Page 25 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
m achine uit te sch akelen.
OPMERKING
Zonder de S mart- sle utel k an de m achine-
voeding worden uitge sch akeld door nog-
m aal s op de s chakel aar “OFF/LOCK” te
dr ukken terwijl het controlela mpje van het
S m art- sle utel sy steem knippert.
Automatische vergrendeling
N ad at de motor i s a fgezet met de sch ake-
l aa r “OFF/LOCK” (of w anneer de m achine-
voeding wordt uitge sch akeld), worden de
s loten v an alle opb ergcomp artimenten (in-
dien aanwezig) en het t ankdopdek sel tijde-
lijk ontgrendeld en k unnen deze
comp artimenten worden geopend. N a 60
s econden worden alle comp artimenten au-
tom atis ch vergrendeld.
W anneer u de s loten v an comp artimenten
ontgrendelt met de sch akel aar “ / ”, wor-
den de comp artimenten na 10 second
en
autom atis ch vergrendeld.
DAU 80000
Het stuurslot vergrendelen
P arkeer de m achine op een veilige pl aats
en sch akel de m achinevoeding uit. Dr aai
het stuur geheel n aar links en dr uk d an kort
op de s chakel aar “OFF/LOCK”.
OPMERKING
Als het s tuu rs lot correct vergrendelt,
klinkt de zoemer één keer.
Al s het s tuur slot niet correct vergren-
delt, klinkt de zoemer ged urende drie
s econden en knippert het controle-
l a mpje v an het S mart- sle utel sy steem.
Dr aai het stuu r nogm aals geheel n aar
link s en ho ud de s chakel aar
“OFF/LOCK” weer één s econde inge-
drukt.
WAARSCHUWING
DWA14742
Bedien het stuurslot niet terwijl het voer-
tuig beweegt.
BV1-9-D0.book 9 ページ 2016年12月23日 金曜日 午後4時35分
Page 26 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU7 8052
De middenbok vergrendelen
Pl aa ts de m achine op een stevig, horizon-
t aa l oppervla k en zet de m achine op de mid-
denb ok. Ho ud de sch akel aar “OFF/LOCK”
een seconde l ang ingedr ukt.
OPMERKING
Al s het midden bok slot correct vergren-
delt, klinkt de zoemer één keer.
Al s het midden bok slot niet correct ver-
grendelt, klinkt de zoemer ged urende
drie seconden en knippert het contro-
lel ampje v an het S mart-s leutel sy-
s teem. Beweeg de m achine
voorzichtig n aar voren of achteren en
hou d de s chakel aar “OFF/LOCK” een
seconde ingedr ukt.
DAU7724 3
Toegang tot
opbergcompartiment en
brandstoftank
Openen van het zadel
1. Zet de m achine op de midden bok.
2. Dr uk kort op de sch akel aar “ / ”. N a
verific atie v an de Sm art-s leutel klinkt
de zoemer twee keer.
3 .Dr uk op de toet s “ S EAT” en het z adel-
s lot wordt ontgrendeld.
4. Kl ap het z adel omhoog.
1. Sch akel aar “OFF/LOCK”
1
1. “ / ”- sch akel aar
1. “ SEAT”-toet s
1
1
BV1-9-D0.book 10 ページ 2016年12月23日 金曜日 午後4時35分
Page 27 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sluiten van het zadel
Kl ap het z adel oml aag en d uw erop om het
te vergrendelen.
OPMERKING
Controleer voord at u wegrijdt of het z a-
del goed i s ge sloten.
In noodgev allen k an het z adel worden
geopend met een mech ani sche sle u-
tel. (Zie p agina 8 -3 7.)
Om het tankdopdeksel te openen
Dr uk met de Sm art- sle utel inges chakeld en
b innen het bereik kort op de sch akel aar
“/”. N a verific atie v an de S mart- sle utel
klinkt de zoemer twee keer.
1. Dr uk op de toet s “FUEL”.
2. Open het dek sel zo als getoond. Om het tankdopdeksel te sluiten
D
uw het dek sel in de oor spronkelijke sta nd.
Om het deksel van het voorste opberg-
compartiment (XP530-A, XP530D-A) te
openen
Dr uk met de Sm art- sle utel inge sch akeld en
b innen het b ereik kort op de s chakel aar
“/
”. N a verific atie v an de Sm art-s leutel
klinkt de zoemer twee keer. 1. Dr uk op de knop midden op het dek sel
v a n het voor ste op bergcompa rtiment.
2. Open het voor ste opb ergcomp arti-
ment zo als getoond.
1. “FUEL”-toets
1
1. T ankdopdek sel
1. Knop
1
1
BV1-9-D0.book 11 ページ 2016年12月23日 金曜日 午後4時35分
Page 28 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Om het deksel van het voorste opberg-
compartiment te sluiten
D uw het dek sel in de oor spronkelijke sta nd.
DAU77251
Parkeermodus
Het stuur i s vergrendeld en de ala rmverlich-
ting en richting aanwijzers k unnen worden
inges chakeld, m aar alle andere elektris che
s y stemen zijn uit.
De parkeermodus inschakelen 1. Vergrendel het stuur. (Zie p agina 3 -9.)
2. Hou d de schakel aar “ / ” een se-
conde la ng ingedr ukt.
OPMERKING
Al s het stuu rs lot niet i s vergrendeld, klinkt
de zoemer 3 s econden (het controlel ampje
v a n de S mart- sle utel knippert ook) en k an
de pa rkeermod us niet worden inge sch a-
keld.
3.N a verific atie v an de S mart- sle utel
klinkt de zoemer twee keer en wordt
de m achine in de pa rkeermodus ge-
zet. Het controlel ampje v an de Sm art-
s le utel g aat b ra nden.
OPMERKING
Het z adel, de bra nds tofta nkdop en het voor-
s te opb ergcompa rtiment (voor XP5 30-A,
XP5 30D-A) k unnen in de p arkeermod us
niet worden geopend.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.
De parkeermodus uitschakelen
Druk op de sch akel aar “ / ”. N a verific a-
tie v an de S mart-s leutel klinkt de zoemer
één keer en g aat het controlel ampje v an het
S m art- sle utel sy steem uit.
1. Dek sel voor ste opbergcomp artiment
1
BV1-9-D0.book 12 ページ 2016年12月23日 金曜日 午後4時35分
Page 29 of 122

4-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Speciale kenmerken
DAU7726 3
Cruise control (XP530D-A)
De cruis e control h andh aaft een inge stelde
kr uiss nelheid t ussen ongeveer 50 km/h ( 31
mi/h) en 140 km/h ( 87 mi/h).
WAARSCHUWING
DWA16 341
Onjuist gebruik van de cruise con-
trol kan leiden tot verlies van de
controle over de machine met mo-
gelijk een ongeval tot gevolg. Ge-
bruik geen cruise control in druk
verkeer, slechte weersomstandig-
heden of op bochtige, gladde, heu-
velachtige of slechte wegen of
grindwegen.
Wanneer u heuvelopwaarts of heu-
velafwaarts rijdt, kan de cruise con-
trol de ingestelde kruissnelheid
mogelijk niet aanhouden.
Wanneer u de cruise control niet
gebruikt, moet u deze uitschakelen
om te voorkomen dat u deze per on-
geluk inschakelt. Controleer of het
controlelampje voor cruise control
“ ” uit is. Cruise control inschakelen
1. Dr uk op de aan-uits ch akel aar voor de
cr uis e control “ ” om de cr uis e con-
trol in te s chakelen. Het controlel ampje
voor cr uis e control “ ” gaat aa n.
2. Dr uk op de “ SET–”-zijde v an de in stel-
s ch akel aar voor cr uis e control om de
cr uis e control te activeren. De hu idige
rij snelheid wordt inge steld als de kr uis -
s nelheid. Het controlel ampje voor de
cr uis e-controlin stelling “ SET” g aat
aan.
De ingestelde krui ssnelheid aanpassen
Terwijl de cr uis e control
in werking is, dr ukt
u op de “RE S+”-zijde v an de in stel sch ake-
l aar voor cr uis e control om de inge stelde
kr uiss nelheid te verhogen of op de “ SET–”-
zijde om de inge stelde kr uiss nelheid te ver-
l a gen.
OPMERKING
W anneer u de in stel sch akel aar eenm aal in-
dr ukt, wordt de s nelheid in sta ppen v an on-
geveer 2.0 km/h (1.2 mi/h) verhoogd.
W anneer u de “RE S+”- of “ SET–”-zijde v an
de ins telsch akel aar voor cr uis e control in-
gedr ukt ho udt, wordt de snelheid contin u
verhoogd of verl aagd totdat u de s chakel aar
weer lo slaa t.
U k unt de rijs nelheid ook h andm atig verho-
gen met de gas greep. Nadat u g as he bt ge-
1. Controlel ampje cruis e-controlins telling “SET”
2. Controlel ampje cruis e control “ ”
1 2
1. Ins telsch akel aar cr uise control “RES +/SET–”
2. A an-uitsch akel aar cr uise control “ ”
RE S
SETPASS1
2
BV1-9-D0.book 1 ページ 2016年12月23日 金曜日 午後4時35分
Page 30 of 122

Speciale kenmerken
4-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
geven, k unt u een nieu we kruiss nelheid
in stellen door te dr ukken op de “ SET–”-zijde
v a n de in stel sch akel aar. Al s u geen nie uwe
kr uiss nelheid in stelt en gas terugneemt,
remt de m achine af tot de eerder inge stelde
kr uiss nelheid.
Cruise control uitschakelen
Voer een v an de volgende ha ndelingen uit
om de inges telde kruiss nelheid te a nnule-
ren. Het controlel ampje “ SET” gaat u it.
Draai de gas greep voor bij de ge sloten
s ta nd in de deceler atierichting.
Bekr achtig de voor- of a chterrem.
OPMERKING
De rijsnelheid gaa t dalen zodr a cru is e con-
trol wordt uitges chakeld, als tenmin ste niet
aan de g asgreep wordt gedr aaid.
De hervattingsfunctie gebruiken
Dr uk op de “RE S+”-zijde v an de ins telsch a-
kel aar voor cr uis e control om de cr uis e con-
trol opnieu w te activeren. De rijs nelheid
keert d an ter ug naar de eerder inge stelde
kr uiss nelheid. Het controlel ampje “ SET”
g aat aan.
WAARSCHUWING
DWA16 351
Het is gevaarlijk de hervattingsfunctie te
gebruiken wanneer de eerder ingestelde
kruissnelheid te hoog is voor de huidige
omstandigheden.
Cruise control uitschakelen
Dr uk op de aan-uits ch akel aar va n de cr ui-
s econtrol “ ” om de cr uis e control uit te
s ch akelen. Het controlel ampje “ ” en con-
trolel ampje “ SET” g aan uit.
OPMERKING
Al s de cr uis e control of m achinevoeding
wordt uitge sch akeld, wordt de eerder inge-
s telde kr uiss nelheid gewis t. U kunt de her-
v a ttings fu nctie pas weer geb ru iken na dat u
een nieu we kruiss nelheid he bt inge steld.
A utom atis che uits ch akeling v an cr uis e con-
trol
De cr uis e control wordt elektroni sch gere-
geld en i s gekoppeld aan andere regel sy-
s temen. De cru is e control wordt onder de
volgende om sta ndigheden automatis ch uit-
ge sch akeld:
De cr uis e control k an de inges telde
kru iss nelheid niet aa nhouden ( bijvoor-
b eeld als u een steile helling oprijdt).
Er i s een wiel slip of wiels pin gedetec-
teerd. (Al s de tr actieregeling is inge-
s ch akeld, treedt deze in werking.)
Motor storing etc.
Al s de cr uis e control autom atis ch wordt uit-
ge sch akeld, g aat het controlel ampje “ ”
u it en knippert het controlel ampje “ SET” ge-
d urende 4 seconden.
Al s de cr uis e control automatis ch i s u itge-
s ch akeld, moet u s toppen en controleren of
de m achine in goede staat verkeert voord at
u verderg aat.
W anneer u op s teile wegen rijdt, k an de
cr uis e control de inge stelde kr uiss nelheid
mogelijk niet aanhouden.
W anneer u heu velopw aarts rijdt, k an
de werkelijke rij snelheid la ger worden
d a n de inges telde kruiss nelheid. Als
dit ge beu rt, accelereert u met de g as-
greep tot de gewen ste rij snelheid.
1. Ges loten stand
2. Uit sch akelrichting cr uise control
M ODE1
2
BV1-9-D0.book 2 ページ 2016年12月23日 金曜日 午後4時35分
Page 31 of 122

Speciale kenmerken
4-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
W anneer u heu velafw aart s rijdt, k an
de werkelijke rijs nelheid hoger worden
d a n de inges telde kruiss nelheid. Als
dit ge beu rt, k unt u de in stel sch akel aar
niet ge bru iken om de inge stelde kr uis -
s nelheid aan te p assen. Al s u de rij-
s nelheid wilt verl agen, geb ru ikt u de
remmen. W anneer u de remmen ge-
b ru ikt, wordt de cr uis e control uitge-
s ch akeld.DAU77272
D-mode (rijmodus) (XP530-A,
XP530D-A)
D-mode is een elektronis ch geregeld motor-
pre sta tie sys teem met twee mod usselectie s
(toermod us “T” en sportmodus “S ”).
WAARSCHUWING
DWA1 8440
Wijzig de rijmodus niet tijdens het rijden.
Dr uk met de g asgreep ges loten op de rijmo-
d uss chakel aar “MODE” om te sch akelen
t uss en de s portmod us “S ” en de toermod us
“T”.
OPMERKING
De hu idige rijmodus wordt weergege-
ven in de rijmod usweerg ave (p agina
5-6).
De h uidige rijmod us wordt opge sla gen
w anneer de m achine wordt uitges cha-
keld.
OPMERKING
U k unt de D-mode niet wijzigen terwijl de
cr uis e control (XP5 30D-A) in werking is .
Toermodus “T”
De toermod us “T” i s ges chikt voor ver schil-
lende rij situa ties.
Deze mod us b iedt een soepel rijgedr ag v an
het l age- tot het hogetoeren bereik.
1. Rijmoduss chakel aar “MODE”
MODE
1
BV1-9-D0.book 3 ページ 2016年12月23日 金曜日 午後4時35分
Page 32 of 122

Speciale kenmerken
4-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sportmodus “S”
Vergeleken met de toermod us b iedt deze
mod us een s portievere motorre spon s in het
l a ge- en middelhogetoeren bereik.DAU772 81
Tractieregeling
De tr actieregeling (TC S) dr aagt bij aa n het
b eho uden v an grip bij het optrekken op
gl adde oppervl akken, zo als onverh arde of
n atte wegen. W anneer sen soren detecte-
ren da t het achterwiel begint te slippen (on-
gecontroleerde slip), grijpt de tr actieregeling
in door het motorvermogen te reg uleren tot-
d at de grip i s her steld.
Al s tr actieregeling in werking i s, knippert het
controlel ampje “ ”. Mogelijk merkt u ver-
a ndering in de re actie v an de motor of het
u itlaatgel uid.
WAARSCHUWING
DWA1 8860
De tractieregeling vormt geen vervan-
ging voor verstandig rijgedrag dat is
aangepast aan de omstandigheden. De
tractieregeling biedt geen bescherming
tegen gripverlies door te snel ingaan van
bochten, snel optrekken bij schuin over-
hangen of door remmen, en kan wegglij-
den van het voorwiel niet voorkomen.
Rijd altijd voorzichtig op oppervlakken
die mogelijk glad kunnen zijn en vermijd
bijzonder gladde oppervlakken.
Tractieregeling instellen
Als u de m achine in sch akelt, wordt tr actie-
regeling autom atis ch inge sch akeld.
Zie p agina 5-10 om de tr actieregeling uit te
s ch akelen.
1. Controlel ampje tr actieregeling “ ”
1
BV1-9-D0.book 4 ページ 2016年12月23日 金曜日 午後4時35分