Page 177 of 528

177
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18089E)
WAARSCHUWING
■
Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
● Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kin derzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller /repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste d eskun-
dige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
● Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schou dergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen, maar mag ook niet van de schou der van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een ongeval erns tig letsel
oplopen.
● Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de gord el om de
nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als dit gebeurt en de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt , knip de
gordel dan door met een schaar.
● Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
● Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en na ar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
● Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
● Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de ge bruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
■ Het correct vastzetten van een baby- of kinderzitje aan
de bevestigingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten o f er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controlee r of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind o f een andere pas-
sagier bij hard remmen of uitwijken of bij een ongeval ernstig letsel oplopen.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 177 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
Page 178 of 528
178
1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18089E)
Aan/uit-schakelaar airbag
Met dit systeem kan de voorpassagiersairbag worden uitgeschakeld.
Schakel deze airbags alleen uit als er een baby- of kinderzitje op de
voorpassagiersstoel gebruikt wordt.
Controlelampje aan/uit-
schakelaar airbag
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop
Het controlelampje gaat bran-
den als het airbagsysteem is
ingeschakeld (alleen als het
contact AAN staat).
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop
Het controlelampje gaat bran-
den als het airbagsysteem is
ingeschakeld (alleen als het
contact AAN staat).
Aan/uit-schakelaar airbag
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 178 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
Page 179 of 528
179
1-7. Veiligheidsinformatie
1
Voordat u gaat rijden
86_EE (OM18089E)
Voorpassagiersairbag uitschakelen
Auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop
Steek de sleutel in de slotcilinder
en zet de slotcilinder in stand
OFF.
Het controlelampje OFF gaat
branden (alleen als het contact
AAN staat).
Auto's met Smart entry-sys-
teem en startknop
Steek de mechanische sleutel in
de slotcilinder en draai deze in
de stand OFF.
Het controlelampje OFF gaat
branden (alleen als het contact
AAN staat).
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 179 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
Page 180 of 528

180
1-7. Veiligheidsinformatie
86_EE (OM18089E)
■
Informatie controlelampje aan/uit-schakelaar airbag
● De controlelampjes voorpassagiersairbag ON of OFF geven de stat us
van de voorpassagiersairbag aan. Als het contact AAN wordt gezet,
gaan de controlelampjes ON en OFF branden terwijl het systeem w ordt
gecontroleerd, waarna beide controlelampjes uitgaan. Vervolgens gaat
het controlelampje ON of OFF branden overeenkomstig de stand va n de
aan/uit-schakelaar van de airbag.
● Als een van de onderstaande problemen optreedt, is er mogelijk een sto-
ring in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken door een er kende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
• ON noch OFF gaat branden.
• Het controlelampje reageert niet wanneer de aan/uit-schakelaar van de
airbag van ON naar OFF wordt gezet.
WAARSCHUWING
■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
Plaats vanwege veiligheidsredenen het baby- of kinderzitje alti jd op een ach-
terstoel. Als de achterstoel niet kan worden gebruikt, mag de v oorstoel wor-
den gebruikt zo lang de aan/uit-schakelaar van de airbag in sta nd OFF wordt
gezet.
Als de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON blijft staa n, kan de
kracht die met het activeren (opblazen) van de airbag gepaard g aat, ernstig
letsel veroorzaken.
■ Als er geen baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel is g eplaatst
Controleer of de aan/uit-schakelaar van de airbag in stand ON s taat.
Als de schakelaar in stand OFF staat, zal de airbag in geval va n een ongeval
niet worden geactiveerd, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 180 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
Page 181 of 528

2Tijdens het rijden
181
86_EE (OM18089E)
2-1. RijproceduresRijden met de auto ........... 182
Startknop (auto's met Smart
entry-systeem
en startknop) .................. 196
Contactslot (auto's zonder
Smart entry-systeem
en startknop) .................. 205
Automatische transmissie. 208
Handgeschakelde transmissie ..................... 215
Richtingaanwijzer- schakelaar ...................... 219
Parkeerrem ....................... 220
Claxon .............................. 221
2-2. Instrumentenpaneel Meters en tellers ............... 222
Controlelampjes en waarschuwings-
lampjes ........................... 226
Multi-informatiedisplay (monochroomdisplay) ..... 232
Multi-informatiedisplay (kleurendisplay) .............. 237 2-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar ................. 253
Schakelaar mistlampen .... 259
Ruitenwissers en -sproeiers................... 260
2-4. Gebruik van overige rijsystemen
Cruise control ............... 263
Ondersteunende systemen ........................ 268
Hill Start Assist Control ..... 275
2-5. Rij-informatie Lading en bagage ............. 279
Rijden in de winter ............ 281
Rijden met een aanhangwagen ............... 285
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 181 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
Page 182 of 528

182
86_EE (OM18089E)
2-1. Rijprocedures
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures:
■Starten van de motor
Blz. 196, 205
■ Rijden
Auto's met automatische transmissie Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D.
( Blz. 208)
Deactiveer de parkeerrem. ( Blz. 220)
Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam
het gaspedaal in om de auto in beweging te brengen.
Auto's met handgeschakelde transmissie Zet met ingetrapt koppelingspedaal de selectiehendel in de
1e versnelling. ( Blz. 215)
Deactiveer de parkeerrem. ( Blz. 220)
Laat het koppelingspedaal geleidelijk opkomen. Trap tege-
lijkertijd het gaspedaal langz aam in om de auto in bewe-
ging te brengen.
■ Tot stilstand brengen van de auto
Auto's met automatische transmissie Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempe-
daal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P of N als de auto langdurig sti l zal
staan. ( Blz. 208)
Auto's met handgeschakelde transmissie
Trap met ingetrapt koppeli ngspedaal het rempedaal in.
Activeer indien nod ig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de selectie-
hendel in stand N. (
Blz. 215)
STAP1
STAP2
STAP3
STAP1
STAP2
STAP3
STAP1
STAP2
STAP1
STAP2
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 182 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
Page 183 of 528

183
2-1. Rijprocedures
2
Tijdens het rijden
86_EE (OM18089E)
■
Parkeren van de auto
Auto's met automatische transmissie Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempe-
daal in.
Zet de selectiehendel in stand P. ( Blz. 208)
Activeer de parkeerrem. ( Blz. 220)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Zet het contact UIT om de motor uit te zetten.
Auto's met Smart entry -systeem en startknop:
Druk op de startknop om de motor uit te zetten.
Vergrendel het portier nadat u gecontroleerd hebt of u de
sleutel bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken .
Auto's met handgeschakelde transmissie
Trap met ingetrapt koppeli ngspedaal het rempedaal in.
Zet de selectiehendel in stand N. ( Blz. 215)
Activeer de parkeerrem. ( Blz. 220)
Auto's zonder Smart entry -systeem en startknop:
Zet het contact UIT om de motor uit te schakelen.
Auto's met Smart entry -systeem en startknop:
Druk op de startknop om de motor uit te schakelen.
Vergrendel het portier nadat u gecontroleerd hebt of u de
sleutel bij u hebt.
Zet de auto bij het parkeren op een helling in de 1e versnellin g of
de achteruit en plaats indien nodig wielblokken.
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
STAP5
STAP1
STAP2
STAP3
STAP4
STAP5
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 183 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM
Page 184 of 528

184
2-1. Rijprocedures
86_EE (OM18089E)
Wegrijden op een steile helling omhoog
Auto's met automatische transmissie Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D.
Trap het gaspedaal geleidelijk in.
Deactiveer de parkeerrem.
Auto's met handgeschakelde transmissie Houd de parkeerrem geactiveerd, trap het koppelingspedaal
volledig in en zet de selectiehendel in de 1e versnelling.
Trap het gaspedaal een beetje in en laat tegelijkertijd het kop-
pelingspedaal geleidelijk opkomen.
Deactiveer de parkeerrem.
■ Als u helling op wegrijdt
De Hill Start Assist Control kan in werking treden als deze functie is inge-
schakeld. ( Blz. 275)
■ Rijden in de regen
● Rijd voorzichtig als het regent, omdat het zicht dan minder is, de ruiten
beslagen kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
● Rijd extra voorzichtig wanneer het begint te regenen, de weg kan dan
immers bijzonder glad zijn.
● Matig uw snelheid bij het rijden in de regen, tussen band en we gdek kan
er zich dan immers een waterfilm vormen die het sturen en remme n kan
bemoeilijken.
STAP1
STAP2
STAP3
STAP1
STAP2
STAP3
86_OM_Europe_OM18089E.book Page 184 Tuesday, November 21, 2017 9:35 AM