531
7
7-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Controlelampje (waarschuwingszoem er) Toyota Parking Assist-sensor
OFF
■Controlelampje PKSB OFF
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de Toyota
Parking Assist-sensor
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of he rsteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tij delijk niet beschikbaar is,
doordat een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bij-
voorbeeld ijs.
→ Volg de instructies di e worden weergegeven op
het multi-informatiedisplay. (→ Blz. 381, 537)
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het PKSB-
systeem (Parking Support Brake)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of he rsteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Dit geeft aan dat het systeem tij delijk niet beschikbaar is,
doordat een sensor mogelijk vuil is of is bedekt met bij-
voorbeeld ijs.
→ Volg de instructies di e worden weergegeven op
het multi-informatiedisplay. (→ Blz. 389, 537)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 531 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
5327-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Controlelampje (waarschuwingszoemer) RCTA OFF
■Controlelampje Traction Control
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(Knippert)
(indien aanwezig)
Wanneer er een zoemer klinkt:
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de RCTA
(Rear Crossing Traffic Alert)
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of he rsteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
Wanneer er geen zoemer klinkt:
Geeft aan dat de achterbumper rondom de radarsensor
vuil is, enz. ( →Blz. 372)
→ Volg de instructies di e worden weergegeven op
het multi-informatiedisplay. (→ Blz. 364, 537)
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
Geeft aan dat er een storing is in:
De VSC/Trailer Sway Control;
Het TRC-systeem;
De functie Trail-modus; of
De Hill Start Assist Control
→ Laat de auto onmiddellijk nakijken door een
erkende Toyota-dealer of he rsteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 532 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
535
7
7-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
*2: Waarschuwingszoemer achterpassagiersgordel (auto's met een mod elcode*3 die een
“X” als laatste letter heeft):
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de a chterpassagiers
eraan de veiligheidsgordel om te doen. De zoemer klinkt geduren de ongeveer 7
seconden met tussenpozen nadat de veiligheidsgordel is vast- en losgemaakt en de
rijsnelheid 20 km/h wordt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastgemaakt,
laat de zoemer gedurende 60 seconden een ander geluid horen.
*3: De modelcode staat vermeld op het typeplaatje. ( →Blz. 577)
■Waarschuwingslampje lage bandenspanning
■Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een luidruchtige omgeving of
wanneer het volume van de audio hoog staat.
■Detectiesensor voorpa ssagier, controlelampje veiligheidsgordel en waarschu-
wingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor het contro-
lelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer laten klinken, ook al zit er nie-
mand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet goed,
waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■Als het motorcontrolelampje tijdens
het rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als
de brandstoftank volledig leeg raakt. Vul
de brandstoftank onmiddellijk als deze
leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na
enkele ritten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige als het
motorcontrolelampje niet uitgaat.■Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is
of tijdelijk daalt, kan het waarschuwings-
lampje van de elektrische stuurbekrachti-
ging gaan branden en kan er een
waarschuwingszoemer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de banden om
na te gaan of er een band lek is.
WaarschuwingslampjeDetails/handelingen
(indien aanwezig)
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1
minuut geknipperd heeft:
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
→ Laat het systeem nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
Natuurlijke oorzaken
Lekke band
→ Breng de auto zo snel mogelijk op een veilige
plaats tot stilstand.
Oplossing ( →Blz. 535)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 535 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
5367-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Als een band lek is: →Blz. 540, 552
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN.
Controleer of het waarschuwingslampje
lage bandenspanning gaat branden of
knipperen.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1
minuut knippert en vervolgens blijft
branden
Er kan een storing aanwezig zijn in het
bandenspanningswaarschuwingssys-
teem. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
1 Controleer de bandenspanning voor
iedere band nadat de banden vol-
doende zijn afgekoeld en breng de
banden op de voorgeschreven span-
ning.
2 Als het waarschuwingslampje zelfs na
enkele minuten niet uitgaat, controleer
dan of de bandenspanning voor iedere
band in orde is en voer de initialisatie
uit. ( →Blz. 485)
■Het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat mogelijk branden
door een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door een
natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijde-
lijke spanningsverlies dat op den duur
optreedt of een veranderde bandenspan-
ning die veroorzaakt wordt door tempera-
tuurveranderingen. In dat geval zal het
waarschuwingslampje na een paar minu-
ten uitgaan als de banden weer op de
juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door
een compact reservew iel (auto's met
compact reservewiel en bandenspan-
ningswaarschu wingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zen-
der. Bij een lekke band zal het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning niet
uitgaan, ook al is het wiel met de lekke
band vervangen door het reservewiel. Ver- vang het reservewiel door het standaard-
wiel en breng de band op de juiste
spanning. Het waarschuwingslampje lage
bandenspanning zal na een paar minuten
uitgaan.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt
→ Blz. 477
WAARSCHUWING
■Als er een waar schuwingslampje
gaat branden o f een waarschu-
wingszoemer klinkt wanneer een
waarschuwingsmelding wordt
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay
*
Controleer de melding die wordt weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay
en volg deze op.
Het niet in acht nemen van de voor-
zorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
*: Het waarschuwingslampje gaat rood
of geel branden en de waarschu-
wingszoemer piept één keer of klinkt
continu.
■Als het waarschuwingslampje elek-
trische stuurbekrachtiging gaat
branden
Als het lampje geel gaat branden, wordt
de stuurbekrachtiging beperkt. Als het
lampje rood gaat branden, werkt de
stuurbekrachtiging niet meer en gaat
het draaien van het stuurwiel zeer
zwaar.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan
gebruikelijk, houd het dan stevig vast en
oefen meer kracht uit.
■Als het waarschuwingslampje lage
bandenspanning gaat branden
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht. Als u dat niet doet, kunt u de
macht over het stuur verliezen, waar-
door ernstig letsel kan ontstaan.
●Zet de auto zo snel mogelijk stil op
een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 536 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
549
7
7-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
23Plaats het ontluchtingsdopje op
het uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet wordt
geplaatst, ontsnapt er mogelijk bandenre-
paratievloeistof en kan de auto vuil wor-
den.
24Berg de fles, terwijl deze aan de
compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
25 Voorkom plotseling remmen, plot-
seling accelereren en scherpe
bochten. Rijd voorzichtig met een
snelheid van maximaal 80 km/h
naar de dichtstbijzijnde erkende
Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige die zich binnen een
afstand van 100 km bevindt voor
het repareren of vervangen van
de band.
Neem voor de reparatie van een band of
afvoer van de bandenreparatieset contact
op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Laat wanneer u de band laat repareren of
vervangen, de erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige weten dat er bandenrepara-
tievloeistof is ingespoten.
■Als de band te hard is opgepompt
1 Neem de slang los van het ventiel.
2 Plaats het dopje op het uiteinde van de
slang en duw het uitstekende gedeelte
van het dopje in het ventiel van de
band om wat lucht te laten ontsnap-
pen.
3 Neem de slang los van het ventiel, ver-
wijder het dopje van de slang en sluit
dan de slang weer aan.
4 Zet de compressor aan, wacht enkele
seconden en zet de compressor weer
uit. Controleer of de bandenspannings-
meter de voorgeschreven spanning
aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de span-
ning onder de voorgeschreven waarde ligt
en vul de band tot de juiste spanning is
bereikt.
■Nadat een band is gerepareerd met
de bandenreparatieset
●Vervang de bandenspanningssensor en
-zender.
●Zelfs als de bandenspanning op het
voorgeschreven niveau ligt, gaat moge-
lijk het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning branden/knipperen.
■Aanwijzing voor het controleren van
de bandenreparatieset
Controleer regelmatig de uiterste houd-
baarheidsdatum van de bandenreparatie-
vloeistof. De uiterste houdbaarheidsdatum
staat vermeld op de fles. Gebruik de ban-
denreparatievloeistof niet wanneer de
uiterste houdbaarheidsdatum is verstre-
ken. Anders worden reparaties met de
bandenreparatieset mogelijk niet goed uit-
gevoerd.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 549 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
551
7
7-2. Stappen die genomen moe
ten worden in noodgevallen
Bij problemen
OPMERKING
■Een noodreparatie uitvoeren
●Een band mag alleen met de banden-
reparatieset worden gerepareerd
indien de beschadiging is veroorzaakt
door perforatie van het loopvlak door
een scherp voorwerp, zoals een spij-
ker of een schroef.
Verwijder de spijker of de schroef niet
uit de band. Door het verwijderen van
de spijker of de schroef kan het gat
groter worden waardoor de band niet
meer tijdelijk gerepareerd kan wor-
den.
●De reparatieset is niet waterbesten-
dig. Zorg dat de bandenreparatieset
niet in aanraking komt met water, bij-
voorbeeld bij gebruik tijdens regen.
●Zet de bandenreparatieset niet op
een stoffige ondergrond, zoals in het
zand of in de berm. Als de reparatie-
set stof e.d. opzuigt, kunnen er storin-
gen optreden.
●Plaats de bandenreparatieset verti-
caal. De bandenreparatieset werkt
anders niet.
■Voorzorgsmaatregelen voor de
bandenreparatieset
●De reparatieset heeft als voeding
12V-gelijkstroom nodig. Sluit de repa-
ratieset niet aan op andere voedings-
bronnen.
●Als er brandstofdruppels op de repa-
ratieset terechtkomen, kan de set
beschadigd raken. Zorg dat de set
niet met brandstof in aanraking kan
komen.
●Berg de reparatieset op, zodat de set
beschermd is tegen vuil en vocht.
●Berg de reparatieset op in de bagage-
ruimte, buiten bereik van kinderen.
●Demonteer de reparatieset niet en
breng geen wijzigingen aan. Stel
onderdelen als de bandenspannings-
meter niet bloot aan schokken. Hier-
door kunnen storingen optreden.
■Voorkomen van schade aan de
bandenspanning ssensoren en -
zenders
Als een band is gerepareerd met ban-
denreparatievloeistof, werken de ban-
denspanningssensor en -zender
mogelijk niet goed. Neem wanneer ban-
denreparatievloeistof is gebruikt zo snel
mogelijk contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige. Ver-
vang na het gebruik van
bandenreparatievloeistof de banden-
spanningssensor en -zender wanneer
de band wordt gerepareerd of vervan-
gen. ( →Blz. 477)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 551 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
5587-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Het compacte reservewiel (indien
aanwezig)
●Op de band van het compacte reserve-
wiel staat aan de zijkant de aanduiding
TEMPORARY USE ONLY (alleen voor
tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel
alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
●Controleer de bandenspanning van het
compacte reservewiel. (→Blz. 583)
■Gebruik van het compacte reserve-
wiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor en -zen-
der, waardoor een te lage bandenspan-
ning hiervan niet wordt aangegeven door
het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem. Verder zal, als u het compacte
reservewiel monteert nadat het waarschu-
wingslampje voor een lage bandenspan-
ning is gaan branden, dit lampje blijven
branden.
■Als het compacte reservewiel (indien
aanwezig) is gemonteerd
De auto ligt lager op de weg als het com-
pacte reservewiel is gemonteerd dan wan-
neer er gereden wordt met de
standaardbanden.
■Als uw auto een lekke voorband krijgt
op een weg die bedekt is met sneeuw
of ijs (auto's met een compact reser-
vewiel)
Vervang een van de achterwielen van de
auto door het compacte reservewiel. Voer
onderstaande stappen uit en monteer
sneeuwkettingen op de voorwielen:
1 Vervang het wiel links of rechts achter
door het compacte reservewiel.
2 Vervang het wiel met de lekke voor-
band door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
3 Monteer sneeuwkettingen op de voor-
wielen.
■Opbergen van de krik
Stel voor het opbergen van de krik de
hoogte van de krik af totdat deze overeen-
komt met de vorm van de krikhouder.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 558 Friday, March 22, 2019 11:40 AM
5607-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
WAARSCHUWING
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control met
volledig snelheidsbereik (indien aan-
wezig)
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem) (indien aanwezig)
•EPS
• LTA (Lane Tracing Assist) (indien aanwezig)
• Bandenspanningswaarschuwingssys- teem
• Automatic Hi gh Beam-systeem
(indien aanwezig)
• BSM (Blind Spot Monitor) (indien aan- wezig)
• Rear View Monitor-systeem (indien aanwezig)
• Panoramic View Monitor (indien aan- wezig)
• Toyota Parking Assist-monitor (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwezig)
■Snelheidsbeperking bij gebruik
van het compacte reservewiel
(indien aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een
compact reservewiel onder de auto is
gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ont-
worpen voor gebruik bij hoge snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze
voorzorgsmaatregel kan leiden tot een
ongeval en ernstig letsel.
■Na gebruik van gereedschap en
krik
Controleer voor het rijden of het gereed-
schap en de krik weer goed zijn opge-
borgen en bevestigd. Dit om te
voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard rem-
men letsel veroorzaakt.
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden
in het wegdek heen als het com-
pacte reservewiel onder de auto
gemonteerd is (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het
compacte reservewiel is gemonteerd
dan wanneer er gereden wordt met de
standaardbanden. Wees voorzichtig bij
het rijden over slechte wegen.
■Rijden met sneeuwkettingen en het
compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het
compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie
beschadigen en het rijgedrag in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■Bij het vervangen van banden
Neem voor het verwijderen en plaatsen
van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op
met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige, omdat de bandenspan-
ningssensoren en -zenders beschadigd
kunnen raken als er niet voorzichtig
mee wordt omgegaan.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D12E_(EE) .book Page 560 Friday, March 22, 2019 11:40 AM