Page 177 of 241
Verzorging van de auto175
4.Gloeilamp wegnemen door iets in
de fitting te drukken en linksom te draaien. Vervang de gloeilamp.
5. Steek de lampfitting in de module en draai deze vast.
6. Bevestig het lamphuis in de achterklep en bevestig het met de
schroef.
Zijrichtingaanwijzers
Verwijder het lamphuis om de gloei‐
lamp te vervangen:
1. Schuif de lamp naar de linkerkant
ervan en haal deze aan de rech‐
terkant ervan los.
2. Draai de lamphouder linksom uit het huis.
3. Trek de lamp uit de lamphouder en vervang deze.
Page 178 of 241
176Verzorging van de auto4. Breng de lamphouder aan endraai deze rechtsom.
5. Steek de linkerkant van de lamp erin, schuif deze naar links en
steek de rechterkant erin.
Derde remlicht
LED's door een werkplaats laten
vervangen.
Kentekenverlichting
1. Plaats een schroevendraaier in de uitsparing van de afdekking,
duw naar de zijkant en maak de
veer los.
2. Lamp naar beneden toe verwijde‐
ren, hierbij niet aan de kabel trek‐ ken.
3. Draai de lamphouder linksom uit het lamphuis.
4. Trek de lamp uit de lamphouderen vervang deze.
5. Steek de lamphouder in het lamp‐
huis en draai deze rechtsom.
6. Steek de lamp in de bumper totdat
deze vastklikt.
Binnenverlichting
Laat de volgende lampjes vervangen
in een werkplaats:
● interieurverlichting, leeslampjes
● bagageruimteverlichting
● plafondverlichting
● instrumentenverlichting
Page 179 of 241

Verzorging van de auto177Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
● linksvoor in de motorruimte
● bij auto's met stuurwiel links, achter de lichtschakelaar, of bij
auto's met stuurwiel rechts
achter het handschoenenkastje
Alvorens een zekering te vervangen, de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.Er zitten verschillende soorten zeke‐
ringen in de auto.
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herken‐
baar aan de gesmolten draad. Zeke‐
ring pas vervangen wanneer de
oorzaak van de storing verholpen is.
Sommige functies worden door meer‐ dere zekeringen beveiligd.
Er kunnen zekeringen aanwezig zijn
die geen functie hebben.
Zekeringtrekker
In de zekeringenkast in de motor‐
ruimte zit mogelijk een zekeringtrek‐
ker.
Zekeringtrekker van bovenaf op de
verschillende typen zekering zetten
en zekering lostrekken.
Page 180 of 241
178Verzorging van de autoZekeringenkast inmotorruimte
De zekeringenkast zit linksvoor in de
motorruimte.
Klik de klep los en klap deze geheel
omhoog. Haal de klep recht omhoog
eraf.
Nr.Stroomkring1–2–3Accusensor4Chassisregelmodule, brandstof‐
pomp5ABS6Dimlicht en dagrijverlichting
links, groot licht xenonkoplamp7–8Regelmodule lpg9Carrosserieregelmodule10Koplampverstelling11Achterruitenwisser12Achterruitverwarming13Dimlicht en dagrijverlichting
rechts14Buitenspiegelverwarming15–16Rembekrachtigerset17Ontstekingssignaal, waterpomp18Motorregelmodule
Page 181 of 241
Verzorging van de auto179Nr.Stroomkring19Brandstofpomp20–21Motormagneetkleppen, motor‐
sensoren22–23Bobines, verstuivers24Ruitensproeier25–26Motorsensoren27Motorregeling28Motorregelmodule29Motorregelmodule30Motorregelmodule31Groot licht links, xenondimlicht
links32Groot licht rechts, xenondimlicht rechts33Motorregelmodule34Claxon35Aircocompressorkoppeling36Mistlampen voorNr.Stroomkring1ABS2Ruitenwisser voor3Aanjager4Stoelverwarming5Koelventilator6–7Versnellingsbak8Koelventilator9Koelventilator10Koelventilator11Startmotor
Klik na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen het deksel van de
zekeringenkast weer vast.
Wanneer u het deksel van de zeke‐
ringenkast niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Page 182 of 241
180Verzorging van de autoZekeringenkast
instrumentenpaneel
De zekeringenkast zit achter de licht‐ schakelaar in het instrumentenpa‐
neel. Pak de handgreep vast en trek
de lichtschakelaar omlaag.
Nr.Stroomkring1–2–3Elektrische ruitbediening4Spanningsomvormer5Carrosserieregelmodule 16Carrosserieregelmodule 27Carrosserieregelmodule 38Carrosserieregelmodule 49Carrosserieregelmodule 510Carrosserieregelmodule 611Carrosserieregelmodule 712Carrosserieregelmodule 813–14Achterklep15Airbagsysteem16Datalinkconnector17Ontsteking18Airconditioning19–
Page 183 of 241
Verzorging van de auto181Nr.Stroomkring20Parkeerhulp, regensensor,
frontcamera21Remschakelaar22Infotainment-systeem23Display24–25Hulpkrik26Instrumentenpaneel27–28–29–30–31Claxon32–33Verwarmd stuurwiel34–35Bandenreparatieset36–37Achterruitenwisser38AanstekerNr.Stroomkring39Elektrische ruitbediening,
display automatische versnel‐
lingsbak40–Boordgereedschap
Gereedschap
Auto's zonder reservewiel
De gereedschappen en het sleepoog zitten onder de vloerafdekplaat in de
bagageruimte.
Page 184 of 241

182Verzorging van de auto
Bij de lpg-versie zitten het gereed‐
schap en het sleepoog aan de rech‐
terzijde van de bagageruimte, achter
een afdekking.
Auto's met reservewiel
De krik, wielboutsleutel en bepaalde
gereedschappen zitten aan de rech‐
terzijde in de bagageruimte, achter
een afdekking 3 57.
Velgen en banden
Conditie van banden en velgen
Zo langzaam mogelijk en onder een
rechte hoek over obstakels. Het rijden over scherpe randen kan schade aan
banden en velgen tot gevolg hebben. Banden niet tegen de stoeprand
klemmen.
De wielen regelmatig op beschadi‐
ging controleren. Bij beschadigingen
of abnormale slijtage de hulp van een
werkplaats inroepen.
Wij raden aan de voorwielen niet om
te wisselen met de achterwielen en
vice versa, om de rijstabiliteit te
behouden. Gebruik altijd minder
versleten banden op de achteras.
Winterbanden
Winterbanden verhogen de veiligheid
bij temperaturen onder 7 °C en
moeten daarom op alle wielen
worden gemonteerd.
Alle bandenmaten zijn toegestaan als winterbanden 3 221.