Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
●
Is er een st orin
g in het elektrische systeem
of aan de trekhaak, dan laat u het nakijken in
een gespecialiseerde werkplaats.
● Indien de kogel op een bepaald punt een
diameter v
an minder dan 49 mm heeft, dan
mag u de trekhaak in geen geval gebruiken. VOORZICHTIG
Als u de wagen schoonmaakt met een hoge-
druk reinig er of
dampstraler, mag u de straal
niet direct richten op de zwenkbare kogelkop
of het stopcontact voor aanhangwagen, aan-
gezien dit de pakkingen kan beschadigen of
het vet voor de smering kan elimineren. Let op
Het is mogelijk dat bij extreem lage tempera-
turen de k og
elkop niet bediend kan worden.
In dit geval hoeft u de wagen slechts op een
warmere plek te zetten (bijvoorbeeld een ga-
rage). Fietsenrek op zwenkbare kogelkop in-
bou
w
en Het maximaal toegestane gewicht van het
fietsenr
ek, l
adin
g inbegrepen, bedraagt
75 kg. Het fietsenrek mag niet meer dan 700
mm naar achteren uitsteken uit de kogelkop.
Enkel fietsenrekken waarin maximaal 3 fiet-
sen kunnen worden geplaatst zijn toege-
staan. Zwaardere fietsen moeten zo dicht mogelijk tegen de wagen (kogelkop) worden
gezet.
ATTENTIE
Een verkeerd gebruik van de trekhaak met
fietsenrek g
emonteerd op de kogelkop kan
letsels en ongevallen veroorzaken.
● Overschrijd nooit de hierboven vermelde
laadvermog
ens en maximale gewichten.
● Maak het fietsenrek niet op de hals van de
koppeling onder de k
ogelkop vast, omdat het
fietsenrek door de vorm van de hals en het
fietsenrekmodel verkeerd vast zou komen te
zitten.
● Lees de inbouwinstructies van het fietsen-
rek en v
olg ze op. VOORZICHTIG
Indien het aangegeven laadvermogen of
maxim a
le gewicht overschreden wordt, kan
de wagen aanzienlijk beschadigd raken.
● Overschrijd de aangeduide waarden nooit. Let op
SEAT beveelt aan om zo mogelijk alle verwij-
derbare onder del
en van de fietsen weg te ha-
len voordat u begint te rijden. Tot die onder-
delen kunnen bijv. mandjes en zadeltassen,
kinderstoeltjes en batterijen behoren. Zo ver-
beteren de aerodynamica en het zwaartepunt
van het fietsenrek. Aanhangwagen aankoppelen en aan-
s
luit
en Afb. 218
Schematische weergave: toewijzing
v an de pinnen
van het
stopcontact van de
aanhangwagen.
Legenda van afb. 218:
PinBetekenis
1Linker knipperlicht
2Achterste mistlicht
3Massa voor pinnen 1, 2, 4, 5, 6, 7 en 8
4Rechter knipperlicht
5Rechterachterlicht
6Remlicht
7Linkerachterlicht
8Achteruitrijlicht
9Continu plus» 275
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
met aanhangwagen. Om het profiel Ec
o op-
nieu w in te schakelen na het loskoppelen van
de aanhangwagen, moet het contact een-
maal uit- en weer ingeschakeld worden. ATTENTIE
Indien de kabels verkeerd of op ongepaste
wijze w or
den verbonden, kan de aanhangwa-
gen te veel stroom krijgen. Dit kan leiden tot
storingen in het volledige elektronische sys-
teem van de wagen, alsook tot ongevallen en
ernstige letsels.
● Laat de werkzaamheden aan de elektrische
insta
llatie enkel uitvoeren in een gespeciali-
seerde werkplaats.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hangw
agen nooit direct aan op de elektrische
aansluitingen van de achterlichten of andere
voedingsbronnen. ATTENTIE
Het contact tussen de pinnen van het stop-
contact
voor aanhangwagen kan leiden tot
kortsluiting, overbelasting van de elektrische
installatie of storing van het verlichtingssys-
teem; ongevallen en ernstige letsels kunnen
hiervan het gevolg zijn.
● Sluit de pinnen van het stopcontact voor
aanhangw
agen nooit op elkaar aan.
● Laat gebogen pinnen in een gespecialiseer-
de werkplaat
s repareren. VOORZICHTIG
Laat de aanhangwagen niet aan de wagen
aangek op
peld zitten als u de aanhangwagen
met behulp van de steunen of het hulpwiel
geparkeerd hebt. Als de wagen omhoog of
omlaag gaat, bijvoorbeeld wegens een varia-
tie van de last of een lekke band, wordt meer
druk uitgeoefend op de trekhaak en aanhang-
wagen; de wagen en aanhangwagen kunnen
hierdoor beschadigd raken. Let op
● Bij storin g
en in de elektrische installaties
van de wagen, aanhangwagen of het alarm-
systeem, laat u ze nakijken in een gespeciali-
seerde werkplaats.
● Als de accessoires van de aanhangwagen
energie verbruik
en via het stopcontact voor
aanhangwagen en de motor niet draait, zal
de accu leeg raken.
● Als de wagenaccu bijna leeg is, wordt de
elektrisc
he aansluiting met de aanhangwa-
gen automatisch onderbroken. Een aanhangwagen laden
Maximaal toegestane aanhangwagenge-
w
ic
ht en di
sselkogeldruk
Het maximaal toegestane aanhangwagenge-
wicht is het gewicht dat de wagen kan sle-
pen ››› . De disselkogeldruk is de last dieverticaal van boven wordt uitgeoefend op de
k
og
elk op
van de trekhaak ››› pag. 322.
De gegevens over het aanhangwagengewicht
en de disselkogeldruk die op het typeplaatje
van de trekhaak staan zijn enkel experimen-
tele waarden. De waarden met betrekking tot
de wagen, vaak lager dan deze waarden,
vindt u in de wagenpapieren. U moet altijd
uitgaan van de gegevens in de officiële wa-
genpapieren.
Om de veiligheid tijdens het rijden te bevor-
deren, beveelt SEAT aan om altijd de maxi-
maal toegestane disselkogeldruk optimaal te
benutten ››› pag. 271. Een te geringe kogeld-
ruk heeft een negatieve invloed op het rijg-
edrag van de wagen met aanhangwagen.
Door de kogeldruk neemt het gewicht op de
achteras toe, waardoor de nuttige last van de
wagen vermindert.
Gewicht van het geheel trekkende wagen en
aanhangwagen
Het gewicht van de combinatie is samenge-
steld uit het werkelijke gewicht van de bela-
den wagen en het werkelijke gewicht van de
beladen aanhangwagen.
In sommige landen zijn de aanhangwagens
ingedeeld in categorieën. SEAT beveelt u aan
om u in een gespecialiseerde werkplaats te
informeren over welke aanhangwagens het
meest geschikt zijn voor uw wagen. »
277
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Bedienen
Een aanhangwagen laden
D e w
agen en de aanh
angwagen samen moe-
ten evenwichtig beladen zijn. Daarvoor moet
de maximaal toegestane disselkogeldruk op-
timaal benut worden en moet de lading ge-
lijkmatig verdeeld worden over de achter- en
voorzijde van de aanhangwagen:
● Verdeel de lading in de aanhangwagen zo-
danig dat
zware voorwerpen zo dicht moge-
lijk bij of boven de as liggen.
● Maak de lading in de aanhangwagen cor-
rect v
ast.
Bandenspanning
De bandenspanning van de aanhangwagen
kiezen volgens de aanbevelingen van de
aanhangwagenfabrikant.
Wanneer u rijdt met een aanhangwagen,
moet u de banden van de wagen met de
maximaal toegestane spanning oppompen
››› pag. 310. ATTENTIE
Als de maximale asbelasting, de maximaal
toeg e
stane disselkogeldruk of het maximaal
toegestane gewicht van de wagen of de com-
binatie wagen en aanhangwagen overschre-
den wordt, dan kan dat leiden tot ongevallen
of zware verwondingen.
● Overschrijd de aangeduide waarden nooit. ●
Het huidige g ew
icht op de voor- en achter-
as mag de maximaal toegestane lading op de
assen nooit overschrijden. Het gewicht voorin
en achterin van de wagen mag het maximaal
toegestane gewicht nooit overschrijden. ATTENTIE
Een verplaatsing van de lading kan de stabili-
t eit en v
eiligheid van de combinatie wagen en
aanhangwagen in gevaar brengen en leiden
tot ongevallen en ernstige letsels.
● Laad de aanhangwagen altijd op correcte
wijze.
● De l
ast altijd bevestigen met geschikte rie-
men of banden die in een goede s
taat verke-
ren. Rijden met aanhangwagen
Koplampen afstellen
W
anneer een aanh
ang
wagen is aangekop-
peld, kan de voorkant van de wagen omhoog
komen; bij ingeschakeld dimlicht kan dit an-
dere weggebruikers verblinden. De lichtbun-
del daarom met de lichtbundel-hoogtever-
stelling verlagen. Als de wagen niet is uitge-
rust met dit systeem, laat de koplampen dan
door een gespecialiseerde werkplaats afstel-
len. Bijzonderheden bij rijden met aanhangwa-
gen
●
Bij een aanhang
wagen met oplooprem
eers
t zacht , daarna snel remmen. Zo voor-
komt u remstoten door blokkerende wielen
van de aanhangwagen.
● Door het gewicht van de combinatie wagen
en aanhangw
agen vergroot de remafstand.
● Wanneer u een helling af rijdt, schakel dan
naar een lager
e versnelling (bij een schakel-
bak) of gebruik de Tiptronic-modus (bij auto-
matische versnellingsbak) om op de motor af
te remmen. Als u dit niet doet, kan het rem-
systeem oververhit raken en niet meer goed
werken.
● Het getrokken gewicht en hoge totale ge-
wicht
van de combinatie wagen en aanhang-
wagen wijzigen het zwaartepunt en de rijei-
genschappen van de wagen.
● Als de trekkende wagen leeg is en de aan-
hangw
agen beladen, is de verdeling van de
lading niet optimaal. In die omstandigheden
dient u uiterst voorzichtig en voldoende lang-
zaam te rijden.
Starten met aanhangwagen op helling
Naargelang de gradiënt van de helling en het
totale gewicht van de combinatie wagen en
aanhangwagen kan het zijn dat u bij het weg-
rijden licht naar achteren gaat.
Om op een helling te starten met aangekop-
pelde aanhangwagen doet u het volgende:
278
Bedienen
●
De st ab
ilisator detecteert niet altijd de lich-
te en weinig stabiele aanhangwagens, dus
worden ze in dergelijke gevallen niet gestabi-
liseerd.
● Wanneer u rijdt over een glad wegdek met
weinig grip, kan de aanh
angwagen zelfs met
de stabilisator knikken.
● Aanhangwagens met hoog zwaartepunt
kunnen kant
elen, zelfs zonder eerst te slinge-
ren.
● Als er geen aanhangwagen aangekoppeld
is en een st
eker van de aanhangwagen op het
stopcontact aangesloten is (bijv. als er een
fietsenrek met verlichting aan hangt), kan de
wagen onder extreme rijomstandigheden
plotseling automatisch gaan remmen. Een trekhaak achteraf inbouwen
Afb. 219
Maten en bevestigingspunten voor
het ac
hter
af inbouwen van een trekhaak. SEAT adviseert om het naderhand inbouwen
v
an een tr
ekh
aak bij een gespecialiseerde
werkplaats te laten uitvoeren. Zo is het wel-
licht nodig om het koelsysteem aan te pas-
sen of warmtewerende platen te monteren. SEAT raadt u aan om daarvoor een SEAT-dea-
ler te raa
dplegen.
Als naderhand een trekhaak wordt inge-
bouwd, moeten steeds de afstandsmaten in
acht worden genomen. De afstand tussen het
midden van de kogelkop en het wegdek
››› afb. 219 D mag niet kleiner zijn dan aan-
g e
g ev
en. Dit geldt ook voor de volledig bela-
den wagen, inclusief de maximaal toegesta-
ne disselkogeldruk.
Afstandsmaten ››› afb. 219:
Bevestigingspunten
932.5 mm
Min. 65 mm
350-420 mm
220 mm
615.5 mm
1,043 mm ATTENTIE
Indien de kabels verkeerd of op ongepaste
wijze w or
den verbonden, kunnen er zich sto-
ringen voordoen aan het volledige elektroni-
sche systeem van de wagen, hetgeen kan lei-
den tot ongevallen en ernstige letsels.
● Sluit het elektrische systeem van de aan-
hangw
agen nooit aan op de elektrische aan-
sluitingen van de achterlichten of andere voe-
dingsbronnen. Gebruik alleen geschikte ste-
kers voor het aansluiten van de aanhangwa-
gen. A
B
C
D
E
F
G
280
Trekhaak voor aanhangwagen en aanhangwagen*
●
Het acht er
af monteren van een trekhaak
aan de wagen mag enkel in een gespeciali-
seerde werkplaats worden uitgevoerd. ATTENTIE
Als de trekhaak verkeerd ingebouwd is of de
v erkeer de tr
ekhaak gebruikt is, is het moge-
lijk dat de aanhangwagen van de trekkende
wagen loskomt. Dit kan ernstige ongevallen
en dodelijke letsels tot gevolg hebben. Let op
Gebruik enkel trekhaken die zijn goedge-
keurd door S
EAT voor het model in kwestie. 281
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Verzorging en onderhoud
● Het eff
ectiev e
zendvermogen aan de voet
van de antenne niet meer dan 10 W be-
draagt.
Een officiële SEAT dealer of een erkend auto-
bedrijf kan u meer informatie geven over de
inbouwmogelijkheden en de werking van
zendapparatuur met een hoger zendvermo-
gen.
Mobiele zendapparatuur
Bij het gebruik van universele mobiele tele-
foons en zendapparatuur kunnen storingen
in de werking van de elektronica van uw wa-
gen ontstaan. De oorzaken hiervoor kunnen
zijn:
● Wagen zonder buitenantenne.
● Verkeerd geïnstalleerde buitenantenne.
● Zendvermogen van meer dan 10 W.
Daarom mag een draag
bare telefoon of zend-
apparatuur zonder of met verkeerd geïnstal-
leerde buitenantenne niet in het interieur van
de wagen worden gebruikt ››› .
L et
er bo v
endien op dat alleen met een bui-
tenantenne de optimale reikwijdte van de ap-
paraten wordt bereikt.
Kantoorapparatuur
Het naderhand inbouwen van apparaten uit
de woon-/werkomgeving in de wagen is toe-
gestaan, zo lang deze apparaten niet de di- recte controle van de bestuurder over de wa-
gen beïnvloeden en v
oorzien zijn van een -
code. Naderhand ingebouwde apparaten die
de controle van de bestuurder over de wagen
kunnen beïnvloeden, moeten daarentegen
altijd een typegoedkeuring voor uw wagen
bezitten en van een e-code zijn voorzien. ATTENTIE
In het interieur van de wagen gebruikte
draagb ar
e telefoons of zendapparatuur zon-
der of met verkeerd geïnstalleerde buitenan-
tenne kunnen door te hoge elektromagneti-
sche velden schadelijk voor de gezondheid
zijn. Let op
● Het na derh
and inbouwen van elektrische of
elektronische apparaten in deze wagen heeft
gevolgen voor de typegoedkeuring en kan in
bepaalde omstandigheden het intrekken van
het kentekenbewijs tot gevolg hebben.
● Let op de aanwijzingen voor de bediening
van de mobiel
e telefoons en zendapparatuur. Verzorging en reiniging
A lg
emeen Regelmatig, deskundig onderhoud is belang-
rijk
v oor de
w
aardevastheid van uw wagen.
Bovendien kan het onderhoud ook één van de voorwaarden voor het behoud van garan-
tieclaims b
ij eventuele corrosie en lakschade
aan de carrosserie zijn.
De vereiste onderhoudsmiddelen zijn bij de
officiële SEAT dealer en gespecialiseerde za-
ken verkrijgbaar. Let op de gebruiksaanwij-
zingen op de verpakking. ATTENTIE
● Bij verk eer
d gebruik kunnen onderhouds-
middelen schadelijk voor de gezondheid zijn.
● Berg alle verzorgingsproducten op een vei-
lige plaat
s op, uit de buurt van kinderen. An-
ders bestaat gevaar voor vergiftiging. Milieu-aanwijzing
● Geef de v oork
eur aan producten die het mi-
lieu niet aantasten.
● De resten van verzorgingsproducten horen
niet bij het hui
svuil. Verzorging van de wagen, bui-
t
en
zijde
W
assen van de wagen Hoe langer insectenresten, uitwerpselen van
v
og
els, boomh
ars, straat- en industriestof,
teer, roetdeeltjes, strooizout en andere
agressieve stoffen op de lak blijven zitten, »
283
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Aanwijzingen
wordt gereden, kunnen bij het indrogen
m att
e of melk
achtige vlekken veroorzaken.
De officiële SEAT dealers beschikken over mi-
lieuvriendelijke reinigingsmiddelen, die voor
uw wagen zijn getest en vrijgegeven.
Kunststof delen Kunststof delen moeten gereinigd worden
met een v
oc
htige doek. Bij hardnekkige ver-
vuiling mogen kunststof delen ook met spe-
ciale oplosmiddelvrije kunststofreinigings-
en onderhoudsmiddelen worden behandeld.
Lakonderhoudsmiddelen zijn voor kunststof
delen niet geschikt.
Koolstofdelen De carbon onderdelen van uw wagen hebben
een g
el
akt op
pervlak. Deze hebben geen bij-
zondere verzorging nodig en worden op de-
zelfde manier als andere gelakte onderdelen
schoongemaakt ›››
pag. 283.
Lakschade Kleine lakbeschadigingen zoals krassen,
s
c
hr ammen of
sporen van steenslag direct
met lak bijwerken, voordat er corrosie ont-
staat. Hiervoor hebben officiële SEAT dealers de bij uw wagen passende lakstif
ten of
spuitbussen.
Het laknummer van de originele lak van de
wagen staat op de sticker met wagengege-
vens ››› pag. 320.
Mocht er toch enige corrosie zijn ontstaan,
dan deze door een gespecialiseerde werk-
plaats grondig laten verwijderen.
Ruiten Goed zicht verhoogt de verkeersveiligheid.
Om de w
erk
ing
van de ruitenwisserbladen
niet nadelig te beïnvloeden (ratelen), mogen
de ruiten nooit met insectenverwijderaar of
was worden schoongemaakt.
Resten rubber, olie, vet of siliconen kunt u
met een ruitenreiniger of een siliconen-ver-
wijderingsmiddel verwijderen. Resten was
kunnen daarentegen alleen met een speciaal
reinigingsmiddel worden verwijderd. Meer in-
formatie hierover is verkrijgbaar bij de officië-
le SEAT dealer.
Ook de binnenzijde van de ruiten moet regel-
matig worden schoongemaakt.
Voor het drogen van de ruiten een aparte lap
of zeem gebruiken. In de zeem die u voor de
lak hebt gebruikt, zitten resten conserve-
ringsmiddelen. ATTENTIE
De voorruit mag niet met waterafstotende
ruitbes c
hermingsmiddelen worden behan-
deld. In situaties waarbij het zicht slecht is,
bijv. bij regen, als het donker is of bij laag-
staande zon, is er een groter gevaar voor ver-
blinding: gevaar op ongelukken! Bovendien
kunnen de ruitenwisserbladen bijgeluiden
gaan produceren. VOORZICHTIG
● Sneeuw en ijs op ruit
en en buitenspiegels
met een kunststof krabber verwijderen. De
krabber niet heen en weer bewegen, maar al-
leen in één richting schuiven om krassen te
voorkomen.
● De verwarmingsdraden zitten aan de bin-
nenzijde v
an de achterruit. Om schade te
voorkomen, mag u geen stickers op de ver-
warmingsdraden plakken.
● Nooit sneeuw of ijs van ruiten en spiegels
verwijder
en met warm of heet water - gevaar
voor scheurvorming in het glas! Velgen
Regelmatig onderhoud is nodig, opdat de
v
el
gen er l
ang goed uit blijven zien. Als
strooizout en remslijpsel niet regelmatig wor-
den afgespoeld, wordt het materiaal aange-
tast.
286
Verzorging en onderhoud
Als reinigingsmiddel beslist een zuurvrij spe-
c i
aal r
einigingsmiddel gebruiken. Deze is bij
de officiële SEAT dealer en gespecialiseerde
zaken verkrijgbaar. De inwerktijd van het rei-
nigingsmiddel mag niet worden overschre-
den. Zuurhoudende velgenreiniger kan de
oppervlakte van de velgmoeren aantasten.
Een lakpolijstmiddel of andere schurende
middelen mogen bij het onderhoud van de
wielen niet worden gebruikt. Als de bescher-
mende laklaag bijv. door steenslag is be-
schadigd, moet de schade zo spoedig moge-
lijk worden hersteld. ATTENTIE
Let er bij het schoonmaken van de velgen op
dat n attigheid, ij
s en pekel de remmende
werking kunnen beïnvloeden - gevaar voor
ongelukken! Eindstuk van de uitlaatpijp
Als strooizout en remslijpsel niet regelmatig
w
or
den af g
espoeld, wordt het materiaal van
het eindstuk van de uitlaatpijp aangetast.
Voor het verwijderen van de schadelijke stof-
fen mogen geen reinigingsmiddelen worden
gebruikt die bedoeld zijn voor velgen, lak of
chroom of andere schurende middelen. Rei-
nig de eindstukken van de uitlaatpijp met rei-
nigingsmiddelen bestemd voor het roestvrij
staal. De officiële SEAT dealers beschikken over ge-
schikte r
einigingsmiddelen die voor uw wa-
gen zijn toegelaten.
Verzorging interieur van de wa-
gen Disp
lay van de radio/Easy Connect*
en bedieningspaneel* Het display kan worden schoongemaakt met
een in s
pec
iaalz
aken verkrijgbare "LCD-clea-
ner". Om het display schoon te maken, de
doek licht bevochtigen met de reinigings-
vloeistof.
Het bedieningspaneel van het Easy Connect-
systeem* moet eerst met een penseeltje wor-
den ontdaan van vuil, om te voorkomen dat
dit in het apparaat of tussen de toetsen en
de behuizing komt te zitten. Daarna wordt
geadviseerd om het bedieningspaneel van
Easy Connect-systeem* schoon te maken met
een vochtige doek en vaatwasmiddel. VOORZICHTIG
● Om kra s
sen te voorkomen, mag u het dis-
play niet droog schoonmaken.
● Om schade te voorkomen, moet u erop let-
ten dat er g
een vocht terechtkomt in het be-
dieningspaneel van Easy Connect-systeem*. Kunststof delen en kunstleer
Kunststof delen en kunstleer met een vochti-
ge lap s
c
hoonmaken. Mocht dit niet voldoen-
de zijn, dan mag u deze delen alleen met
speciale oplossingsmiddelvrije kunststof rei-
nigings- en onderhoudsmiddelen behande-
len.
Textiel en stoffen bekleding Textiel en textiele bekledingen (stoelen, por-
tierp
anel
en en z.) moet
en regelmatig met een
stofzuiger worden schoon gezogen. Hierdoor
worden vuildeeltjes van het oppervlak verwij-
derd die anders bij het gebruik in de stof ge-
wreven kunnen worden. Stoomreinigers mo-
gen niet worden gebruikt, omdat door de
stoom de verontreiniging dieper in het textiel
dringt en wordt vastgezet.
Normaal schoonmaken
In het algemeen raden wij aan voor het
schoonmaken een zachte spons of een uni-
versele niet-pluizende microvezeldoek te ge-
bruiken. Alleen vloerbedekking en vloermat-
ten mogen met borstels worden gereinigd
aangezien andere textiele oppervlakken door
de borstel kunnen worden beschadigd.
Bij oppervlakkige algemene verontreinigin-
gen kan met een universeel schuimschoon-
maakmiddel worden schoongemaakt. Het »
287
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten