Page 193 of 220

wordt het aanbevolen de telefoon te
verwijderen uit de lijst apparaten gelinkt
aan de radio, verwijder de koppeling van
het vorige systeem uit de lijst met
Bluetooth®apparaten op de telefoon en
maak een nieuwe koppeling.
Namen/nummers in het telefoonboek
van de mobiele telefoon opslaan
Voordat u de mobiele telefoon koppelt,
controleer dan of de namen van de
contactpersonen in het telefoonboek van
de mobiele telefoon zijn opgeslagen,
zodat ze via het handsfreesysteem in de
auto gebeld kunnen worden.
Telefoongegevens overzetten
(telefoonboek en recente oproepen)
Als de mobiele telefoon over de functie
beschikt om het telefoonboek via
Bluetooth®technologie te verzenden.
Antwoord "Ja" wanneer gevraagd wordt
om het telefoonboek naar het systeem te
kopiëren.
Antwoord "Nee" als u deze handeling
later wilt uitvoeren.
Een nummer bellen
De hieronder beschreven procedures zijn
alleen toegankelijk indien ze door de
gebruikte mobiele telefoon worden
ondersteund.
Een nummer kan op de volgende
manieren gebeld worden:
selectie van het pictogram
(telefoonboek van mobiele
telefoon);
selectie van "Recente oproep.";
selectie van het pictogram
(Toetsenbord);
drukken op de toets "Opnieuw bellen".
Een inkomend gesprek beheren
Met de knoppen op het display kunnen de
volgende gesprekfuncties beheerd
worden:
Om een oproep te beantwoorden: druk
op de toets "Antwoord" of op de toets
op het stuurwiel om te antwoorden;
Om een oproep te beëindigen: druk op
de toets "Negeren" of op de toets
op het stuurwiel om te antwoorden.
Negeren;
In de wacht zetten/uit de wacht halen;
De microfoon in-/uitschakelen;
Het gesprek doorschakelen;
Van het ene naar het andere gesprek
overschakelen;
Conferentie/twee actieve gesprekken
verenigen.
SMS-lezer
Om deze functie te gebruiken, moet de
mobiele telefoon de uitwisseling van
SMS via
Bluetooth®ondersteunen.
Als deze functie niet door de telefoon
wordt ondersteund, is de betreffende
knop
niet geactiveerd (grijs).Bij ontvangst van een tekstbericht, toont
het display een scherm waarop de opties
"Luisteren", "Bellen" of "Negeer" gekozen
kunnen worden.
Toegang tot de lijst SMS-berichten die
ontvangen is van de mobiele telefoon kan
worden verkregen door het indrukken
van de knop
.
OPMERKING Sommige mobiele
telefoons houden geen rekening met de
instellingen van de SMS-bevestiging bij
het koppelen metUconnect™. Als een
SMS-bericht wordt verstuurd via
Uconnect™, kan het zijn dat de gebruiker
extra kosten moet betalen, zonder enige
waarschuwing, doordat de telefoon een
SMS-bevestigingsverzoek verstuurt.
Voor problemen met het bovenstaande,
dient u contact op te nemen met de
telefoonprovider.
"APPS"-MODUS
Druk op toets APPS op het frontpaneel
om de volgende werkinstellingen weer te
geven:
Buitentemperatuur
Boordcomputer
Klok
Bus
Uconnect™LIVE
Uconnect™LIVE SERVICES
Druk op de APPS-knop om toegang te
krijgen tot deUconnect™LIVE
applicaties.
191
Page 194 of 220

De beschikbare services hangen af van de
configuratie van de auto en de markt.
Om deUconnect ™LIVEservices te
gebruiken moet u deUconnect ™LIVE
app downloaden van Google Play of de
Apple Store en registreren met gebruik
van de app of op www.DriveUconnect.eu.
Eerste toegang tot het voertuig
Zodra u deUconnect™LIVEApp hebt
gelanceerd en uw gegevens hebt
ingevoerd, moet u de
Bluetooth®
koppeling tussen uw smartphone en de
autoradio uitvoeren, zoals beschreven in
het hoofdstuk "Mobiele telefoon
koppelen" om toegang te krijgen tot de
Uconnect™LIVEservices in uw voertuig.
Wanneer het registreren is voltooid, zijn
de aangesloten services beschikbaar
door te drukken op het pictogram
Uconnect™LIVEop de radio.
Voordat u de aangesloten services kunt
gebruiken, moet u eerst de
Bluetooth®
koppeling uitvoeren, daarna de
activeringsprocedure voltooien door de
instructies op te volgen die verschijnen in
deUconnect™LIVEapp.
Instellingen van de Uconnect™LIVE
services die via de autoradio kunnen
worden beheerd
Uit het speciale radiomenu voor
Uconnect™LIVE serviceskunt u toegang
krijgen tot de sectie "Instellingen" met
het pictogram
In deze sectie kunt u desysteemopties controleren en deze
wijzigen naar uw eigen voorkeur.
Systeemupdates
Als een update voor hetUconnect™LIVE
systeem beschikbaar is terwijl de
Uconnect™LIVEservices worden
gebruikt, dan wordt de gebruiker hiervan
op de hoogte gebracht via een bericht op
het radioscherm.
Aangesloten services die kunnen
worden geraadpleegd op het voertuig
De Efficient Drive en my:Car applicaties
zijn ontwikkeld om de rijervaring van de
klant te verbeteren en daarom zijn ze
verkrijgbaar op alle markten waar
toegang tot deUconnect™LIVEservices
mogelijk is.
Als het navigatiesysteem in de autoradio
wordt geïnstalleerd, dan wordt bij
toegang tot deUconnect™LIVEservices
het gebruik van de "Live" services
geactiveerd.
Efficient Drive
Met de Efficient Drive-applicatie kan uw
rijgedrag in realtime worden weergeven,
zodat u uw rijstijl kunt verbeteren voor
wat betreft brandstofverbruik en
uitstoot.
Het rijgedrag wordt geëvalueerd door
middel van vier indexen die de volgende
parameters controleren: acceleratie,
deceleratie, schakelen, snelheidWeergave van de Efficient Drive
Druk op de knop Efficient Drive om van
deze functie gebruik te maken.
Er wordt een scherm weergegeven op de
radio met de 4 indexen: Acceleratie,
deceleratie, snelheid en schakelen. Deze
indexen zijn grijs totdat het systeem
genoeg gegevens heeft om de rijstijl te
analyseren. Zodra voldoende gegevens
beschikbaar zijn, nemen de indexen op
basis van de beoordeling 5 kleuren aan:
donkergroen (zeer goed), lichtgroen, geel,
oranje en rood (zeer slecht).
Na langdurige stilstand toont het display
de gemiddelde van de indexen tot dat
moment (de "Gemiddelde index"), waarna
de indexen in realtime opnieuw kleuren
zodra het voertuig opnieuw gestart
wordt.
my:Car
met my:Car kunt altijd u de "gezondheid"
van uw voertuig bewaken.
my:Car kan storingen in realtime
detecteren en de gebruiker informeren
wanneer het onderhoudsinterval
verlopen is. Druk op de knop "my:Car" om
van deze toepassing gebruik te maken.
Op het display verschijnt een scherm met
de "care:Index" sectie, waarin alle
gedetailleerde informatie over de status
van het voertuig wordt getoond. Druk op
de knop "Actieve waarschuwingen" om de
192
MULTIMEDIA
Page 195 of 220

informatie (indien aanwezig) over de
storingen van het voertuig te tonen die
het branden van een
waarschuwingslampje tot gevolg hadden.
INSTELLINGEN
Druk op toets +INSTELLINGEN op het
frontpaneel voor de weergave van het
menu "Instellingen".
OPMERKING De weergegeven
menu-items hangen van de versie af.
Display;
Klok & Datum;
Veiligheid/Hulp (voor bepaalde
uitvoeringen/markten);
Lichten (voor bepaalde
versies/markten);
Portieren & Vergrendelingen;
Audio;
Telefoon/Bluetooth;
Radio
Terug naar Stand.inst.
INFORMATIE ACTIVERING RIJMODUS
(DNA)
Deze functie kan gebruikt worden om te
selecteren of Alfa DNA-berichten wel
("ON") of niet ("OFF") op het display
weergegeven moeten worden.
SPRAAKOPDRACHTEN
Spraakopdrachten gebruiken
De
knop activeert de "Telefoon"
spraakherkenningmodus, er is een "piep"en het display toont een scherm met tips
dat de gebruiker uitnodigt een opdracht
uit te spreken.
Als de
knop wordt ingedrukt tijdens
een systeemspraakbericht, activeert dit
de “Radio/Media”
spraakherkenningsmodus die de radio
controleert en de USB/iPod/CD en
MP3 players.
Om er zeker van te zijn dat de
spraakopdrachten altijd door het
systeem herkend worden, wordt
geadviseerd de volgende tips te volgen:
spreek met een normaal stemvolume;
wacht altijd op de "piep"
(waarschuwingssignaal) alvorens te
spreken;
probeer indien mogelijk het geluid in
het inzittendencompartiment tot een
minimum te beperken. Het is ook
raadzaam om de ramen en het schuifdak
te sluiten (voor bepaalde versies/
markten).
voor een optimale werking wordt
geadviseerd de ramen en het schuifdak
te sluiten (voor bepaalde versies/
markten) om storingen van buiten te
voorkomen;
WAARSCHUWING De spraakopdrachten
moeten altijd uitgesproken worden onder
veilige rijomstandigheden, in
overeenstemming met de voorschriftendie in het land waar u rijdt gelden en door
de mobiele telefoon op correcte wijze te
gebruiken.
Multiple choice
In sommige specifieke gevallen kan het
systeem niet op eenduidige wijze de
uitgesproken spraakopdracht bepalen en
vraagt om uit een maximum van vier
alternatieven te kiezen.
Het systeem stelt een genummerde lijst
voor van de beschikbare alternatieven en
vraagt de gebruiker het bijbehorende
nummer te noemen.
Lijst van spraakopdrachten
ALGEMENE spraakopdrachten:
HELP
ANNULEER
HERHAAL
SPRAAKBEGELEIDING
Spraakopdrachten TELEFOON
OPROEP
KIES
OPNIEUW BELLEN
BEL TERUG
LAATSTE OPROEPEN
UITGAANDE OPROEPEN
GEMISTE OPROEPEN
INKOMENDE OPROEPEN
TOON TELEFOONBOEK
ZOEKEN
TOON BERICHTEN
193
Page 196 of 220

TEKSTBERICHT spraakopdrachten:
TEKSTBERICHT STUREN NAAR
TEKSTBERICHT STUREN NAAR
AAN
TOON BERICHTEN
HANDSFREE BELLEN
spraakopdrachten:
STUREN NAAR NUMMER
STUREN
HANDSFREE DEACTIVEREN
MOBIELE TELEFOON STIL AAN/UIT
Spraakopdrachten RADIO AM/FM/DAB:
AFSTEMMEN OP
/
AFSTEMMEN OP DAB KANAAL
Spraakopdrachten MEDIA
NUMMER AFSPELEN
Page 197 of 220
Uconnect™ 6.5” Radio Nav LIVE
BEDIENINGSELEMENTEN OP HET FRONTPANEEL
123A0K0928C
195
Page 198 of 220
Overzichtstabel bedieningselementen frontpaneel
Toets Functies Modus
1–
Inschakelen Toets kort indrukken
Uitschakelen Toets kort indrukken
Volumeregeling Knop naar links/rechts draaien
2–
Volume in-/uitschakelen (Mute/Pauze) Toets kort indrukken
3–
Display aan/uit Toets kort indrukken
4–
Toegang tot het menu met voertuiginstellingen Toets kort indrukken
5–
Selectie afsluiten/naar vorige scherm terugkeren Toets kort indrukken
6 – BROWSE ENTERLijst doorbladeren of op een radiostation afstemmen Knop naar links/rechts draaien
Op display weergegeven optie bevestigen Toets kort indrukken
7 - APPSToegang tot de aanvullende functies: weergave Tijd,
Kompas, Buitentemperatuur, Media Player en
UConnect
™LIVE services, waar aanwezig)Toets kort indrukken
8 – PHONEWeergave telefoongegevens Toets kort indrukken
9–NAVToegang tot het Navigatiemenu Toets kort indrukken
10 – MEDIABronselectie Toets kort indrukken
11 – RADIOToegang tot de radio-modus Toets kort indrukken
196
MULTIMEDIA
Page 199 of 220
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL
Beschrijving
De bedieningstoetsen voor de belangrijkste functies van het systeem bevinden zich op het stuurwiel, fig. 124 om het systeem
gemakkelijker te kunnen bedienen.
De inschakeling van de gekozen functie is in sommige gevallen afhankelijk van hoelang de knop wordt ingedrukt (kort indrukken of
ingedrukt houden) zoals in onderstaande tabel is aangegeven.
124A0K0365C
197
Page 200 of 220

OVERZICHTSTABEL BEDIENINGSELEMENTEN OP STUURWIEL
Knop Interactie
Inkomend gesprek aannemen
Een tweede inkomend gesprek aannemen en het lopende gesprek in de wacht zetten
Spraakherkenning inschakelen voor de Telefoonfunctie
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Inkomend gesprek weigeren
Lopend telefoongesprek beëindigen
Microfoon tijdens een telefoongesprek uitschakelen/inschakelen
Inschakelen/uitschakelen van de Pauze van de bronnen SD (voor bepaalde versies/markten), USB/iPod,
Bluetooth®bron Pauze
Inschakelen/uitschakelen van de Mute-functie van de radio
+/-Regelen van het geluidsvolume: handsfree, tekstberichtenlezer, spraakberichten en muziekbronnen
Spraakherkenning inschakelen
Spraakbericht onderbreken om nieuwe spraakopdracht te kunnen geven
Spraakherkenning onderbreken
Kort indrukken: (Radiomodus): selectie van volgende/vorige radiostation
Lang indrukken (Radiomodus): scannen van hogere/lagere frequenties tot de knop wordt losgelaten
Kort indrukken (SD, voor bepaalde versies/markten, USB/iPod,Bluetooth®modus): selectie van
vorige/volgende nummer
Ingedrukt houden (SD, voor bepaalde versies/markten, USB/iPod,Bluetooth®-modus): snel
vooruit-/terugspoelen tot de knop wordt losgelaten
198
MULTIMEDIA