Page 217 of 320

215
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het ver wisselen van een wiel met een
beschadigde band. Gebruik niet een andere
krik dan de door de fabrikant geleverde
krik. Als de auto niet is voorzien van de
originele krik, neem dan contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats, om de door de fabrikant
voorgeschreven krik aan te schaffen. De krik
voldoet aan de Europese regelgeving zoals
deze is vastgelegd in de Richtlijn 2006/42/
EG over machines. De krik is onderhoudsvrij.
Beschikbaar gereedschap
1.Wielblok om het wegrollen van de auto te
voorkomen (afhankelijk van de uitvoering).
2.
Dop voor de slotbouten (in het dashboard-
kastje) (afhankelijk van de uitvoering).
Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel
de speciale slotbouten worden verwijderd.
3. Afneembaar sleepoog.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het slepen van de auto
en het gebruik van het afneembare sleepoog.
Met bandenreparatieset
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de bandenreparatieset .
Met reservewiel
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over het reser vewiel.
4.
Bandenreparatieset.
Deze set bestaat uit een 12V-compressor
en een flacon met afdichtmiddel om de
band tijdelijk te repareren en op spanning
te brengen, alsmede een sticker met
snelheidslimiet. 5.
Wielsleutel.
Hiermee kan de wieldop worden ver wijderd en
kunnen de wielbouten worden losgedraaid.
6.
Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt.
7. Gereedschap voor het ver wijderen van
sierdoppen van wielbouten (afhankelijk van
de uitvoering).
Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen
de sierdoppen van de wielbouten worden
verwijderd.
8
In geval van pech
Page 218 of 320

216
Bandenreparatieset
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
De bandenreparatieset bestaat uit een
compressor en een flacon met afdichtmiddel.
Hiermee kunt u de band tijdelijk repareren ,
zodat u de dichtstbijzijnde garage kunt bereiken.
Met deze reparatieset kunnen de meeste lekke
banden worden gerepareerd, als het lek zich in
het loopvlak of de hiel van de band bevindt.
De elektrische installatie van de auto biedt
de mogelijkheid een compressor aan te
sluiten en te gebruiken voor de duur die
nodig is om een gerepareerde lekke band
op spanning te brengen.
Samenstelling van de set
1. 12V-compressor, met geïntegreerde
manometer.
2. Flacon met afdichtmiddel, met
geïntegreerde slang.
3. Sticker met snelheidslimiet.
Reparatiemethode
F Parkeer de auto zonder het verkeer te
belemmeren en trek de parkeerrem aan.
F
V
olg de veiligheidsinstructies
(alarmknipperlichten, gevarendriehoek,
dragen van een reflecterend veiligheidsvest,
enz.) conform de regels die gelden in het
land waar u zich bevindt.
F
Z
et het contact af.
F
R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen. Verwijder niet het voorwerp (bijv. spijker,
schroef enz.) dat de lekkage heeft
veroorzaakt uit de band.
F
S
luit de slang van de compressor aan op de
flacon met afdichtmiddel.
F
K
eer de flacon met afdichtmiddel om en
bevestig deze aan de desbetreffende
uitsparing van de compressor.
In geval van pech
Page 219 of 320

217
F Haal het dopje van het ventiel van de lekke band en bewaar het op een schone plaats.
F
C
ontroleer of de schakelaar van de
compressor in de stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto.
Alleen de 12V-aansluitingen voorin en in
de bagageruimte mogen worden gebruikt
om de compressor aan te sluiten .
De 12V-aansluiting aan de achterzijde van
de middenconsole is niet geschikt voor dit
gebruik. F
Be vestig de sticker met
snelheidslimiet.
De sticker met snelheidslimiet moet in
het interieur, in het gezichtsveld van de
bestuurder, worden geplakt om hem/haar
te herinneren aan het feit dat de band
tijdelijk is gerepareerd.
F
Z
et het contact aan.Als een spanning van 2 bar niet binnen
ongeveer 7 minuten kan worden bereikt,
is de band niet te repareren; neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om u verder
te
laten helpen.
F
Z
et de schakelaar in de stand "O".
F
O
ntkoppel de stekker van de compressor
van de 12V-aansluiting in de auto.
F
P
laats de dop op het ventiel.
F
V
erwijder de set.
F
V
er wijder de flacon met afdichtmiddel en
berg deze op.
F
S
luit de slang van de flacon met
afdichtmiddel aan op het ventiel van de
lekke band en zet deze stevig vast. Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.F
A ctiveer de compressor door de
schakelaar in de stand " l" te zetten tot
de bandenspanning 2 bar bedraagt.
Het
afdichtmiddel wordt onder druk in
de band gespoten; neem gedurende
deze handeling de slang niet los van
de
aansluiting (kans op spatten).
8
In geval van pech
Page 220 of 320

218
Let op: het afdichtmiddel is schadelijk bij
inname en irriterend voor de ogen.
Houd het middel buiten het bereik van
kinderen.
De uiterste gebruiksdatum van het middel
is op de flacon vermeld.
Gooi de flacon na gebruik niet weg, maar
lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk of
een officieel inzamelpunt.
Vergeet niet om bij het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats een
nieuwe flacon met afdichtmiddel te kopen.Rijd na het repareren van een band met
de bandenreparatieset niet sneller dan
80
km/h.
Controleren/aanpassen
bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting
van het afdichtmiddel, ook gebruiken om
de bandenspanning te controleren of de
banden op spanning te brengen.
F
V
er wijder het dopje van het ventiel van de
band en bewaar het op een schone plaats.
F
R
ol de slang uit die onder de compressor is
opgeborgen. F
C
ontroleer of de schakelaar van de
compressor in de stand " O" staat.
F
R
ol de elektrische kabel, die onder de
compressor is opgeborgen, volledig uit.
F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting in de auto.
F
Z
et het contact aan.
Alleen de 12V-aansluitingen voorin en in
de bagageruimte mogen worden gebruikt
om de compressor aan te sluiten.
De 12V-aansluiting aan de achterzijde van
de middenconsole is niet geschikt voor dit
gebruik.
F
R
ijd direct ongeveer 5 kilometer met matige
snelheid (tussen 20 en 60
km/h), zodat het
afdichtmiddel het lek kan dichten.
F
Z
et de auto stil, controleer de reparatie en
meet de bandenspanning met de set.
F
S
luit de slang aan op het ventiel en zet deze
stevig vast. Op deze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
In geval van pech
Page 221 of 320

219
Als na ongeveer 7 minuten de
bandenspanning lager dan 2 bar
blijft, is de band niet te repareren;
neem voor verdere hulp contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
F
Z
et, zodra de gewenste bandenspanning is
bereikt, de schakelaar in de stand " O".
F
V
er wijder de set en berg deze op. Rijd met een gerepareerde band niet meer
dan 200
km; neem contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om de band te laten ver vangen.
Als de spanning van één of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem worden
gereset.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem .
Reservewiel
Scan de QR-code op pagina 3 om
verklarende video's te bekijken.
In het geval van een lekke band kunt u het wiel
met het bij de auto geleverde gereedschap
verwisselen volgens de onderstaande
procedure.
Toegang tot het reservewiel
Het reser vewiel bevindt zich onder de vloer van
de bagageruimte.
Raadpleeg voordat u het reser vewiel gebruikt
de rubriek Boordgereedschap .
F
S
chakel de compressor in door de
schakelaar in de stand " I" te zetten en breng
de band op de spanning die is aangegeven
op de bandenspanningssticker van de
auto. Om de bandenspanning te verlagen:
druk op de zwarte knop op de slang van
de compressor, bij de aansluiting op het
ventiel. Berline
SW
8
In geval van pech
Page 222 of 320

220
Het reservewiel is een "noodreservewiel".
Verwijderen van het reservewiel
F Draai de centrale moer los.
F V erwijder het bevestigingssysteem (moer en
bout).
F
T
il het reser vewiel aan de achterzijde op en
trek het naar u toe.
F
N
eem het wiel uit de bagageruimte.
Het reservewiel terugplaatsen
Het wiel met de lekke band kan niet onder de
vloer van de bagageruimte geplaatst worden.
Verwijderen van het wiel
Wiel met wieldop
Demonteren : ver wijder eerst de wieldop
door deze met behulp van de wielsleutel
bij de ventielopening los te wippen en
ver volgens los te trekken.
Monteren : haal de wielbouten aan en
breng daarna de wieldop aan; plaats
daartoe de opening in lijn met het ventiel
en druk de wieldop vervolgens rondom
vast met de palm van uw hand.
F
L
eg het wiel in de reser vewielbak.
F
D
raai de moer op de bout een aantal
omwentelingen los.
F
P
laats het bevestigingssysteem (moer en
bout) in het midden van het wiel. SW
F
D
raai de centrale moer voldoende vast om
het reservewiel goed te bevestigen.
F
P
laats de gereedschapskist in het hart van
het wiel en klik de kist vast.
Berline
In geval van pech
Page 223 of 320

221
Stilzetten van de auto
Parkeer de auto op een plaats waar u het
verkeer niet hindert en zorg er voor dat deze
op een horizontale, stabiele en stroeve
ondergrond staat.
Trek de parkeerrem aan, tenzij deze in
de automatische stand staat; zet het
contact af en schakel bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak de eerste
versnelling in om de wielen te blokkeren.
Trek de parkeerrem aan, tenzij deze in de
automatische stand staat; zet het contact
af en selecteer bij een auto met een
automatische transmissie de stand P om de
wielen te blokkeren.
Controleer of de lampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel constant
branden.
De inzittenden moeten de auto hebben
verlaten en zich op een veilige plaats
bevinden.
Plaats indien nodig een wielblok voor af
achter het wiel kruislings tegenover het te
verwisselen wiel.
Ga nooit onder een auto liggen die alleen op
de krik steunt; gebruik een bok. F
V
er wijder de sierdop van de wielbouten met
het gereedschap 7 (lichtmetalen velgen).
F
Be
vestig dop 2 op wielsleutel 5 en draai de
slotbout een omwenteling los.
F
D
raai de overige wielbouten alleen met
behulp van wielsleutel 5 vast. F P
laats het voetstuk van de krik 6
op de grond,
recht onder een van de twee steunpunten
aan de voorzijde A of achterzijde B. Gebruik
het steunpunt dat zich het dichtste bij het te
verwisselen wiel bevindt.
F
D
raai de krik 6 uit tot de kop van de krik
het krikpunt A of B raakt; het contactvlak
van het krikpunt A of B moet correct in
het middelste deel van de kop van de krik
steken.
F
K
rik de auto op tot er voldoende ruimte
tussen het wiel en de grond is om het (niet
lekke) reservewiel te monteren.
8
In geval van pech
Page 224 of 320

222
Zorg er voor dat de krik stabiel staat.
Op een gladde of losse ondergrond kan
de krik wegglijden of wegzakken – Kans
op letsel!
Plaats de krik precies onder een van de
steunpunten A of B onder de auto, en
controleer of de kop van de krik goed
tegen het midden van het contactvlak van
het steunpunt drukt. Anders kan de auto
beschadigd raken en/of de krik wegzakken
– Kans op letsel!
Monteren van een wiel
F Ver wijder de wielbouten en leg ze op een schone plaats weg.
F
V
erwijder het wiel. Bevestiging van het stalen reser vewiel
of het noodreser vewiel Indien uw auto is voorzien van lichtmetalen
velgen is het normaal dat bij het monteren van
het reser vewiel de ringen van de bouten de
stalen velg of het noodreser vewiel niet raken.
Als de bouten volledig zijn aangedraaid, zorgt
het conische draagvlak van de bouten dat het
reservewiel stevig vastzit.
F Plaats het wiel op de naaf.
F
D raai de bouten met de hand vast. F
D
raai de slotbout met de wielsleutel 5 en de
dop 2 handvast.
F
D
raai de overige wielbouten handvast met
alleen wielsleutel 5 .
F
L
aat de auto weer volledig zakken.
F
V
ouw de krik 6 op en ver wijder deze.
F D raai de slotbout geheel vast met de
wielsleutel 5 en de dop 2 .
In geval van pech