Page 129 of 333

Infotainmentsysteem127Infotainmentsystee
mInleiding ..................................... 127
Algemene aanwijzingen ..........127
Antidiefstalfunctie ....................128
Overzicht bedieningselementen .............129
Gebruik .................................... 132
Basisbediening .......................... 135
Geluidsinstellingen ..................137
Volume-instellingen .................138
Systeeminstellingen ................139
Radio ......................................... 141
Gebruik .................................... 141
Zender zoeken ........................ 142
Favorietenlijst .......................... 143
Radio Data System .................144
Digital Audio Broadcasting ......145
Externe apparaten .....................147
Algemene informatie ...............147
Audio afspelen ......................... 149
Afbeeldingen weergeven .........150
Films afspelen ......................... 152
Smartphone-applicaties gebruiken ................................ 153Navigatie .................................... 154
Algemene aanwijzingen ..........154
Gebruik .................................... 156
Invoer van de bestemming ......160
Begeleiding .............................. 166
Spraakherkenning .....................169
Algemene informatie ...............169
Gebruik .................................... 169
Telefoon ..................................... 169
Algemene aanwijzingen ..........169
Bluetooth-verbinding ...............170
Noodoproep ............................. 172
Bediening ................................ 173
Mobiele telefoons en CB- zendapparatuur ......................177Inleiding
Algemene aanwijzingen Het Infotainmentsysteem biedt u
eersteklas Infotainment voor in uw
auto.
Met de radiofuncties kunt u maximaal
25 zenders op vijf favorietenlijsten instellen.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als andere audiobronnen op hetInfotainmentsysteem aansluiten; via
kabel of via Bluetooth ®
.
Het navigatiesysteem met dynami‐ sche viaplanning brengt u veilig naaruw bestemming en kan, desgewenst, files of andere knelpunten omzeilen.
Ook biedt het Infotainmentsysteem
de mogelijkheid om uw mobiele tele‐
foon comfortabel en veilig in de auto te gebruiken.
U kunt ook specifieke smartphone-
apps via het Infotainmentsysteem
bedienen.
Optioneel kunt u het infotainmentsys‐
teem bedienen met de knoppen op
het aanraakscherm of stuurwiel, of
Page 130 of 333

128Infotainmentsysteemdoor middel van spraakherkenning
(indien uw mobiele telefoon dit onder‐ steunt).
Door het goed doordachte design van
de bedieningselementen, het
aanraakscherm en het overzichtelijke
display kunt u het systeem gemakke‐ lijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen beschikbare opties en functies.
Bepaalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties,
gelden vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht
niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het Infotainmentsysteem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden
gereden. Zet bij twijfel de auto aan de kant en bedien het Infotain‐
mentsysteem terwijl u stilstaat.9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐ systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet
worden. Hier moet u in het bijzon‐
der letten op eenrichtingsstraten,
wegen en inritten waar u niet mag inrijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
● wijzigingen in de afstand tot de zender
● ontvangst van meerdere signa‐ len tegelijk door reflecties
● obstakels
Antidiefstalfunctie Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstalbeveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Page 131 of 333
Infotainmentsysteem129Overzicht bedieningselementenBedieningspaneel
Page 132 of 333

130Infotainmentsysteem1Info-Display /
Aanraakscherm ...................135
2 Beginmenu .......................... 135
Knoppen op het scherm
voor toegang tot:
Audio : audiofuncties
Gallery : afbeeldings- en
filmfuncties
Telefoon : mobiele-
telefoonfuncties
Weergave : telefoonweergave
of Nav : BringGo ®
app
Navigation : geïntegreerde
navigatie
Instellingen : systeeminstellingen
OnStar : OnStar Wi-Fi-
instellingen .......................... 132
3 Tijd-, datum- en tempera‐
tuuraanduiding ....................139
4 g
Kort indrukken:
telefoonmenu openen .........173of telefoonweergave‐
functie openen (indien
geactiveerd) ........................ 153
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 169
5 v
Kort indrukken: ga naar de volgende zender als de
radio actief is ....................... 142
of ga naar het volgende
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ............149
Lang indrukken: omhoog
zoeken als de radio actief is 142
of snel vooruit als externe
apparaten actief zijn ............149
6 m
Kort indrukken: infotain‐
mentsysteem inschakelen
indien uitgeschakeld ...........132
of systeem onderdrukken
indien ingeschakeld ...........132Lang indrukken: infotain‐
mentsysteem uitschakelen . 132
Draaien: volume
aanpassen .......................... 132
7 t
Kort indrukken: ga naar de vorige zender als de radio
actief is ................................ 142
of ga naar het vorige
nummer wanneer externe
apparaten actief zijn ............149
Lang indrukken: omlaag
zoeken als de radio actief is 142
of snel achteruit als
externe apparaten actief
zijn ....................................... 149
8 ;
Kort indrukken: startmenu
openen ................................ 132
Lang indrukken: telefoon‐
weergavefunctie openen
(indien geactiveerd) ............153
Page 133 of 333

Infotainmentsysteem131Afstandsbediening op stuurwiel
1qw
Kort indrukken: open
OnStar-menu mits geen
telefoon verbonden .............132
of neem gesprek aan mits
telefoon verbonden .............169
of open telefoonmenu mits
telefoon verbonden .............173
of laatste nummer in
oproeplijst bellen wanneer
telefoonmenu wordt
weergegeven ...................... 173
of wisselen tussen
gesprekken als
gesprekken in de wacht
staan ................................... 173
Lang indrukken:
spraakherkenning
activeren ............................. 169
2 SRC (bron) .......................... 132
Drukken: selecteren
audiobron ............................ 132
Omhoog-/omlaagdraaien:
volgende/vorige
voorkeurszender
selecteren wanneer de
radio actief is ....................... 141
of volgende/vorige
nummer/hoofdstuk/
afbeelding selecteren
wanneer externe
apparaten actief zijn ............149of volgende/vorige
nummer in oproeplijst
selecteren wanneer de
telefoonportal actief en de
oproeplijst geopend is .........173
Omhoog-/omlaagdraaien
en vasthouden: snel door
de items in de oproeplijst
bladeren .............................. 173
3 +
Indrukken: harder zetten
4 –
Indrukken: zachter zetten
5 xn
Indrukken: oproep
beëindigen / weigeren .........173
of spraakherkenning
uitschakelen ........................ 169
of mutefunctie in- /
uitschakelen ........................ 132
Page 134 of 333

132InfotainmentsysteemGebruikBedieningselementen
Het infotainmentsysteem wordt
bediend met behulp van functietoet‐
sen, een aanraakscherm en op het
display weergegeven menu's.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
● het bedieningspaneel op het info‐
tainmentsysteem 3 129
● het aanraakscherm 3 135
● audioknoppen op het stuurwiel 3 129
● de spraakherkenning 3 169
Het infotainmentsysteem in- of uitschakelen
Druk kort op X om het systeem in te
schakelen. Na het inschakelen wordt
de laatst geselecteerde Infotainment‐ bron actief.
Druk lang op X om het systeem uit te
schakelen.Automatisch uitschakelen
Wanneer het infotainmentsysteem met X is ingeschakeld terwijl het
contact is uitgeschakeld, dan wordt
het 10 minuten na de laatste invoer
automatisch weer uitgeschakeld.
Volume instellen Draai X. De actuele instelling
verschijnt op het display.
Bij het inschakelen van het infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt. Voor een
gedetailleerde beschrijving 3 138.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het volume met
snelheidscompensatie 3 138 wordt
het volume automatisch zodanig
aangepast dat u geen geluid van het
wegdek of van de rijwind hoort.
Mute
Druk op X om het geluid van het info‐
tainmentsysteem te onderdrukken.Druk nogmaals op X om de stilte‐
functie te annuleren. Het laatst gese‐ lecteerde volume wordt weer inge‐
steld.
Bedieningsstanden
Druk op ; om het startmenu weer te
geven.
Let op
Voor een gedetailleerde beschrij‐ ving van de werking van het menu
via het aanraakscherm 3 135.
Audio
Selecteer Audio op het scherm om
het hoofdmenu van de laatst geselec‐ teerde audiomodus te openen.
Selecteer Bron op het scherm om de
interactieve selectiebalk weer te
geven.
Page 135 of 333

Infotainmentsysteem133
Om naar een andere audiomodus te
gaan, drukt u op een van de opties van de interactieve selectiebalk.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Radiofuncties 3 141
● Externe apparaten 3 149
Gallery
Selecteer Gallery om het afbeeldin‐
gen- en filmmenu te openen voor de
opgeslagen bestanden van een
extern apparaat, zoals een USB-
apparaat of smartphone.
Selecteer l of m om het afbeeldin‐
gen- of filmmenu weer te geven. Selecteer de gewenste afbeelding of
het filmbestand voor weergave op het display.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van:
● Afbeeldingsfuncties 3 150
● Filmfuncties 3 152
Telefoon
Voordat u de telefoonfunctie kunt
gebruiken moet er een verbinding zijn gemaakt tussen het Infotainmentsys‐
teem en de mobiele telefoon.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van het opzetten en het tot stand
brengen van een Bluetooth-verbin‐
ding tussen het infotainmentsysteem
en een mobiele telefoon 3 169.
Als de mobiele telefoon is verbonden,
selecteer dan Telefoon om het hoofd‐
menu weer te geven.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het infotainmentsysteem
3 173.
Weergave
Maak verbinding met uw smartphone
om smartphone-specifieke apps weer
te geven op het Infotainmentsysteem.
Page 136 of 333

134InfotainmentsysteemSelecteer Weergave om de weerga‐
vefunctie te starten.
Afhankelijk van de smartphone die is
verbonden, verschijnt er een hoofd‐
menu met verschillende apps die u
kunt selecteren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 153.
Navigatie
(geïntegreerd navigatiesysteem)
Druk op ; om het startscherm weer
te geven.
Selecteer Navigatie om de navigatie‐
kaart weer te geven voor het gebied
rondom de huidige locatie.Voor een gedetailleerde beschrijving
van de navigatiefuncties 3 154.
Nav
(als een geïntegreerd navigatiesys‐
teem en Weergave niet beschikbaar
zijn)
Selecteer om de navigatieapplicatie
BringGo te starten Nav.
Voor een gedetailleerde beschrijving
3 153.
Instellingen
Selecteer Instellingen om een menu
met de verschillende systeemgerela‐
teerde instellingen te openen, bijvoor‐ beeld om Geluidsterugmelding bij
aanraken te deactiveren.
OnStar
Select OnStar om een menu met de
OnStar Wi-Fi-instellingen te openen.
Zie de Gebruikershandleiding voor
een gedetailleerde beschrijving.