Page 169 of 241

Verzorging van de auto167Accu vervangenLet op
Elke afwijking van de in dit hoofdstuk gegeven instructies kan leiden tot
een tijdelijke uitschakeling of versto‐
ring van het stop-start-systeem.
Let er bij het vervangen van de accu
op dat er bij de pluspool geen lucht‐ roosters open zijn. Als er in dit gebied een ventilatieopening open is, moet
deze met een afdekkap worden afge‐ sloten en moet de ventilatie bij de
minpool worden geopend.
Zorg dat de accu altijd wordt vervan‐
gen door hetzelfde type accu.
Wij bevelen het gebruik aan van een
originele Opel-accu.
Let op
Als u een andere AGM-accu
gebruikt dan de originele Opel accu,
kunnen slechtere prestaties het
gevolg zijn.
Het wordt geadviseerd de accu door
een werkplaats te laten vervangen.Accu opladen9 Waarschuwing
Voorkom bij auto's met Stop/Start-
systeem dat het oplaadpotentieel
niet hoger wordt dan 14,6 V bij
gebruik van een acculader.
Anders kan de accu van de auto
beschadigd raken.
Starthulp gebruiken 3 200.
Stop/Start-systeem 3 123.
Waarschuwingslabel
Betekenis van symbolen: ● Geen vonken of open vlammen en niet roken.
● Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat aanleiding kan geven tot blind‐
heid of ernstige brandwonden.
● Zie het Instructieboekje voor meer informatie.
● Explosief gas kan in de buurt van
de accu aanwezig zijn.
Page 170 of 241

168Verzorging van de autoWisserblad vervangen
Voorruit
Til de wisserarm op tot deze in de
geheven stand blijft. Druk op de
pallen aan beide zijden, kantel het
wisserblad in een hoek van 90° naar
de wisserarm toe en verwijder deze
naar boven.
Aanbrengen in omgekeerde volg‐
orde.
Laat de ruitenwisserarm voorzichtig
zakken.
Achterruit
Til de wisserarm van de ruit. Haak het
wisserblad los zoals afgebeeld en
verwijder het.
Maak het ruitenwisserblad in een
lichte hoek aan de ruitenwisserarm
vast en druk tot het vastklikt.
Laat de ruitenwisserarm voorzichtig
zakken.
Gloeilamp vervangen
Ontsteking uitschakelen en desbe‐
treffende schakelaar uitschakelen of
portieren sluiten.
Nieuwe gloeilamp alleen aan fitting vastpakken! Het glas van de gloei‐
lamp niet met blote handen aanraken.
Bij vervangen altijd hetzelfde type
gloeilamp gebruiken.
Vervang de gloeilampen van de
koplampen vanuit de motorruimte.
LampcontroleSchakel het contact in na het vervan‐
gen van een lamp en bedien en
controleer de lichten.
Halogeenkoplampen
Halogeenkoplampen met aparte
gloeilampen voor zijmarkeringslicht,
dimlicht en groot licht.
Page 171 of 241
Verzorging van de auto169
Zijmarkeringslicht / dagrijlicht (1)
Dimlicht (2)
Groot licht (3)
Richtingaanwijzers voor 3 172.
Dimlicht
1. Draai de kap (2) naar links en
verwijder.
2.Druk op de clip om de lamphouder
los te klikken. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Steek de lamphouder met de clip omlaag erin en klik deze vast in de
reflector.
5. Breng de kap aan.
Page 172 of 241
170Verzorging van de autoGroot licht
1. Draai de kap (3) naar links enverwijder.
2.Druk op de clip om de lamphouder
los te klikken. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
3. Maak de gloeilamp los van de lamphouder en vervang de lamp.
4. Steek de lamphouder met de clip omlaag erin en klik deze vast in de
reflector.
5. Breng de kap aan.
Zijmarkeringslicht / dagrijlicht met gloeilampen
1. Lampfitting (1) linksom losdraaien.
Page 173 of 241
Verzorging van de auto1712. Druk beide clips naar elkaar toeen trek de lampfitting uit de
koplampbehuizing.
3. Haal de lamp uit de fitting door deze eruit te trekken.
4. Plaats een nieuwe lamp in de fitting.
5. Draai de lampfitting rechtsom in het koplamphuis vast.
Zijmarkeringslicht / dagrijlicht met
leds
Zijmarkeringslicht en dagrijlicht zijn
uitgevoerd met leds en kunnen niet
worden vervangen. Neem bij een defecte led contact op met een werk‐
plaats.
Xenonkoplampen9 Gevaar
Xenonkoplampen werken onder
een extreem hoog voltage. Niet
aanraken. Lampen door een werk‐
plaats laten vervangen.
Zijmarkeringslicht / dagrijlichten zijn
uitgevoerd met leds en kunnen niet worden vervangen.
Lampen voor afslagverlichting zijn
vervangbaar.
Richtingaanwijzers voor 3 172.
Afslagverlichting
1. Draai de kap (3) naar links en
verwijder.
Page 174 of 241
172Verzorging van de auto2. De lamphouder naar linkslosdraaien. Lamphouder met
gloeilamp uit het reflectorhuis
nemen.
3. Verwijder de lamp uit de stekker door deze los te klikken en te trek‐ken.
4. Vervang de gloeilamp. Sluit de lamphouder aan op de stekker.
5. Draai de lamphouder rechtsom in de reflector vast.
6. Breng de kap aan en draai deze rechtsom.
Mistlampen voor
U kunt de lampen bereiken langs de onderkant van de auto.
1. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze uit de reflector.
2.Klik de lampfitting los van de stek‐
ker door op de borgnok te druk‐
ken.
3. Vervang de lamp in de lampfitting
en klik deze weer vast aan de
stekker.
4. Plaats de lampfitting in de reflec‐ tor door hem rechtsom te draaien
en zet hem vast.
Richtingaanwijzers voor
De richtingaanwijzers voor hebben
long-life gloeilampen die niet kunnen worden vervangen.
Neem bij een defecte long-life gloei‐
lamp contact op met een werkplaats.
Page 175 of 241
Verzorging van de auto173Achterlichten
1. Maak de afdekking in de bagage‐ruimte aan de desbetreffende
zijde los en verwijder hem.
Demonteer aan de rechterzijde
alle componenten, zoals de
bandenreparatieset of gereed‐
schappen, uit het inzetstuk
achterin. Druk dit inzetstuk aan de
bovenkant in elkaar en haal het uit de zijwand.
2. Draai beide kunststof bevesti‐ gingsmoeren van binnen met de
hand los.
3. Trek het achterlamphuis voorzich‐
tig uit de uitsparingen en neem het eruit.
4. Druk op de borgnokken en verwij‐
der de lamphouder uit het lamp‐
huis.
Page 176 of 241
174Verzorging van de auto
5. Verwijder de volgende gloeilam‐pen door ze iets naar binnen te
drukken en linksom te draaien:
Achterlicht/remlicht ( 1)
Richtingaanwijzer ( 2)
6. Plaats de lamp in de lamphouder en draai deze rechtsom. Plaats de
lamphouder in het lamphuis.
Breng het lamphuis met de borg‐
pennen in de uitsparingen van de
carrosserie aan en draai de kunst‐ stof bevestigingsmoeren vanuit
de binnenkant van de bagage‐
ruimte vast.
Sluit het deksel en klik het vast.
Achteruitrijlicht / mistachterlicht
De achteruitrijlichten zitten in het
rechter lamphuis in de achterklep en
het mistachterlicht zit in het linker
lamphuis in de achterklep.
De beschrijving voor het vervangen
van gloeilampen is bij beide lichten identiek.
1. Verwijder de schroef uit de achter‐
klep.
2. Haal het lamphuis iets naar buiten
en trek het vervolgens uit de
achterklep.
3. Draai de lamphouder om hem et verwijderen.