Page 481 of 660

4817-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
7
Onderhoud en verzorging
U kunt het brandstoffilter zelf aftappen. Maar omdat dit lastig is, advi-
seren wij u het brandstoffilter te laten aftappen door een erke nde
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behor en
gekwalificeerde en uitgeruste des kundige. Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar
behoren gekwalificeerde en uitgerus te deskundige als u het brand-
stoffilter toch zelf wilt aftappen.
Auto's met een instrumen tenpaneel met 3 meters
Het water in het brandstoffilter moet worden afgetapt wanneer h et
waarschuwingslampje van het brandstoffilter gaat branden en er een
zoemer klinkt.
Auto's met een instrumen tenpaneel met 2 meters
Het water in het brandstoffilter moet worden afgetapt wanneer d e
waarschuwingsmelding “Drain water from fuel filter.” (tap water af uit
brandstoffilter) op het multi-informatiedisplay wordt weergegev en en
er een zoemer klinkt.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
UIT.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact UIT.
Plaats een klein bakje onder de aftapplug om het water en de
brandstof in op te vangen.
OPMERKING
■ Vul het reservoir uitsluitend m et ruitensproeiervloeistof
Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloei-
stof.
Wanneer u dit wel doet, kan de lak van uw auto worden aangetast .
■ Verdunnen van ruitensproeiervloeistof
Verdun ruitensproeiervloeistof indien nodig met water.
Raadpleeg de op het etiket van de ruitensproeiervloeistoffles a angegeven
temperaturen voor de juiste mengverhouding.
Brandstoffilter (all een 1ND-TV motor)
1
2
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 481 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 482 of 660

4827-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
Draai de aftapplug linksom,
ongeveer 2 - 2,5 slag.
Beweeg de pompknop tot er
brandstof uit de aftapplug komt.
Draai de aftapplug na het aftappen met de hand vast.
In de volgende situaties moet water uit het brandstoffilter wor den
afgetapt:
Brandstoffilter type A
*: Elke 20.000 km
Brandstoffilter type B
*: “Drain water from fuel filter.” (tap water af uit
brandstoffilter) wordt weergegeven op het multi-informatiedispl ay en
er klinkt een zoemer.
*: Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/re parateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige
voor het bepalen van het type brandstoffilter.
Laat het brandstoffilter aftappen door een erkende Toyota-deale r of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerd e en
uitgeruste deskundige.
3
4
Brandstoffilter (alleen 1WW motor)
OPMERKING
■ Wanneer er water in het brandstoffilter zit
Rijd niet ononderbroken met water in het brandstoffilter. Ander s kan de
brandstofpomp beschadigd raken.
5
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 482 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 483 of 660
4837-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
7
Onderhoud en verzorging
Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn . Contro-
leer de banden tevens op ongelijkmatige slijtage, zoals overmat ige
slijtage aan een zijde van het loopvlak.
Controleer de staat en de bandenspanning van het reservewiel oo k
als het niet gebruikt wordt.
Nieuwe band
Versleten loopvlak
Slijtage-indicator
De plaats van de slijtage-indicatoren wordt aangegeven met de t ekst TWI
of
Δ op de wang van de band.
Vervang de band als de slijtage-indicatoren te zien zijn.
Banden
Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhouds-
schema en het slijtagepatroon.
Controleren van de banden
1
2
3
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 483 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 484 of 660

4847-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
Wissel de banden zoals aange-
geven in de afbeelding.
Toyota beveelt aan om de banden
ongeveer elke 10.000 km van
plaats te wisselen om een gelijk-
matig slijtagepatroon en een lan-
gere levensduur van de banden te
verkrijgen.
Vergeet bij het wisselen van voor- en
achterbanden met een verschillende
bandenspanning niet om na het wis-
selen het bandenspanningswaar-
schuwingssysteem te initialiseren.
Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding.
Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van
plaats te wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een la ngere
levensduur van de banden te verkrijgen.
Wisselen van banden (auto's met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Voor
Wisselen van banden (auto's zonder bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Auto's met een reservewiel van
een ander type dan de gemon-
teerde wielen of auto's met een
bandenreparatiesetAuto's met een reservewiel
van hetzelfde type als de
gemonteerde wielen
VoorVoor
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 484 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 485 of 660

4857-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
7
Onderhoud en verzorging
Uw auto is uitgerust met een bandenspanningswaarschuwingssys-
teem dat gebruikmaakt van bandenspanningssensoren en -zenders
om een lage bandenspanning te signaleren voordat deze tot probl e-
men leidt. ( →Blz. 546)
◆Plaatsen van bandenspanni ngssensoren en -zenders
Bij het vervangen van banden of velgen moeten de bandenspan-
ningssensoren en -zenders ook worden geplaatst.
Als er nieuwe bandenspanningss ensoren en -zenders geplaatst
worden, moeten de identificatiecodes van deze componenten wor-
den geregistreerd in de bandensp anningswaarschuwingssysteem-
ECU en moet het bandenspanni ngswaarschuwingssysteem wor-
den geïnitialiseerd. Laat de identificatiecodes van de bandensp an-
ningssensoren en -zenders registreren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekw ali-
ficeerde en uitgeruste deskundige. ( →Blz. 487)
◆Initialiseren van het bandens panningswaarschuwingssysteem
■Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet worden
geïnitialiseerd onder de volgende omstandigheden:
● Verwisselen van voor- en achterwielen met een verschillende
bandenspanning.
● Als de bandenmaat wordt aangepast.
● Als de bandenspanning wordt gewijzigd (bijvoorbeeld wanneer
de rijsnelheid of de belading verandert).
Als het bandenspanningswaarschu wingssysteem wordt geïnitiali-
seerd, wordt de actuele bandenspanning als referentiespanning
beschouwd.
Bandenspanningswaarschuwingssysteem (indien aanwezig)
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 485 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 486 of 660

4867-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)■
Initialiseren van het bandens
panningswaarschuwingssysteem
Parkeer de auto op een veilige plaats en zet de motor uit.
Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt.
Breng de banden op de voorgeschreven spanning bij koude ban-
den. ( →Blz. 625)
Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in
koude toestand. Deze spanning vormt de referentiespanning voor het
bandenspanningswaarschuwingssysteem.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
AAN.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
AAN.
Open het dashboardkastje.
Houd de resetknop van het
bandenspanningswaarschu-
wingssysteem ingedrukt tot
het waarschuwingslampje
lage bandenspanning drie
keer langzaam knippert.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Laat het contact
enkele minuten AAN staan en zet het vervolgens UIT.
Auto's zonder Smart entry-syste em en startknop: Laat het con-
tact een paar minuten AAN staan en zet het vervolgens in de
stand ACC of UIT.
1
2
3
4
5
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 486 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 487 of 660

4877-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)
7
Onderhoud en verzorging
◆Registreren van identificatiecodes
De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een
unieke identificatiecode. Bij het vervangen van een bandenspan-
ningssensor en -zender is het noo dzakelijk om de identificatiecode
te registreren. Laat de identific atiecodes registreren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere na ar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■ Wanneer moeten banden worden vervangen
Banden moeten worden vervangen als:
●De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
● De banden beschadigingen vertonen, zoals insnijdingen, scheuren of bar-
sten die zo diep zijn dat het binnenmateriaal zichtbaar wordt en bulten die
duiden op een interne beschadiging
● Een band vaak leegloopt of niet goed kan worden gerepareerd van wege de
grootte of plaats van de beschadiging
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e als u er
niet zeker van bent.
■ Vervangen van banden en velgen (auto's met bandenspanningswaar-
schuwingssysteem)
Als de identificatiecode van de bandenspanningssensor en -zende r niet is
geregistreerd, werkt het bandenspanningswaarschuwingssysteem ni et cor-
rect. Na ongeveer 20 minuten rijden gaat het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende 1 minuut knipperen en het blijft daarna b randen om
aan te geven dat er een storing in het systeem aanwezig is.
■ Levensduur van de banden
Banden die ouder zijn dan 6 jaar moeten altijd door gekwalifice erd werk-
plaatspersoneel worden gecontroleerd, zelfs als er niet of nauw elijks met de
banden is gereden en de banden niet beschadigd lijken te zijn.
■ Routinecontrole van de bandenspan ning (auto's met bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het bandenspanningswaarschuwingssysteem vervangt de periodieke con-
trole van de bandenspanning niet. Controleer daarom ook zelf re gelmatig de
bandenspanning.
■ Brede banden (17 inch-banden)
In het algemeen slijten brede banden eerder en kan de grip op b esneeuwde
en/of gladde wegen beperkt zijn in vergelijking met standaard b anden.
Gebruik daarom winterbanden of sneeuwkettingen* op besneeuwde e n/of
gladde wegen en rijd voorzichtig waarbij u uw snelheid aanpast aan de toe-
stand van de weg en de weersomstandigheden.
*: Sneeuwkettingen kunnen niet worden gemonteerd op 225/45R17 banden.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 487 Friday, October 7, 2016 4:48 PM
Page 488 of 660

4887-3. Onderhoud, zelf uit te voeren
UK AURIS_HB_EE (OM12K97E)■
Als de profieldiepte van winterbanden minder is dan 4 mm
In dat geval gaat de werkzaamheid van de winterbanden verloren.
■ Situaties waarin het bandenspa nningswaarschuwingssysteem mogelijk
niet goed werkt (auto's met ba ndenspanningswaarschuwingssysteem )
● Onder de volgende omstandigheden werkt het bandenspanningswaarschu-
wingssysteem mogelijk niet goed.
• Als er niet-originele Toyota-velgen zijn gemonteerd.
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet overeenko mt met
de OE-specificaties (Original Equipment).
• Er is een band vervangen door een exemplaar dat niet de voorge schre-
ven maat heeft.
• Er zijn sneeuwkettingen gemonteerd.
• Er is een run-flat band met ondersteunende ring gemonteerd.
• Als de ruiten zijn voorzien van een coating die de ontvangst v an de radio-
grafische signalen nadelig beïnvloedt.
• Als de auto bedekt is met sneeuw of ijs, vooral bij de wielen of de wiel-
kasten.
• Als de bandenspanning aanzienlijk hoger is dan de voorgeschrev en
waarde.
• Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worde n
gebruikt.
• Als de identificatiecode op de bandenspanningssensoren en -zenders
niet is geregistreerd in de bandenspanningswaarschuwingssysteem -
ECU.
● In de volgende situaties kunnen de prestaties worden beïnvloed.
• In de buurt van een televisiezendmast, elektriciteitscentrale, tankstation,
radiozender, videowall, luchthaven of andere locatie waar sterke radio-
golven of elektromagnetische velden aanwezig zijn.
• Als u een draagbare radio, mobiele telefoon, draadloze telefoo n of een
ander draadloos communicatiemiddel bij u draagt.
● Wanneer de auto geparkeerd is, kan het langer duren voordat de waarschu-
wing verschijnt of verdwijnt.
● Wanneer de bandenspanning snel daalt, zoals bij een klapband, d an ver-
schijnt de waarschuwing mogelijk niet.
UK AURIS_HB_OM_Europe_OM12K97E .book Page 488 Friday, October 7, 2016 4:48 PM