29
Display instrumentenpaneel
Gebruik, als de auto stilstaat, de linker
rolknop op het stuur wiel of de toets " SET" op
het instrumentenpaneel om door de menu's te
navigeren voor het configureren van bepaalde
voertuiginstellingen.
Werking van de rolknop:
-
I
ndrukken: toegang tot het hoofdmenu ,
bevestigen van uw keuze.
-
D
raaien (buiten menu om): scrollen door de
lijst van beschikbare actieve functies.
-
D
raaien (in het menu): omhoog of omlaag
gaan in het menu.
Kilometerteller en dagteller
De kilometerteller en dagteller worden
gedurende 30 seconden weergegeven bij het
afzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller
Deze teller geeft de totale kilometerstand van
de auto aan.
Dagteller
Deze teller geeft het aantal gereden kilometers
weer sinds de bestuurder de teller op 0 heeft
gezet.
Koelvloeistoftemperatuur
Als bij draaiende motor de wijzer of het staafdiagram
(afhankelijk van de uitvoering) zich bevindt:
- in zone A , is de koelvloeistoftemperatuur in
orde,
-
i
n zone B , is de koelvloeistoftemperatuur te
hoog. Het lampje koelvloeistoftemperatuur
en het lampje STOP gaan branden, in
combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
Dagteller op nul zetten
F
D
ruk bij aangezet contact op de toets tot de
dagteller op 0 staat.
1
Instrumentenpaneel
16
Druk op de toets "OPTIES" om naar de
secundaire pagina te gaan.
Druk op "Volume beltoon " om het
staafdiagram van het volume weer
te geven.
Druk op de pijlen of verplaats
de cursor om het volume van de
beltoon in te stellen.
Configuratie
Configuratie van de profielen
Het configureren van de profielen mag, om
veiligheidsredenen en vanwege het feit dat deze
handeling volledige aandacht van de bestuurder vraagt,
uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto .
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Profielen ".
Selecteer " Profiel 1", "Profiel 2 ", "Profiel 3 " of
" Gemeenschap. prof. ".
Druk op deze toets om een
profielnaam in te voeren met het
virtuele toetsenbord.
Druk op " OK" om op te slaan. Druk op de pijl Terug om te
bevestigen.
Druk op deze toets om het profiel te
activeren.
Druk op de pijl Terug om te
bevestigen.
Druk op deze toets om het
geselecteerde profiel te initialiseren.
Instellen van de lichtsterkte
Druk op Instellingen
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op Lichtsterkte .
Verplaats de cursor om de
lichtsterkte van het scherm en/of het
instrumentenpaneel (afhankelijk van
de uitvoering) in te stellen.
Druk op het gearceerde gedeelte om
te bevestigen.
Instellingen van het
systeem wijzigen
Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven. Druk op "
Configuratie " om de
secundaire pagina weer te geven.
Druk op " Systeemconfiguratie ".
Selecteer het tabblad " Eenheden" om
de eenheden voor afstand, verbruik en
temperatuur te wijzigen.
Druk op het tabblad " Fabrieksinstellingen "
om terug te keren naar de fabrieksinstellingen.
Als het systeem wordt teruggezet op de
fabrieksinstellingen, wordt Engels als taal
ingesteld (afhankelijk van de uitvoering).
Selecteer het tabblad " Systeeminfo" om de
versie van de in het systeem geïnstalleerde
modules te controleren.
Druk op het tabblad " Privacy",
of Druk op Instellingen om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Privacy" om de
privacygegevensmodus in of uit te
schakelen.
PEUGEOT Connect Radio