107
Houd tijdens het rijden het
dashboardkastje gesloten. Inzittenden
kunnen anders gewond raken bij een
ongeval of een noodstop.
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone waarbij de krachten loodrecht op
de lengteas van de auto inwerken, vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen de buik
en het hoofd van de inzittende voorin en het
desbetreffende portierpaneel.
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone waarbij de krachten loodrecht op
de lengteas van de auto inwerken, vanaf de
buitenzijde richting de binnenzijde van de auto.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
passagiers op de buitenste zitplaatsen en de
ruiten.
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding worden er geen
zijairbags geactiveerd.
Window-airbags
Indien uw auto is uitgerust met window-airbags,
helpen deze de inzittenden te beschermen
bij een ernstige zijdelingse aanrijding, om de
kans op letsel aan de zijkant van het hoofd te
verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en in de hemelbekleding.
Bij de tweezitsbank vóór is de passagier in
het midden niet beschermd.
Indien uw auto is uitgerust met zijairbags,
beschermen deze de bestuurder en de
voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel aan het
bovenlichaam, tussen de buik en het hoofd, te
verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.
5
Veiligheid
108
Veiligheidsvoorschriften
Houd u aan de onderstaande
veiligheidsvoorschriften voor een
maximale effectiviteit van de airbags.
Ga normaal en rechtop zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten, enz.) en bevestig
niets in de buurt van de airbags of in het
gebied waar de airbags afgaan. Dit kan
de inzittende bij het afgaan van de airbag
verwonden.
Plaats geen voor werpen op het
dashboard.
Wijzig niets aan het oorspronkelijke
ontwerp van uw auto, vooral niet in de
directe omgeving van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan het airbagsysteem
mogen uitsluitend door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt
namelijk zeer snel opgeblazen (binnen
enkele milliseconden) en loopt vervolgens
even snel leeg, waarbij de hete gassen via
de daar voor bestemde openingen naar
buiten stromen.Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn of haar voeten
niet op het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag wordt
opgeblazen, kunnen brandende sigaretten
of een pijp brandwonden of ander letsel
veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen
gaten in de stuur wielbekleding en sla er
niet op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags
letsel veroorzaken.
Window-airbags
Bevestig nooit iets op of aan de
hemelbekleding; dit zou bij het afgaan
van de window-airbags kunnen leiden tot
hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het
dak (indien aanwezig); deze maken deel
uit van de bevestiging van de window-
airbags.
Zijairbags
Breng uitsluitend goedgekeurde
stoelhoezen aan die compatibel zijn
met zijairbags. Voor informatie over
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
kunt u zich wenden tot het PEUGEOT-
netwerk.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning
van de stoelen (kleding...): dit zou bij het
afgaan van de zijairbags kunnen leiden tot
ver wondingen aan armen of de borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
De portierpanelen van de voorportieren
bevatten de zijdelingse schoksensoren
van de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren
van werkzaamheden (wijzigingen of
reparaties) die niet aan de voorschriften
voldoen, kan ertoe leiden dat deze
sensoren niet meer goed werken – In dat
geval werken de zijairbags mogelijk niet!
Laat werkzaamheden aan de
voorportieren uitsluitend uitvoeren door
het PEUGEOT-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Veiligheid
223
TMC (verkeersinformatie) .......................................15
T oegang tot het reservewiel .................................192
Toevoer van buitenlucht ~ Luchttoevoer (bediening)
....................................................... 75 -77
Touchscreen
......................................................... 1, 1
Trailer Stability Management (TSM)
.....................10 0
Trekhaak
.......................... 10 0, 115 -11 6 , 173 -174 , 174
Tweepersoons voorbank
..........................61, 63 , 104
Tweezitsbank vóór
............................................. 61- 63
UUitgebreide verkeersbordherkenning ...................13 6
Uitneembaar luik ................................................ 70 -71
Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen
...................10 6, 11 0
Uitschakelen ASR /DSC (ESP)
...............................99
USB-aansluiting
..................................
......65, 7, 9 , 25
USB-poort
........................................................ 7, 9 , 25
USB
.................................................................. 7, 9 , 25
VVeiligheidsgordels .............................15, 103 -105 , 111
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen (veiligheidsvoorzieningen)
...10 6 , 1 0 9 -113
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen .....10 6 , 1 0 9 -113Ventilatie .......................................... 75, 77 , 79 , 81, 83
Vergrendelen ............................................... 37, 42 , 47
Vergrendeling van binnenuit
.............................. 4
8-49
Verkeersinformatie (TA)
............................................ 5
Verkeersinformatie (TMC)
......................................15
Lampje airbags ~ Airbaglampjes
............................ 19
L
ampje handrem ~ Handremlampje
.......................14
Lampje laag brandstofniveau ~ Brandstofreservelampje
........................................ 17
L
ampje remsysteem ~ Remlampje .........................14
Lampje service ........................................................ 24
Lampjes ~ Controlelampjes .....................................13
Lampjes ~ Lampjes
...................................
.........13, 15
Lampjes (status) ~ Controlelampjes (status)
.......... 15
L
ampjes
.................
....................................... 15 -16, 85
Lampje veiligheidsgordel bestuurder niet vastgemaakt ~ Gordellampje
.............................104
Lampje veiligheidsgordels ~ Gordel (lampje)
....... 10
4
Lampje voorgloeien (diesel)
................................... 18
V
erlichting overdag ~ Dagrijverlichting
..... 85,
87, 198
Verlichting
............................................................... 85
Verversen
....................................................... 179 -18 0
Vervuiling van het roetfilter (diesel)
......................182
Verwarming
............................................ 75, 79 - 81 , 83
Volledig ontgrendeld
.......................................... 38-40
Voorgloeien (dieselmotor)
.......................................18
Voorruitverwarming
........................................... 78 -79
Voor stoelen
........................................................ 59-63
WWaarschuwing kans op aanrijding ...........18, 15 0 -151
Waarschuwing oplettendheid bestuurder .............159
Waarschuwingssignaal sleutel in contact
.............11 9
Waarschuwing vergeten verlichting
.......................86
Webbrowser
..................................
..........................21
Wiel demonteren
............................................ 193 -195
Wiel monteren
................................................ 193 -195
Wiel verwisselen
.................................... 188, 191-192
WiFi-netwerkverbinding
.......................................... 22
Window-airbags
..................................
....107-108 , 11 0
ZZekeringen vervangen ...................................201-203
Zekeringen ..................................................... 201-203
Zekeringkast motorruimte
.....................................203
Zij-airbags
...................................................... 10
7-108
Zijknipperlicht
........................................................ 197
12V- ac c u
............................................................... 203
.
Trefwoordenregister