Page 25 of 269

Sleutels, portieren en ruiten23
Om de achterdeuren handmatig te
openen, sleutel in het slot van de
achterdeur rechts omdraaien. Open
het portier door aan de handgreep te
trekken.
De achterdeur links wordt dan
ontgrendeld met behulp van de
hefboom op de binnenrand van de
deur.
Altijd eerst de linkerdeur, dan de rech‐
terdeur sluiten.
Achterdeuren 3 32.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelt en vergrendelt de voor‐
portieren, de zijschuifdeuren en de
bagageruimte.
Met de handzender met 3 knoppen kunnen de voorportieren en de baga‐ geruimte (en, afhankelijk van de voer‐
tuigconfiguratie, de zijschuifdeuren)
afzonderlijk worden ontgrendeld en
vergrendeld.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de
portieren word geopend, worden
deze na korte tijd automatisch
opnieuw vergrendeld.Auto ontgrendelen
De werking van de centrale vergren‐
deling met de handzender wordt
bevestigd door de alarmknipperlich‐
ten. De alarmknipperlichten knippe‐
ren één keer ter indicatie dat de auto
ontgrendeld is en twee keer ter indi‐
catie dat de auto vergrendeld is.
Ontgrendelen met handzender met twee toetsen
c indrukken om de voorportieren te
ontgrendelen. Nogmaals indrukken om auto volledig te ontgrendelen.
Page 26 of 269

24Sleutels, portieren en ruitenOntgrendelen met handzender met
drie toetsen
Afhankelijk van voertuigconfiguratie:
● Druk op c om: Voordeuren en
zijschuifdeuren worden ontgren‐
deld.
Toets c nogmaals indrukken:
Bagageruimte wordt ook
ontgrendeld.
● Druk op c om: Voordeuren
worden ontgrendeld.
Toets c nogmaals indrukken:
Ook de zijschuifdeuren en de
bagageruimte worden ontgren‐
deld.
● Druk op c om: Alle deuren en de
bagageruimte worden ontgren‐
deld.
Auto vergrendelen
Alle portieren en de bagageruimte
sluiten. Bij een niet goed gesloten
deur werkt de centrale vergrendeling
niet.
Vergrendelen met handzender met
twee toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Vergrendelen met handzender met
drie toetsen
Druk op e om: Alle deuren en de
bagageruimte worden vergrendeld.
Let op
Indien aanwezig, wordt de bewaking van het interieur 3 34 uitgescha‐
keld door e ingedrukt te houden (ter
bevestiging klinkt een geluidssig‐
naal).
Als dit per ongeluk is gebeurd, moet
u de portieren opnieuw ontgrende‐
len en e korte tijd indrukken om de
auto te vergrendelen.
Page 27 of 269

Sleutels, portieren en ruiten25LaadruimteBagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
twee toetsen
Druk, nadat de voorportieren met c
zijn ontgrendeld, nogmaals op c:
Bagageruimte wordt ontgrendeld.
Eenmaal op e drukken: Bagage‐
ruimte wordt vergrendeld.
Bagageruimte vergrendelen en
ontgrendelen met handzender met
drie toetsen
Afhankelijk van voertuigconfiguratie:
● Druk op G om: Bagageruimte
wordt vergrendeld of ontgren‐
deld.
● Druk op G om: Bagageruimte
en zijschuifdeuren worden
vergrendeld of ontgrendeld.
Centrale vergrendelingstoets Vergrendelt of ontgrendelt de portie‐
ren en de bagageruimte vanuit het
interieur.
Druk op e om te vergrendelen of
ontgrendelen.
LED in schakelaar licht op als de auto
is vergrendeld.
Bij het rijden met een open bagage‐
ruimte kunnen de voorportieren (en
de zijschuifdeuren), afhankelijk van
de versie, nog steeds worden
vergrendeld. Met ingeschakeld
contact e gedurende langer dan
vijf seconden ingedrukt houden. Bij
het sluiten van de achterdeuren/
achterklep worden ze automatisch
vergrendeld.
Page 28 of 269

26Sleutels, portieren en ruitenAutomatisch vergrendelen wanneer u
uit de auto stapt
De schakelaar e kan, afhankelijk van
de versie, ook worden gebruikt om alle portieren en de bagageruimte
automatisch te vergrendelen
wanneer het voorportier wordt geslo‐
ten en u uit de auto stapt:
Verwijder de sleutel uit het contact en houd de schakelaar e langer dan
vijf seconden ingedrukt; de auto
wordt vergrendeld wanneer het voor‐
portier wordt gesloten.
Automatisch vergrendelen na wegrij‐
den 3 27.
Storing in afstandsbediening
Ontgrendelen
Ontgrendel het voorportier handmatig
door de sleutel in het slot te
verdraaien.
Contact inschakelen en centrale
vergrendelingstoets e indrukken om
alle portieren en de bagageruimte te
openen.Vergrendelen
Vergrendel het voorportier handmatig door de sleutel in het slot te
verdraaien.
Storing in systeem centrale
vergrendeling
Ontgrendelen
Ontgrendel het voorportier handmatig
door de sleutel in het slot te
verdraaien. De andere portieren
kunnen worden geopend door aan de
binnenhandgrepen te trekken.
Vergrendelen
Vergrendelknop van alle portieren
behalve bestuurdersportier indruk‐
ken. Daarna bestuurdersportier slui‐
ten en van buiten af met de sleutel
vergrendelen.
Elektrisch bediende
portiersloten
Combi, bus
Omwille van de veiligheid kan de
bestuurder de passagiersportierslo‐
ten op afstand bedienen.Alle portieren moeten geheel geslo‐
ten en de automatische vergrendeling gedeactiveerd zijn 3 27.
Vergrendel door op de kant l van de
schakelaar te drukken; het waarschu‐ wingslampje naast de schakelaar
knippert één keer (en dooft) en er
klinkt een geluidssignaal.
Page 29 of 269

Sleutels, portieren en ruiten27
De waarschuwingslampjes in de
betreffende portieren doven.
Druk om te ontgrendelen op 0 op de
schakelaar. De waarschuwingslamp‐
jes in de betreffende portieren bran‐
den continu.
Storing
Bij een storing in het systeem blijft het
waarschuwingslampje naast de scha‐ kelaar continu branden en klinkt er
een geluidssignaal.
Controleer of de protieren met de
hand ontgrendeld zijn (portierslot‐
schakelaars binnen).
Laat de oorzaak van de storing zo nodig door een werkplaats verhelpen.
Automatisch vergrendelen
Automatisch vergrendelen na
wegrijden
U kunt deze beveiligingsfunctie,
afhankelijk van de versie, zodanig
configureren dat alle portieren en de bagageruimte automatisch worden
vergrendeld zodra de auto begint te
rijden.
Activering
Met ingeschakeld contact de centrale vergrendelingstoets e gedurende ca.
vijf seconden ingedrukt houden. Ter bevestiging van de inschakeling klinkt een geluidssignaal.
LED in schakelaar licht op als de auto
is vergrendeld.
Deactivering
Met ingeschakeld contact e gedu‐
rende ca. vijf seconden ingedrukt
houden. De uitschakeling wordt
bevestigd door een geluidssignaal.
Kindersloten9 Waarschuwing
Gebruik de kindersloten wanneer
kinderen op de achterste zitplaat‐
sen worden vervoerd.
Page 30 of 269

28Sleutels, portieren en ruitenKinderslot omlaag drukken, portier
kan niet van binnen uit worden
geopend. Omhoog zetten om te
deactiveren.Portieren
Schuifdeur Ontgrendel de zijschuifdeur met de
handzender of de sleutel (indien aanwezig). Open de deur door aan de
handgreep te trekken en de deur naar
achteren te schuiven.
Open en sluit de zijschuifdeur alleen
terwijl de auto stilstaat met de hand‐
rem ingeschakeld (op bepaalde
modellen hoort u een geluidssignaal
wanneer de zijschuifdeur open en de
parkeerrem losgezet is).De zijschuifdeur is van de binnenzijde
te vergrendelen met de binnenste
vergrendelingstoets.
Ervoor zorgen dat de schuifdeur goed dichtzit alvorens weg te rijden.9 Waarschuwing
Wees voorzichtig wanneer u de
zijschuifdeur bedient. Kans op
letsel.
Zorg ervoor dat er niets beklemd raakt tijdens de bediening en dat
er niemand in de bewegingszone
staat.
Bij parkeren op een helling kunnen geopende schuifdeuren door hun
eigen gewicht ongewild bewegen.
Vóór het wegrijden schuifdeuren
sluiten.
9 Gevaar
Niet met een geopende of op een
kier staande zijschuifdeur rijden,
bijv. bij het vervoer van omvang‐
rijke bagage, omdat er dan giftige,
Page 31 of 269

Sleutels, portieren en ruiten29onzichtbare en reukloze uitlaat‐
gassen de auto kunnen binnen‐
dringen. Hierdoor kunt u bewuste‐ loos raken en zelfs sterven.
Centrale vergrendeling 3 23.
Elektrische schuifdeur
Openen
Druk bij een stilstaande auto en met
aangetrokken handrem op de scha‐
kelaar op het instrumentenpaneel
voor het automatisch openen van de
elektrische schuifdeur; tijdens de
werking knippert de LED in de scha‐
kelaar.
Als de schakelaar wordt ingedrukt
terwijl de motor op Autostop staat,
start de motor automatisch opnieuw.
Stop/Start-systeem 3 139.
Let op
Als de handrem niet is aangetrokken
wanneer de schakelaar wordt inge‐
drukt, klinkt er een geluidssignaal en
gaat de elektrische schuifdeur niet
open.
Druk nogmaals op de schakelaar om
te bewegen te allen tijde te stoppen.
Druk deze nogmaals in om de bewe‐
ging van de elektrische schuifdeur te
vervolgen.
Let op
Als de elektrische schuifdeur van
binnen met actief kinderslot afgeslo‐ ten is, klinkt er een geluidssignaal.
Ontgrendel de deur van binnen
handmatig.Bus
De motor wordt automatisch opnieuw gestart wanneer u tijdens een Auto‐
stop de schakelaar elektrisch
bediende schuifdeur indrukt.
Stop/Start-systeem 3 139.Sluiten
Druk nogmaals op de schakelaar; de
LED knippert en tijdens de werking klinkt er een geluidssignaal.
Bij problemen met het openen of slui‐
ten, bijv. vanwege vorst, houdt u de
schakelaar ingedrukt om meer kracht op de schuifdeur te zetten.9 Waarschuwing
Wees voorzichtig wanneer u de
elektrische schuifdeur bedient. Er
bestaat verwondingsgevaar, met
name voor kinderen.
Wees met name voorzichtig
wanneer de auto op een helling
geparkeerd staat: open of sluit de
deur volledig totdat deze in de
vergrendeling valt.
Houd het bewegende portier goed in de gaten wanneer u het bedient.Zorg ervoor dat er niets beklemd
raakt tijdens de bediening en dat
er niemand in de bewegingszone
staat.
Page 32 of 269

30Sleutels, portieren en ruitenLet op
Gebruik de elektrische schuifdeur
niet te vaak met een stilstaande
motor, om te voorkomen dat de accu
leegraakt.
Nooduitgang
In een noodsituatie kan de zijschuif‐
deur na het ontgrendelen van de
binnenhandgreep met de hand
worden geopend.
Open de deur eventueel als de auto ontgrendeld is met de buitenkruk
(afhankelijk van de modelvariant). Til
de kruk (3) tot aan de tweede groef‐
stand op en schuif de deur naar
achteren met de handgreep (2) bij de
voorkant van de deur.
Terugzetten
Als de deur met de hand is geopend, moet het systeem van de elektrische
schuifdeur worden gereset.Open de zijschuifdeur voor de helft en zet de betreffende kruk in de eerste
groefstand; het waarschuwings‐
lampje op het instrumentenbord licht
op. Druk daarna op de knop (1) op de betreffende kruk.
Beweeg de kruk heen en weer om er
zeker van te zijn dat de stelmotor van
de deur werkt en houd daarna de
schakelaar op het instrumentenbord
ingedrukt om de deur geheel te slui‐
ten; het waarschuwingslampje dooft
als het systeem correct wordt terug‐
gezet.