114Instrumenten en bedieningsorganenLet op
De functionaliteit voor Wi-Fi
hotspots is niet voor alle markten
verkrijgbaar.
Let op
Sommige mobiele apparaten maken automatisch verbinding met Wi-Fihotspots en gebruiken mobiele data‐
capaciteit op de achtergrond, zelfs al worden de apparaten niet gebruikt.
Dit is inclusief automatische upda‐
tes, downloads en synchronisatie‐
functies voor programma's of apps.
De via OnStar aangeschafte data‐
bundel kan zo snel opraken. Scha‐
kel automatische synchronisatie uit
in de instellingen van uw apparaat.
Er kunnen maximaal zeven toestellen
worden aangesloten.
Een mobiel toestel met de Wi-Fi
Hotspot verbinden:
1. Druk op j en selecteer vervol‐
gens de WiFi-instellingen in het
Info-Display. De getoonde instel‐
lingen zijn onder andere de naam van de Wi-Fi Hotspot (SSID), het
wachtwoord en het verbindings‐
type.2. Start een Wi-Fi-netwerkzoekop‐ dracht via uw mobiele apparaat.
3. Selecteer de hotspot van uw auto
(SSID) wanneer deze wordt
aangegeven.
4. Voer uw wachtwoord in, wanneer u daarom wordt gevraagd.
Let op
Druk op Z en spreek met een advi‐
seur of log in bij uw account als u de SSID of het wachtwoord wilt wijzi‐
gen.
U kunt de functie Wi-Fi Hotspot
uitschakelen door op Z te drukken en
een adviseur te spreken.
Smartphone-app
Met de myOpel smartphone app kunt u bepaalde autofuncties extern bedie‐
nen.
De volgende functies zijn beschik‐
baar:
● Auto vergrendelen of ontgrende‐ len.
● Claxonneren of lichten laten knip‐
peren.● Brandstofpeil, resterende levensduur motorolie en banden‐
spanning (alleen met het
bandenspanningscontrolesys‐
teem) controleren.
● Navigatiebestemming naar het apparaat sturen als er een inge‐
bouwd navigatiesysteem is.
● Auto op een map lokaliseren.
● Wi-Fi-instellingen beheren.
Download voor het bedienen van
deze functie de app van App Store ®
of Google Play™ Store.
Afstandsbediening
U kunt, indien gewenst, iedere wille‐
keurige telefoon gebruiken om een
adviseur te bellen. Deze kan dan
vanaf zijn locatie specifieke autofunc‐
ties aansturen. U vindt het betref‐
fende OnStar-telefoonnummer op de landspecifieke website.
Infotainmentsysteem155routebegeleiding tegen de
verkeersregels ingaat, moet u
altijd de verkeersregels volgen.
Werking van het
navigatiesysteem
Het navigatiesysteem gebruikt
sensoren om de positie en beweging van de auto te bepalen. De afgelegde
afstand wordt bepaald door het
signaal van de snelheidsmeter van de auto, de draaibewegingen in de boch‐
ten door een sensor. De positie wordt
bepaald door de gps-satellieten
(Global Positioning System).
Door vergelijking van de sensorsig‐ nalen met de digitale kaarten is het
mogelijk om de positie met een nauw‐ keurigheid van ongeveer 10 meter tebepalen.
Het systeem werkt ook bij een slechte
GPS-ontvangst. Dit kan echter wel de nauwkeurigheid van de positiebepa‐
ling beïnvloeden.
Na het invoeren van het bestem‐
mingsadres of een nuttige plaats of
POI (dichtstbijzijnde tankstation,
hotel et cetera) wordt de route vanaf
de actuele locatie tot de geselec‐
teerde bestemming berekend.
De routebegeleiding vindt plaats door spraakmeldingen, een richtingspijl en
een meerkleurig kaartscherm.
Opmerkingen
TMC- verkeersinformatiesysteem en dynamische routebegeleiding
Het TMC-verkeersinformatiesysteem ontvangt van de TMC-radiozendersalle actuele verkeersinformatie. Deze
informatie wordt gebruikt bij het bere‐ kenen van de volledige route. Daarbij wordt de route zo gepland dat
volgens de vooraf ingestelde criteria
om verkeersproblemen heen wordt
gereden.
Is er een actueel verkeersprobleem
tijdens een actieve routebegeleiding,
vraagt het systeem - afhankelijk van
de vooraf gemaakte instelling - of de
route veranderd moet worden.
De TMC-verkeersinformatie wordt op
het kaartscherm met symbolen weer‐
gegeven of verschijnt als gedetail‐
leerde tekst in het TMC-meldingen‐
menu.Om de TMC-verkeersinformatie te
kunnen gebruiken, moet het systeem TMC-zenders in de relevante regioontvangen.
De TMC-stations kunnen in het navi‐
gatiemenu 3 156 worden geselec‐
teerd.
Kaartgegevens
Alle vereiste kaartgegevens zijn in het
Infotainmentsysteem opgeslagen.
Voor updaten van de navigatiekaart‐ gegevens koopt u nieuwe gegevens
bij de Opel Dealer of op onze website
http://opel.navigation.com/. U
ontvangt een USB-apparaat met
daarop de update.
Sluit het USB-apparaat aan op de
USB-poort en volg de instructies op
het scherm. Tijdens de update moet
de auto ingeschakeld zijn.
Let op
Tijdens de update blijft de auto
werken. Als de auto wordt uitge‐
schakeld, kan de update worden
onderbroken. De navigatietoepas‐
sing, Bluetooth en andere externe
apparaten werken niet totdat de
update voltooid is.
324TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............296, 301
Aanduidingen op banden ..........271
Aanhangerstabilisatie ................247
Aanhanger trekken ....................244
Aansteker .................................... 90
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 249
Accu ........................................... 254
Achterlichten .............................. 260
Achterruitverwarming ................... 33
Achteruitkijkcamera ...................232
Achteruitrijlichten .......................124
Actieve hoofdsteunen ...................36
Actieve noodrem......................... 225 Adaptieve cruise control .....103, 214
AdBlue ........................ 101, 197, 296
Afbeeldingen weergeven ............150
Afbeeldingsbestanden ................147
Afbeelding via USB activeren .....150
Afmetingen auto ........................307
Afslagverlichting ......................... 121
Afstand tot voorligger .................100
Airbag deactiveren ....................... 54 Airbag-deactivering ...................... 98
Airbag en gordelspanners ...........97
Airbaglabel.................................... 49
Airbagsysteem ............................. 49
Airconditioning ........................... 180Airconditioning regelmatig
aanzetten ............................... 187
Alarmknipperlichten ...................122
Algemene aanwijzingen..... 127, 154, 169
Algemene informatie ..147, 169, 243
Bluetooth ................................. 147
DAB ......................................... 145
Infotainmentsysteem ...............127
Navigatie ................................. 154
Smartphone-applicaties ..........147
Telefoon .................................. 169
USB ......................................... 147
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 189
Andere auto slepen ...................290
Antiblokkeersysteem .................204
Antiblokkeersysteem (ABS) .........99
Antidiefstalfunctie ......................128
Armsteun ...................................... 40
Armsteun met opbergruimte ........66
Asbakken ..................................... 90
Audio afspelen ............................ 149
Audiobedieningsknoppen aan stuurwiel .................................. 129
Audiobestanden ......................... 147
Audio via USB activeren .............149
Autogegevens ............................ 301
Automatische dimfunctie .............30
Automatische verlichting ............ 118
327Info-Display................................. 108
Info-Displays ............................... 104
Infotainmentsysteem inschakelen ............................. 132
Inhouden ................................... 307
Inklapbare spiegels .....................28
Inleiding ......................................... 3
Instapverlichting ......................... 125
Instrumentengroep ......................91
Instrumentenverlichting .............264
Intellitext ..................................... 145
Interactief rijsysteem................... 210
Interieurverlichting ......................124
Invoer van de bestemming ........160
K Kaarten ....................................... 156
Katalysator ................................. 196 Kentekenverlichting ...................263
Keuzehendel ............................. 201
Kilometerteller .............................. 91
Kindersloten ................................. 24 Kinderveiligheids-systemen ..........55
Klimaatregeling ............................ 15
Klimaatregelsystemen ................179
Klok............................................... 88
Koelvloeistof .............................. 252
Koelvloeistof en antivries ............296
Koelvloeistoftemperatuurmeter ...92Koplampinstelling in het
buitenland .............................. 120
Koplampverstelling ....................119
Koppelen .................................... 170
L
Laadsysteem ............................... 98
Lane Departure Warning ....100, 237
LED-koplampen ..........102, 121, 259
Leeslampen ............................... 125
Lekke band ................................. 282
Lichtschakelaar .......................... 117 Lichtsignaal ................................ 119
Luchtinlaat ................................. 187
Luchtroosters .............................. 185
Lijst met afslagen........................ 166
M
Maximaal opstartvolume............. 138
Menubediening ........................... 135
Meters........................................... 91
Mistachterlicht ...........102, 123, 260
Mistlampen voor ........102, 123, 259
Mobiele telefoons en CB- zendapparatuur ......................177
Motorgegevens .......................... 304
Motor-ID...................................... 300
Motorkap .................................... 250
Motorolie .................... 251, 296, 301
Motoroliedruk ............................. 101Motor starten ............................. 190
Mute............................................ 132
N Navigatie Bestemmingsinvoer................. 160
Contacten ................................ 160
Favorieten ............................... 160
Huidige locatie ........................ 156
Kaart manipuleren ...................156
Kaartupdate ............................ 154
Kaartvenster ............................ 156
Lijst met afslagen ....................166
Recente bestemmingen ..........160
Routebegeleiding ....................166
TMC-zenders ..................154, 166
Verkeersincidenten .................166
Nieuwe auto inrijden ..................189
Noodoproep ................................ 172
Nuttige plaatsen ......................... 160
O
Obstakeldetectiesystemen .........227
Olie, motor .................. 251, 296, 301
OnStar ........................................ 112
Ontlaadbeveiliging accu ............126
Opbergruimte................................ 63
Opbergruimte achter..................... 69
Opbergruimte portierbekleding .....65
Opbergruimte voor........................ 65
Opbergvakken .............................. 63