Page 73 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-17
7
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
10. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
11. Breng de overloopslang van de brandstoftank in de geleiders aan en
plaats deze in de oorspronkelijke po-
sitie.
12. Breng de schakelhendel aan door de sleuf in de schakelhendel op één lijn te
brengen met de merkstreep op de
schakelas. Breng vervolgens de bout
van de schakelhendel aan en zet deze
vast met het voorgeschreven aanhaal-
moment. LET OP: Lijn de merk- streep en
de sleuf met elkaar uit om
een goe de schakelwerkin g te waar-
b or gen. Als de merkstreep en de
sleuf niet met elkaar zijn uit gelijn d,
zal de schakelarm niet g oed b ewe-
g en en kunt u mo gelijk niet op- of
teru gschakelen.
[DCA24140]
13. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
14. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen motorolie.
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment:Oliefilterpatroon:17 N·m (1.7 kgf·m, 12 lb·ft)
1
1. Schakelhendel
2. Bout van de schakelhendel
3. Sleuf
4. Schakelas
5. Merkteken
Aanhaalmoment:Bout van schakelhendel: 10 N·m (1.0 kgf·m, 7.2 lb·ft)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug: 43 N·m (4.3 kgf·m, 31 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 9-1.
Oliehoeveelhei d:
Olieverversing: 2.40 L (2.54 US qt, 2.11 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 2.60 L (2.75 US qt, 2.29 Imp.qt)
2
1
3
4
5
UBN6D0D0.book Page 17 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 74 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-18
7
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hog ere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
15. Controleer de O-ring van de olie- vuldop op beschadiging en vervang
deze indien nodig.
16. Breng de olievuldop aan en draai deze vast.
17. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING
Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olieniveau knippert of blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha d ealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.
18. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig. 19. Controleer de O-ring van de peilstok
op beschadiging en vervang deze in-
dien nodig.
20. Breng de stroomlijnpanelen aan.
UBN6D0D0.book Page 18 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 75 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-19
7
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU3908AControleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, verwijder dan paneel
B om bij het koelvloeistofreservoir te
komen. (Zie pagina 7-9.)
4. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwijd er alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Pro beer nooit om d e radiator-
vul dop te verwijd eren als de motor
kou d is.
[DWA15162] LET OP: Als er g een
koelvloeistof aanwezi g is, g eb ruik
d an in plaats d aarvan ged istilleer d
water of onthar d leid ingwater. Ge-
b ruik geen har d water of zout wa-
ter, dit is scha delijk voor d e motor.
Als er in plaats van koelvloeistof
water is geb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
1
3
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
UBN6D0D0.book Page 19 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 76 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-20
7
5. Monteer het paneel.
DAU79950Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder paneel B en stroomlijnpa-
neel C. (Zie pagina 7-9.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de radiatorvuldop. WAARSCHUWING! Pro beer nooit
om de rad iatorvuld op te verwijd e-
ren als d e motor warm is.
[DWA10382]
5. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof en de pakking om het koelsy-
steem af te tappen. 6. Verplaats de slangklem in de getoon-
de richting, en ontkoppel dan de radi-
atorslang om de radiator te legen.
7. Verwijder het koelvloeistofreservoir door de bouten los te halen.
8. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koel-
vloeistofreservoir ondersteboven om
het leeg te maken.
9. Spoel het koelsysteem nadat alle koelvloeistof is uitgestroomd grondig
door met schoon leidingwater.
10. Monteer het koelvloeistofreservoir door de bouten aan te brengen.
11. Sluit de radiatorslang aan, en zet de slangklem daarna weer terug in de
oorspronkelijke positie.
Inhou
d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1. Radiatorvuldop
1
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Pakking
3. Radiatorslang
4. Slangklem
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout
4 3
1
2
1
2
3
UBN6D0D0.book Page 20 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 77 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-21
7
12. Monteer de aftapplug voor koelvloei-
stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
13. Giet de aanbevolen koelvloeistof in het reservoir tot aan de merkstreep
voor maximumniveau en breng dan de
dop van het koelvloeistofreservoir
aan.
14. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de radiator totdat deze vol is.
15. Breng de radiatorvuldop aan, start de motor, laat deze een paar minuten
stationair draaien en zet hem dan uit.
16. Verwijder de radiatorvuldop om het koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koel-
vloeistof bij tot het niveau boven in de
radiator staat en breng dan de radia-
torvuldop aan.
17. Start de motor en controleer dan of er- gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
18. Breng het stroomlijnpaneel en het framepaneel aan.DAU36765
Luchtfilterelement
Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfilte-
relement te vervangen.
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:10 N·m (1.0 kgf·m, 7.2 lb·ft)
Men gverhou din g antivries/water:
1:1
Aan bevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.30 L (2.43 US qt, 2.02 Imp.qt)
Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
UBN6D0D0.book Page 21 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 78 of 114
Periodiek on derhou d en afstelling
7-22
7
DAU44735
Stationair toerental controleren
Controleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
DAU21386
De vrije sla g van de gas greep
controleren
Meet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
Stationair toerental:
1250–1350 tpm
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sla g van gas greep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)
1
UBN6D0D0.book Page 22 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 79 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-23
7
DAU21402
Klepspeling
De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU70961
Banden
Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA18370
Rijden met d eze machine met een
onjuiste ban dspanning kan leiden
tot verlies van d e controle met mo-
g elijk ernsti g letsel of overlij den tot
g evol g.
De ban dspanning moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e om gevin gstemperatuur).
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaa d uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Ban denspannin g b ij kou de ban den:
Voor:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Maximale belastin g*:
185 kg (408 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, pas-
sagier, bagage en accessoires
UBN6D0D0.book Page 23 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 80 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-24
7
Inspectie van ban den
Vóór elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten ban den door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waard oor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief ban-
d en, dient te wor den over gelaten aan een Yamaha d
ealer, die over de
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een b and. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in ger e
d e
n voor dat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door een bandenspecialist
om na te gaan of ze geschikt zijn voor ver-
der gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10482
Monteer altij d voor- en achter ban-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de ban den kunnen het
we gge dra g van de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
UBN6D0D0.book Page 24 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM