Dit hoofdstuk is erg belangrijk. Hierin worden de
veiligheidssystemen beschreven waarmee de auto is uitgerust en
aanwijzingen over hoe deze op de juiste wijze gebruikt moeten
worden.
VEILIGHEID
ACTIEVE VEILIGHEIDSSYSTEMEN...................62
iTPMS-systeem (indirect Tyre Pressure Monitoring System)....65
..........................66
SBR-SYSTEEM (Seat Belt Reminder)..................67
VOORAANSPANNERS...........................69
KINDEREN VEILIG VERVOEREN . ....................71
"UNIVERSEEL" KINDERZITJE MONTEREN (met de
veiligheidsgordels)..............................72
INBOUWVOORBEREIDING ISOFIX KINDERZITJE...........75
FRONTAIRBAGS...............................78
ZIJAIRBAGS (ZIJAIRBAG - HOOFDAIRBAG) ...............82
VEILIGHEIDSGORDELS . .
iTPMS-systeem (indirect Tyre
Pressure Monitoring System)
(voor bepaalde versies/markten)
BESCHRIJVING
De auto kan uitgerust zijn met het iTPMS
(indirect Tyre Pressure Monitoring
System) dat via de wielsnelheidsensoren
de toestand van de bandenspanning
controleert.
Het systeem waarschuwt de bestuurder
als een of meer banden leeg zijn met een
permanent brandend
waarschuwingslampje
en een
waarschuwingsbericht op het display.
Als slechts een band leeg is, kan het
systeem aangeven om welke band het
gaat: het wordt in elk geval aanbevolen
om de spanning van alle vier de banden te
controleren.
Deze aanduiding wordt ook weergegeven
nadat de motor wordt afgezet en weer
gestart wordt, zolang de resetprocedure
niet wordt uitgevoerd.
RESETPROCEDURE
Het iTPMS-systeem heeft een
"inleerfase" nodig (met een duur die
afhangt van de rijstijl en de
wegomstandigheden: bij optimale
omstandigheden wordt gereden op een
rechte weg met 80 km/h gedurende
minstens 20 minuten) die begint wanneer
de RESET-procedure wordt uitgevoerd.De resetprocedure moet worden
uitgevoerd:
elke keer dat de bandenspanning
wordt gewijzigd;
wanneer ook maar één wiel verwisseld
wordt;
wanneer de banden worden gedraaid
of omgewisseld;
wanneer het ruimtebesparende
reservewiel wordt gemonteerd.
Pomp, voordat de RESET wordt
uitgevoerd, de banden met de juiste
bandenspanning op, vermeld in de
bandenspanningstabel (zie de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens").
Als de reset niet wordt uitgevoerd in alle
bovenstaande gevallen, kan het
waarschuwingslampje
verkeerde
aanduidingen over een of meer banden
geven.
Druk, voor het uitvoeren van de RESET bij
stilstaande auto en contactsleutel op
MAR, 2 seconden op de knop
fig. 39 op
het dashboard; na de RESET toont het
display een speciaal bericht dat aangeeft
dat het "inleren" is gestart.
WERKINGSCONDITIES
47) 48) 49) 50) 51) 52)
Het systeem is actief bij snelheden van
meer dan 15 km/h.
In enkele situaties zoals sportief rijden,
bijzondere omstandigheden van het
wegdek (bijv. ijs, sneeuw, onverharde
wegen) kan de signalering vertraagd
worden of kan het gelijktijdige
spanningsverlies van meer dan een band
slechts gedeeltelijk gedetecteerd
worden.
Onder speciale omstandigheden (bijv.
voertuig asymmetrisch beladen aan één
kant, trekken van een aanhanger,
beschadigde of versleten band, montage
van het noodreservewiel, gebruik van de
"Fix&Go Automatic" kit, gebruik van
sneeuwkettingen, verschillende banden
op de assen gemonteerd) kan het
39A0K0608C
65
Een wiel vervangen............114
Elektrische ruitbediening.........27
Elektrisch schuifdak............28
Bedieningselementen.........27
ESC (Electronic Stability Control)
systeem.................63
Fix&Go Automatic kit..........118
Frontairbag bestuurderszijde......78
Frontairbag passagierszijde.......78
Frontairbags................78
Gear Shift Indicator............39
Geprogrammeerd onderhoud.....128
Geprogrammeerd
onderhoudsschema..........129
Gewichten.................165
Grootlicht..................18
lamp vervangen............106
Grootlichtsignaal..............18
Gebruik van de versnellingsbak.....91
Handbediende klimaatregeling.....23
Handrem...................87
HBA-systeem................62
Herconfigureerbaar
multifunctioneel display........39
Het voertuig opkrikken.........148
Hill Holder..................63
Hoofdairbags (window bags).......82
Hoofdsteunen...............15
Hoofdsteunen achter.........16Hoofdsteunen voor...........15
Identificatiegegevens
chassisnummer............155
motorcode...............155
typeplaatje met
identificatiegegevens........154
Inbouwvoorbereiding "Isofix"
kinderzitje................75
Instapverlichting..............20
Plafondverlichting voor........20
Interieur (reiniging)............150
Interieurverlichting............20
iTPMS-systeem (indirect Tyre
Pressure Monitoring System)....65
Kentekenverlichting
lamp vervangen............108
Kinderen veilig vervoeren.........71
Klimaatregeling...............23
Koplampen.................32
Hoogteregeling koplampen......19
Koplampafstelling in het
buitenland................32
Lichtbundel afstellen.........32
Krik.....................114
Lampen
typen lampen.............103
Lampjes en berichten...........43
LPG-versies.................33
Luchtfilter.................146
Menuopties................41
Mistachterlichten . ............19
Mistachterlichten/achteruitrijlichten
lamp vervangen............107
Mistlampen voor..............19
lamp vervangen............107
Montage van een Universeel Isofix
kinderzitje................75
Motor....................156
code...................155
niveau motorkoelvloeistof.....143
Motorkap
Openen..................30
Sluiten..................30
Motorolie
niveau controleren..........143
verbruik................143
Motorruimte
reinigen.................149
MSR-systeem...............62
Multimedia
"APPS"-Modus.........191 ,204
Antidiefstal...........194 ,207
CD....................189
Instellingen...........193 ,206
Knoppen op het voorpaneel
(Uconnect™ 5” Radio LIVE).....183
Knoppen op het voorpaneel
(Uconnect™ 6.5” Radio Nav LIVE) .195
Navigatiemodus...........203
ALFABETISCH REGISTER