172
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Mogelijk gaan de
koplampen ook
branden wanneer de zon laag staat
tegen een blauwe hemel.
Als het dimlicht handmatig is inge-
schakeld, wordt d e automatische
verlichting gedeactiveerd.
De led in de toets gaat branden.
Ook bij de automatische verlichting
moet u zelf de lichtcondities beoor-
delen.
De sensoren kunnen bijvoorbeeld
geen mist of nevel herkennen.
Schakel in dergelijke gevallen de
verlichting handmatig in.
Wanneer het bestuurdersportier
wordt geopend t erwijl de Drive
Ready-modus is uitgeschakeld,
wordt de exterieurverlichting auto-
matisch uitgeschakeld. Het stadslicht kan alleen worden
ingeschakeld bij lage snelheden.
De auto wordt rondom verlicht.
Laat het stadslicht niet gedurende
langere tijd branden, omdat de
accu ontladen kan raken en het
wellicht niet langer mogelijk is om
de Drive Ready-modus in te scha-
kelen.
Na het inschakelen van de Drive
Ready-modus wordt de automati-
sche verlichting geactiveerd.
Het dimlicht brandt als de Drive
Ready-modus is ingeschakeld.
Algemeen
Inschakelen
Druk op de toets van de
lichtschakelaar.
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat
branden wanneer het dim-
licht is ingeschakeld.
Beperkingen van het
systeem
Stadslicht, dimlicht en
parkeerlicht
Algemeen
Stadslicht
Algemeen
Inschakelen
Druk op de t oets van de
lichtschakelaar.
Het controlelampje in het
instrumentenpaneel gaat
branden.
Uitschakelen
Druk op de toets van de
lichtschakelaar of schakel
de Drive Ready-modus in.
Dimlicht
Inschakelen
Druk op de t oets van de
lichtschakelaar.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 172 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
190
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
2
Draai de sleutel, terwijl u hem
naar binnen drukt, zo ver moge-
lijk naar de stand ON. Verwijder
de sleutel zodra de stoppositie
is bereikt.
3 Zorg ervoor dat de schakelaar in
de uiterste stand staat, zodat de
airbags worden ingeschakeld.
De voorpassagiersairbags worden
weer ingeschakeld en kunnen cor-
rect worden geactiveerd wanneer
dit nodig is.
Het controlelampje voor de voor-
passagiersairbags in de dakcon-
sole geeft de werkingsstatus van
de voorpassagiersairbags weer.
Nadat de Drive Re ady-modus is
ingeschakeld, gaat het lampje kort
branden en geeft het vervolgens
weer of de airbags zijn ingescha-
keld of uitgeschakeld. Het actieve voetgangerveiligheids-
systeem zorgt ervoor dat de motor-
kap omhoog komt wanneer de
voorzijde van de auto tegen een
voetganger botst. Sensoren onder
de bumper worden gebruikt voor de
signalering.
Wanneer het vo
etgangerveilig-
heidssysteem wordt geactiveerd,
creëert het vervormingsruimte
onder de motorkap voor de daarop-
volgende impact tegen het hoofd.
Controlelampje
voorpassagiersairbags
WeergaveFunctie
Als de voorpassagiersair-
bags zijn ingeschakeld,
gaat het controlelampje
kort branden en dooft het
vervolgens.
Wanneer de voorpassa-
giersairbags worden uit-
geschakeld, blijft het
controlelampje branden.
Actieve
voetgangerveiligheid
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem kan onbedoeld worden
geactiveerd wanneer afzonderlijke
onderdelen van de scharnieren en
motorkapvergrendelingen worden
geraakt. Er bestaat een kans op letsel
en schade. Raak de afzonderlijke
onderdelen van de scharnieren en
motorkapvergrendelingen niet aan.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 190 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
194
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
Het systeem kan ongevallen helpen
voorkomen. Als een ongeval niet
kan worden vermeden, helpt het
systeem de snelheid van de aanrij-
ding te verlagen.
Het systeem waar
schuwt voor het
mogelijke risico o p een aanrijding
en remt indien nodig automatisch.
Het systeem wordt geregeld door
de volgende sensor en, afhankelijk
van de uitrusting:
Camera in het gebied van de
binnenspiegel.
Radarsensor in de voorbumper.
Vanaf snelheden van ongeveer 5
km/h geeft het systeem in twee
fasen een waar schuwing met
betrekking tot een mogelijk risico
op een aanrijding met een voertuig.
De timing van deze waarschuwin-
gen verschilt mog elijk afhankelijk
van de actuele rijomstandigheden.
Wanneer u opzettelijk dichter bij
een voertuig komt, worden de
waarschuwing voor een kop-staart-
botsing en remint erventie later
geactiveerd om ongerechtvaar-
digde systeemreacties te voorko-
men.
Waarschuwing
kop-staartbotsing met
functie voor licht afremmen
Principe
Algemeen
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem ontsl aat u niet van uw
persoonlijke verantwoordelijkheid om
de zichtbaarheid en verkeerssituatie
goed in te schatten. Er bestaat een
kans op ongevallen. Pas uw rijstijl aan
de omstandigheden op de weg aan.
Houd de verkeerssituatie in de gaten
en grijp in als de s ituatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ont-
slaan u niet van uw verantwoordelijk-
heid om veilig te rijden.
Systeembeperkingen kunnen beteke-
nen dat waarschuwingen of reacties
van het systeem niet of te laat worden
gegeven, onjuist worden gegeven of
zonder rechtvaardiging worden gege-
ven. Er bestaat een kans op ongeval-
len. Pas uw rijstijl aan de
omstandigheden op de weg aan.
Houd de verkeerssituatie in de gaten
en grijp in als de s ituatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Als gevolg van syst eembeperkingen
werken individuele functies mogelijk
niet correct bij het starten door aans-
lepen/slepen terwijl de Toyota Supra
Safety-systemen zijn ingeschakeld.
Er bestaat een kan s op ongevallen.
Schakel voor het starten door aansle-
pen/slepen alle Toyota Supra
Safety-systemen uit.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 194 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
195
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
De camera bevin
dt zich aan de
voorzijde van de binnenspiegel.
Houd de voorruit schoon en onaf-
gedekt in het gedeelte voor de bin-
nenspiegel. De radarsensor bevindt zich in het
onderste deel van de voorbumper.
Houd de radarsensor schoon en
zorg ervoor dat hij niet wordt afge-
dekt.
Het systeem wordt aan het begin
van elke rit autom
atisch ingescha-
keld.
Het menu voor de Toyota Supra
Safety-systemen wordt weergegeven.
Als alle Toyota Supra Safety-syste-
men waren uitgeschakeld, worden
alle systemen nu ingeschakeld.
“Customise Settings” (persoonlijke
voorkeursinstellingen): afhankelijk
van de uitrusting kunnen de Toyota
Supra Safety-systemen afzonderlijk
worden geconfigureerd. De afzonder-
lijke instellingen worden ingescha-
keld en opgeslagen voor het op dat
Overzicht
Toets in de auto
Toyota Supra Safety
Camera
Met radarsensor
In-/uitschakelen
Automatisch inschakelen
Handmatig in-/uitschakelen
Druk op de toets.
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 195 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
197
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENINGEr wordt een vroegtijdige waar-
schuwing weergegeven, bijvoor-
beeld wanneer er een risico op een
aanrijding wordt verwacht of bij een
zeer kleine afstand tot de voorlig-
ger.
De bestuurder moet bij een drin-
gende waarschuwing zelf ingrijpen.
Er wordt een dringende waarschu-
wing gegeven wanneer de auto met
een hoog snelheidsverschil een
ander object nadert en er een direct
risico bestaat op een aanrijding.
De bestuurder moet bij een drin-
gende waarschuwing zelf ingrijpen.
Afhankelijk van de rijomstandighe-
den wordt de dringende waarschu-
wing mogelijk ond
ersteund door
een korte schok van de remmen.
Indien de waarschuwingstijd is
ingesteld op “Late” (laat), doet de
schok zich niet voor.
Indien nodig kan het systeem ook
helpen door de auto automatisch af te remmen wanneer het risico op
een aanrijding bestaat.
Een dringende waarschuwing kan
zelfs zonder een eerdere vroegtij-
dige waarschuwing worden geacti-
veerd.
De waarschuwing spoort de
bestuurder aan om actief in te grij-
pen. Wanneer de remmen tijdens
een waarschuwing worden bediend,
wordt de maximaal benodigde rem-
kracht toegepast. Remhulp vereist
dat het rempedaal vooraf voldoende
snel en stevig wordt ingetrapt.
Het systeem kan ook helpen door
de auto automatisch af te remmen
wanneer het risico op een aanrij-
ding bestaat.
Bij lage snelheden kan de auto tot
stilstand worden afgeremd.
Afremmen in de stad: reminterven-
tie vindt plaats bij snelheden tot
maximaal ongeveer 85 km/h.
Met radarsensor: reminterventie
vindt plaats bij snelheden tot maxi-
maal ongeveer 250 km/h.
Bij snelheden boven ongeveer 210
km/h vindt de reminterventie plaats
in de vorm van een korte schok. Er
wordt niet automatisch gedecele-
reerd.
Er wordt alleen geremd indien de rij-
stabiliteit niet is aangetast, bijvoor-
beeld door het uitschakelen van de
Vehicle Stability Control (VSC).
Het remmen kan worden onderbro-
ken door het gaspedaal in te trap-
pen of door het stuurwiel actief te
bewegen.
SymboolMaatregel
Symbool brandt rood:
vroegtijdige waarschu-
wing.
Rem af en vergroot de
afstand.
Symbool knippert rood en
er klinkt een geluidssig-
naal: dringende waar-
schuwing.
Rem af en wijk indien
nodig uit.
Vroegtijdige
waarschuwing
Dringende waarschuwing met
remfunctie
Reminterventie
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 197 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
198
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
De signalering van objecten is
mogelijk beperkt.
Houd rekening
met de grenzen v an het detectiebe-
reik en de functionele beperkingen.
Het detectievermogen van het sys-
teem is beperkt.
Alleen objecten die door het sys-
teem zijn gesignaleerd, worden in
aanmerking genomen.
Daarom reageert het systeem
mogelijk niet of re ageert het ver-
traagd.
Het is mogelijk d at de onder-
staande zaken niet worden gesig-
naleerd, bijvoorbeeld:
Bij het met hoge snelheid nade-
ren van een langzaam rijdend
voertuig.
Voertuigen die u plotseling snij-
den of die sterk afremmen.
Voertuigen met een ongebruike-
lijk uitziende achterzijde.
Tweewielers die v oor u rijden.
Bij snelheden bov en ongeveer 250
km/h wordt h et systeem tijdelijk uit-
geschakeld. Zodra de snelheid
weer onder deze waarde komt, rea-
geert het systeem weer overeen-
komstig de instellingen.
Het systeem werkt in de volgende
situaties mogelijk n iet optimaal, bij-
voorbeeld:
In dichte mist , onder natte
omstandigheden of bij sneeuw.
In scherpe bochten.
Wanneer rijstabiliteitsregelsyste-
men zijn beperkt of uitgescha-
keld, bijvoorbeeld VSC OFF.
Als het gezichtsveld van de
camera of de voorruit vóór de
binnenspiegel vuil of afgedekt is.
Als de camera oververhit is
geraakt als gevo lg van extreem
hoge temperaturen en tijdelijk is
gedeactiveerd.
Afhankelijk van de uitvoering: als
de radarsensoren vuil of afge-
dekt zijn.
Maximaal 10 s na het starten van
de motor met behulp van de
startknop.
Beperkingen van het
systeem
Veiligheidsaanwijzing
WAARSCHUWING
Door werkingslimieten van het sys-
teem kan het voorkomen dat het sys-
teem helemaal niet, te laat, onjuist of
ten onrechte reageert. Er bestaat een
kans op ongevallen en schade.
Houd rekening met de informatie over
de beperkingen van het systeem en
grijp indien nodig actief in.
Detectiegebied
Maximale snelheidslimiet
Functionele beperkingen
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 198 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
199
3
Handleiding Supra 3-1. BEDIENING
BEDIENING
Tijdens het kalibratieproces van
de camera direct na aflevering
van de auto.
Bij langdurige verblinding door
tegenlicht, bijvoorbeeld wanneer
de zon laag aan de hemel staat.
Des te gevoeliger de waarschuwin-
gen (bijvoorbeeld waarschuwings-
tijd) zijn ingesteld, des te meer
waarschuwingen er worden weer-
gegeven. Hierdoor worden er
mogelijk meer voortijdige of onge-
rechtvaardigde waarschuwingen en
reacties gegeven.
Het systeem kan ongevallen met
voetgangers en fietsers helpen
voorkomen. Als een ongeval niet
kan worden vermeden, helpt het
systeem de snelheid van de aanrij-
ding te verlagen.
Het systeem waar schuwt voor het
mogelijke risico op een aanrijding in
stadsverkeer en remt indien nodig
automatisch.
Bij snelheden boven ongeveer 5
km/h waarschuwt het systeem voor
het mogelijke risi co op een aanrij-
ding met een voetganger of fietser.
Er wordt rekening gehouden met voetgangers en f
ietsers wanneer
deze binnen het detectiebereik van
het systeem word en gesignaleerd.
Het systeem wordt geregeld door
de volgende sensor en, afhankelijk
van de uitrusting:
Camera in het gebied van de
binnenspiegel.
Radarsensor in de voorbumper.
De detectiezone vóór de auto
bestaat uit twee delen:
Centrale zone, pijl 1, direct vóór
de auto.
Uitgebreide zone, pijl 2, rechts
en links van het centrale gebied.
Er bestaat een risico op een aanrij-
ding wanneer personen zich in de
centrale zone bevinden. Er wordt
alleen een waarschuwing gegeven
voor personen in de uitgebreide
zone wanneer deze zich in de rich-
ting van de centrale zone bewegen.
Gevoeligheid van de
waarschuwingen
Waarschuwing persoon met
functie voor licht afremmen
in de stad
Principe
Algemeen
Detectiegebied
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190
3.book Page 199 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM
200
Handleiding Supra3-1. BEDIENING
De camera bevindt zich aan de voor-
zijde van de binnenspiegel.
Houd de voorruit schoon en onafge-
dekt in het gedeelte voor de binnen-
spiegel.
De radarsensor bevindt zich in het
onderste deel van de voorbumper.
Veiligheidsaanwijzingen
WAARSCHUWING
Het systeem ontslaa
t u niet van uw
persoonlijke verantwoordelijkheid om
de zichtbaarheid en verkeerssituatie
goed in te schatten. Er bestaat een
kans op ongevallen. Pas uw rijstijl aan
de omstandigheden op de weg aan.
Houd de verkeerssit uatie in de gaten
en grijp in als de si tuatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Weergaven en waarschuwingen ont-
slaan u niet van uw verantwoordelijk-
heid om veilig te rijden.
Systeembeperkingen kunnen beteke-
nen dat waarschuwingen of reacties
van het systeem niet of te laat worden
gegeven, onjuist worden gegeven of
zonder rechtvaardiging worden gege-
ven. Er bestaat een kans op ongeval-
len. Pas uw rijstijl aan de
omstandigheden op de weg aan.
Houd de verkeerssit uatie in de gaten
en grijp in als de si tuatie dit vereist.
WAARSCHUWING
Als gevolg van systeembeperkingen
werken individuele functies mogelijk
niet correct bij het starten door aans-
lepen/slepen terwijl de Toyota Supra
Safety-systemen zijn ingeschakeld.
Er bestaat een kans op ongevallen.
Schakel voor het starten door aansle-
pen/slepen alle Toyota Supra
Safety-systemen uit.
Overzicht
Toets in de auto
Toyota Supra Safety
Camera
Met radarsensor
Supra_OM_Europe_OM99T05E_1_190 3.book Page 200 Wednesday, March 6, 2019 3:49 PM