Page 65 of 312

63
Plaats uw hand nooit onder de zitting om
de stoel omlaag of omhoog te klappen, uw
vingers kunnen bekneld raken.
Gebruik alleen de lus.
Controleer voor het uitvoeren van deze
handelingen of de bewegende onderdelen
en de vergrendelingen ongehinderd
kunnen functioneren.
Opgeklapte stand
In deze stand kunnen hoge voor werpen in de
cabine worden vervoerd.
Druk voor het terugplaatsen van de stoel op de
gele hendel onder de stoel en klap het geheel
neer tot de stoel op de vloer wordt vergrendeld. F
T
il de gele hendel aan de onderzijde van de
stoel op om het geheel te ontgrendelen en
omhoog te bewegen tot de opgeklapte stand
(zitting opgeklapt tegen de rugleuning) tot het
geheel wordt vergrendeld. Plaats uw hand nooit
onder de zitting om
de stoel omlaag of omhoog te klappen, uw
vingers kunnen bekneld raken.
Plaats uw hand op de voorzijde van de
zitting.
Controleer voor het uitvoeren van deze
handelingen of de bewegende onderdelen
en de vergrendelingen ongehinderd
kunnen functioneren.
Achterbank
Om veiligheidsredenen mogen de stoelen
alleen worden versteld als de auto
stilstaat.
Neerklappen van de rugleuningen
Eerste handelingen:
F z et de hoofdsteunen omlaag,
F
s
chuif indien nodig de voorstoelen naar
voren,
F
z
org er voor dat de rugleuningen
ongehinderd kunnen worden neergeklapt
(verwijder kleding, bagage enz.),
F
c
ontroleer of de veiligheidsgordels goed
tegen de rugleuning zijn geplaatst. Bij het neerklappen van de rugleuning
gaat de desbetreffende zitting iets omlaag.
Wanneer de rugleuning is ontgrendeld,
is de rode indicator zichtbaar in de
handgreep van de buitenste zitplaatsen.
F
K
antel handgreep 1 voor het ontgrendelen
van de rugleuning.
F
B
eweeg de rugleuning naar voren tot hij plat
ligt.
3
Ergonomie en comfort
Page 66 of 312

64
Terugplaatsen van de
rugleuningen
Controleer eerst of de buitenste
veiligheidsgordels goed verticaal langs de
vergrendelingsogen van de rugleuningen
zijn geplaatst.
F
Z
et de rugleuning rechtop en druk hem
stevig aan zodat hij wordt vergrendeld.
F
C
ontroleer of de rode indicator van
handgreep 1 niet meer zichtbaar is.
F
C
ontroleer of de buitenste
veiligheidsgordels niet klem zijn komen
te zitten bij het terugplaatsen van de
rugleuning.
In hoogte verstellen van
de hoofdsteun
Voor de veiligheid zijn de pennen van de
hoofdsteun gekarteld om te voorkomen
dat de hoofdsteun zakt in het geval van
een aanrijding.
De hoofdsteun is correct afgesteld als
de bovenzijde van de hoofdsteun zich
ter hoogte van de bovenzijde van het
hoofd bevindt.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten zijn
geplaatst en correct zijn afgesteld.
Ga nooit rijden met passagiers op de
achterbank als de hoofdsteunen zijn
ver wijderd of niet in de hoge stand staan;
de hoofdsteunen moeten zijn geplaatst en
in de hoge stand staan.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
veiligheidsgordels .
F
I
n de hoge stand zetten: trek de hoofdsteun
zo ver mogelijk omhoog (tot hij vastklikt).
F
V
erwijderen: houd pal A ingedrukt en trek
de hoofdsteun omhoog.
F
A
anbrengen: steek om de hoofdsteun terug
te zetten de pennen van de hoofdsteun
recht in de openingen van de rugleuning tot
de hoofdsteun op zijn plaats blijft.
F
L
ager zetten: druk gelijktijdig op pal A en op
de hoofdsteun.
Interieurvoorzieningen
Matten
Plaatsen
Gebruik, wanneer u een nieuwe mat
bevestigt aan bestuurderszijde, uitsluitend de
bijgeleverde bevestigingen.
De overige matten worden gewoon op de
vloerbedekking gelegd.
Verwijderen
Ver wijderen van de mat aan de
bestuurderszijde:
F
z
et de stoel in de achterste stand,
F
m
aak de bevestigingen los,
F
v
erwijder vervolgens de mat.
Ergonomie en comfort
Page 67 of 312

65
Terugplaatsen
Terugplaatsen van de mat aan bestuurderszijde:
F l eg de mat goed op zijn plaats,
F druk de bevestigingen vast,
F c ontroleer of de mat goed vastzit.
Om te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
-
G
ebruik uitsluitend matten die op de
bevestigingen van de auto passen;
het gebruik van deze bevestigingen is
verplicht.
-
L
eg nooit meerdere matten op elkaar.
Bij gebruik van niet door PEUGEOT
goedgekeurde matten kunnen de
bediening van de pedalen en de werking
van de snelheidsregelaar/-begrenzer
worden gehinderd.
De door PEUGEOT goedgekeurde matten
zijn voorzien van twee bevestigingen
onder de stoel.
Opbergvak boven de voorruit
Dit vak bevindt zich boven de zonnekleppen
en is geschikt om diverse voor werpen in op te
bergen.
12V-aansluiting(en)
(afhankelijk van de uitvoering)
F
T
il, wanneer u een 12V-accessoire
(maximaal vermogen: 120 W) wilt
aansluiten, het kapje op en sluit een
geschikte adapter aan.
Houd rekening met het maximale
vermogen van de aansluiting (anders kans
op beschadiging van uw apparaat).
Het aansluiten van elektrische apparatuur
die niet door PEUGEOT is goedgekeurd,
zoals een lader met USB-aansluitingen,
kan leiden tot storingen in de werking
van de elektrische componenten van de
auto, zoals een slechte radio-ontvangst of
storingen in de weergave van de displays.
USB-aansluiting(en)
(afhankelijk van de uitvoering)
De aansluitingen zijn bedoeld voor het
aansluiten van draagbare apparatuur, zoals
een digitale audiospeler van het type iPod
® om
het apparaat op te laden.
Via deze aansluitingen kunt u ook
audiobestanden afspelen via de luidsprekers
van de auto.
Deze bestanden kunnen worden beheerd met
de toetsen op het stuur wiel of het touchscreen.
3
Ergonomie en comfort
Page 68 of 312

66
AC 220V
50Hz120W
220V/50Hz-aansluiting
220V/50Hz-aansluiting (max. vermogen:
120
W) aangebracht op de zijkant van het
middelste opbergvak.
Deze aansluiting werkt als de motor draait,
maar ook in de STOP-stand bij auto's met een
Stop & Start-systeem.
F
V
erwijder het deksel.
F
C
ontroleer of het groene lampje brandt.
F
S
luit uw elektrische apparaat (telefoonlader,
laptop, CD/DVD-speler, flessenwarmer
enz.) aan.
Tijdens het gebruik van de USB-
aansluiting wordt de draagbare apparatuur
automatisch opgeladen.
Er wordt een melding weergegeven als
het stroomverbruik van de draagbare
apparatuur hoger is dan de door de auto
geleverde stroomsterkte.
Raadpleeg voor meer informatie over het
gebruik van deze voorziening de rubriek
Audio en telematica
.
De aansluitingen kunnen ook worden
gebruikt om een smartphone via
MirrorLink
TM, Android Auto® of
CarPlay® te verbinden, zodat u
bepaalde apps van uw smartphone
via het touchscreen kunt gebruiken.
Bij een storing in de aansluiting gaat het groene
lampje knipperen.
Laat het systeem controleren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Sluit hoogstens één apparaat op de aansluiting
aan (verlengsnoeren of dubbelstekkers niet
toegestaan).
Sluit alleen apparaten aan die voldoen aan
isolatieklasse II (op het apparaat aangegeven).
Gebruik geen apparaten met een metalen
behuizing (zoals een elektrisch scheerapparaat).
Om veiligheidsredenen wordt de stroomtoevoer
naar deze aansluiting bij overbelasting
automatisch onderbroken; dit gebeurt ook als er
andere omstandigheden zijn die daar aanleiding
toe geven (bijzondere weersomstandigheden,
zware belasting van de elektrische installatie van
de auto enz.). Het groene lampje gaat dan uit.
Draadloze smartphonelader
Met dit systeem kan externe apparatuur, zoals
een smartphone, door middel van magnetische
inductie draadloos worden opgeladen. Het
systeem voldoet aan de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel
zijn met de Qi-norm of moet zijn voorzien van
een compatibele hoes of houder.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het
symbool Qi.
Om de beste resultaten te bereiken, moet u de
kabel van de fabrikant gebruiken of een kabel
die door de fabrikant is goedgekeurd.
Deze apps kunnen worden beheerd met
de toetsen op het stuur wiel of van het
audiosysteem.
Ergonomie en comfort
Page 69 of 312

67
Laden
F Zorg er voor dat het laadgedeelte vrij is.
F P laats een apparaat in het midden van het
laadgedeelte.
Het systeem kan niet meerdere apparaten
tegelijkertijd opladen.
F
Z
odra het apparaat wordt gedetecteerd,
gaat het lampje van de lader groen branden.
F
D
e batterij van het apparaat wordt dan
opgeladen.
F
Z
odra de batterij volledig opgeladen is, gaat
het lampje van de lader uit. Zorg dat er geen metalen voor werpen
(munten, sleutels, afstandsbediening van
de auto enz.) in het laadgedeelte liggen
tijdens het opladen van een apparaat –
kans op over verhitting of onderbreking
van het opladen!Controle van de werking
De status van het lampje geeft de werking van
de lader aan.
Status van het
lampje Betekenis
Uit Motor afgezet.
Geen compatibel apparaat
gedetecteerd.
Opladen voltooid.
Brandt
permanent,
groen Detectie van een
compatibel apparaat.
Opladen bezig.
Knippert oranje
Detectie van een vreemd
voorwerp op het laadgedeelte.
Apparaat niet goed
gecentreerd op het
laadgedeelte.
Laadschot
Als het lampje oranje brandt:
- v er wijder het apparaat en plaats
het opnieuw in het midden van het
laadgedeelte.
of
-
v
er wijder het apparaat en probeer het een
kwartier later nog eens.
Als het probleem blijft bestaan, neem dan
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Werking
De lader werkt als de motor draait en in de
STOP-stand van het Stop & Start-systeem.
Het opladen wordt aangestuurd door de
smartphone.
Bij uitvoeringen met Keyless entry and start
kan de werking van de lader tijdelijk worden
onderbroken bij het openen van een portier of
bij het afzetten van het contact. Brandt
permanent,
oranje
Storing van de
laadindicator van het
apparaat.
Temperatuur van de
batterij van het apparaat
te hoog.
Storing van de lader.
3
Ergonomie en comfort
Page 70 of 312

68
Het schot achter de voorstoelen beschermt
de bestuurder en voorpassagiers tegen
schuivende lading.
Een scheidingswand met of zonder ruit scheidt
de laadruimte af van de cabine.Reinig tijdens het wassen van de auto het
interieur nooit met een tuinslang of een
hogedrukspuit.
SjorogenGebruik de sjorogen op de vloer achter in de
auto om uw lading vast te zetten.
Om veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de zwaarste lading zo dicht mogelijk
bij de cabine te plaatsen.
Om er voor te zorgen dat de lading niet kan
schuiven wordt aanbevolen deze stevig vast te
zetten met behulp van de sjorogen op de vloer.Reinig tijdens het wassen van de auto het
interieur nooit met een tuinslang of een
hogedrukspuit.
Aanbevelingen voor de
lading
Het gewicht van de lading moet
voldoen aan het maximaal toelaatbare
treingewicht.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie
over de motorspecificaties en
aanhangergewichten .
Als u gebruikmaakt van een
draagsysteem (allesdragers/imperiaal),
dient u de maximale belasting van
het desbetreffende systeem niet te
overschrijden.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de allesdragers/het
imperiaal .
Zorg er voor dat het formaat, de vorm en
het volume van de ver voerde lading in de
auto voldoen aan de Wegenverkeerswet
en dat de lading het zicht van de
bestuurder niet hindert.
Ergonomie en comfort
Page 71 of 312

69
Zet de lading stevig vast met de sjorogen
op de vloer van de laadruimte.
Raadpleeg de desbetreffende
rubrieken voor meer informatie over de
voorzieningen in het interieur en met
name over de sjorogen. Om het risico op letsel of een ongeluk
te beperken moet de lading stabiel
worden geplaatst, zodat deze niet
kan verschuiven, kantelen, vallen of
naar voren schieten. Gebruik hier voor
uitsluitend riemen die voldoen aan de
huidige normen (bijvoorbeeld DIN).
Volg de aanwijzingen van de fabrikant
voor meer informatie over het aanbrengen
van de riemen.
Er mag geen ruimte zijn tussen de
verschillende voorwerpen in de
laadruimte.
Indien er een risico op het schuiven van
de lading bestaat, mag er geen ruimte zijn
tussen de lading en de zijpanelen van de
auto.
Er kan naast de riemen ook gebruik
worden gemaakt van andere middelen om
de lading te stabiliseren (wiggen, stevige
houten blokken of opvulmateriaal).
Reinig tijdens het wassen van de auto het
interieur nooit met een tuinslang of een
hogedrukspuit.
Voor de Multi-Flex bank en
de dubbele cabine
Plaats geen scherpe of puntige
voor werpen in de beschermhoes om
beschadiging te voorkomen.Plaats geen voor werpen op het
dashboard.
Plaats geen korte of zware voor werpen in
de beschermhoes; gebruik indien mogelijk
de laadruimte.
De lading moet gelijkmatig worden
verdeeld over de laadruimte om het
rijgedrag van de auto zo min mogelijk te
beïnvloeden.
Plaats de lading in de buurt van de
zijpanelen of klem de lading indien
mogelijk tegen de zijpanelen tussen de
wielkasten.
Plaats zware voor werpen echter zo dicht
mogelijk bij de cabine, als voorzorg in het
geval van hard remmen.
Schakel de airbag vóór aan
passagierszijde uit tijdens
het vervoeren van lange
voorwerpen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het uitschakelen van
airbag vóór aan de passagierszijde .
Sjor geen voor werpen vast aan
de scheidingswand en hang geen
voorwerpen aan de scheidingswand.
Zorg er voor uw veiligheid voor dat kleine
voor werpen niet door de openingen van
ongeveer 3
cm tussen de scheidingswand
en de carrosserie van de auto schuiven.
3
Ergonomie en comfort
Page 72 of 312
70
Multi-Flex bankVerwijderen van de klep
F Houd de klep met één hand tegen en draai met uw andere hand aan de knop boven de
klep om hem los te maken.
F
L
aat de klep zakken om hem uit de
behuizing te halen. F
B
erg hem op achter de bestuurdersstoel en
draai de knop boven de klep omhoog om de
klep te vergrendelen.
Met tweezitsbank vóór en een uitneembaar
luik.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de tweezitsbank vóór
.
Een scheidingswand op de vloer achter de
voorstoelen beschermt de bestuurder en
voorpassagiers tegen schuivende lading.
Deze scheidingswand is voorzien van een
luik dat kan worden ver wijderd om lange
voorwerpen te vervoeren.
In de auto bevindt zich een beschermhoes voor
het veilig vervoeren van lange voorwerpen.
Ergonomie en comfort