Page 545 of 660

5458-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
8
Bij problemen
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje (waarschuwingszoemer) open por-
tier/achterklep*3
Geeft aan dat een van de portieren of de achterklep niet geheel
gesloten is
→Controleer of alle portieren e n de achterklep gesloten zijn.
(Knippert gedurende
15 seconden geel.) (indien aanwezig)
Controlelampje S mart entry-systeem met startknop
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het Smart entry-
systeem met startknop.
→Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparat eur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en ui tgeruste deskundige.
Waarschuwingslampje laag brandstofniveau
Instrumentenpaneel met 3 meters:
Geeft aan dat de resterende hoeveelheid brandstof ongeveer
7,5 liter of minder is
Instrumentenpaneel met 2 meters:
• Benzinemotor: Geeft aan dat de resterende hoeveelheid
brandstof ongeveer 7,5 l of minder is
• Dieselmotor: Geeft aan dat de resterende hoeveelheid
brandstof ongeveer 8,3 l of minder is
→Vul de brandstoftank.
Controlelampje (wa arschuwingszoemer) bestuurders- en
voorpassagiersgordel*4
Waarschuwt de bestuurder en/of voorpassagier dat de veilig-
heidsgordel vastgemaakt dient te worden.
→Doe de veiligheidsgordel om.
Als er iemand op de voorpassa giersstoel zit, moet ook de
veiligheidsgordel voor de voorpassagier worden vastge-
maakt, zodat het waarschuwings lampje (de waarschuwings-
zoemer) uitgaat.
(indien aanwezig)
Controlelampjes (w aarschuwingszoemer) veiligheidsgordel
achterpassagiers
*4
Waarschuwt de achterpassagiers om de veiligheidsgordel om
te doen.
→Doe de veiligheidsgordel om.
Waarschuwings- lampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 545 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 546 of 660

5468-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
*1: Waarschuwingszoemer geactiveerde parkeerrem:
Er klinkt een zoemer om aan te geven dat de parkeerrem nog niet is gede-
activeerd (als de auto een snelheid van 5 km/h heeft bereikt).
*2: Het waarschuwingslampje van het roetfiltersysteem kan blijven branden
als het waarschuwingslampje motorolie verversen brandt. Laat in dit geval
uw auto controleren door een erkende Toyota-dealer of herstelle r/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige.
*3: Waarschuwingszoemer open portier/achterklep: Er klinkt een zoemer als de rijsnelheid hoger wordt dan 5 km/h terwijl een
portier is geopend.
*4: Waarschuwingszoemer veiligheids gordel bestuurder en voorpassagier:
De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordels herinnert de bestuur-
der en de passagiers eraan de veiligheidsgordel om te doen. De zoemer
klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van ten minste
20 km/h heeft bereikt. Als de veiligheidsgordel daarna nog niet is vastge-
maakt, laat de zoemer gedurende 90 seconden een ander geluid ho ren.
(indien aanwezig)
Waarschuwingslampje lage bandenspanning
Als het lampje gaat branden:
Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door
• Natuurlijke oorzaken ( →Blz. 549)
• Lekke band ( →Blz. 559, 573)
→Breng de banden op de juiste spanning.
Na een paar minuten dooft het lampje. Laat het systeem
nakijken door een erkende Toyot a-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige indien het l ampje niet dooft nadat de
banden op spanning zijn gebracht.
Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut
geknipperd heeft:
Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem
( → Blz. 550)
→Laat het systeem controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en ui tgeruste deskundige.
(indien aanwezig)
Centraal waarschuwingslampje
Een zoemer klinkt en het waarschuwingslampje gaat branden
en knippert om aan te geven dat het centrale waarschuwings-
systeem een storing heeft gesignaleerd.
→Blz. 553
Waarschuwings-
lampjeWaarschuwingslampje/details/handelingen
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 546 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 547 of 660

5478-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
8
Bij problemen
Controleer, nadat de noodzakelij ke handelingen uitgevoerd zijn om
het probleem te verhelpen, of de waarschuwingslampjes uitgaan.
Volg de correctieprocedures. (auto's met Smart entry-systeem
en startknop en met een instrumentenpaneel met 3 meters)
Zoemer
interieurZoemer
exterieurWaarschu-
wings-
lampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
Continu Continu
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop (auto's met Multidrive CVT)
De elektronische sleutel bevond zich buiten de
auto en het bestuurdersportier werd geopend
en gesloten terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan stand P werd gezet zonder
het contact UIT te zetten.
→Zet de selectiehendel in stand P.
→Neem de elektronische sleutel weer mee in de
auto.
Een
keer3 keer
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop (auto's met Multidrive CVT)
De elektronische sleutel bevond zich buiten de
auto en het bestuurdersportier werd geopend
en gesloten terwijl de selectiehendel in een
andere stand dan stand P werd gezet zonder
het contact UIT te zetten.
→Zet het contact UIT of zorg ervoor dat de elek-
tronische sleutel zich in de auto bevindt.
Een
keer3 keer
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Geeft aan dat er een ander portier dan het
bestuurdersportier werd geopend en gesloten
terwijl het contact in een andere stand dan UIT
stond en de elektronische sleutel zich buiten
het ontvangstgebied bevond.
→Houd de elektronische sleutel binnen het
detectiegebied.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 547 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 548 of 660

5488-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
Een
keerContinu
(5 secon- den)
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Er wordt geprobeerd de aut o te verlaten met de
elektronische sleutel en de portieren te ver-
grendelen zonder dat het contact eerst UIT is
gezet.
→Zet het contact UIT en vergrendel de portieren
opnieuw.
Een
keer⎯(Knippert
gedurende 15 seconden geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Geeft aan dat de elektronische sleutel niet aan-
wezig is als geprobeerd wordt de motor te star-
ten.
→Houd de elektronische sleutel binnen het
detectiegebied.
9 keer⎯
(Knippert geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Er is geprobeerd om te rijden terwijl de gewone
sleutel zich niet in de auto bevond.
→Ga na of de elektronische sleutel zich in de
auto bevindt.
Een
keer⎯(Knippert
gedurende 15 seconden geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Geeft aan dat de batterij van de elektronische
sleutel bijna leeg is.
→Vervang de batterij. (→Blz. 505)
Een
keer⎯(Knippert
gedurende 15 seconden
snel en groen)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
Geeft aan dat het stuurslot nog is vergrendeld.
→Ontgrendel het stuurslot. (→Blz. 219)
Een
keer⎯(Knippert
gedurende 30 seconden geel)
Controlelampje Smart entry-systeem met
startknop
• Toen de portieren werden ontgrendeld metde mechanische sleutel en de startknop ver-
volgens werd ingedrukt, kon de elektronische
sleutel niet worden gesignaleerd in de auto.
• De elektronische sleutel kon niet worden gesignaleerd, ook niet nadat de startknop
tweemaal achter elkaar werd ingedrukt.
→Auto's met Multidrive CVT: Houd de elektroni-
sche sleutel bij de startknop en trap tegelij-
kertijd het rempedaal in.
→Auto's met handgeschakelde transmissie:
Houd de elektronische sleutel bij de startknop
en trap tegelijkertijd het koppelingspedaal in.
Zoemer
interieurZoemer
exterieurWaarschu-
wings-
lampje
Waarschuwingslampje/details/handelingen
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 548 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 549 of 660

5498-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
8
Bij problemen
■Detectiesensor voorpassagier, controlelampje veiligheidsgordel en
waarschuwingszoemer
● Als er bagage wordt geplaatst op de passagiersstoel kan de dete ctiesensor
het controlelampje laten knipperen en de waarschuwingszoemer la ten klin-
ken, ook al zit er niemand op de passagiersstoel.
● Als er op de stoel een kussen wordt geplaatst, werkt de sensor wellicht niet
goed, waardoor ook het waarschuwingslampje niet goed werkt.
■ Als het motorcontrolelampje ti jdens het rijden gaat branden
Bij sommige uitvoeringen gaat het motorcontrolelampje branden a ls de
brandstoftank geheel leeg gereden is. Vul de brandstoftank onmi ddellijk als
deze leeg is. Het motorcontrolelampje gaat na enkele ritten wee r uit.
Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota- dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige als het motorcontrolelampje niet uit gaat.
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Gebruik de volgende procedure wanneer de banden voldoende zijn afge-
koeld.
● Controleer de bandenspanning en breng hem op het juiste niveau.
● Als het waarschuwingslampje na enkele minuten niet uitgaat, con troleer dan
of de bandenspanning in orde is en voer de initialisatie uit.
Het waarschuwingslampje kan weer gaan branden wanneer bovenstaa nde
handelingen zijn uitgevoerd zonder eerst de banden voldoende te laten
afkoelen.
■ Het waarschuwingslampje lage ba ndenspanning gaat mogelijk brand en
door een natuurlijke oorzaak (aut o's met bandenspanningswaarsch u-
wingssysteem)
Het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat mogelijk brand en door
een natuurlijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke spanningsver lies dat op
den duur optreedt of een veranderde bandenspanning die veroorza akt wordt
door temperatuurveranderingen. In dat geval zal het waarschuwin gslampje
na een paar minuten uitgaan als de banden weer op de juiste spa nning
gebracht zijn.
■ Als een wiel wordt vervangen d oor het reservewiel (auto's met b anden-
spanningswaarschuwingssysteem)
Het reservewiel is niet voorzien van een bandenspanningssensor en -zender.
Bij een lekke band zal het waarschuwingslampje lage bandenspann ing niet
uitgaan, ook al is het wiel met de lekke band vervangen door he t reservewiel.
Vervang het reservewiel door het wiel met de gerepareerde band en breng de
band op de juiste spanning. Het waarschuwingslampje lage bandenspanning
zal na een paar minuten uitgaan.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 549 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 550 of 660

5508-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)■
Omstandigheden waaronder het bandenspanningswaarschuwingssys-
teem mogelijk niet juist werkt (au to's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
→Blz. 488
■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat
branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft (auto's m et
bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd wanneer het conta ct AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning regelmatig gaat branden
nadat het gedurende 1 minuut heeft geknipperd wanneer het conta ct AAN
wordt gezet, laat het systeem dan controleren door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
■ Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoorbaar, zoals in een lu idruchtige
omgeving of wanneer het volume van de audio hoog staat.
■ Wanneer het waarschuwingslampje motorolie verversen knippert (die-
selmotor)
Het veelvuldig rijden van korte afstanden en/of rijden met lage snelheden kan
ertoe leiden dat de olie sneller veroudert dan normaal, ongeach t de afge-
legde afstand. Als dat het geval is, zal het waarschuwingslampj e motorolie
verversen gaan knipperen.
■ Waarschuwingslampje motorolie verversen gaat branden (dieselmot or)
Vervang de motorolie en het oliefilter als het waarschuwingslam pje motorolie
verversen niet gaat branden als u meer dan 15.000 km hebt gered en nadat
de motorolie is ververst.
Mogelijk is het waarschuwingslampje motorolie verversen gaan br anden als u
minder dan 15.000 km hebt gereden op basis van een gebruiks- of rijomstan-
digheid.
■ Waarschuwingslampje (waarschuwin gszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de laadtoestand van de accu laag wordt of de spanning tijde lijk daalt, kan
het waarschuwingslampje van de elektrische stuurbekrachtiging g aan bran-
den en kan er een waarschuwingszoemer klinken.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 550 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 551 of 660

5518-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
8
Bij problemen
WAARSCHUWING
■Als de waarschuwingslampjes van het ABS en het remsysteem blijv en
branden
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand en laat uw auto
controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara teur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. D e auto
kan tijdens het remmen extreem onstabiel worden en het ABS-syst eem
treedt mogelijk niet in werking, waardoor een aanrijding en ern stig letsel
kunnen ontstaan.
■ Als het waarschuwingslampje el ektrische stuurbekrachtiging gaat
branden
De besturing kan extreem zwaar aanvoelen.
Als het stuurwiel zwaarder werkt dan gebruikelijk, houd het dan stevig vast
en oefen meer kracht uit.
■ Tijdens het rijden om het roet filter te reinigen (dieselmotor)
Houd tijdens het rijden voldoende rekening met de weersomstandi gheden,
de conditie van de weg, het terrein en het overige verkeer en n eem altijd de
verkeersregels in acht. Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
■ Als het waarschuwingslampje lag e bandenspanning gaat branden
(auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt
u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan.
● Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden
meteen op spanning.
● Auto's met reservewiel: Als, nadat de banden op spanning zijn g ebracht,
het waarschuwingslampje opnieuw gaat branden, kan dit erop duiden dat
er een band lek is. Controleer de banden. Vervang het wiel met de lekke
band door het reservewiel en laat de band repareren door de dic htstbij-
zijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een an dere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Auto's met bandenreparatieset: Als, nadat de banden op spanning zijn
gebracht, het waarschuwingslampje opnieuw gaat branden, kan dit erop
duiden dat er een band lek is. Controleer de banden. Repareer e en lekke
band met de bandenreparatieset.
● Vermijd plotselinge stuurbewegingen en hard remmen. De banden k unnen
beschadigd raken, waardoor u de controle over het stuurwiel of de rem-
men kunt verliezen.
■ Als u een klapband krijgt of als er plotseling een lek ontstaat (auto's
met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Het kan zijn dat het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet m eteen
in werking treedt.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 551 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 552 of 660

5528-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
OPMERKING
■Ervoor zorgen dat het bandensp anningswaarschuwingssysteem goed
werkt (auto's met bandenspanningswaarschuwingssysteem)
Monteer geen banden met verschillende specificaties of van vers chillende
merken, anders werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem mo ge-
lijk niet goed.
■ Als het waarschuwingslampje roe tfiltersysteem gaat branden (diesel-
motor)
Als het waarschuwingslampje roetfiltersysteem blijft branden zo nder dat het
roetfilter wordt gereinigd, kan het motorcontrolelampje na 100 tot 300 km
gaan branden. Laat in dat geval uw auto direct controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Als het waarschuwingslampje brand stoffilter gaat branden (diesel-
motor)
Rijd niet als het waarschuwingslampje brandt. Rijden met te vee l water in
het brandstoffilter kan de brandstofpomp beschadigen.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 552 Friday, October 7, 2016 4:48 PM