Page 41 of 812

411-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel bij
plotseling remmen, plotseling uitwijken of een ongeval te beper ken.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
■ Dragen van een veiligheidsgordel
● Zorg ervoor dat alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen.
● Draag de veiligheidsgordel altijd op de juiste manier.
● Elke veiligheidsgordel mag maar door één persoon gebruikt worden.
Gebruik een veiligheidsgordel niet voor twee personen tegelijk, ook niet
als de tweede persoon een kind is.
● Toyota beveelt aan dat kinderen op de achterstoel plaatsnemen e n altijd
op de juiste manier gebruikmaken van de veiligheidsgordels en het baby-
of kinderzitje.
● Laat om de juiste zitpositie in te stellen de rugleuning niet v erder achter-
over hellen dan nodig is. De veiligheidsgordels zijn het meest effectief als
de inzittenden rechtop en goed tegen de rugleuning zitten.
● Draag de schoudergordel niet onder uw arm.
● Draag de veiligheidsgordel altijd laag en goed aansluitend over uw heu-
pen.
■ Zwangere vrouwen
Win medisch advies in en draag de vei-
ligheidsgordel op de juiste manier.
(→Blz. 38)
Zwangere vrouwen moeten het heupge-
deelte van de veiligheidsgordel op
dezelfde manier dragen als de andere
inzittenden, zo laag mogelijk over het
bekken, de schoudergordel helemaal uit-
trekken over de schouder en ervoor zor-
gen dat de gordel niet over de buik loopt.
Als de veiligheidsgordel niet op de juiste
wijze gedragen wordt, kan niet alleen de
zwangere vrouw zelf, maar ook het onge-
boren kind ernstig letsel oplopen bij plot-
seling remmen of een aanrijding.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book P age 41 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 42 of 812

421-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juist e manier.
( →Blz. 38)
■ Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
→ Blz. 77
■ Gordelspanners
Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer wo rden gebruikt
en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitger uste des-
kundige.
■ Verstelbaar schouderbevestigingspunt (voorstoelen)
Zorg ervoor dat de gordel goed over het midden van de schouder ligt. De
gordel mag niet tegen de nek aanliggen, maar ook niet van uw sc houder
afglijden. Als u hier niet voor zorgt, wordt de mate van bescherming bij plot-
seling remmen, uitwijken of een ongeval minder en de kans op ernstig letsel
groter. ( →Blz. 39)
■ Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
● Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doo rdat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het por tier en de
carrosserie.
● Controleer het veiligheidsgordelsysteem regelmatig. Let op besc hadigin-
gen, zoals scheuren en rafels, en op losse onderdelen. Gebruik een
beschadigde veiligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogel ijk ver-
vangen. Een beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de des-
betreffende inzittende niet waarborgen.
● Controleer of de gordel en de gesp vergrendeld zijn en of de gordel niet
gedraaid is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel ler/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
● Laat de stoelen, inclusief de veiligheidsgordels, vervangen als de auto
betrokken is geweest bij een ernstig ongeval, ook al is er geen zichtbare
schade.
● Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen,
demonteren of af te voeren. Laat eventueel noodzakelijke repara ties uit-
voeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. A ls de
veiligheidsgordels niet op de juiste wijze worden gebruikt, wer ken ze
mogelijk niet meer naar behoren.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book P age 42 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 43 of 812
431-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
SRS-airbags
◆Airbags voorBestuurdersairbag/voorpassagiersairbag
Helpen het hoofd en de borst van de bestuurder en de voorpas-
sagier te beschermen tegen contact met onderdelen van het
interieur
Knie-airbag voor de bestuurder (indien aanwezig)
Helpt de bestuurder te beschermen
◆Side airbags en curtain airbags
Side airbags voor
Helpen het bovenlichaam van de voorste inzittenden te bescherme n
Curtain airbags
Beschermen primair het hoofd van de inzittenden op de buiten-
ste zitplaatsen
De SRS-airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt
bij bepaalde soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen lei-
den tot ernstig letsel voor de inzittenden. Ze werken samen met
de veiligheidsgordels om de kans op ernstig letsel te beperken.
1
2
3
4
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book P age 43 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 44 of 812
441-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_OM_Europe_OM10528E
Onderdelen SRS-airbagsysteem
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book Page 44 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 45 of 812

451-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierbo-
ven afgebeeld. Het SRS -airbagsysteem wordt aangestuurd door de
airbag-ECU. Bij het activeren v an de airbags zorgt een chemisch e
reactie in de ontstekingsmechanismen ervoor dat de airbags snel
gevuld worden met niet-giftig gas om de beweging van de inzitte nden
te helpen beperken. Sensoren frontale aanrijding
Aan/uit-schakelaar airbag
(indien aanwezig)
Voorpassagiersairbag
Controlelampje PASSENGER
AIRBAG (indien aanwezig)
Sensoren aanrijding opzij
(voor)
Sensoren aanrijding opzij
(voorportier)
Gordelspanners en span-
krachtbegrenzers (voor)
Side airbags
Curtain airbags
Sensoren aanrijding opzij
(achter)
Positiesensor bestuurders-
stoel (indien aanwezig)
Bestuurdersairbag
Knie-airbag (indien aanwezig)
Waarschuwingslampje SRS
Airbag-ECU
Gordelspanners en span-
krachtbegrenzers (buitenste
zitplaatsen achter) (indien
aanwezig)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book P
age 45 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 46 of 812

461-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
Neem met betrekking tot de airbags de volgende voorzorgsmaatreg elen in
acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot
gevolg hebben.
● Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgordel op de juiste mani er te dra-
gen.
De SRS-airbags zijn aanvullende middelen die samen met de veili gheids-
gordels gebruikt moeten worden.
● De bestuurdersairbag wordt met een aanzienlijke kracht geactive erd,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de bestuur der zich
erg dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de airbag zijn de eerste 50 - 75 mm;
door een afstand van minimaal 250 mm tot het stuurwiel aan te houden,
hanteert u een veilige marge. Dit is de afstand gemeten vanaf het midden
van het stuurwiel tot aan uw borstbeen. Als u nu minder dan 250 mm van
de airbag zit, kunt u uw zitpositie op verschillende manieren w ijzigen:
• Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedal en nog
goed kunnen worden bediend.
• Zet de rugleuning iets achterover. Hoewel auto's verschillen, verkrijgen veel bestuurders, zelfs m et de
bestuurdersstoel helemaal naar voren, de afstand van 250 mm doo r
simpelweg de rugleuning iets achterover te zetten. Als u door h et ach-
terover zetten van uw stoel de weg niet goed meer kunt zien, kunt u een
stevig, niet-glad kussen gebruiken om hoger te zitten, of uw st oel hoger
zetten wanneer uw auto deze mogelijkheid biedt.
• Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor
wijst de airbag naar uw borst in plaats van naar uw hoofd en ne k.
De stoel dient te worden afgesteld zoals hierboven aanbevolen, terwijl de
pedalen en het stuurwiel nog steeds goed bediend kunnen worden en u
het instrumentenpaneel nog goed kunt zien.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book P age 46 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 47 of 812

471-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
● De voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht g eacti-
veerd waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de v oorpassa-
gier zich erg dicht bij de airbag bevindt. De voorpassagierssto el dient zo
ver mogelijk van de airbag af te staan, met de rugleuning rechtop.
● Kinderen die niet goed op de stoel zitten en/of niet goed vastzitten, kun-
nen ernstig letsel oplopen door een geactiveerde airbag. Gebrui k de vei-
ligheidsgordels nooit voor baby's of kleine kinderen, maar zet hen goed
vast in een baby- of kinderzitje. Toyota beveelt ten zeerste aa n dat alle
kinderen op de achterstoelen plaatsnemen en op de juiste wijze vastzitten.
Achterin zitten kinderen veiliger dan op de voorpassagiersstoel .
( →Blz. 61)
● Ga niet op het puntje van de stoel zitten
en leun niet op het dashboard.
● Laat een kind niet op de voorpassa-
giersstoel staan of bij een voorpassa-
gier op schoot zitten.
● Sta niet toe dat voorpassagiers voor-
werpen op hun knieën vasthouden.
● Leun niet tegen het portier, de dakzijrail
en de voor-, midden- en achterstijl.
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book P age 47 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM
Page 48 of 812

481-1. Voor een veilig gebruik
C-HR_OM_Europe_OM10528E
WAARSCHUWING
■Voorzorgsmaatregelen SRS-airbags
● Laat niemand knielen op de passagiers-
stoel in de richting van het portier of
hoofd en handen buiten de auto steken.
● Auto's zonder knie-airbag voor de
bestuurder: Bevestig niets aan en laat
niets rusten tegen componenten als het
dashboard of het stuurwielkussen.
Alles wat op deze componenten beves-
tigd is of er tegenaan rust, kan als een
projectiel worden gelanceerd als de
bestuurdersairbag en de voorpassa-
giersairbag geactiveerd worden.
Auto's met knie-airbag voor de bestuur-
der: Bevestig niets aan en laat niets
rusten tegen componenten als het
dashboard, het stuurwielkussen of het
onderste deel van het dashboard.
Dergelijke items kunnen als een projec-
tiel worden gelanceerd als de airbag
voor de bestuurder, de airbag voor de
voorpassagier en de knie-airbag voor
de bestuurder geactiveerd worden.
● Bevestig geen voorwerpen aan onder-
delen van de auto, zoals het portier, de
voorruit, de portierruit, de voor- of ach-
terstijl, de dakzijrail en de handgreep.
(Behalve het label voor de snelheidsbe-
perking →Blz. 716)
C-HR_OM_Europe_OM10528E.book P age 48 Tuesday, September 6, 2016 4:16 PM