Page 65 of 269

Stoelen, veiligheidssystemen63
Het passagiersairbagsysteem kan via
een schakelaar aan de zijkant van het
instrumentenbord worden gedeacti‐ veerd.
Open met het contact uit het voorpor‐ tier, druk op de schakelaar en draai
deze linksom naar de stand OFF.
Airbags voor de passagier voorin zijn
gedeactiveerd en gaan niet af bij een
aanrijding. Controlelamp W 3 98
brandt continu op de instrumenten‐ groep en er verschijnt een bijbeho‐
rend bericht op het Driver Information Center 3 104.
Het is mogelijk een kinderzitje te monteren volgens de tabel met de
mogelijke montageplaatsen 3 67.
Laat geen volwassene op de passa‐
giersstoel plaatsnemen.
9 Gevaar
Deactiveer de passagiersairbag
uitsluitend bij gebruik van een
kinderveiligheidssystemen,
volgens de instructies en beper‐
kingen in de tabel 3 67.
Anders is er kans op dodelijk letsel voor een persoon op de passa‐
giersstoel met een gedeacti‐
veerde airbag.
Wanneer controlelamp W niet
brandt, zullen de airbags voor de
passagiersstoel voorin afgaan bij een aanrijding.
Als controlelamp A samen met v
blijft branden, is er sprake van een
systeemstoring. De stand van de
schakelaar kan per ongeluk zijn
veranderd terwijl het contact aan is.
Draai het contact uit en weer aan en zet de schakelaar weer in de juiste
stand. Als A en v toch nog blijven
branden, roep dan de hulp van een
werkplaats in.
Page 66 of 269

64Stoelen, veiligheidssystemenStatus alleen wijzigen tijdens stilstand
met het contact uitgeschakeld. De
status blijft vervolgens tot de
volgende wijziging van kracht.
Controlelamp W voor airbag-deacti‐
vering 3 98.Kinderveiligheidssyste‐
men9 Waarschuwing
Wanneer een kinderveiligheids‐
systeem op de passagiersstoel
voorin wordt gebruikt, moeten de
airbagsystemen voor de passa‐
giersstoel voorin worden uitge‐
schakeld; zo niet, dan kan het in
werking treden van de airbags het leven van het kind in gevaar bren‐ gen.
Dit is vooral van belang wanneer
naar achteren gerichte kindervei‐
ligheidssystemen op de passa‐
giersstoel voorin worden gebruikt.
Airbag deactiveren 3 62.
Airbaglabel 3 58.
Wij raden een kinderveiligheidssys‐
teem aan dat specifiek voor de auto
is bedoeld. Neem contact op met uw
werkplaats voor meer informatie.
Let bij gebruik van een kinderveilig‐ heidssysteem op de volgende
gebruiksaanwijzingen en montage‐
voorschriften en houd u bovendien aan de instructies die bij het kinder‐veiligheidssysteem werden geleverd.
Houd u altijd aan de plaatselijke of landelijke voorschriften. In sommige
landen is het gebruik van kindervei‐ ligheidssystemen op bepaalde
zitplaatsen verboden.
Kinderveiligheidssystemen kunnen
worden vastgezet met:
● Driepuntsgordel
● ISOFIX-steunen
● Top-Tether
Driepuntsgordel Kinderveiligheidssystemen kunnen
met een driepuntsgordel worden
vastgezet 3 55.
Afhankelijk van de afmetingen van de
gebruikte kinderveiligheidssystemen
en de modelvariant, kunnen kinder‐
veiligheidssystemen worden beves‐
tigd op bepaalde zitplaatsen achterin
op de 2e en 3e rij 3 67.
Page 67 of 269

Stoelen, veiligheidssystemen65ISOFIX-
kinderveiligheidssystemen
Bevestig de voor de auto goedge‐
keurde ISOFIX-kinderveiligheidssys‐
temen aan de ISOFIX bevestigings‐
beugels.
Bij gebruik van ISOFIX -
bevestigingsbeugels mogen alge‐
meen voor ISOFIX goedgekeurde
kinderzitjes worden gebruikt.
Gebruik een Top-Tether-band in
combinatie met de ISOFIX-bevesti‐
gingsbeugels.
Toegestane montageplaatsen voor
ISOFIX -kinderveiligheidssystemen
worden in de tabellen gemarkeerd
met <, IL en IUF.
Top-Tether-verankeringen
Op de achterkant van de stoel bevin‐
den zich Top-Tether-verankeringen.
Maak naast de ISOFIX-bevestiging
ook de bevestigingsriem aan de
bovenkant vast aan de desbetref‐
fende bevestigingsriemogen.
ISOFIX-kinderveiligheidssystemen uit de universele categorie worden in
de tabel aangeduid met IUF 3 67.
Juiste systeem selecteren
De achterbank is de beste plaats om
een kinderveiligheidssysteem vast te
maken.
Vervoer kinderen zo lang mogelijk
tegen de rijrichting in. Hierdoor wordt
de nog erg zwakke ruggengraat van
het kind bij een ongeval minder
belast.
Geschikt zijn veiligheidssystemen die voldoen aan de geldende UN ECE-
regelgeving. Raadpleeg de plaatse‐
lijke wetgeving en richtlijnen voor het
verplichte gebruik van kinderveilig‐
heidssystemen.
Controleer of het te monteren kinder‐
veiligheidssysteem compatibel is met het autotype.
Het kinderveiligheidssysteem moet
op de correcte positie in de auto
worden gemonteerd, zie de onder‐
staande tabellen.
Laat kinderen alleen aan de trottoir‐ kant van de auto uit- en instappen.
Wanneer het kinderveiligheidssys‐
teem niet in gebruik is, het met een
veiligheidsgordel vastzetten of uit de
auto verwijderen.
Page 68 of 269
66Stoelen, veiligheidssystemenLet op
Kinderveiligheidssystemen niet
beplakken of met andere materialen
afdekken.
Een kinderveiligheidssysteem dat
tijdens een aanrijding werd belast
moet worden vervangen.
Kindersloten 3 27.
Page 69 of 269

Stoelen, veiligheidssystemen67Inbouwposities kinderveiligheidssystemen
Toegestane mogelijkheden voor de bevestiging van een kinderveiligheidssysteem Voorstoelen - alle variantenGewichts- of leeftijdsgroepEnkele stoel - passagiers‐
zijde voorin 1)Bijrijdersbank - passagierszijde voorinzonder airbagmet airbagzonder airbagmet airbagmiddelste
zitplaatsbuitenste
zitplaatsmiddelste
zitplaatsbuitenste
zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaar
UU 2)UUU2)U 2)
Groep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m
vier jaarUU 2)UUU 2)U2)Groep II: 15 tot 25 kg
of ongeveer drie t/m zeven jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaar
UU 2)UUU2)U 2)
1)
Stoel, indien verstelbaar, helemaal naar achteren zetten. Ervoor zorgen dat de veiligheidsgordel tussen de schouder en het bovenste
verankeringspunt zo recht mogelijk ligt.
2) Ervoor zorgen dat de airbags voor de passagier voorin gedeactiveerd is wanneer u een kinderzitje op deze plaats aanbrengt.
Page 70 of 269
68Stoelen, veiligheidssystemenDubbele cabine - achterbankGewichts- of leeftijdsgroepBank op 2e zitrijBuitenste zitplaatsMiddenGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaar
UX
Groep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m vier jaarUXGroep II: 15 tot 25 kg
of ongeveer drie t/m zeven jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaar
UX
Page 71 of 269

Stoelen, veiligheidssystemen69Combi - achterbankGewichts- of leeftijdsgroepBank op 2e zitrijBank op 3e zitrijBestuurderszijde
buitenste zitplaats
Middelste stoel
Passagierszijde
buitenste zitplaatsGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaar
U 3)
,
Groep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m vier jaarU 4)
,
,
of ongeveer drie t/m zeven jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaar
U 4)UF 4)UF4)X
3)
Verplaats de voorstoel zo ver mogelijk vooruit om een kinderzitje waarin het kind achteruit kijkt te installeren en verplaats de voorstoel
daarna opnieuw volgens de instructies van het kinderzitje.
4) Kinderzitje waarbij het kind vooruit kijkt; plaats de rugleuning van het kinderzitje tegen de rugleuning van de autostoel. Pas de hoogte
van de hoofdsteun aan of verwijder deze indien nodig; duw de stoel die voor het kinderzitje staat niet meer dan halverwege achteruit
op zijn geleiders en verstel de rugleuning met niet meer dan 25°.
Page 72 of 269
70Stoelen, veiligheidssystemenBus - zitplaatsen achterinGewichts- of leeftijdsgroepZitrijen achterinGroep 0: tot 10 kg
of ca. 10 maanden
Groep 0+: tot 13 kg
of ongeveer twee jaar
X
Groep I: 9 tot 18 kg
of ongeveer acht maanden t/m vier jaarXGroep II: 15 tot 25 kg
of ongeveer drie t/m zeven jaar
Groep III: 22 tot 36 kg
of ongeveer zes t/m 12 jaar
X