Page 81 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-25
7
Controleer altij d of d e ventiel dopjes
stevi g zijn b evestigd om zo lucht-
lekkag e te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om b ij hoge rijsnelhed en
een te la ge ban dspannin g te voor-
komen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uitg erust met specia-
le ban den die geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen geb ruiken.
Gebruik bij vervan gin g uitsluiten d
het voor geschreven type b anden.
Bij an dere ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet denk beel dig .
Gloe dnieuwe ban den bie den op
sommi ge typen we gdek relatief
weini g g rip tot dat ze zijn “in
ger
e-
d en”. Het is dan ook verstan dig d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een nieuwe
ban d is aan geb racht rusti g
te blijven rij den en pas daarna de
rijsnelheid te verhogen.
Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ere den moeten de ban den zijn op-
g ewarm d.
Pas de ban dspannin g stee ds aan
vol gens de rijomstan dig he den.
Voor ban d:
Maat: 120/70ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
DUNLOP/SPORTMAX D214F
BRIDGESTONE/BATTLAX S21F
Achter ban d:
Maat: 180/55ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model: DUNLOP/SPORTMAX D214
BRIDGESTONE/BATTLAX S21R
VOOR en ACHTER: Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
UBN6D0D0.book Page 25 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 82 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-26
7
DAU21963
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU79960
Vrije sla g van koppelin gshen del
afstellen
Meet de vrije slag van de koppelingshendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de koppelings-
hendel regelmatig en stel indien nodig als
volgt af.
Draai de stelbout van de koppelingsspeling
op de koppelingshendel richting (a) voor
meer vrije slag van de koppelingshendel.
Draai de stelbout richting (b) voor minder
vrije slag van de koppelingshendel.
OPMERKING
Ga als volgt te werk als op de hierboven be-
schreven werkwijze de voorgeschreven
vrije slag van de koppelingshendel niet
wordt gehaald.
1. Draai de stelbout bij de koppelings-
hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
2. Verwijder paneel B en stroomlijnpa- neel C. (Zie pagina 7-9.)
3. Draai de borgmoer bij het carter los.
1. Vrije slag van koppelingshendel
2. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
Vrije sla g van koppelin gshen del:
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in)
12
(a)
(b)
UBN6D0D0.book Page 26 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 83 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-27
7
4. Draai de stelmoer van de koppelings-
speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
5. Draai de borgmoer aan.
6. Breng het stroomlijnpaneel en het framepaneel aan.
DAU37914
Vrije sla g van remhen del contro-
leren
Aan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in de rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha d ea-
ler ontluchten voord at de machine wor dt
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een neg atief effect op de
remwerkin g, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als gevol g.
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag van de koppelings-
hendel
1 2(a)(b)
1. Geen vrije slag remhendel
1
UBN6D0D0.book Page 27 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 84 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-28
7
DAU36504
Remlichtschakelaars
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Laat de remlichtschakelaars indien nodig
door een Yamaha dealer afstellen.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
remb lokken
De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU36891Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicator, zodat het remblok kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Bekrachtig de rem en let op
de stand van de slijtage-indicator om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-
tage-indicator de remschijf bijna raakt,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
1. Slijtage-indicator remblok
11
UBN6D0D0.book Page 28 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 85 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-29
7
DAU46292Remblokken achterrem
Elk achterremblok is voorzien van slijtage-
indicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat een slijtage-indicatorgroef
bijna zichtbaar is, vraag dan een Yamaha-
dealer de remblokken als set te vervangen.DAU40262
Controleren van remvloeistofni-
veau
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem
Achterrem
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uit gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht:
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
11
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Aan bevolen remvloeistof:
DOT 4
1
1
UBN6D0D0.book Page 29 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 86 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-30
7
Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht b innendrin gen in het rem-
systeem, waard oor de rempresta-
ties afnemen.
Reini g de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen d e
ru bberaf dichtin gen bescha digd ra-
ken met lekkag e tot gevolg.
Vul bij met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoe gin g van een an der
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schad elijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zor g d at tij den s het
bij
-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnen drin gen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verla gen zo dat
d amp belvormin g kan optre den en
vuil de hy draulisch bed ien de klep-
pen van de ABS eenhei d kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen bescha dig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.
Naarmate de remblokke n afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22733
Remvloeistof verversen
Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinders,
de remklauwen en de remslangen vervan-
gen volgens de intervalperioden of wan-
neer ze lek of beschadigd zijn. Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
UBN6D0D0.book Page 30 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 87 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-31
7
DAU22762
Spanning aan drijfkettin g
De spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU74251Aandrijfkettin g controleren op spannin g
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.
OPMERKING
Bij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-
wicht op de motorfiets rusten.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Meet de spanning van de aandrijfket-
ting zoals getoond.
4. Stel de spanning van de ketting als volgt bij als deze niet correct is. LET
OP: Een onjuiste kettin gspanning
leid t tot over belastin g van d e motor
en an dere essentiële on der delen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van d e ketting.
Hou d om d it te voorkomen de ket-
tin gspannin g b innen de gespecifi-
ceer de waar den.
[DCA10572] DAU74260
Om
de spannin g van d e aandrijfkettin g
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt. 1. Draai de wielasmoer los en draai dan
de borgmoeren los aan beide zijden
van de achterbrug.
2. Draai om de aandrijfketting strakker te stellen de stelbout aan beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a).
Stel de ketting losser door de stelbout
aan beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken.
1. Spanning aandrijfketting
Spanning aandrijfkettin g:
30.0–45.0 mm (1.18–1.77 in)
1
1. Aandrijfkettingspanner
2. Wielasmoer
3. Stelbout spanning aandrijfketting
4. Borgmoer
5. Uitlijnmerktekens
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer
4
23
1
5
12
(a)
(b)
UBN6D0D0.book Page 31 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 88 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-32
7
OPMERKING
Gebruik voor een goede wieluitlijning de
uitlijnmerktekens aan beide zijden van de
achterbrug om zeker te zijn dat beide ket-
tingspanners dezelfde positie hebben.
3. Trek de asmoer en daarna de borg-
moeren aan met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
4. Zorg ervoor dat de kettingspanners in dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
DAU23026
Aan drijfkettin g reini gen en sme-
ren
De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.
LET OP
DCA10584
De aan drijfkettin g moet wor den ge-
smeer d na dat de motorfiets is gewassen
of ermee in d e regen of in vochti ge ge-
b ie den is gere den.
1. Reinig de aandrijfketting met petrole-
um en een zacht borsteltje. LET OP:
Reini g d e aan drijfkettin g niet met
stoomreini gers, ho ged rukreini gers
of on geschikte oplosmi ddelen om
scha de aan de O-rin gen te voorko-
men.
[DCA11122]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met speciale smering voor o-ringkettin-
gen. LET OP: Breng g een motorolie
of an dere smeermi ddelen aan op de
aan drijfkettin g, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-rin gen kun-
nen bescha dig en.
[DCA11112]
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:110 N·m (11 kgf·m, 80 lb·ft)
Borgmoer:
16 N·m (1.6 kgf·m, 12 lb·ft)
UBN6D0D0.book Page 32 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM