Page 177 of 260

WIELEN EN BANDEN
TIPS VOOR HET
OMWISSELEN VAN DE
BANDEN
162)66) 67) 68) 69)
De voor- en achterbanden zijn
onderhevig aan verschillende
belastingen en spanningen die te wijten
zijn aan stuurbewegingen, manoeuvres
en remmen. Daarom kunnen ze
ongelijkmatig verslijten.
Om dit probleem op te lossen, moeten
de banden op het juiste moment
worden verwisseld. Deze handeling
wordt aanbevolen voor banden met een
diep loopvlakprofiel, die geschikt zijn
voor zowel het rijden over verharde als
onverharde wegen.
Het omwisselen van banden draagt bij
tot het handhaven van de grip en
tractieprestaties op natte, modderige of
besneeuwde wegen, waarbij optimale
bestuurbaarheid van de auto wordt
gegarandeerd.
In geval van abnormale bandenslijtage,
moet de reden gevonden en
gecorrigeerd worden alvorens de
banden om te wisselen.
BELANGRIJK
162)Verwissel de banden niet kruislings als
ze van het "éénrichtingstype" zijn. Zorg er
in dat geval altijd voor dat er geen banden
gemonteerd worden met een draairichting
die tegengesteld is aan de richting die is
aangegeven, er bestaat een risico voor
verlies van grip en controle over het
voertuig.
BELANGRIJK
66)De wegligging van de auto is in grote
mate afhankelijk van een juiste
bandendruk.
67)Als de bandendruk te laag is, kan de
band oververhit raken en als gevolg
daarvan ernstig beschadigd raken.
68)Verwissel de banden niet kruiselings,
door ze van de rechterzijde naar de
linkerzijde en omgekeerd te verplaatsen.
69)Voer bij lichtmetalen velgen nooit
spuitwerkzaamheden uit die een
temperatuur vereisen boven 150°C. Dit kan
de mechanische eigenschappen van de
wielen in gevaar brengen.
CARROSSERIE
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lakwerk
70)6)
Werk beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te
voorkomen.
Matgelakte versies
(voor bepaalde versies/markten)
Bepaalde versies hebben een
exclusieve matlak op het dak, die
speciale verzorging vereist om die in
goede conditie te houden.
71)
Auto wassen
Volg onderstaande aanwijzingen om de
auto correct te wassen:
verwijder de antenne van het dak
wanneer het voertuig gewassen wordt;
als voor het wassen van het voertuig
hogedrukreinigers worden gebruikt,
houd dan een afstand van minimaal 40
cm t.o.v. de carrosserie aan om
beschadiging of aantasting te
voorkomen. Stagnerend water kan op
lange termijn leiden tot schade aan
de auto;
175
Page 178 of 260

maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit;
spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
BELANGRIJK
70)Om de esthetische eigenschappen van
de lak te behouden, mogen er geen
schuur- en/of polijstmiddelen voor het
reinigen van het voertuig worden gebruikt.
71)Niet wassen met rollen en/of borstels in
autowasstraten. Gebruik voor het wassen
van de auto, uitsluitend met de hand,
pH-neutrale reinigingsmiddelen; droog af
met een vochtige zeem. Schuur- en/of
polijstmiddelen mogen niet gebruikt
worden om het voertuig schoon te maken.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat hierin
bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
Vermijd (indien mogelijk) om het voertuig
onder bomen te parkeren; verwijder
plantaardige harsen onmiddellijk omdat
deze, als ze drogen, alleen verwijderd
kunnen worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden
worden omdat ze de karakteristieke
matheid van de lak kunnen aantasten.
Gebruik geen onverdunde
ruitensproeiervloeistof om de voorruit en
achterruit te reinigen; verdun dit met
minstens 50% water. Gebruik alleen
onverdunde ruitensproeiervloeistof
wanneer de buitentemperaturen dit
vereisen.
BELANGRIJK
6)Schoonmaakmiddelen veroorzaken
waterverontreiniging. Was daarom de auto
op een plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.
176
ONDERHOUD EN ZORG
Page 179 of 260
TECHNISCHE GEGEVENS
Alles dat u nuttig kunt vinden om te
begrijpen hoe uw voertuig is gemaakt
en hoe het werkt is in dit hoofdstuk
vermeld en wordt toegelicht met
gegevens, tabellen en grafieken. Voor
de liefhebbers en de monteurs, maar
ook gewoon voor degenen die elk detail
van hun auto willen kennen.IDENTIFICATIEGEGEVENS..............178
MOTOR ..........................................179
WIELEN ..........................................182
AFMETINGEN .................................187
PRESTATIES ...................................190
GEWICHTEN...................................193
TANKEN..........................................200
VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN ..........................202
BRANDSTOFVERBRUIK EN
CO2-EMISSIE .................................205
RICHTLIJNEN VOOR DE
BEHANDELING VAN DE AUTO
AAN HET EINDE VAN DE
LEVENSDUUR ................................206
177
Page 180 of 260

IDENTIFICATIE-
GEGEVENS
PLAATJE VOERTUIG-
INDENTIFICATIENUMMER
(VIN)
Deze is aangebracht aan de linkerkant
van de bagageruimte fig. 163 (til de mat
op voor toegang) en bevat de
volgende gegevens:
ANaam van de fabrikant.
BNummer typegoedkeuring.
CIdentificatiecode voertuigtype.
DChassisnummer.
EMax. toelaatbaar totaalgewicht van
de auto.
FMax. toelaatbaar totaalgewicht van
de auto met aanhanger.
GMax. toelaatbaar gewicht op eerste
(voor)as.
HMax. toelaatbaar gewicht op tweede
(achter)as.
IMotortype.
LCode van carrosserieversie.
MNummer voor onderdelen.
NCorrecte waarde van de
absorptiecoëfficiënt van de
rookgassen (voor dieselmotoren).
IDENTIFICATIEPLAATJE
CARROSSERIELAK
Deze is aangebracht aan de binnenkant
van de achterklep en bevat de
volgende gegevens fig. 164:
ALakfabrikant.
BKleurnaam.
CFiat kleurcode.
DKleurcode voor overspuiten en
bijwerken.CHASSISNUMMER
Dit is gestempeld op de dwarsbalk
onder de passagiersstoel en bevat de
volgende gegevens:
type voertuig;
chassisnummer.
MOTORCODE
Deze is op het cilinderblok ingeslagen
en vermeldt het type en het
motorserienummer.
163F0Y0501C
164F0Y0003C
178
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 181 of 260
MOTOR
Versies1.4 16V 95 pk
Motorcode 843A1000
CyclusOtto
Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 72,0 x 84,0
Cilinderinhoud (cm³) 1368
Compressieverhouding 11 ± 0,2
Maximum vermogen (EG) (kW) 70
Maximum vermogen (EEG) (pk) 95
overeenkomstig motortoerental
(tpm)6000
Maximumkoppel (EEG) (Nm) 127
Maximum koppel (EEG) (kgm) 12,9
overeenkomstig motortoerental
(tpm)4500
Bougies NGK DCPR7E-N-10
Brandstof Loodvrije benzine 95 R.O.N. (EN228-specificaties)
Emissieniveau Euro 6
179
Page 182 of 260
Versies 1.3 16V 95 pk Multijet
Motorcode 330A1000
CyclusDiesel
Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 69,6 x 82,0
Cilinderinhoud (cm³) 1248
Compressieverhouding 16,8 ± 0,4
Maximum vermogen (EG) (kW) 70
Maximum vermogen (EEG) (pk) 95
overeenkomstig motortoerental
(tpm)3750
Maximumkoppel (EEG) (Nm) 215
Maximum koppel (EEG) (kgm) 21,9
overeenkomstig motortoerental
(tpm)1500
Brandstof Diesel voor motorvoertuigen (EN590-specificatie)
Emissieniveau Euro 6
180
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 183 of 260
Versies1.6 16V 120 pk MultiJet
Motorcode940C1000
CyclusDiesel
Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 79,5 x 80,5
Cilinderinhoud (cm³) 1598
Compressieverhouding 16,5 ± 0,4
Maximum vermogen (EG) (kW) 88
Maximum vermogen (EEG) (pk) 120
overeenkomstig motortoerental (tpm) 3750
Maximumkoppel (EEG) (Nm) 320
Maximum koppel (EEG) (kgm) 32,6
overeenkomstig motortoerental (tpm) 1750
Brandstof Diesel voor motorvoertuigen (EN590-specificatie)
EmissieniveauEuro 6
181
Page 184 of 260

WIELEN
163) 164)
STANDAARD VELGEN EN
BANDEN
Geperste stalen of lichtmetalen velgen.
Tubeless radiaalbanden. Alle
typegoedgekeurde banden zijn op het
kentekenbewijs vermeld.
BELANGRIJK Als de gegevens in het
instructieboek afwijken van die van het
kentekenbewijs, dient men zich altijd
aan de gegevens van het
kentekenbewijs te houden. Voor de
rijveiligheid moeten alle wielen zijn
voorzien van banden van hetzelfde
merk en type.
BELANGRIJK Monteer geen
binnenbanden in tubeless-banden.
SNEEUWKETTINGEN
Belangrijke opmerkingen
72)
OPMERKING Sneeuwkettingen met
smalle schakels die maximaal 9 mm
uitsteken buiten het bandprofiel kunnen
gemonteerd worden op 195/65 R15
91H- en 205/55 R16 91H-banden. Op
225/45 R17 91V banden kunnen geen
sneeuwkettingen gemonteerd worden.Het gebruik van sneeuwkettingen moet
aan de plaatselijke voorschriften in elk
land voldoen. In bepaalde landen
worden banden gemarkeerd met de
M+S (Mud and Snow) beschouwd als
winteruitrusting; het gebruik hiervan
is gelijkwaardig aan dat van de
sneeuwkettingen.
Sneeuwkettingen mogen alleen op de
banden van de voorwielen
(aandrijfwielen) gemonteerd worden.
Controleer de spanning van de
sneeuwkettingen na enkele tientallen
meters rijden.
Het gebruik van sneeuwkettingen met
banden met niet-originele afmetingen
kunnen het voertuig beschadigen.
Het gebruik van verschillende maten of
typen banden (M+S, winterbanden,
enz.) op de voor- en achterassen kan
de bestuurbaarheid van de auto
benadelen, met het risico van
controleverlies over de auto en
bijgevolg ongevallen.
Er kunnen geen sneeuwkettingen op
het noodreservewiel gemonteerd
worden (bij bepaalde versies/markten).
Als er een voorband lek is, vervang
dan een achterwiel door het
noodreservewiel en monteer het
achterwiel op de vooras. Op die manier
kunnen, met twee normale
aandrijfwielen aan de voorkant,
sneeuwkettingen gemonteerd worden.
182
TECHNISCHE GEGEVENS