5847-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Geeft aan dat er een storing is in:
• Het ABS; of
• Het Brake Assist-systeem
Er klinkt ook een zoemer.
→ Breng de auto onmidd ellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de au to kan gevaarlijk zijn.
Geeft aan dat de koelvloeistoftemperatuur te
hoog is
Er klinkt ook een zoemer.
→ Blz. 635
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
laadsysteem van de auto
→Breng de auto onmidd ellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Doorrijden met de au to kan gevaarlijk zijn.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de radarsensor vuil is of bedekt is
met ijs
Er klinkt ook een zoemer.
→ Reinig de sensor.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
5857-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem tijdelijk niet kan worden gebruikt als
gevolg van slechte weersomstandigheden
Er klinkt ook een zoemer.
→ Gebruik het Dynamic Radar Cruise Control-
systeem wanneer dit weer beschikbaar is.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
Smart entry-systeem met startknop
Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat een Blind Spot Monitor-sensor of
de omliggende gebieden op de bumper vuil zijn
of bedekt zijn met ijs
Er klinkt ook een zoemer.
→ Reinig de sensor en het omliggende gebied
op de bumper.
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
cruise control-systeem (indien aanwezig) of het
Dynamic Radar Cruise Control-systeem (indien
aanwezig)
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het sys-
teem uit te schakelen en druk vervolgens
opnieuw op de toets om het systeem in te
schakelen.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
5867-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in de
LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)
Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Er wordt niet aan de bedrijfscondities van de
camerasensor (temperatuur, enz.) voldaan.
→Wanneer er aan de bedrijfscondities van de
camerasensor (temperatuur, enz.) wordt
voldaan, komen de volgende systemen
beschikbaar.
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA-systeem (Lane Departure Alert met stuurregeling)
• Dynamic Radar Cruise Control
• RSA (Road Sign Assist)
• Automatic High Beam-systeem
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er vuil, regen, condens, ijs,
sneeuw, enz. aanwezig is op de voorruit vóór de
camerasensor De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding aan-
gegeven probleem is opgelost.
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
• LDA-systeem (Lane Departure Alert met
stuurregeling)
• Dynamic Radar Cruise Control
• RSA (Road Sign Assist)
• Automatic High Beam-systeem
→ Schakel het systeem uit, verwijder het vuil,
de regen, de condens, het ijs, de sneeuw,
enz. van de voorruit en schakel het sys-
teem weer in.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(oranje)
(oranje) (Knippert)
(oranje) (Knippert)
5877-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
(indien aanwezig)
Het LDA-systeem (Lane Departure Alert met
stuurregeling) is tijdelijk uitgeschakeld als gevolg
van een storing in een andere sensor dan de
camerasensor.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Schakel het LDA-systeem uit en volg de
juiste storingzoekprocedures voor de
waarschuwingsmelding. Ga vervolgens
een stukje rijden met de auto en schakel
het LDA-systeem weer in.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
Pre-Crash Safety-systeem
Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het
BSM-systeem (Blind Spot Monitor)
Er klinkt ook een zoemer.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige.
Geeft aan dat de oliedruk niet in orde is
Er klinkt ook een zoemer.
→ Breng de auto onmidd ellijk op een veilige
plaats tot stilstand en neem contact op met
een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(oranje)
(Knippert)
5917-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
(indien aanwezig)
Geeft aan dat de werking van het Pre-Crash
Brake-systeem is gestopt sinds de VSC (Vehicle
Stability Control) werd uitgeschakeld
→Schakel de VSC in. ( →Blz. 428)
(indien aanwezig)
Geeft aan dat het Pre-Crash Safety-systeem tij-
delijk niet beschikbaar is
→Wacht tot het systeem wel weer beschik-
baar is.
Als de waarschuwingsmelding niet ver-
dwijnt, zit er mogelijk een storing in het
systeem. Laat de auto onmiddellijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
(indien aanwezig)
Geeft aan dat een deel van de sensor van het
PCS (Pre-Crash Safety-systeem) vuil is of is
bedekt door ijs, enz.
Er klinkt ook een zoemer.
→ Verwijder het vuil, ijs, enz.
De werking van de airconditioning, verwarming
e.d. wordt tijdelijk beperkt als gevolg van een
hoog energieverbruik
→Schakel onnodige elektrische uitrusting uit
om het energieverbruik te verlagen.
Wacht tot de stroomvoorziening weer nor-
maal wordt.
Laat, wanneer dit item regelmatig wordt
weergegeven, de auto onmiddellijk nakij-
ken door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
WaarschuwingsmeldingDetails/handelingen
(Knippert)
(Knippert)
6077-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
Draai iedere moer twee of drie
keer aan in de volgorde die in
de afbeelding is aangeven.
Aanhaalmoment:
103 Nm (10,5 kgm, 76 ft•lbf)
Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op.
■Het compacte reservewiel (indien aanwezig)
●Op de band van het compacte reservewiel staat aan de zijkant de aandui-
ding TEMPORARY USE ONLY (alleen voor tijdelijk gebruik).
Gebruik het compacte reservewiel alleen tijdelijk en alleen in noodgevallen.
● Controleer de bandenspanning van het compacte reservewiel. ( →Blz. 653)
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het compacte reservewiel is niet voorzien van een bandenspannin gssensor
en -zender, waardoor een te lage bandenspanning hiervan niet wo rdt aange-
geven door het bandenspanningswaarschuwingssysteem. Verder zal, als u
het compacte reservewiel monteert nadat het waarschuwingslampje voor een
lage bandenspanning is gaan branden, dit lampje blijven branden .
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd dan
wanneer er gereden wordt met de standaardbanden.
■ Als uw auto een lekke voorband krijgt op een weg die bedekt is met
sneeuw of ijs (auto's met een compact reservewiel)
Vervang een van de achterwielen van de auto door het compacte reservewiel.
Voer onderstaande stappen uit en monteer sneeuwkettingen op de voorwielen:
Vervang het wiel links of rechts achter door het compacte reser vewiel.
Vervang het wiel met de lekke voorband door het wiel dat van de achter-
zijde afkomstig is.
Monteer sneeuwkettingen op de voorwielen.
■ Klemband waarmee de krik wordt vastgezet
4
Maak de haak van de klemband voor de
krik los van vergrendelopening , draai
de klemband en maak de haak vast in
vergrendelopening .
5
1
2
3
1
2
6097-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
7
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
● Houd er rekening mee dat het reservewiel speciaal ontworpen is voor
gebruik onder uw auto. Gebruik uw reservewiel daarom niet onder een
andere auto.
● Monteer niet gelijktijdig meer dan één compact reservewiel onde r uw auto.
● Vervang het reservewiel zo snel mogelijk door een wiel met een stan-
daardband.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorza ken.
■ Gebruik van het compacte reservewiel (indien aanwezig)
Het kan voorkomen dat de rijsnelheid niet goed wordt weergegeve n en dat
de volgende systemen niet goed werken:
Niet alleen kan het volgende systeem niet optimaal worden gebruikt, maar
ook kan dit een negatief effect hebben op de onderdelen van de aandrijflijn:
• E-Four (elektrische vierwielaandrijving) (AWD-uitvoeringen)
■ Snelheidsbeperking bij gebruik van het compacte reservewiel (in dien
aanwezig)
Rijd niet harder dan 80 km/h als er een compact reservewiel ond er de auto
is gemonteerd.
Het compacte reservewiel is niet ontworpen voor gebruik bij hog e snelhe-
den. Het niet opvolgen van deze voorzorgsmaatregel kan leiden t ot een
ongeval en ernstig letsel.
■ Na gebruik van gereedschap en krik
Controleer voor het rijden of het gereedschap en de krik weer g oed zijn
opgeborgen en bevestigd. Dit om te voorkomen dat een van deze voorwer-
pen bij een aanrijding of bij hard remmen letsel veroorzaakt.
• ABS en Brake Assist
•VSC
•TRC
• Cruise control (indien aanwezig)
• Dynamic Radar Cruise Control (indien aanwezig)
•EPS
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling) (indien aanwezig) • PCS (Pre-Crash Safety-sys-
teem) (indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-monitor
(indien aanwezig)
• Toyota Parking Assist-sensor (indien aanwezig)
• Panoramic View Monitor (indien aanwezig)
• Navigatiesysteem (indien aanwe-
zig)
6107-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
OPMERKING
■Rijd voorzichtig over oneffenheden in het wegdek heen als het c om-
pacte reservewiel onder de auto gemonteerd is. (indien aanwezig)
De auto ligt lager op de weg als het compacte reservewiel is ge monteerd
dan wanneer er gereden wordt met de standaardbanden. Wees voorz ichtig
bij het rijden over slechte wegen.
■ Rijden met sneeuwket tingen en het compacte reservewiel (indien aan-
wezig)
Monteer geen sneeuwketting op het compacte reservewiel.
De sneeuwketting kan de carrosserie beschadigen en het rijgedra g in nega-
tieve zin beïnvloeden.
■ Bij het vervangen van banden (auto's met bandenspanningswaarsch u-
wingssysteem)
Neem voor het verwijderen en plaatsen van wielen, banden of bandenspan-
ningssensoren en -zenders contact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige, omdat de bandenspanningssensoren en -zenders
beschadigd kunnen raken als er niet voorzichtig mee wordt omgeg aan.