Page 1 of 94
SR400SR400
MOTORFIETS
2RD-F8199-D1
HAND\fEIDING
\fee\b deze handleiding aandachtig door
voordat u deze machine gaat gebruiken.
2RD-9-D1_cover.indd 12015/09/18 13:59:47
Page 2 of 94
Q \fee\b deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat
gebruiken. Deze handleiding dient bij de machine te blijven al\b deze wordt
verkocht.
DAU46091
2RD-9-D1_cover.indd 22015/09/18 13:59:48
Page 3 of 94

Inleiding
DAU10103
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de SR400 profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van
Yamaha op het gebied van het ontwerpen en fabriceren van hoogwaardige producten,
waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat u plezier zult heb-
ben van alle functies van uw SR400. De Handleiding geeft instructies voor de bediening, in-
spectie en het onderhoud van de machi ne en beschrijft hoe u uzelf en anderen kunt
beschermen tegen persoonlijk letsel of schade.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw machine in optimale conditie te hou-
den. Als er ten slotte toch nog vragen zijn, aarzel dan niet en neem contact op met de
Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijd en toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit.
Om deze reden kan soms sprake zijn van kleine tegenstrijdigheden tussen uw machine en
de beschrijving ervan in deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest recente
productinformatie ten tijde van publicatie. Al s u vragen hebt over deze handleiding, neem
dan contact op met uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA10032
Lees deze handleiding aandachtig helemaal door voordat u deze machine gaat ge-
bruiken.
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 4 of 94

Belangrijke informatie in de handleiding
DAU63350
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aan-
duidingen:
*Product en specificaties kunnen zonder voorafgaande aankondiging worden gewijzigd.
DAU36391
Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt
om u te waarschuwen voor risico’s op persoonlijk
letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit sym-
bool op om mogelijk letsel of overlijden te voorko-
men.
Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situa-
tie aan die, indien niet vermeden, kan resulteren in
ernstig letsel of overlijden.
De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzor-
gen die moeten worden genomen om schade aan
de machine of andere eigendommen te voorko-
men.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke infor-
matie die procedures kan vergemakkelijken of verhel-
deren.
SR400
HANDLEIDING
©2015 door Yamaha Motor Co., Ltd. 1e uitgave, Augustus 2015
Alle rechten voorbehouden.
Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik
zonder schriftelijke toestemming van
Yamaha Motor Co., Ltd.
is uitdrukkelijk verboden. Gedrukt in Nederland.
WAARSCHUWING
LET OP
OPMERKING
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 5 of 94

Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie....................... 1-1
Beschrijving ...................................... 2-1
Aanzicht linkerzijde.......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ....................... 2-2
Bedieningen en instrumenten.......... 2-3
Werking van de
bedieningselementen en
instrumenten ..................................... 3-1
Contactslot/stuurslot ........................ 3-1
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ................ 3-2
Snelheidsmeterunit.......................... 3-3
Toerenteller ..................................... 3-4
Stuurschakelaars............................. 3-4
Koppelingshendel ....... ..................... 3-6
Schakelpedaal .......... ....................... 3-6
Remhendel ...................................... 3-7
Rempedaal ...................................... 3-7
Tankdop .......................................... 3-8
Brandstof ......................................... 3-9
Tankbeluchtingsslang/ overloopslang............................. 3-10
Uitlaatkatalysator ........................... 3-11
Brandstofkraan .............................. 3-11
Kickstarter .... ............................. .... 3-12
Decompressiehendel.. ................... 3-12
Zadel ............................................. 3-13
Afstellen van de
schokdemperunits ...................... 3-13
Zijstandaard.............. ..................... 3-14
Startspersysteem ....... ................... 3-15
Voor uw veiligheid – controles
voor het rijden ................................... 4-1
Gebruik en belangrijke
rij-informatie ...................................... 5-1
Starten van de motor ....................... 5-2
Startproblemen ................................ 5-3
Schakelen........................................ 5-3
Tips voor een zuinig brandstofverbruik .... ..................... 5-5
Inrijperiode....................................... 5-5
Parkeren .......................................... 5-6 Periodiek onderhoud en
afstelling
............................................ 6-1
Boordgereedschapsset . .................. 6-2
Periodiek onderhoudsschema van
het uitstootcontrolesysteem ......... 6-4
Algemeen smeer- en onderhoudsschema ..................... 6-5
Het framepaneel verwijderen en aanbrengen ................................. 6-8
Bougie controleren ... ....................... 6-9
Motorolie en oliefilterelement ........ 6-10
Het luchtfilterelement vervangen .................................. 6-14
Stationair toerental controleren ..... 6-15
De vrije slag van de gasgreep controleren................................. 6-15
Klepspeling ................................... 6-16
Banden.......................................... 6-16
Spaakwielen.................................. 6-18
Vrije slag van koppelingshendel afstellen ..................................... 6-19
Vrije slag van remhendel afstellen ..................................... 6-19
De hoogte en vrije slag van het
rempedaal afstellen ................... 6-20
Schakelpedaal controleren ........... 6-22
Remlichtschakelaars ..................... 6-22
Controleren van voorremblokken en achterremschoene n ............. 6-23
Controleren van
remvloeistofniveau..................... 6-24
Remvloeistof verversen ............... 6-25
Spanning aandrijfketting ............... 6-25
Aandrijfketting reinigen en smeren....................................... 6-27
Kabels controleren en smeren ...... 6-27
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel ............... 6-28
Rem- en koppelingshendels
controleren en smeren............... 6-28
Rempedaal controleren en smeren....................................... 6-29
Middenbok en zijstandaard controle ren en smeren
............... 6-29
Achterbrugscharnierpunten
smeren....................................... 6-30
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 6 of 94

Inhoudsopgave
Voorvork controleren .....................6-30
Stuursysteem controleren..............6-31
Controleren van wiellagers ............6-31
Accu...............................................6-32
Zekeringen vervangen ...................6-33
Koplampgloeilamp vervangen .......6-35
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen ..................................6-36
Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen ..................................6-37
Gloeilamp in richtingaanwijzer vervangen ..................................6-38
Voorwiel .........................................6-39
Achterwiel ......................................6-40
Problemen oplossen ......................6-42
Storingzoekschema .......................6-43
Verzorging en stalling van de
motorfiets ..........................................7-1
Matkleur, let op ................................7-1
Verzorging .......................................7-1
Stalling .............................................7-4
Specificaties ......................................8-1
Gebruikersinformatie ........................9-1
Identificatienummers .......................9-1
Index .................................................10-1
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 7 of 94

1-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Veiligheidsinformatie
DAU1028B
Wees een verantwoordelijke eigenaar
Als eigenaar van de machine bent u verant-
woordelijk voor de veilige en juiste bedie-
ning ervan.
Motorfietsen zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke be-
stuurder moet bekend z ijn met de volgende
vereisten alvorens me t deze motorfiets te
gaan rijden.
Hij of zij moet:
Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van het motorrijden.
Zich houden aan de waarschuwingen
en onderhoudseisen zoals vermeld in
deze Gebruikershandleiding.
Grondig getraind zijn in veilige en cor-
recte rijtechnieken.
Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangegeven
in deze Gebruikershandleiding en/of
wanneer de mechanische condities dit
vereisen.
Ga nooit rijden met een motorfiets zon-
der passende rijopleiding of instruc-
ties. Neem rijlessen. Beginners
moeten les krijgen van een gediplo-
meerd instructeur. Neem contact op
met een bevoegde motorfietsdealer
voor informatie over rijlessen bij u in de
buurt.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de ma-
chine in veilige staat verkeert. Onvoldoende
inspectie of onderhoud van de machine ver-
groot het risico op ongeval of schade. Zie
pagina 4-1 voor een lijst met controles voor
het rijden.
Deze motorfiets is gebouwd voor het vervoer van de be
stuurder plus een
passagier.
Het niet opmerken en herkennen van
motorfietsen door andere weggebrui-
kers vormt de belangrijkste oorzaak
van auto-/motorongeval len. Vaak wor-
den ongevallen veroorzaakt doordat
een autobestuurder de motor niet
heeft gezien. Zorg dat u opvalt, dat
blijkt het meest effectief om het risico
op een dergelijk type ongeval te ver-
minderen.
Dus:
Draag een jack in felle kleuren.
Wees extra voorzichtig bij het nade- ren en passeren van kruisingen,
daar doen ongelukken met motor-
fietsen zich namelijk het meest
voor.
Ga daar rijden waar andere wegge- bruikers u kunnen zien. Ga niet rij-
den in de dode zichthoek van een
andere weggebruiker.
Pleeg nooit onderhoud aan een mo-
torfiets zonder voldoende kennis.
Neem contact op met een bevoeg-
de motorfietsdealer voor informatie
over het basisonderhoud van een
motorfiets. Bepaalde onderhouds-
werkzaamheden kunnen alleen
worden uitgevoerd door gediplo-
meerd personeel.
Bij veel ongevallen zijn onervaren be-
stuurders betrokken. Veelal zijn be-
stuurders die bij een ongeval
betrokken waren zelfs niet in het bezit
van een geldig motorrijbewijs. Zorg dat u bekwaam bent om te rij- den en leen uw motorfiets alleen uit
aan ervaren motorrijders.
Weet wat u wel en niet aankunt. Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
We raden aan om het motorrijden te
oefenen op plekken waar geen ver-
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 8 of 94

Veiligheidsinformatie
1-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
keer is, totdat u grondig bekend
bent met de motor en zijn bedie-
ning.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de motorbestuurder.
Veel bestuurders houden bij het in-
gaan van een bocht een te hoge rij-
snelheid aan of gaan onvoldoende
schuinliggen voor de rijsnelheid, waar-
door ze wijd uit de bocht komen. Neem altijd de maximumsnelheid in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
Geef altijd richting aan voordat u af- slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kunnen
zien.
De zithouding van de bestuurder en de
passagier is belangrijk voor een goede
besturing.
De bestuurder moet tijdens het rij- den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de be-
stuurdersvoetsteunen, om zo de
macht over het stuur te behouden.
De passagier hoort steeds de be-
stuurder, de zadelband of de hand-
greep, indien aanwezig, met beide
handen vast te houden en beide
voeten op de passagiersvoetsteu-
nen te houden. Neem nooit een
passagier mee die niet in staat is om
beide voeten stevig op de passa-
giersvoetsteunen te zetten.
Rijd nooit onder invloed van alcohol of
andere drugs.
Deze motorfiets is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde wegen.
De machine is niet bedoeld voor off-
roadgebruik.
Beschermende uitrusting
Motorongelukken met dodelijke afloop be-
treffen meestal hoofdletsel. Het dragen van
een helm is de belangrijkste factor bij het voorkomen of reduceren van hoofdletsel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming kan
uw zicht door de rijwind verslechteren,
waardoor u gevaren mogelijk te laat
opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan bedienings-
handgrepen of door de wielen worden
gegrepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
Draag altijd beschermende kleding die
uw benen, enkels en voeten bedekt.
De motor en het uitlaatsysteem kun-
nen tijdens en na het rijden zeer heet
zijn en brandwonden veroorzaken.
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen van verbrandingsmotoren
bevatten koolmonoxide, een dodelijk gas.
Inademing van koolmonoxide kan hoofd-
pijn, duizeligheid, sufheid, misselijkheid,
verwarring en uiteindelijk de dood veroorza-
ken.
Koolmonoxide is een kl eurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt verlie-
zen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk,
ga naar de open lucht en ROEP MEDI-
SCHE HULP IN.
Laat de motor niet binnen draaien.
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分