Page 65 of 114
Periodiek on derhou d en afstellin g
7-9
7
DAU18713
Stroomlijn- en framepanelen ver-
wijderen en aan bren gen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
DAU79983
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder paneel A. (Zie pagina 7-13.)
2. Verwijder de bouten, drukclips en de
snelsluitschroef.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel B
1. Stroomlijnpaneel C
2. Stroomlijnpaneel D
1
2
1
2
1. Paneel A
2. Paneel B
1. Stroomlijnpaneel A
2. Bout
3. Snelsluitschroef
12
1
32
2
UBN6D0D0.book Page 9 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 66 of 114
Periodiek on derhou d en afstelling
7-10
73. Schuif het stroomlijnpaneel zoals ge-
toond.
4. Verwijder de bovenste uitsteeksels uit de sleuven en schuif dan het stroom-
lijnpaneel naar voren. Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Schuif het stroomlijnpaneel naar ach-
teren en plaats dan de bovenste uit-
steeksels in de sleuven.
2. Schuif het stroomlijnpaneel zoals ge- toond.
3. Breng de bouten, drukclips en de snelsluitschroef aan.
1. Bout
1. Drukclip
1. Stroomlijnpaneel A
1
1
1
1. Stroomlijnpaneel A
1. Stroomlijnpaneel A
1. Stroomlijnpaneel A
1
1
1
UBN6D0D0.book Page 10 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 67 of 114
Periodiek on derhou d en afstellin g
7-11
7
OPMERKING
Breng de bouten losjes aan, monteer dan
de drukclips en de snelsluitschroef en haal
vervolgens de bouten aan.
4. Monteer het paneel.
Stroomlijnpaneel B
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder paneel A en stroomlijnpa- neel A. (Zie pagina 7-13.)
2. Verwijder stroomlijnpaneel B door de bouten los te halen.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats stroomlijnpaneel B in de oor- spronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.
2. Monteer stroomlijnpaneel A en paneel A.
Stroomlijnpaneel C
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder paneel B. (Zie pagina 7-13.)
2. Verwijder de bouten, drukclip en snel- sluitschroef. 3. Schuif het stroomlijnpaneel zoals ge-
toond.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Bout
1 2 2
1. Stroomlijnpaneel C
2. Bout
3. Snelsluitschroef
1. Bout
1. Drukclip
1
2
2
3
1
1
UBN6D0D0.book Page 11 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 68 of 114
Periodiek on derhou d en afstelling
7-12
7
4. Verwijder het stroomlijnpaneel door
de bovenste uitsteeksels uit de sleu-
ven te verwijderen.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats de bovenste uitsteeksels in de sleuven.
2. Schuif het stroomlijnpaneel zoals ge- toond. 3. Breng de bouten, drukclip en snel-
sluitschroef aan.
OPMERKING
Breng de bouten losjes aan, monteer dan
de drukclip en de snelsluitschroef en haal
vervolgens de bouten aan.
4. Monteer het paneel.
Stroomlijnpaneel D
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder paneel B en stroomlijnpa- neel C. (Zie pagina 7-13.)
2. Verwijder stroomlijnpaneel D door de
bouten los te halen.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats stroomlijnpaneel D in de oor- spronkelijke positie en breng dan de
bouten aan.
1. Stroomlijnpaneel C
1. Stroomlijnpaneel C
1. Stroomlijnpaneel C
1
1
1
1. Stroomlijnpaneel C
1. Stroomlijnpaneel D
2. Bout
1
2
12
UBN6D0D0.book Page 12 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 69 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-13
7
2. Monteer stroomlijnpaneel C en paneel
B.
DAU79970Panelen A en B
Verwijderen van een paneel
Verwijder de drukclips en trek daarna het
paneel los zoals afgebeeld.
Aanbrengen van een paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de drukclips aan.
DAU19653
Controleren van de bou gies
Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig word t gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
1. Paneel A
2. Drukclip
2
1
Voor geschreven bou gie:
NGK/CR10EK
UBN6D0D0.book Page 13 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 70 of 114

Periodiek on derhou d en afstelling
7-14
7
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING
Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag
verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
LET OP
DCA10841
Ge bruik geen geree dschap om de bou-
g ie dop te verwij deren of aan te bren gen,
om de bobineka bel niet te b eschadig en.
De bou gie dop is mo gelijk lastig te ver-
wij deren om dat de ru bber af dichtin g aan
het uitein de stevi g vastzit. Haal d e bou-
g ie dop los d oor hem heen en weer te
d raaien en te gelijkertij d los te trekken;
b ren g d e bou gie dop aan door heen en
weer te d raaien en teg elijkertijd aa n
te
d rukken.
DAU36112
Filter bus
Dit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
1. Elektrodenafstand
Elektro denafstan d:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Aanhaalmoment: Bougie:
13 N·m (1.3 kgf·m, 9.4 lb·ft)
11
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
2
1
UBN6D0D0.book Page 14 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 71 of 114

Periodiek on derhou d en afstellin g
7-15
7
DAU80312
Motorolie en oliefilterpatroon
Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen.
4. Verwijder de peilstok en veeg deze schoon. Steek de peilstok terug in de
olievulopening (zonder vast te draaien)
en verwijder dan opnieuw om het olie-
niveau te controleren.
OPMERKING
Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
5. Controleer de O-ring van de peilstokop beschadiging en vervang deze in-
dien nodig. 6. Als de motorolie bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de motorolie-
vuldop en vul voldoende olie van de
aanbevolen soort bij tot het correcte
niveau.
7. Controleer de O-ring van de olie- vuldop op beschadiging en vervang
deze indien nodig.
8. Steek de peilstok in en draai deze vast en installeer dan de olievuldop en
draai vast.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Verwijder de stroomlijnpanelen A en
B. (Zie pagina 7-9.)
3. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
4. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
5. Verwijder de olievuldop en de olieaf-
tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
1. Motoroliepeilstok
2. O-ring
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
4
1. Olievuldop
2. O-ring
1
2
1
UBN6D0D0.book Page 15 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM
Page 72 of 114
Periodiek on derhou d en afstelling
7-16
7
OPMERKING
Sla de stappen 6–12 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.
6. Verwijder de bout van de schakelhen-
del en trek de schakelhendel van de
schakelas.
OPMERKING
Maak indien nodig de schakelschakelaar
en de verbindingsstang los door de onder-
ste moer terug te draaien.
7. Verwijder de overloopslang van de
brandstoftank uit de geleiders.
8. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
OPMERKING
De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.
9. Smeer een dun laagje schone motor-
olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1. Schakelhendel
2. Bout van de schakelhendel
3. Oliefilterpatroon
4. Geleider
5. Overloopslang brandstoftank
1
2
3
4
5
2
1
1. Schakelschakelaar
2. Drijfstang
3. Moer
1. Oliefiltersleutel
1
3
2
1
UBN6D0D0.book Page 16 Tuesday, January 24, 2017 3:05 PM