Page 49 of 320

47
Als het selectief ontgrendelen is geactiveerd:
- w ordt bij het openen van het
bestuurdersportier alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld (als de
auto nog niet volledig ontgrendeld was);
-
w
ordt bij het openen van een van
de andere portieren de auto volledig
ontgrendeld.
Sluiten
Let op dat uw vingers niet klem komen
te zitten wanneer de ruit automatisch
omhoog beweegt. Als een portier niet goed is gesloten:
-
g
aat bij draaiende motor of
tijdens het rijden (snelheid
lager dan 10 km/u) dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden verschijnt.
-
k
linkt tijdens het rijden, als de
snelheid hoger is dan 10 km/h,
ook nog gedurende enkele
seconden een geluidssignaal.
Wanneer u uw auto wast:
- v ergrendel de auto met de
afstandsbediening of verwijder
de elektronische sleutel uit het
detectiegebied, terwijl de portieren
gesloten zijn.
-
s
puit niet op het bovenste deel van de ruit.
-
h
oud het uiteinde van de spuitlans
minimaal 1 meter uit de buurt van de
zijruiten en afdichtingen.
De ruit gaat na een paar seconden automatisch
terug omhoog, waarbij voor een per fecte
afdichting wordt gezorgd.
Achterklep
Openen van de achterklep
Met de schakelaar aan de
buitenzijde van de achterklep
Bij een ontladen accu
Het "micro-descent" ruitsysteem (om de
ruit iets te laten zakken) werkt mogelijk
niet:
F
O
pen het bestuurdersportier
voorzichtig.
F
L
aad of ver vang de accu.
F
Z
et het contact weer aan.
F
L
aat alle ruiten iets zakken, beginnend
bij de ruiten aan de bestuurderszijde.
F
R
eset de ruiten.
F
D
ruk op de middelste schakelaar van de
achterklep ter wijl de auto ontgrendeld
is of de elektronische sleutel van het
2
Toegang tot de auto
Page 50 of 320

48
Als de selectieve ontgrendeling is
geactiveerd, moet de elektronische sleutel
zich bij de achterzijde van de auto bevinden.
De achterklep is niet geschikt voor de
bevestiging van een fietsendrager.
Sluiten van de achterklep
F Trek de achterklep omlaag met behulp van de handgrepen aan de binnenzijde van de klep.
F
L
aat de handgrepen los en duw de achterklep
dicht.
Als de achterklep niet goed is gesloten: Als de achterklep moeilijk opent of sluit,
laat hem dan zo snel mogelijk controleren
door het PEUGEOT-netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats om te
voorkomen dat het probleem verergert en
dat de achterklep dichtvalt en daardoor
letsel veroorzaakt.
Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing van de centrale vergrendeling de
achterklep mechanisch ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
F Klap de achterbank naar voren om bij het
slot in de bagageruimte te komen.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.Als de centrale vergrendeling niet werkt,
moet de accu worden losgekoppeld om de
achterklep te kunnen vergrendelen zodat
de auto volledig is vergrendeld.
Keyless entry and start-systeem zich in de
detectiezone bevindt.
F
O
pen de achterklep.
- gaat bij draaiende motor of tijdens
het rijden (snelheid lager dan
10
km/h) dit lampje branden en
wordt gedurende enkele seconden
op het instrumentenpaneel een
waarschuwingsmelding weergegeven.
-
g
aat tijdens het rijden (snelheid
hoger dan 10 km/h) dit lampje
branden en wordt gedurende enkele
seconden op het instrumentenpaneel
een waarschuwingsmelding
weergegeven.
Handsfree achterklep
De elektrisch bedienbare achterklep mag alleen
worden geopend of gesloten als de auto stilstaat.
Controleer of er voldoende ruimte achter
de auto is om de elektrisch bedienbare
achterklep te openen.
Toegang tot de auto
Page 51 of 320

49
Steek nooit een vinger in het vergrendelings-
systeem van de elektrisch bedienbare
achterklep – Kans op ernstig letsel!
Antiklemvoorziening
De elektrisch bedienbare achterklep is
voorzien van een obstakeldetectiesysteem.
Als de klep op een obstakel stuit, wordt de
beweging van de klep automatisch door dit
systeem onderbroken waarna de klep een klein
stukje terug beweegt zodat het obstakel kan
worden verwijderd.
Let op: deze antiklemvoorziening werkt niet
aan het einde van de sluitbeweging van de klep
(vanaf ongeveer 1 cm vóór het volledig sluiten
van de klep).Om letsel door beknelling vóór en tijdens
het openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep te voorkomen:
-
m
oet u erop letten dat niemand zich
in de buurt van de achterzijde van de
auto bevindt;
-
m
oet u letten op de achterpassagiers,
met name op kinderen.
Fietsendrager/trekhaak
De elektrisch bedienbare achterklep is
niet geschikt voor de bevestiging van een
fietsendrager.
Als een fietsendrager op de trekhaak is
bevestigd en de kabel er van is aangesloten
op de trekhaakaansluiting, wordt de werking
van de elektrisch bedienbare achterklep
automatisch uitgeschakeld.
Bij gebruik van een niet door PEUGEOT
goedgekeurde trekhaak of fietsendrager moet
de werking van de elektrisch bedienbare
achterklep worden uitgeschakeld.
Elektrische werking
De elektrische werking van de
achterklep kan worden in- en
uitgeschakeld via het menu Auto/
Rijden van het touchscreen.
Deze functie is standaard uitgeschakeld. U kunt de achterklep op verschillende manieren
openen of sluiten:
Openen/Sluiten
A.
met de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem,
B. met de schakelaar aan de buitenzijde van de
achterklep,
C. met de schakelaar aan de binnenzijde van de
achterklep,
D. met de schakelaar op het dashboard,
E. met de handsfree-functie door een voetbeweging
te maken onder de achterbumper.
F Houd de middelste knop A van de
elektronische sleutel ingedrukt.
of
2
Toegang tot de auto
Page 52 of 320

50
F Druk op de schakelaar B aan de buitenzijde van de achterklep ter wijl u de elektronische
sleutel bij u hebt.
of
F
D
ruk op de schakelaar C aan de binnenzijde
van de achterklep (alleen voor sluiten).
of
F
D
ruk twee keer kort achter elkaar op de
schakelaar D op het dashboard.
of
F
B
edien de handsfree-functie E door een
snelle voetbeweging te maken onder de
achterbumper (bij de kentekenplaat) terwijl
u de elektronische sleutel bij u hebt.
Het verzoek wordt bevestigd door het branden
van de richtingaanwijzers in combinatie met
een geluidssignaal.
Maak geen andere voetbeweging voordat u een
bevestiging heeft gekregen.
De achterklep gaat volledig open
(standaardinstelling) of tot de vooraf opgeslagen
positie.
Als de elektrische werking van de achterklep is
uitgeschakeld, wordt de achterklep door deze
acties op een kier gezet.
Met een van de methoden A , B of E kunt u
niet alleen de achterklep openen maar ook,
voorafgaand aan deze actie, de auto of alleen de
achterklep (als de selectieve ontgrendeling van
de achterklep is ingeschakeld) ontgrendelen.
Door de achterklep met de handsfree-functie te
sluiten kunt u de gehele auto vergrendelen.
U kunt het openen of sluiten van de
achterklep op elk moment onderbreken.
Als u nogmaals op een van deze knoppen
of schakelaars drukt, wordt de beweging
onderbroken.
Als u na het onderbreken van de beweging
weer op een van de knoppen of schakelaars
drukt, wordt de beweging omgekeerd.
Handsfree-functie (Handsfree
toegang)
De functie voor het handsfree openen
van de achterklep kan worden in- en
uitgeschakeld via het menu Rijden/
Auto van het touchscreen.
Deze functie is standaard uitgeschakeld.
Zorg er voor dat u stabiel staat wanneer u
de voetbeweging onder de achterbumper
maakt.
Raak het mogelijk warme uitlaatsysteem
niet aan – Kans op brandwonden!
Automatische vergrendeling met
de handsfree-functie
F druk op deze schakelaar. Het groene lampje gaat branden.
Als u nogmaals op deze schakelaar
drukt, wordt de automatische
vergrendeling uitgeschakeld; het
lampje gaat uit.
Opslaan van een openingshoek
Voor het opslaan van de positie voor het
beperken van de openingshoek bij een
elektrisch bedienbare achterklep:
F
o
pen de achterklep handmatig of door op de
schakelaar te drukken tot de gewenste hoek
is bereikt,
F
h
oud de schakelaar C of de schakelaar B
aan de buitenzijde langer dan 3 seconden
ingedrukt (het opslaan wordt bevestigd door
een kort geluidssignaal).
Activeren van de automatische vergrendeling
van de auto bij het met de handsfree-functie
van de achterklep:
Voor het wissen
van de opgeslagen openingshoek:F open de achterklep tot een willekeurige hoek,
F h
oud de schakelaar C of de schakelaar B
aan de buitenzijde langer dan 3 seconden
ingedrukt (het wissen wordt bevestigd door
een kort geluidssignaal).
De "voetbeweging" moet in de looprichting,
gelijkmatig, niet te snel en verticaal omhoog
worden uitgevoerd. Breng de voet voldoende
omhoog, maar raak de bumper niet aan. Trek
uw voet hierna meteen weer terug.
Toegang tot de auto
Page 53 of 320

51
Handbediende werking
De achterklep kan met de hand worden bewogen, zelfs als
de elektrische werking ingeschakeld is.
De achterklep mag op dat moment niet elektrisch bewegen.
Bij het handmatig openen en sluiten van de elektrisch
bedienbare achterklep wordt de beweging niet meer
ondersteund door gasveren. Het is dus normaal dat u zowel
bij het openen als bij het sluiten enige weerstand voelt.
Als de achterklep herhaaldelijk elektrisch
wordt geopend en gesloten, kan het
voorkomen dat de elektromotor te warm
wordt waardoor elektrische bediening
tijdelijk niet meer mogelijk is.
Wacht ten minste 10 minuten met het
bedienen van de achterklep om de
elektromotor te laten afkoelen.
Bedien de achterklep handmatig als u niet
zo lang wilt wachten.
Resetten van de elektrisch
bedienbare achterklep
Deze handeling is noodzakelijk als de klep
niet meer beweegt, bijvoorbeeld na detectie
van een obstakel of het loskoppelen en weer
aansluiten van de accu.
F
O
pen, indien nodig, de achterklep
handmatig.
F
S
luit de achterklep volledig en handmatig. Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats als het
probleem blijft bestaan.
Gebruiksvoorschriften
Om te voorkomen dat de achterklep
ongewenst opengaat bij bij bijvoorbeeld het
aan- of afkoppelen van een aanhanger:
-
s
chakel vooraf de handsfree-functie uit
via het configuratiemenu van de auto,
-
o
f houd de elektronische sleutel uit de
detectiezone als de achterklep gesloten
is.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de trekhaak met
wegklapbare kogel .
Onder winterse omstandigheden
Als er sneeuw op de achterklep ligt, moet
de sneeuw worden verwijderd voordat de
achterklep automatisch wordt geopend.
Bij vorst kan de achterklep vastvriezen
waardoor het automatisch openen niet
werkt: ontdooi de achterklep door het
interieur te ver warmen en probeer het
daarna opnieuw.
Bij het wassen van de auto
Als u de auto in een automatische wasstraat
laat wassen, vergeet dan niet om de auto
eerst te vergrendelen om te voorkomen dat
de achterklep per ongeluk wordt geopend.
Adviezen met betrekking
tot de handsfree-functie
(Handsfree toegang)
Als de achterklep niet opengaat na diverse
voetbewegingen onder de bumper, wacht dan
enkele seconden en probeer het nogmaals.
Als dit niet werkt, controleer dan of de
elektronische sleutel wellicht wordt gestoord
door elektromagnetische velden (smartphone
e n z .) .
De functie kan zichzelf uitschakelen of minder
goed werken bij regen of sneeuw.
De functie werkt wellicht niet correct bij een
prothesebeen.
In sommige gevallen gaat de achterklep
mogelijk vanzelf open of dicht, vooral als:
-
u
een aanhanger aankoppelt of loskoppelt;
-
u
een fietsendrager monteert of verwijdert,
-
u f
ietsen op de fietsendrager plaatst of
verwijdert,
-
u i
ets achter de auto plaatst of optilt,
-
e
en dier de achterbumper nadert,
-
u d
e auto wast,
-
e
r onderhoud aan uw auto wordt uitgevoerd,
-
u h
et reser vewiel wilt pakken (afhankelijk
van de uitvoering).
Houd de elektronische sleutel uit de buurt van
de detectiezone of deactiveer de handsfree-
functie om dergelijke problemen te voorkomen.
2
Toegang tot de auto
Page 54 of 320

52
Na het installeren van een trekhaak is
het van essentieel belang om contact op
te nemen met het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats om het
detectiesysteem opnieuw te kaibreren
en een onjuiste werking van de functie
"Handsfree toegang" te voorkomen.
Elektrisch bedienbare ruiten
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de elektrische
kinderbeveiliging.
Handbediende werking
Duw of trek de schakelaar tot het zware punt
om de ruit te openen of sluiten. De ruit stopt
zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Automatische werking
Duw of trek de schakelaar voorbij het zware
punt om de ruit te openen of te sluiten. Als u de
schakelaar hebt losgelaten, opent of sluit de
ruit volledig. Druk opnieuw op de schakelaar
om het openen of sluiten te stoppen.
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen
nog 45 seconden nadat het contact is
uitgezet, worden bediend.
Na die tijd kunnen de ruiten niet meer
worden bediend. Zet het contact aan om
de ruiten weer te kunnen bedienen.
Antiklemvoorziening
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze direct gedeeltelijk
weer open.
Druk op de schakelaar om de ruit volledig te
openen en trek dan de schakelaar onmiddellijk
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
om de normale werking te resetten . Houd
de schakelaar na het sluiten nog ongeveer
1
seconde vast.
Blokkering van de
ruitbediening achter
1. Links voor.
2. Rechts voor.
3. Rechts achter.
4. Links achter.
5. Blokkeerschakelaar elektrisch bedienbare
ruiten achter.
Vergrendelen van de achterportieren
– Kinderbeveiliging (afhankelijk van de
uitvoering). Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Ter bevestiging gaat het rode lampje van
de knop branden en wordt er een melding
weergegeven. Het lampje blijft branden zolang
de blokkering is ingeschakeld.
Het blijft mogelijk om de achterportierruiten via
het bedieningspaneel op het bestuurdersportier
te bedienen. Na een ernstige aanrijding kunnen, als de
ruitbediening achter geblokkeerd was, de
schakelaars voor de elektrisch bedienbare
ruiten achter weer worden gebruikt.
Druk, voor de veiligheid van uw kinderen, op
de schakelaar 5 om de ruitbediening achter,
ongeacht de stand van de ruiten, te blokkeren.
Toegang tot de auto
Page 55 of 320

53
Resetten van de
ruitbediening
Als de accu losgekoppeld is geweest, moet de
ruitbediening gereset worden.
Tijdens deze handelingen is de
antiklemvoorziening uitgeschakeld.
Voer de volgende procedure voor elke ruit uit:
-
l
aat de ruit volledig zakken en weer volledig
omhoog gaan. De ruit zal telkens een paar
centimeter omhoog gaan. Herhaal deze
procedure totdat de ruit volledig dicht is;
-
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
minimaal 1 seconde vast zodra de ruit
volledig is gesloten. Wanneer tijdens het bedienen van de ruit
iets tussen de ruit en de sponning bekneld
raakt, moet de ruit weer worden geopend.
Druk daar voor op de desbetreffende
schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, moet hij/zij
er van verzekerd zijn dat niets het correcte
sluiten van de ruit hindert.
De bestuurder moet er van verzekerd zijn
dat de passagiers op de juiste manier
gebruik maken van de elektrische
ruitbediening.
Wees extra alert op kinderen, zodat deze
zich tijdens het bedienen van de ruit niet
kunnen bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de
buurt van de auto tijdens het sluiten van
de ruiten met de elektronische sleutel of
het 'Keyless entry and start'-systeem.
Laat de vier ruiten iets zakken voordat er
eventuele wijzigingen of aanpassingen
aan de accu worden uitgevoerd.
Panoramisch schuif-/
kanteldak
Het panoramische schuif-/kanteldak bestaat
uit een beweegbaar glaspaneel dat over het
vaste glaspaneel schuift en een zonnescherm
dat onafhankelijk kan worden geopend. Bij het
automatisch openen van het dak wordt automatisch
ook het zonnescherm geopend.
F
G
ebruik de knoppen in de dakconsole om het
dak en het zonnescherm te bedienen.
A. Bediening zonnescherm
B. Bediening panoramisch schuif-/kanteldak
Het dak of het zonnescherm kan worden
bediend wanneer het contact is aangezet
(als de accu voldoende is geladen), bij een
draaiende motor, in de STOP-stand van het
Stop & Start-systeem en tot 45
seconden
na het afzetten van het contact of het
vergrendelen van de auto.
2
Toegang tot de auto
Page 56 of 320

54
Vóór het bedienen van de knoppen van het
schuif-/kanteldak en het zonnescherm moet u
controleren of geen voorwerpen of personen
de verplaatsing kunnen belemmeren.
Let vooral op kinderen tijdens het bedienen
van het schuif-/kanteldak of het zonnescherm.
Als er iets klem komt te zitten tijdens de
bediening van het schuif-/kanteldak of
het zonnescherm, moet u de beweging
er van omdraaien. Druk daar voor op de
desbetreffende knop.
De bestuurder moet zich er van vergewissen
dat de passagiers het schuif-/kanteldak en het
zonnescherm correct bedienen.
Antiklemvoorziening
Als het dak of zonnescherm tijdens het sluiten
op een obstakel stuit, wordt de beweging
automatisch omgedraaid.
De antiklemvoorziening van het dak werkt
doeltreffend tot een snelheid van 120 km/h.
Voorzorgsmaatregelen
Steek tijdens het rijden niet uw hoofd of
armen uit het geopende dak – Kans op
ernstig letsel!
Controleer of de op de allesdragers
gemonteerde accessoires of vervoerde lading
de beweging van het dak niet hinderen.
Leg geen zware voor werpen op het beweegbare
glaspaneel van het schuif-/kanteldak.
Als het schuif-/kanteldak door regen of
het wassen van de auto nat is geworden,
wacht dan tot het volledig droog is
alvorens het dak te bedienen.
Open het schuif-/kanteldak niet als het
met sneeuw of ijs is bedekt – Kans op
beschadiging!
Gebruik alleen kunststof werktuigen om
het schuif-/kanteldak sneeuw- of ijsvrij te
maken.
Controleer geregeld de staat van de rubbers
van het schuif-/kanteldak (aanwezigheid van
vuil, dode bladeren, enz.).
Zorg er bij het wassen van de auto in een
wasstraat of met een hogedrukreiniger voor
dat het dak volledig is gesloten en houd het
uiteinde van de spuitlans altijd op meer dan
30 cm van de rubbers.
Laat de auto nooit achter met geopend
schuif-/kanteldak.
Werking
Wanneer u het dak volledig opent, beweegt
het beweegbare glaspaneel eerst naar
de opengekantelde positie en schuift het
ver volgens over het vaste glaspaneel.
Alle
tussenstanden zijn toegestaan. Afhankelijk van de rijsnelheid kan de
opengekantelde positie verschillen om
het
geluidscomfort te verbeteren.
Openen en sluiten
F Gebruik het achterste deel
van de knop
om het dak en het zonnescherm te openen .
F
G
ebruik het voorste deel van de knop om
het dak en het zonnescherm te sluiten .
Werking van de knoppen
F Door voorbij het weerstandspunt van de
knop te drukken, wordt het dak volledig
geopend of gesloten.
F
D
oor nog een keer op de knop te drukken
stop de beweging.
F
W
anneer u een knop indrukt (zonder voorbij
het weerstandspunt te gaan) stopt de
beweging van het dak of het zonnescherm
wanneer u de knop loslaat.
F
D
ak gesloten: druk de schakelaar één keer
in zonder het weerstandspunt te passeren
om het dak in de opengekantelde positie te
zetten.
F
D
ak opengekanteld: druk de schakelaar
één keer in zonder het weerstandspunt te
passeren om het dak volledig te openen of
sluiten.
Toegang tot de auto