387
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
De Parking Support Brake kan wor-
den ingeschakeld/uitgeschakeld via
het scherm van het multi-informa-
tiedisplay. Alle functies van de Par-
king Support Brake (voor stilstaande
objecten en voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) worden gelijktijdig
ingeschakeld/uitgeschakeld.
(
→Blz. 149)
Wanneer de Parking Support Brake wordt
uitgeschakeld, gaat het controlelampje
PKSB OFF ( →Blz. 129) op het multi-infor-
matiedisplay branden.
Als u het systeem weer wilt inschakelen,
selecteer dan op het multi-informatie-
display, selecteer en zet het vervol-
gens aan.
Wanneer het systeem is uitgeschakeld,
blijft het uitgeschakeld, zelfs als het con-
tact AAN wordt gezet nadat dit UIT was
gezet.
Als de begrenzingsregeling van het
hybridesysteem of de remregeling in
werking is, klinkt een zoemer en
wordt een melding weergegeven op
het multi-informatiedisplay, het
scherm van het navigatiesysteem
(indien aanwezig) of het scherm van
het multimediasysteem, om de
bestuurder te waarschuwen.
Afhankelijk van de situatie werkt de
begrenzingsregeling van het hybridesys-
teem om hetzij de acceleratie te begren-
zen hetzij het vermogen zo veel mogelijk
te beperken.
De begrenzingsregeling van het
hybridesysteem is in werking
(begrenzing acceleratie)
Het systeem begrenst sneller accelereren
dan een bepaalde waarde.
Scherm navigatiesysteem (indien aanwe-
zig) of multimediasysteem (indien aanwe-
zig): Geen waarschuwing weergegeven
Multi-informatiedisplay: “Object Detected
Acceleration Reduced” (Object gesigna-
leerd, acceleratie begrensd)
Controlelampje PKSB OFF: Brandt niet
Zoemer: Klinkt niet
De begrenzingsregeling van het
hybridesysteem is in werking (ver-
mogen zo veel mogelijk beperkt)
Het systeem heeft bepaald dat er harder
moet worden geremd dan normaal.
Scherm navigatiesysteem (indien aanwe-
zig) of multimediasysteem (indien aanwe-
zig): “BRAKE!” (Remmen!)
OPMERKING
■Wanneer “PKSB Unavailable”
(PKSB niet beschik baar) op het
multi-informatiedisplay wordt
weergegeven en het controle-
lampje PKSB OFF knippert
Als deze melding direct nadat het con-
tact AAN is gezet wordt weergegeven,
bedien de auto dan voorzichtig en let
daarbij goed op de omgeving. Het is
wellicht nodig om een bepaalde tijd met
de auto te rijden voordat het systeem
weer normaal werkt. (Als het systeem
nog niet normaal werkt nadat een
poosje met de auto gereden is, reinig
dan de sensoren en hun omgeving op
de bumpers.)
Inschakelen/uitschakelen
van de Parking Support
Brake
Weergave en zoemer voor
begrenzingsregeling
hybridesysteem en
remregeling
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 387 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
389
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Vermogen hybridesysteem
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling hybridesys-
teem wordt geactiveerd (het sys-
teem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object groot is)
Afbeelding 3: Wanneer de begren-
zingsregeling voor het hybridesys-
teem en de remregeling in werking
zijn
Vermogen hybridesysteem
Remkracht
Tijd
Begrenzingsregeling hybridesys-
teem wordt geactiveerd (het sys-
teem bepaalt dat de kans op een
aanrijding met een gesignaleerd
object groot is) Remregeling wordt geactiveerd
(het systeem bepaalt dat de kans
op een aanrijding met een gesig-
naleerd object zeer groot is)
■Als de Parking Support Brake in wer-
king is getreden
Als de auto is stilgezet door de werking
van de Parking Support Brake, wordt de
Parking Support Brake uitgeschakeld en
gaat het controlelampje PKSB OFF bran-
den. Als de Parking Support Brake onno-
dig in werking treedt, kan de remregeling
worden geannuleerd door het rempedaal
in te trappen of door ongeveer 2 seconden
te wachten totdat deze automatisch wordt
geannuleerd. Vervolgens kunt u verder rij-
den door het gaspedaal in te trappen.
■Opnieuw inschakelen van de Parking
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uit-
geschakeld door de werking ervan, kunt u
zelf het systeem weer inschakelen
(→ Blz. 387) of het contact UIT en vervol-
gens weer AAN zetten. Het systeem wordt
automatisch weer ingeschakeld als het
obstakel zich niet langer in de rijrichting
van de auto bevindt of als de auto van rij-
richting verandert (bijvoorbeeld achteruit in
plaats van vooruit of andersom).
■Wanneer “PKSB Unavailable” (PKSB
niet beschikbaar) op het multi-infor-
matiedisplay wordt weergegeven en
het controlelampje PKSB OFF knip-
pert
Als de auto is stilgezet door de werking
van de Parking Support Brake, wordt de
Parking Support Brake uitgeschakeld en
gaat het controlelampje PKSB OFF bran-
den.
●Als gelijktijdig “Parking Assist Unavaila-
ble Clean Parking Assist Sensor” (Par-
king Assist niet beschikbaar, reinig
Parking Assist-sensor) wordt weergege-
ven, is een van de sensoren mogelijk
bedekt met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of
vuil. Verwijder dit in dat geval van de
sensor om te zorgen dat het systeem
weer normaal werkt. Laat de auto nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
A
B
C
D
A
B
C
D
E
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 389 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
3904-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als deze melding ook na het
verwijderen van het vuil van de sensor
wordt weergegeven of wordt weergege-
ven wanneer de sensor helemaal niet
vuil was.
●Mogelijk is een van de sensoren bevro-
ren. Zodra het ijs smelt, zal het systeem
weer normaal werken.
●Er kan continu water over de sensor
stromen, zoals bij zware regenval. Als
het systeem signaleert dat de toestand
weer normaal is, z al het systeem weer
normaal werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen
en weer aansluiten van een accuklem
niet geïnitialiseerd. Initialiseer het sys-
teem. ( →Blz. 390)
Als deze melding na de initialisatie nog
steeds wordt weergegeven, laat de auto
dan controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd.
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of
hoger.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 390 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
391
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
Deze functie werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wann
eer in de rij-
richting van de auto een object wordt gesignaleerd.
■Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laa t inge-
trapt
Parking Suppor t Brake-functie (voor stilstaande
objecten)*
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaler en in de
rijrichting van de auto en het systeem oordeelt dat zich een aanrijding
voor kan doen doordat de auto plotseling naar voren beweegt doo rdat
het gaspedaal per ongeluk wordt ingetrapt, wanneer de auto de v er-
keerde kant op rijdt doordat de verkeerde schakelstand wordt ge selec-
teerd of tijdens het parkeren of het rijden met een lage snelheid, werkt
het systeem om de gevolgen van een aanrijding met het gesignaleerde
stilstaande object zo veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 391 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
3924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Wanneer het gaspedaal diep wordt ingetrapt
■Wanneer de auto de verkeerde kan t op rijdt doordat de verkeerde scha-
kelstand is geselecteerd
→ Blz. 378
Soorten sensorenWAARSCHUWING
■Om ervoor te zorgen dat de Par-
king Support B rake goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len met betrekking tot de sensoren in
acht ( →Blz. 378). Het niet in acht
nemen van de voorschriften kan er toe
leiden dat een sensor niet goed werkt,
waardoor een ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de senso-
ren niet.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 392 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
393
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Voorwaarden voor werking van de
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten)
De functie werkt als het controlelampje
PKSB OFF niet brandt of knippert
(→ Blz. 128, 129) en aan alle onder-
staande voorwaarden wordt voldaan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingescha- keld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
WAARSCHUWING
●Vervang een defecte sensor uitslui-
tend door een originele sensor.
●Stel een sensor en zijn omgeving niet
bloot aan krachtige schokken.
●Beschadig de sensoren niet en houd
ze altijd schoon.
●Wanneer het gebied rondom een
radarsensor wordt blootgesteld aan
een krachtige schok, werkt het sys-
teem mogelijk niet goed meer doordat
de sensor niet goed meer werkt. Laat
de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
■Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen
in de wagenhoogte of de hellingshoek
van de auto ervoor kunnen zorgen dat
de sensoren objecten niet juist signale-
ren, dat het systeem niet werkt of dat
het systeem onnodig werkt.
■Als de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
onnodig wordt geactiveerd, bij-
voorbeeld op een spoorwegover-
gang
Als de Parking Support Brake-functie
(voor stilstaande objecten) onnodig in
werking treedt op een spoorwegover-
gang e.d., wordt de remregeling na
ongeveer 2 seconden uitgeschakeld,
zodat u verder kunt rijden en de plek
kunt verlaten. De remregeling kan ook
worden geannuleerd door het rempe-
daal in te trappen. Wanneer u het gas-
pedaal intrapt nadat de remregeling is
geannuleerd, kunt u weer verder rijden
en de plek verlaten.
■Opmerkingen bij het wassen van
de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met
een hogedrukreiniger niet recht-
streeks op de sensoren, omdat dit er
toe kan leiden dat een sensor niet
meer goed werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met
stoom de stoom niet rechtstreeks op
de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed
werkt.
■Wanneer moet de Parking Support
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de
Parking Support Brake uit, omdat het
systeem anders mogelijk zelfs werkt als
er geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een
rollenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip,
vrachtwagen of ander transportmiddel
wordt geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of
als er een andere maat banden dan
voorgeschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog
of omlaag staat door de belading van
de auto
●Als er uitrusting die een sensor kan
hinderen, zoals een sleepoog, bum-
perbeschermer (een extra bescherm-
strip, enz.), fietsendrager of
sneeuwploeg, is geplaatst
●Bij het wassen van de auto in een
wasstraat
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 393 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
3944-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Er bevindt zich een stilstaand object in de rijrichting van de auto, op een
afstand van 2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er harder dan normaal moet worden
geremd om een aanrijding te voorko-
men.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybri- desysteem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er onmiddellijk moet worden geremd om
een aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor h et stoppen van
de werking van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
De werking van de functie stopt als aan
één van de volgende voorwaarden wordt
voldaan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding voorkomen kan worden met normaal
remmen.
• Het statische object bevindt zich niet langer op een afstand van 2 tot 4 m van
de auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken nadat de auto door de remregeling tot
stilstand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de auto tot stilstand is gebracht door de
remregeling.
• Het statische object bevindt zich niet langer op een afstand van 2 tot 4 m van
de auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Sup-
port Brake-functie (voor stilstaande
objecten)
Het detectiebereik van de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten)
verschilt van dat van de Toyota Parking
Assist-sensor. ( →Blz. 382) Daardoor wordt
de Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) mogelijk niet geacti-
veerd, ook al signaleert de Toyota Parking
Assist-sensor een obstakel en wordt er
een waarschuwing gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de
Parking Support Brake-functie (voor
stilstaande objecten) worden gesig-
naleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren
bepaalde objecten niet signaleren, zoals
de volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw en andere materialen
die ultrasoongolven slecht weerkaatsen
●Objecten die niet loodrecht op de grond
staan, objecten die niet in een rechte
hoek ten opzichte van de rijrichting van
de auto staan en ongelijkmatige of gol-
vende objecten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken,
touwen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste
deel uitsteekt in de richting van uw auto
■Zoemer Toyota Parking Assist-sen-
sor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota
Parking Assist-sensor is ingeschakeld of
niet ( →Blz. 379), de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objecten) is
ingeschakeld ( →Blz. 387) en de sensoren
voor of achter een object signaleren en de
remregeling en de begrenzingsregeling
van het hybridesysteem worden uitge-
voerd, klinkt de zoemer van het Toyota
Parking Assist Sensor-systeem om de
geschatte afstand tot het object aan te
geven.
■Omstandigheden w aaronder de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) mogelijk werkt,
zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is
Onder sommige omstandigheden, zoals
de onderstaande, werkt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk zelfs als er geen kans op een
aanrijding is.
●Omgeving van de auto
• Wanneer op een smalle weg wordt gere-
den
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 394 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
395
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
• Wanneer op een grindweg of in een
omgeving met hoog gras wordt gereden
• Wanneer richting een spandoek of vlag, een laaghangende tak of een slagboom
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegover-
gangen, tolpoortjes en parkeerplaatsen)
wordt gereden
• Als er een constructie aan de rand van
de weg aanwezig is (zoals bij het rijden
in een smalle tunnel, over een smalle
brug of op een smalle weg)
• Bij fileparkeren
• Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdekking (rooster) rijdt, zoals gebruikt
boven afvoergoten
• Bij het omhoog of omlaag rijden op een steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
• Bij transport op schepen of trucks
• In een wasstraat met een bewegende wasinstallatie
• In een parkeergarage met autolift of par-
keerplaatsen met meerdere verdiepin-
gen
• In een ondergrondse parkeergarage
• Bij constructies op de grond (verkeers- drempels, kattenogen, enz.)
• Bij hoogteverschillen
• Bij het rechtuitrijden of een bocht naar rechts
• Bij leidingen voor het smelten van
sneeuw • Bij apparaten voor het detecteren van
voertuigen, zoals verkeerslichten, appa-
raten voor het signaleren van verkeers-
opstoppingen of apparaten voor het
signaleren van lege parkeerplekken op
parkeerterreinen
• Bij spoorlijnen
• Bij H-vormige stalen balken
• Als er aan beide zijden auto's staan of als er een auto aanwezig is die lijkt op
deze auto
●Weer
• Als een sensor is bedekt met bijvoor- beeld ijs, sneeuw of vuil (nadat de sen-
sor is schoongemaakt, zal het systeem
weer normaal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water
op een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstan- digheden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw
of een zandstorm
• Bij sterke wind
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto
ultrasoongolven worden geproduceerd
door claxons, voertuigdetectiesystemen,
motorfietsmotoren, luchtremmen van
vrachtwagens, sonarsystemen van
andere auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onderdeel zoals een kentekenplaat met
achtergrondverlichting (met name fluo-
rescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne
in de buurt van een van de sensoren is
geplaatst
●Wijzigingen in de stand van de auto ten
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of omlaag staat door de belading van de
auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd door een aanrijding o.i.d.
■Situaties waarin de Parking Support
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onder-
staande, werkt deze functie mogelijk niet
goed.
●Weer
• Wanneer een sensor of de omgeving van een sensor zeer heet of koud is
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 395 Friday, March 22, 2019 11:40 AM