Page 57 of 292

De motorkap sluiten
U sluit de motorkap door de motorkapsteun
te verwijderen uit het motorkappaneel en in
de borgklem te drukken. Laat de motorkap
langzaam zakken. Zet beide motorkapver-
grendelingen vast.
WAARSCHUWING!
Controleer voordat u gaat rijden of de mo-
torkap goed vergrendeld is. Als de motor-
kap niet volledig vergrendeld is, kan hij
opklappen tijdens rijden, waardoor uw
zicht wordt belemmerd. Als u deze waar-
schuwing niet opvolgt, kan dit ernstig en
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
ACHTERKLEP
De achterklep kan worden ontgrendeld met
de sleutel, de sleutelhouder met afstandsbe-
diening of met de schakelaars voor de cen-
trale portiervergrendeling op de voorportie-
ren.
Om de achterklep te openen, drukt u op de
knop op de hendel van de klep.OPMERKING:
Sluit het klapraam voordat u de achterklep
probeert te sluiten (uitsluitend op modellen
met Hard Top).
WAARSCHUWING!
Wanneer u met open klapraam rijdt, kun-
nen giftige uitlaatgassen in de auto te-
rechtkomen. Deze gassen kunnen schade-
lijk zijn voor u en uw passagiers. Rijd
alleen met gesloten klapraam.
LET OP!
Druk bij het sluiten van de uitklapbare ruit aan
de achterkant van de auto niet op het wisser-
blad van de achterruit, aangezien dit schade
aan het wisserblad tot gevolg kan hebben.
BOORDAPPARATUUR
Voedingsuitgangen
Er zijn drie mogelijke aansluitcontacten van
12 volt in dit voertuig aanwezig.
• Het 12 volt-aansluitcontact voorin bevindt
zich onder de klimaatregelknoppen in de
middenconsole, en levert voeding wanneer
de contactschakelaar in de stand ON/RUN
staat. Het aansluitcontact kan worden ge-
bruikt voor een conventionele sigaretten-
aansteker of voor de voeding van accessoi-
res die zijn ontworpen voor het gebruik met
een adapter voor een standaard voedings-
uitgang.Handgreep achterklep
55
Page 58 of 292

• De 12 volt-voeding voor het aansluitcontact
in de middenconsole wordt rechtstreeks
door de accu geleverd. Dit contact levert
daarom altijd voedingsspanning. Accessoi-
res die op dit contact worden aangesloten,
kunnen de accu ontladen en/of het starten
van de motor onmogelijk maken.
• Bij voertuigen die zijn uitgerust met een
subwoofer is er ook een 12 volt-aansluit-
contact aanwezig in de bagageruimte van
het voertuig. De voeding van dit aansluit-
contact wordt rechtstreeks door de accu
geleverd. Dit contact levert daarom altijd
voedingsspanning. Accessoires die op dit
aansluitcontact worden aangesloten, kun-
nen de accu ontladen en/of het starten van
de motor onmogelijk maken.OPMERKING:
• Zorg ervoor dat het maximumvermogen van
160 watt (13 amp) bij 12 volt niet wordt
overschreden. Als het vermogen van
160 Watt (13 amp) wordt overschreden zal
de zekering, die het systeem beveiligt, ver-
vangen moeten worden.
•
De aansluitcontacten zijn uitsluitend bedoeld
voor accessoirestekkers. Steek geen voorwer-
pen in de aansluiting, om te voorkomen dat de
contacten worden beschadigd en de zekering
Aansluitcontact - voorin
Aansluitcontact - MiddenconsoleAansluitcontact - bagageruimte
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
56
Page 59 of 292
doorbrandt. Bij verkeerd gebruik van de elek-
trische aansluiting kan schade worden veroor-
zaakt die niet door de garantie op uw nieuwe
voertuig wordt gedekt.
Zekeringen van aansluitcontacten
1 — #M7 zekering 20 A geel – aansluitcontact achterin (indien aanwezig)
2 — #M6 zekering 20 A geel – sigarettenaansteker instrumentenpaneel
3 — #M36 zekering 20 A geel aansluitcontact opbergruimte console
57
Page 60 of 292
Page 61 of 292
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
DISPLAY IN DE INSTRUMENTEN-
GROEP — INDIEN AANWEZIG . . .60
Locatie en bedieningselementen display in
de instrumentengroep............60
Berichten Display in instrumentengroep .61
Schakelindicator (GSI) — indien
aanwezig....................62
Oil Change Required
(olieverversing vereist)............62
WAARSCHUWINGSLAMPJES EN
MELDINGEN................63
Rode waarschuwingslampjes........63
Gele waarschuwingslampjes.........65
Gele controlelampjes.............68
Groene controlelampjes...........69
Witte controlelampjes............69
Blauwe controlelampjes...........69
BOORDDIAGNOSESYSTEEM —
OBDII ....................70
Boorddiagnosesysteem (OBD II) en
cyberveiligheid.................70
Bericht brandstofvuldop los........71
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
59
Page 62 of 292

DISPLAY IN DE
INSTRUMENTENGROEP —
INDIEN AANWEZIG
Uw voertuig is mogelijk uitgerust met een
display in de instrumentengroep, dat de be-
stuurder nuttige informatie biedt. Met het
contact in de stand STOP/OFF, zorgt het
openen/sluiten van een portier ervoor dat het
display wordt geactiveerd en het totaal aantal
kilometers of mijlen weergeeft op de kilome-
terteller. Het display in de instrumenten-
groep is ontworpen om belangrijke informatie
over de systemen en functies van uw voertuig
weer te geven. Met behulp van een interactief
display in het instrumentenpaneel voor de
bestuurder, wordt op het display in de instru-
mentengroep weergegeven hoe systemen
werken en krijgt de bestuurder waarschuwin-
gen wanneer deze niet werken. Met de bedie-
ningselementen op het stuurwiel kunt u door
de hoofd- en submenu's bladeren en u hebt
toegang tot deze menu’s. U hebt toegang tot
de door u gewenste, specifieke informatie en
u kunt selecties maken en aanpassingen
doen.
Locatie en bedieningselementen display in
de instrumentengroep
Het display in de instrumentengroep heeft
een interactief scherm dat zich in de instru-
mentengroep bevindt.
Dit systeem biedt u op een handige manier
toegang tot verschillende nuttige gegevens
via een druk op de stuurwielschakelaars. Het
display in de instrumentengroep bestaat uit
het volgende:
• Kompas (N, S, E, W, NE, NW, SE, SW)
• Buitentemperatuur (°F of °C)• ECO-weergave
• Digitale snelheidsmeter
• Gemiddeld brandstofverbruik
• Distance To Empty (afstand tot lege tank)
• Bandenspanningscontrolesysteem — in-
dien aanwezig
• Elapsed Time (verstreken tijd)
• Vehicle Info (voertuiginformatie)
• Keuze eenheden
• Systeemstatus en -waarschuwingen (por-
tier open, enz.)
• Persoonlijke instellingen (door de klant te
programmeren functies)
Met dit systeem kan de bestuurder informatie
selecteren door op de volgende knoppen op
het stuur te drukken:
Display in de instrumentengroep
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
60
Page 63 of 292

• Druk op de knopMENUom door de hoofd-
menu's te bladeren (Speedometer (snel-
heidsmeter), Fuel Economy
(brandstofverbruik), Miles to Empty (af-
stand tot lege tank), Tire Pressure (banden-spanning), Warnings (waarschuwingen), Ti-
mer, Vehicle Info (voertuiginformatie),
Units (eenheden) System Warning (sys-
teemwaarschuwing), Personal Settings
(persoonlijke instellingen)) of om subme-
nu's te verlaten.
• Druk op de knop met de pijl naarrechtsvoor
toegang tot hoofdmenu's, submenu's of om
een persoonlijke instelling te selecteren in
het menu met instellingen.
• Druk op de knopcompassom een van de
acht kompasstanden en de buitentempera-
tuur weer te geven of om submenu's te
verlaten.
• Druk op de knop met de pijlomlaagom
omlaag te bladeren door de submenu's.
Berichten Display in instrumentengroep
Wanneer de betreffende omstandigheden van
kracht zijn, verschijnen de volgende berich-
ten op het display in de instrumentengroep:
• Low Tire Pressure (lage bandenspanning)
• Low Fuel (brandstofpeil laag)• Service TPM System (onderhoud banden-
spanningscontrolesysteem) (raadpleeg de
paragraaf "Bandenspanningscontrolesys-
teem" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor
meer informatie)
• Damaged Key (sleutel beschadigd)
• Key in ignition (sleutel in contactslot)
• Turn Signal On (richtingaanwijzer aan) (met
een continu geluidssignaal)
• Left Front Turn Signal Light Out (richting-
aanwijzer linksvoor defect) (met één ge-
luidssignaal)
• Left Rear Turn Signal Light Out (richting-
aanwijzer linksachter defect) (met één ge-
luidssignaal)
• Right Front Turn Signal Light Out (richting-
aanwijzer rechtsvoor defect) (met één ge-
luidssignaal)
• Right Rear Turn Signal Light Out (richting-
aanwijzer rechtsachter defect) (met één ge-
luidssignaal)
• Key Fob Battery Low (batterij van sleutel-
houder bijna leeg) (met één geluidssignaal)
Bedieningstoetsen display in
instrumentengroep
1 — toets MENU 3 — toets pijl om-
laag
2 — toets pijl naar
rechts4 — toets COM-
PASS
61
Page 64 of 292

• Personal Settings Not Avail (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar). – Vehicle
Not in Park (voertuig staat niet in de stand
Park) — automatische versnellingsbak
• Personal Settings Not Avail (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar). – Vehicle in
Motion (voertuig in beweging) — handge-
schakelde versnellingsbak
• Door Open (portier open - met afbeelding
van geopende portier. Eén geluidssignaal
klinkt wanneer het voertuig in beweging is)
• Gate Open (achterklep open - met afbeel-
ding geopende achterklep/achterdeur en er
klinkt één geluidssignaal wanneer het voer-
tuig in beweging is)
• Check Gascap (brandstofvuldop controle-
ren - raadpleeg de paragraaf "Brandstof
tanken" in het hoofdstuk "Starten en rijden"
voor meer informatie)
• Oil Change Required (olie verversen - met
een geluidssignaal)
• ECO (indicator brandstofbesparing) — in-
dien aanwezigSchakelindicator (GSI) — indien aanwezig
Het schakelstandindicatiesysteem (GSI)
wordt ingeschakeld op voertuigen met een
handgeschakelde versnellingsbak, of wan-
neer een voertuig met een automatische ver-
snellingsbak in de modus handmatig schake-
len is gezet. De GSI biedt de bestuurder een
visuele indicatie als het aanbevolen schakel-
punt is bereikt. Deze indicatie wijst de be-
stuurder erop dat het brandstofverbruik kan
worden verlaagd door te schakelen. Wanneer
het opschakellampje wordt weergegeven op
het display, adviseert de GSI de bestuurder
naar een hogere versnelling te schakelen.
Wanneer het terugschakellampje op het dis-
play wordt getoond, adviseert de GSI de be-
stuurder naar een lagere versnelling te scha-
kelen.
De GSI-indicatie blijft branden totdat de be-
stuurder schakelt, of de rijomstandigheden
terugkeren naar een situatie waarbij niet
hoeft te worden geschakeld voor een gunsti-
ger brandstofverbruik.
Oil Change Required (olieverversing
vereist)
Uw auto is uitgerust met een indicator voor
olieverversing. De melding "Oil Change Re-
quired" (olie verversen) wordt ongeveer
10 seconden in het display van de instrumen-
tengroep weergegeven na één geluidssignaal
om de volgende oliebeurt aan te geven. De
indicator voor olieverversing is gebaseerd op
de belasting van de motor, wat betekent dat
de periodieke oliebeurten afhankelijk zijn van
uw persoonlijke rijstijl.
Tenzij dit bericht wordt gereset, verschijnt
het iedere keer als u de contactsleutel in de
stand ON draait. Om het bericht tijdelijk uit
te schakelen, drukt u kort op de knopMENU.
Om de indicator voor olieverversing (na peri-
odiek onderhoud) te resetten, volgt u de vol-
gende stappen:
UW INSTRUMENTENPANEEL LEREN KENNEN
62