Page 121 of 220

zorg ervoor dat de schakelaar voor de
compressor in stand0(uit) staat, start de
motor, open de achterklep en breng de
stekker in het stopcontact van de
bagageruimte of op de tunnelconsole en
start de motor. schakel de compressor in
door de schakelaar in standI(aan) te
zetten;
pomp de band op tot de juiste
bandenspanning, vermeld in de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens";
Als na vijf minuten de druk niet ten
minste 1,8 bar/26 psi is, de compressor
uitschakelen en deze afsluiten van het
ventiel en het stopcontact, het deksel
vervangen, dan het voertuig circa tien
meter vooruit bewegen om de
afdichtingsvloeistof in de band gelijk te
verdelen; Stop het voertuig veilig en
herhaal de procedure totdat de vereiste
druk wordt bereikt;
als na deze handeling nog steeds geen
minstens 1,8 bar (26 psi) wordt
verkregen binnen 5 minuten na
inschakeling van de compressor, DAN IS
DE BAND TE BESCHADIGD OM TE
WORDEN GEREPAREERD. Verwijder en
vervang de kit in het specifieke gedeelte
en neem contact op met een Alfa Romeo
Servicenetwerk;
Als de vereiste druk is bereikt, ga dan
weer rijden. Overschrijd de snelheid van
80 km/h niet. Vermijd abrupt accelereren
of remmen. Na ongeveer 8 km / 5 mijl
gereden te hebben, het voertuig op een
veilige plek en geschikte zone plaatsen,
met de handrem aangetrokken. De kit
oppakken en ervoor zorgen dat de aan-uit
knop in de0stand staat, de elektrische
aansluiting in het 12V contact van het
voertuig steken. Verwijder het deksel van
het ventiel van de gerepareerde band,
sluit af en trek de zwarte pomp eruit, sluit
deze aan op het ventiel en vergrendel
met de hendel. Controleer de
bandenspanning op de drukmeter.
als de aangeduide druk lager is dan
1,8 bar / 26 psi, IS DE BAND TE
BESCHADIGD EN KAN NIET MEER
WORDEN GEREPAREERD. Verwijder en
vervang de kit in het specifieke gedeelte
en neem contact op met een Alfa Romeo
Servicenetwerk;
Als de aangeduide druk gelijk of hoger
is dan 1,8 bar/26 psi, schakel dan decompressor in en pomp tot de vereiste
druk. De kit afsluiten en vervangen in de
specifieke ruimte. Rijd zeer voorzichtig
en zo snel mogelijk naar het
dichtstbijzijnde Alfa Romeo
Servicenetwerk.
BANDENSPANNING CONTROLEREN EN
HERSTELLEN
De compressor kan ook gebruikt worden
voor het controleren en eventueel
herstellen van de bandenspanning.
Sluit het zwarte opblaasslangetje 1
fig. 97 af en haal deze weg, sluit aan op
het ventiel van de band en vergrendel in
positie met de hendel.
Met dezelfde procedure kunnen
fietsbanden en ballonnen worden
opgeblazen. De kit dient gebruikt te
worden door volwassenen en mag niet
gebruikt worden door kinderen.
96A0K0518C
97A0K0521C
119
Page 122 of 220

VERVANGING FILTERELEMENT
Gebruik alleen Fix&Go originele
filterelementen die kunnen worden
aangeschaft bij een Alfa Romeo
Dealership.
Om het filterelement te verwijderen
moet de koppeling van de zwarte pomp
worden losgekoppeld, draai het
filterelement linksom en til hem dan op;
breng het nieuwe filterelement in, draai
deze rechtsom tot het einde van de
reispositie, breng de koppeling van de
zwarte pomp in en blokkeer deze met de
stang en laat dan de pomp terugdraaien
in de compressorzitting.
BELANGRIJK
37)Toon de verpakking en het etiket aan het
personeel dat de met de snelle
bandenreparatiekit behandelde band moet
repareren.38)Fix&Go voorziet in een tijdelijke
reparatie, daarom moet de band zo snel
mogelijk onderzocht en gerepareerd worden
een specialist. De afdichtingsvloeistof is
effectief bij temperaturen tussen de -40°C
en +50°C. Het is mogelijk banden te
repareren die beschadigd zijn op het
loopvlak tot een diameter van 4mm; hoe dan
ook kunnen banden beschadigd op hun zijde
niet gerepareerd worden. Voor het gebruiken
van Fix&Go kit, ervoor zorgen dat de band
niet buitensporig beschadigd is en dat de
rand in goede conditie is, gebruik hem anders
niet en neem contact op met een Alfa Romeo
Servicenetwerk. Verwijder vreemde
voorwerpen niet uit de band. Laat de
compressor niet langer dan 20 minuten
achtereen aan staan -
oververhittingsgevaar.
BELANGRIJK
123)De informatie die vereist is door het
voorschrift dat van toepassing is, staat
vermeld op het etiket van de verpakking van
de Fix&Go kit. In achtneming van de
aanwijzingen op het etiket is een essentiële
voorwaarde om de veiligheid en de
doeltreffendheid van de Fix&Go kit te
garanderen. Lees het etiket vóór gebruik,
vermijd oneigenlijk gebruik. Fix&Go is
onderhevig aan een vervaldatum en moet
periodiek vervangen worden. De kit dient
gebruikt te worden door volwassenen en
mag niet gebruikt worden door kinderen.
STARTEN MET HULPACCU
AVVIAMENTO DEL MOTORE
Se l'iconasul quadro strumenti
rimane accesa a luce fissa rivolgersi
immediatamente alla Rete Assistenziale
Alfa Romeo.
STARTEN MET HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor gestart
worden met een hulpaccu met dezelfde
of een iets hogere capaciteit dan de lege
accu.
39) 40)124)
Ga als volgt te werk om de auto te
starten:
Sluit de plusklem (+) fig. 98 van de
hulpaccu alleen aan op het aangeduide
punt op de accu van de auto (door "OK" te
schrijven) en nergens anders;
sluit met een tweede startkabel de
minklem(−)vandehulpaccu aan op een
massapunt
op de motor of de
98A0K0247C
120
NOODGEVALLEN
Page 123 of 220

versnellingsbak/transmissie van de auto
die gestart moet worden;
start de motor, maak als de motor
gestart is, de kabels in omgekeerde
volgorde los.
Als de motor na enkele pogingen niet
start, contact opnemen met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
STARTEN MET HULPACCU
(Voor versies met Start&Stop-systeem)
Wanneer men met een hulpaccu moet
starten, mag de minkabel (–) vanaf de
hulpaccu nooit in verbinding worden
gebracht met de minpool 1 fig. 99 van de
accu in de auto. Sluit de minkabel aan op
een massapunt op de motor of op de
versnellingsbak.
125)
ROLLEND STARTEN
Probeer, onder geen enkele
omstandigheid, de motor te starten door
de auto te duwen, te slepen of van een
helling af te laten rijden.
BELANGRIJK
39)Verbind de minklemmen van de twee
accu’s nooit rechtstreeks met elkaar! Als de
hulpaccu in een andere auto is geïnstalleerd,
moet accidenteel contact tussen de metalen
delen van beide auto's vermeden worden.
40)Gebruik nooit een accusnellader om de
motor te starten, aangezien deze de
elektronische systemen kan beschadigen,
met name de regeleenheden van de
ontsteking en de brandstoftoevoer.
BELANGRIJK
124)Deze startprocedure moet door
ervaren personeel verricht worden,
aangezien verkeerde handelingen
elektrische ontladingen van aanzienlijke
kracht kunnen veroorzaken. Bovendien is
accuvloeistof giftig en corrosief: vermijd
contact met huid en ogen. Houd open vuur en
brandende sigaretten uit de buurt van de
accu en veroorzaak geen vonken.125)Controleer alvorens de motorkap te
openen of de motor is afgezet en of de
contactsleutel in de stand STOP staat. Volg
de instructies op die zijn aangegeven op het
plaatje op de voorste traverse. Wij adviseren
om de contactsleutel te verwijderen als er
zich nog inzittenden in het voertuig bevinden.
Alle inzittenden moeten uit het voertuig
stappen nadat de contactsleutel is
uitgenomen of naar de STOP-stand is
gedraaid. Controleer bij het tanken of de
motor is afgezet (en of de contactsleutel in
de stand STOP staat).
99A0K0755C
121
Page 124 of 220

AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
Werking
Deze grijpt bij een botsing in en
veroorzaakt het volgende:
de afsluiting van de brandstoftoevoer
waarna de motor afslaat;
automatische ontgrendeling van de
portieren;
automatische inschakeling van de
interieurverlichting.
Wanneer het systeem in werking treedt,
verschijnt er een bericht op het display.
Controleer het voertuig zorgvuldig op
brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de
motorruimte, onder het voertuig of in de
buurt van de tank.
126)
Draai na een botsing de contactsleutel
naar STOP om te voorkomen dat de accu
leegloopt.
Ga als volgt te werk om de correcte
werking van de auto te herstellen:
draai de contactsleutel naar de stand
MAR;
schakel de richtingaanwijzer rechts in;
schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
schakel de richtingaanwijzer links in;
schakel de richtingaanwijzer links uit;
schakel de richtingaanwijzer rechts in;
schakel de richtingaanwijzer rechts uit;
schakel de richtingaanwijzer links in;
schakel de richtingaanwijzer links uit;
contactsleutel op de stand OFF
gedraaid;
draai de contactsleutel naar de stand
MAR.
BELANGRIJK
126)Als na een botsing een brandstoflucht
wordt geroken of brandstoflekkage wordt
geconstateerd, dan mag het systeem niet
opnieuw ingeschakeld worden om brand te
voorkomen.
TCT VERSNELLINGSBAK -
CONTACTSLEUTEL
VERWIJDEREN
De contactsleutel kan alleen verwijderd
worden als de pook in stand P (parkeren)
staat.
Als de accu leeg is en de contactsleutel is
ingebracht, is de sleutel in het
contactslot geblokkeerd.
Ga als volgt te werk om de sleutel
handmatig te verwijderen:
trek de handrem aan;
dashboardzekeringen (om te
verwijderen, breng uw hand in de
behuizing 1 fig. 100 en breng klep
2 omlaag);
met de meegeleverde Allen sleutel (zie
fig. 101) schroef de bovenste schroeven
2 fig. 102 los en zet deksel 1 vast;
100A0K0527C
122
NOODGEVALLEN
Page 125 of 220
Ontgrendel hendel 1 fig. 103 voor
stuurwielverstelling;
trek het stuurwiel naar u toe totdat
deze zich aan het einde van de reispositie
bevindt, vergrendel hem dan met hendel
1;
gebruik de Allen sleutel om de twee
onderste schroeven 1 fig. 104 los te
draaien en zet het deksel vast;
verwijder het profiel 1 fig. 105 voor
het bovenste deksel;
verwijder het profiel 1 fig. 106 links
voor het deksel;
verwijder het onderste deksel 1
fig. 107 door de klemmen fig. 108 van
het bovenste deksel los te maken;
101A0K0713C
102A0K0711C
103A0K0710C
104A0K0732C
105A0K0733C
106A0K0734C
123
Page 126 of 220

trek lipje 1 fig. 109 omlaag met één
hand en verwijder met de andere hand de
sleutel, door deze naar buiten te trekken;
zodra de sleutel verwijderd is de
stuurkolombekleding, het rechterprofiel
voor de bekleding en de klep van de
zekeringendoos van het dashboard
opnieuw plaatsen, en ervoor zorgen dat
ze op hun plaats vastzitten.
41)
BELANGRIJK
41)Het wordt geadviseerd contact op te
nemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk
om deze hermontageprocedure te laten
uitvoeren. Indien u zelfstandig te werk wilt
gaan, dient u vooral op te letten op de juiste
bevestiging van de borgklemmen. Anders
kan een verkeerde bevestiging van de
onderste en bovenste afdekking lawaai
veroorzaken.
MONTAGE VAN HET SLEEPOOG
127) 128) 129)
Slepen vanaf de voorkant
Haal dop 1 uit zijn zitting met een
schroevendraaier of soortgelijk
gereedschap in de onderste sleuf. Zorg
ervoor de verf niet te beschadigen. Neem
het sleepoog 2 uit zijn zitting in de
gereedschapshouder en draai het stevig
op de schroefdraadpen (fig. 110 ).
Slepen vanaf de achterkant
Andere versies dan "VELOCE" en zonder
"Pack sport": haal dop 1 uit zijn zitting
met een schroevendraaier of soortgelijk
gereedschap in de bovenste sleuf. Zorg
ervoor de verf niet te beschadigen. Neem
107A0K0735AC
108A0K0735BC
109A0K0712BC
110A0K0623C
124
NOODGEVALLEN
SLEPEN VAN HET VOERTUIG
Het bij de auto geleverde sleepoog
bevindt zich in de gereedschapshouder in
de bagageruimte.
Page 127 of 220

het sleepoog 2 uit zijn zitting in de
gereedschapshouder en draai het stevig
op de schroefdraadpen (fig. 111 ).
"VELOCE" versies of versies met "Pack
sport": koppel plug 1 los door op de
bovenkant te drukken, neem sleepoog
2 uit zijn behuizing in de
gereedschapshouder en schroef deze
volledig schroefdraadpen (fig. 111 ).
BELANGRIJK
127)Bij versies met sleutel zonder
afstandsbediening, moet deze, alvorens het
voertuig te slepen, naar MAR en vervolgens
naar STOP worden gedraaid, zonder de
sleutel uit het contactslot te nemen. Als de
sleutel uit het contactslot wordt genomen,
wordt automatisch het stuurslot
ingeschakeld waardoor het voertuig niet kan
worden bestuurd. Controleer ook of de
versnellingsbak in de vrijstand staat (bij
versies uitgerust met automatische
versnellingsbak controleren of de pook in de
N-stand staat). Voor versies met
elektronische sleutel, moet de
contactsleutel op MAR en vervolgens op
STOP worden gezet, zonder het portier te
openen.
128)Onthoud dat tijdens het slepen de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken. Om die
reden is meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en het stuur.
Gebruik voor het slepen geen soepele kabels
en vermijd bruuske bewegingen. Zorg tijdens
het slepen dat er geen onderdelen door de
sleepverbinding kunnen worden beschadigd.
Neem bij het slepen in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land waarin
wordt gereden en pas uw rijgedrag aan.
Start de motor niet wanneer de auto wordt
gesleept. Maak voor de montage van het
sleepoog de schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of het sleepoog volledig
op de schroefdraadpen is gedraaid alvorens
de auto te slepen.129)Gebruik de sleepogen voor en achter
alleen voor noodgevallen op de weg. Het is
toegestaan de auto over korte afstanden te
slepen m.b.v. geschikte middelen conform de
wegenverkeerswetgeving (starre stang), om
de auto over de weg te verplaatsen om hem
gebruiksklaar te maken voor het slepen of
voor transport met takelwagen. Sleepogen
MOGEN NIET worden gebruikt om
voertuigen off-road (onverharde wegen) te
slepen of waar hindernissen zijn en/of voor
het slepen met kabels of andere niet-starre
hulpmiddelen. In overeenstemming met
bovengenoemde voorwaarden, moeten er
voor het slepen twee voertuigen worden
gebruikt (een slepend en een gesleept
voertuig), die zich beide zo veel mogelijk op
één lijn bevinden.
111A0K0898C
125
Page 128 of 220
126
Deze pagina is opzettelijk blanco gelaten