afstandsbediening afgebroken
— systeemstoring)
Het display in de instrumentengroep blijft
zichtbaar totdat het contact in de stand ON/
RUN wordt gezet.Activeren van het starten met
afstandsbediening
Druk tweemaal binnen vijf seconden op de
toets remote start (starten op afstand) op de
sleutelhouder. De portieren worden vergren-
deld, de parkeerlichten knipperen en de
claxon klinkt twee keer (indien geprogram-
meerd). De motor start en het voertuig blijft
15 minuten in de modus voor starten met
afstandsbediening.
17
Page 20 of 292

OPMERKING:
• De parkeerlichten gaan branden en blijven
tijdens de modus starten met afstandsbe-
diening branden.
• Om veiligheidsredenen, kunnen de elek-
trisch bedienbare ramen niet worden be-
diend wanneer de modus starten met af-
standsbediening actief is.
• De motor kan tweemaal achter elkaar met
de sleutelhouder worden gestart (twee cycli
van 15 minuten). Voordat u de startproce-
dure een derde keer kunt herhalen moet het
contactslot eerst in de stand ON/RUN wor-
den gezet.
Het starten op afstand wordt ook geannuleerd
wanneer het volgende zich voordoet:
• De motor slaat af of het toerental stijgt tot
boven 2500.
• Er gaan waarschuwingslampjes branden.
• De motorkap wordt geopend.
• De schakelaar voor alarmknipperlichten
wordt ingedrukt.
• De transmissie wordt uit de stand PARK
(parkeren) gezet.• Het rempedaal wordt ingetrapt.
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten zonder met de auto te rijden
Druk op de toets remote start of laat de motor
gedurende de volledige 15 minuten draaien.
OPMERKING:
Om onbedoeld uitschakelen te voorkomen,
blokkeert het systeem het eenmaal indrukken
van de toets Remote Start (starten met af-
standsbediening) gedurende twee seconden
nadat een geldig verzoek is ontvangen om te
starten met de afstandsbediening.
De modus starten met afstandsbediening
afsluiten en met de auto gaan rijden
Voordat de cyclus van 15 minuten is verstre-
ken, drukt u op de ontgrendeltoets op de
sleutelhouder om de portieren te ontgrende-
len en het alarmsysteem uit te schakelen
(indien aanwezig). Steek de sleutel vervol-
gens in het contact en zet het contact in de
stand ON/RUN.
OPMERKING:
Het contact moet in de stand ON/RUN staan
om met het voertuig te kunnen rijden.
SENTRY KEY
Het Sentry Key startonderbrekingssysteem
voorkomt ongeoorloofd gebruik van de auto
door derden door de motor te blokkeren. U
hoeft het systeem niet te activeren of in te
schakelen. Dit systeem werkt automatisch,
ongeacht of de auto is afgesloten.
Het systeem maakt gebruik van sleutelhou-
ders met een ingebouwde elektronische chip
(transponder) om ongeoorloofd gebruik van
het voertuig te voorkomen. De auto kan daar-
door alleen bediend en gestart worden met
sleutelhouders die specifiek voor de desbe-
treffende auto zijn geprogrammeerd. Als ie-
mand probeert de motor te starten met een
ongeldige sleutel, schakelt het systeem na
twee seconden de motor uit.
OPMERKING:
Een sleutelhouder die niet is geprogram-
meerd, wordt ook als ongeldige sleutel be-
schouwd, zelfs wanneer de sleutel in de con-
tactschakelaar of slotcilinder van het
desbetreffende voertuig past.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
18
Page 21 of 292

Nadat het contact in de stand ON is gezet, zal
tijdens normale werking het controlelampje
van het alarmsysteem gedurende drie secon-
den branden voor een gloeilampcontrole. Als
het lampje na deze gloeilampcontrole blijft
branden, is sprake van een storing in de
elektronica. Als het controlelampje van het
alarmsysteem na de gloeilampcontrole gaat
knipperen, betekent dit dat iemand heeft
geprobeerd de motor te starten met een on-
geldige sleutel. In beide situaties wordt de
motor na twee seconden uitgeschakeld.
Als het controlelampje van het alarmsysteem
gaat branden tijdens normaal gebruik van het
voertuig (nadat deze langer dan tien secon-
den heeft gereden), duidt dat op een storing
in de elektronica. Laat in dat geval de storing
zo snel mogelijk verhelpen door een erkende
dealer.
LET OP!
De Sentry Key startonderbreker is niet
compatibel met sommige afstandsstart-
systemen die als accessoire in de handel
verkrijgbaar zijn. Dergelijke systemen kun-
LET OP!
nen startproblemen veroorzaken en de
startblokkering van de auto belemmeren.
Alle sleutelhouders die met uw nieuwe auto
zijn meegeleverd zijn geprogrammeerd voor
de elektronica van uw auto.
Vervangende sleutelhouders
OPMERKING:
De auto kan alleen bediend en gestart worden
met sleutelhouders die specifiek zijn gepro-
grammeerd voor de elektronica van de auto.
Nadat een sleutelhouder voor een auto is
geprogrammeerd, kan deze niet voor een an-
dere auto worden geprogrammeerd.
LET OP!
Verwijder altijd de Sentry Keys uit de auto
en vergrendel alle portieren wanneer u de
auto zonder toezicht achterlaat.
Duplicaten van sleutelhouders kunnen wor-
den geleverd door een erkende dealer of door
de procedure voor het programmeren van de
sleutel door de klant te volgen. Deze proce-dure bestaat uit het programmeren van een
'blanco' sleutelhouder voor de elektronica
van het voertuig. Een blanco sleutelhouder is
een exemplaar dat niet eerder is geprogram-
meerd.
OPMERKING:
Als de Sentry Key startonderbreker moet wor-
den gerepareerd, dient u alle sleutelhouders
van het voertuig naar de erkende dealer mee
te brengen.
Sleutels laten programmeren
Als u twee geldige sleutelhouders hebt, kunt
u nieuwe sleutelhouders voor de startblokke-
ring van de Sentry Key programmeren via de
volgende procedure:
1. Zorg dat de extra sleutel(s) overeenkomen
met de sleutelcode van de contactsleutel
en de contactslotcilinder.
2. Steek de eerste geldige sleutel in het
contactslot. Zet de contactschakelaar ten
minste drie seconden, maar niet langer
dan 15 seconden in de stand ON/RUN.
Vervolgens draait u de contactschakelaar
in de stand LOCK en verwijdert u de eerste
sleutel.
19
Page 22 of 292

3. Steek de tweede geldige sleutel in het
contactslot. Zet de contactschakelaar
binnen 15 seconden in de stand ON/
RUN. Na 10 seconden hoort u een ge-
luidssignaal. Bovendien begint het con-
trolelampje van het alarmsysteem te
knipperen. Zet de contactschakelaar in de
stand LOCK en verwijder de tweede
sleutel.
4. Steek een blanco sleutel in het contact-
slot. Zet de contactschakelaar binnen
60 seconden in de stand ON/RUN. Na
10 seconden hoort u één geluidssignaal.
Bovendien stopt het controlelampje van
het alarmsysteem met knipperen. Om aan
te geven dat de programmering is vol-
tooid, wordt het controlelampje van het
alarmsysteem gedurende drie seconden
weer ingeschakeld en vervolgens
uitgeschakeld.
De nieuwe sleutel is geprogrammeerd. De
sleutelhouder wordt tijdens deze proce-
dure ook geprogrammeerd.Herhaal deze procedure voor maximaal acht
sleutels. Als u geen geprogrammeerde sleu-
telhouder hebt, neem dan contact op met uw
erkende dealer voor meer informatie.
OPMERKING:
Als een geprogrammeerde sleutelhouder is
zoekgeraakt, moet u de geautoriseerde dealer
alle resterende sleutels uit het systeemge-
heugen laten verwijderen. Zo voorkomt u dat
het voertuig met de zoekgeraakte sleutel kan
worden gestart. Vervolgens moeten de reste-
rende sleutelhouders opnieuw worden gepro-
grammeerd. Bij het onderhoud moet u alle
sleutelhouders van het voertuig aan een ge-
autoriseerde dealer overhandigen zodat deze
opnieuw kunnen worden geprogrammeerd.
ALARMSYSTEEM — INDIEN
AANWEZIG
Het alarmsysteem bewaakt de portieren, ach-
terklep en het contact tegen ongeoorloofde
bediening. Wanneer het alarmsysteem is ge-
activeerd, zijn de schakelaars in het interieur
voor de portiersloten uitgeschakeld. Het
alarmsysteem geeft zowel hoorbare als zicht-
bare signalen wanneer het alarm afgaat. Declaxon klinkt en de koplampen gaan aan, de
parkeerlichten en/of richtingaanwijzers gaan
herhaaldelijk knipperen gedurende drie mi-
nuten. Als de storing na drie minuten nog
steeds aanwezig is (bestuurdersportier, por-
tier aan passagierszijde, andere portieren,
contact) gaan de koplampen, parkeerlichten
en/of richtingaanwijzers nog eens 15 minu-
ten knipperen.
Alarm opnieuw inschakelen
Als het alarm afgaat en er geen actie wordt
ondernomen om het alarm te uit te schake-
len, schakelt het alarmsysteem de claxon na
drie minuten uit. Na 15 minuten worden ook
alle lichtsignalen uitgeschakeld, waarna het
alarmsysteem zichzelf weer inschakelt.
Alarmsysteem inschakelen
Het alarmsysteem wordt ingeschakeld wan-
neer u de sleutelhouder met afstandsbedie-
ning gebruikt om de portieren en de achter-
klep te vergrendelen of wanneer u de
schakelaar voor de centrale portiervergrende-
ling gebruikt terwijl het portier geopend is.
Nadat alle portieren zijn vergrendeld en ge-
sloten, gaat het controlelampje van het
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
20
Page 23 of 292

alarmsysteem (in de instrumentengroep) snel
knipperen gedurende ongeveer 16 seconden
om aan te geven dat het alarm wordt inge-
steld. Tijdens deze inschakelperiode van
16 seconden zal het openen van een wille-
keurig portier of de achterklep, het inschake-
len van het alarm annuleren. Als het alarm is
ingesteld, gaat het controlelampje van het
alarmsysteem langzamer knipperen om aan
te geven dat het alarm is ingeschakeld.
Alarmsysteem uitschakelen
Om het alarmsysteem te deactiveren, moet u
op de ontgrendeltoets van de sleutelhouder
drukken of de contactschakelaar in de stand
ON/RUN zetten. Als in uw afwezigheid het
alarmsysteem door iets wordt geactiveerd,
klinkt de claxon drie keer en de buitenverlich-
ting knippert drie keer wanneer u de portieren
ontgrendelt. Controleer de auto om te zien of
eraan geknoeid is.Het alarmsysteem is bedoeld om uw auto te
beveiligen, maar er zijn omstandigheden
waarbij het alarmsysteem onverwacht wordt
geactiveerd. Als u na het activeren van het
alarmsysteem (na 16 seconden) in het voer-
tuig blijft en de portieren vergrendelt met de
sleutelhouder, klinkt het alarm als u aan de
portierhandgreep trekt om uit te stappen. Als
dit zich voordoet, druk dan op de ontgrendel-
knop op de sleutelhouder om het alarmsys-
teem te deactiveren. Mogelijk kunt u het
alarmsysteem ook per ongeluk deactiveren
door het bestuurdersportier te ontgrendelen
met de sleutel en vervolgens te vergrendelen.
Het portier wordt dan vergrendeld maar het
alarmsysteem wordt niet geactiveerd.
OPMERKING:
• Het ontgrendelen van de portieren met de
knoppen voor handmatige portiervergren-
deling of de slotcilinder van het bestuur-
dersportier schakelt het alarmsysteem niet
uit.
• Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u
de portieren niet ontgrendelen met de
schakelaars voor de centrale portiervergren-
deling in het interieur.
PORTIEREN
LET OP!
Onachtzame hantering en opslag van de
verwijderbare portierpanelen kan schade
aan de afdichtingen tot gevolg hebben,
waardoor er water in het voertuig kan door-
dringen.
Ruit van bovenste deurhelft verwijderen —
indien aanwezig
Pak de ruit van de bovenste deurhelft vast en
trek deze omhoog.
Ruit van bovenste portierhelft aanbrengen
— indien aanwezig
1. Pak de ruit van de bovenste portierhelft
vast en lijn de pennen uit met de openin-
gen in de onderste portierhelft.
2. Duw de ruit van de bovenste portierhelft
omlaag, zodat deze goed aanligt.
21
Page 24 of 292

Voorportier verwijderen
WAARSCHUWING!
Rijd niet zonder portieren op openbare
wegen, aangezien u dan niet voldoende
wordt beschermd. Deze procedure is uit-
sluitend bedoeld voor off-road gebruik.OPMERKING:
De scharnierpen kan breken als deze tijdens het
opnieuw monteren van het portier te strak wordt
aangedraaid (max. aanhaalmoment: 10 Nm /
7,5 ft lb).
1. Rol de ruit omlaag om schade te
voorkomen.
2. Verwijder de scharnierschroeven uit de
uitwendige scharnieren boven en onder
(gebruik een Torx schroevendraaier T50).
OPMERKING:
De scharnierschroeven en -moeren kun-
nen worden opgeborgen in de opberg-
ruimte onder bageruimtevloer achterin.3. Trek de stekker van de kabelboom onder
het instrumentenpaneel los, door het lipje
aan de onderkant van de stekker in te
drukken en omlaag te trekken om de stek-
ker los te koppelen.
4. Haak de portierring los van de carrosserie-
haak. Let erop dat het portier niet volledig
open zwaait. Hierdoor kan de spiegel het
lakwerk beschadigen.
Waarschuwingslabel portierverwijdering
Scharnierschroef
Positie portierring/kabelboomUW VOERTUIG LEREN KENNEN
22