Page 57 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-19
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU48293
Vrije slag van koppelingshendel
afstellen
Meet de vrije slag van de koppelingshendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de koppelings-
hendel regelmatig en stel indien nodig als
volgt af. 1. Schuif de rubber afdekking terug naar de koppelingshendel.
2. Draai de borgmoer los.
3. Draai de stelbout van de koppelings- speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelbout richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
4. Draai de borgmoer vast en schuif de
rubber afdekking weer naar de oor-
spronkelijke positie.
OPMERKING
Als de voorgeschreven vrije slag niet kan
worden gehaald op de hierboven beschre-
ven wijze, vraag dan een Yamaha dealer
het inwendig koppelingsmechanisme te
controleren.
DAU48444
Vrije slag van remhendel
afstellen
Meet de vrije slag van de remhendel zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de remhendel
regelmatig en stel deze indien nodig als
volgt af.
1. Schuif de rubber afdekking terug naar de remhendel.
2. Draai de borgmoer los.
3. Draai de stelschroef voor de vrije slag van de remhendel richting (a) voor
meer vrije slag van de remhendel.
Draai de stelschroef richting (b) voor
minder vrije slag van de remhendel.
4. Draai de borgmoer vast en schuif de
rubber afdekking weer naar de oor-
spronkelijke positie.
WAARSCHUWING
DWA10631
Na het afstellen van de vrije slag
van de remhendel moet de vrije slag
worden gecontroleerd, om zeker te
zijn dat de rem naar behoren werkt.
Een zacht of sponzig gevoel in de
remhendel kan betekenen dat er
1. Vrije slag van koppelingshendel
2. Rubberafdekking
3. Borgmoer
4. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
Vrije slag van koppelingshendel:5.0–10.0 mm (0.20–0.39 in)
324
(a)
(b)
1Vrije slag remhendel:
5.0–8.0 mm (0.20–0.31 in)
1. Borgmoer
2. Stelschroef vrije slag remhendel
3. Rubberafdekking
4. Vrije slag remhendel
2 3
1
(a)
(b)
4
2RD-9-D1.book 19 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 58 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
lucht in het hydraulisch systeem
aanwezig is. Als er lucht in het hy-
draulisch systeem zit, moet het sy-
steem door een Yamaha dealer
worden ontlucht voordat de motor-
fiets wordt gebruikt. Lucht in het hy-
draulisch systeem heeft een
negatief effect op de remwerking,
waardoor u de macht over het stuur
zou kunnen verliezen met een onge-
luk als gevolg.
DAU22199
De hoogte en vrije slag van het
rempedaal afstellen
WAARSCHUWING
DWA10671
Het is aan te raden deze afstellingen te
laten uitvoeren door een Yamaha dealer.
Hoogte van rempedaal
De bovenzijde van het rempedaal moet op
de aangegeven afstand onder de bovenzij-
de van de voetsteun staan, zoals getoond.
Controleer regelmatig de hoogte van het
rempedaal en stel deze indien nodig als
volgt af. 1. Draai de borgmoer voor de hoogte van het rempedaal los.
2. Draai de stelbout voor de rempedaal-
hoogte richting (a) voor een hogere
rempedaalstand. Draai de stelbout
richting (b) voor een lagere rempe-
daalstand.
Hoogte van rempedaal:
20.0 mm (0.79 in)
1. Hoogte van rempedaal
1
2RD-9-D1.book 20 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 59 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-21
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
3. Draai de borgmoer aan.
WAARSCHUWING
DWA11232
Nadat de hoogte van het rempedaal is af-
gesteld, moet de vrije slag van het rem-
pedaal worden afgesteld.
Vrije slag rempedaal
Meet de vrije slag van het rempedaal zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van het rempedaal
regelmatig en stel indien nodig als volgt af.
Draai de stelmoer van het rempedaal op de
rempedaalstang richting (a) voor meer vrije
slag van het rempedaal. Draai de stelmoer
richting (b) voor minder vrije slag van het
rempedaal.
WAARSCHUWING
DWA10681
Controleer altijd de vrije slag van
het rempedaal na het spannen van
de ketting of na het verwijderen en
monteren van het achterwiel.
Vraag een Yamaha dealer de afstel-
ling te doen als de juiste afstelling
niet haalbaar is volgens de be-
schreven werkwijze.
Controleer de werking van het rem-
licht na het afstellen van de vrije
rempedaalslag.
1. Borgmoer voor de hoogte van het rempedaal
2. Stelbout rempedaalhoogte
1. Vrije slag rempedaal
Vrije slag rempedaal: 20.0–30.0 mm (0.79–1.18 in)
1
2
(b)
(a)
1
1. Stelmoer vrije slag rempedaal
(b)
(a)
1
2RD-9-D1.book 21 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 60 of 94
Periodiek onderhoud en afstelling
6-22
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU44821
Schakelpedaal controleren
De werking van het schakelpedaal hoort
voorafgaand aan elke rit te worden gecon-
troleerd. Als de bediening niet soepel gaat,
vraag dan een Yamaha dealer de machine
te controleren.
DAU22274
Remlichtschakelaars
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door het
rempedaal en de remhendel, moet oplich-
ten nét voordat de remmen aangrijpen. Stel
de remlichtschakelaar achter indien nodig
als volgt af. De remlichtschakelaar voor
dient te worden afgesteld door een Yamaha
dealer.
Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de remlicht-
schakelaar vast. Draai de stelmoer in de
richting (a) om het remlicht eerder te laten
branden. Draai de stelmoer in de richting (b)
om het remlicht later te laten branden.
1. Stelmoer remlichtschakelaar
2. Remlichtschakelaar
2
1 (a)
(b)
2RD-9-D1.book 22 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 61 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-23
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU22382
Controleren van voorremblokken
en achterremschoenen
De voorremblokken en achterremschoenen
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22432Remblokken voorrem
Elk voorremblok is v oorzien van slijtage-in-
dicatorgroeven, zodat het remblok kan wor-
den gecontroleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Let op de slijtage-indicator-
groeven om de rembloks lijtage te controle-
ren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroeven
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAU22541Remschoenen achterrem
De achterrem heeft een slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven de-
monteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
schoenslijtage te controleren. Wanneer een
remschoen zover is afgesleten dat de slijta-
ge-indicator bij de slijtagelimiet komt, vraag
dan een Yamaha dealer de remblokken als
set te vervangen.
1. Remblok
2. Slijtage-indicatorgroef remblok
1
21. Slijtage-indicator remschoen
2. Slijtagelimiet remschoen
12
2RD-9-D1.book 23 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 62 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-24
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU32346
Controleren van
remvloeistofniveau
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van het
reservoir horizontaal staat. Vul indien nodig
remvloeistof bij.
WAARSCHUWING
DWA15991
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:
Bij een te laag remvloeistofniveau
kan lucht binnendringen in het rem-
systeem, waardoor de rempresta-
ties afnemen.
Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uitslui-
tend DOT 4 remvloeistof uit een on-
aangebroken verpakking.
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi- sche reactie.
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreser-
voir kan binnendringen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verlage
n zodat dampbel-
vorming kan optreden.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-
te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
1
2RD-9-D1.book 24 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 63 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU22724
Remvloeistof verversen
Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinder, de
remklauwen en de remslang vervangen vol-
gens de intervalperioden of wanneer ze lek-
ken of zijn beschadigd.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslang: Vervang elke vier jaar.
DAU22762
Spanning aandrijfketting
De spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU59593Aandrijfketting controleren op spanning 1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Druk de aandrijfketting in het midden
tussen de aandrijfas en de achterwiel-
as in met een kracht van 50 N (5.0 kgf,
11 lbf).
4. Meet de spanning van de aandrijfket- ting zoals getoond.
5. Stel de spanning van de ketting als volgt bij als deze niet correct is.
DAU59642Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
de spanning van de aandrijfketting afstelt.
1. Haal de motorfiets van de middenbok en klap de zijstandaard omlaag.
2. Draai de stelmoer voor de vrije rempe-
daalslag, de bevestigingsmoer van de
remankerstang en de wielasmoer los.
Spanning aandrijfketting:
30.0–40.0 mm (1.18–1.57 in)
1. Spanning aandrijfketting
1
2RD-9-D1.book 25 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 64 of 94

Periodiek onderhoud en afstelling
6-26
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
3. Draai de borgmoer op de kettingspan- ner aan beide uiteinden van de achter-
brug los.
4. Zet de motorfiets op de middenbok.
5. Draai de stelbout op beide uiteinden van de achterbrug in de richting (a) om
de aandrijfketting strakker te stellen.
Stel de ketting losser door de stelbout
op beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken.
LET OP: Een onjuiste kettingspan-
ning leidt tot overbelasting van de
motor en andere essentiële onder-
delen van de machine en kan resul-
teren in overslaan of breken van de
ketting. Houd om dit te voorkomen
de kettingspanning binnen de ge-
specificeerde waarden.
[DCA10572]
OPMERKING
Gebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de ach-
terbrug om zeker te zijn dat beide
kettingspanners dezelfde positie hebben. 6. Haal de motorfiets van de middenbok
en klap de zijstandaard omlaag.
7. Draai beide borgmoeren van de aan-
drijfkettingspanner vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment en zet
dan de wielasmoer en de bevesti-
gingsmoer van de remankerstang vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
8. Stel de vrije slag van het rempedaal af. (Zie pagina 6-20.)
WAARSCHUWING
DWA10661
Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempedaal-
slag.
9. Zorg ervoor dat de kettingspanners in dezelfde stand staan, dat de spanning
van de aandrijfketting correct is en dat
de aandrijfketting soepel beweegt.
1. Stelmoer vrije slag rempedaal
2. Stelbout spanning aandrijfketting
3. Borgmoer kettingspanner
4. Wielasmoer
5. Bevestigingsmoer remankerstang
6. Remankerstang
6
12
3
4
5
1. Wielasmoer
2. Borgmoer kettingspanner
3. Stelbout spanning aandrijfketting
4. Uitlijnmerktekens
Aanhaalmomenten: Borgmoer kettingspanner:16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
Wielasmoer: 129 Nm (12.9 m·kgf, 92 ft·lbf)
Bevestigingsmoer remankerstang:
19 Nm (1.9 m·kgf, 14 ft·lbf)
1
2
(a) (b)
3
4
2RD-9-D1.book 26 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分