Page 25 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-11
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU13434
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU59491
Brandstofkraan
De brandstofkraan regelt en filtert de brand-
stoftoevoer vanaf de brandstoftank.
De brandstofkraan kent twee standen:
ON
Met de kraanhendel in deze stand wordt
brandstof geleverd aan de motor. Tijdens
normaal gebruik hoort de kraanhendel in
deze stand te staan.
OFF
Met de kraanhendel in deze stand stroomt
de benzine niet door. Gebruik deze positie
van de kraanhendel bij het uitvoeren van
bepaalde onderhoudswerkzaamheden of
bij langdurig stallen van het voertuig.
1. Pijlteken op “ON”
1. Pijlteken op “OFF”
1
1
2RD-9-D1.book 11 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 26 of 94
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU13651
Kickstarter
Klap om de motor te starten het kickstartpe-
daal uit, beweeg dit met uw voet iets naar
beneden totdat de tandwielen aangrijpen en
trap het pedaal dan soepel maar krachtig
omlaag. Dit model is uitgerust met een pri-
maire kickstarter, waardoor de motor in elke
versnelling kan worden gestart zolang de
koppeling ontkoppeld is. Het is echter toch
beter om de versnelli ngsbak in de vrijstand
te schakelen voor dat wordt gestart.
DAU13701
Decompressiehendel
Als de hendel wordt ingetrokken, wordt de
uitlaatklep met kracht geopend zodat de
compressiedruk ter uggebracht kan worden.
Hierdoor kan de zuiger bewegen net na de
compressieslag voor de kickstart. (Zie pagi-
na 5-2.)
1. Kickstarter
1
1. Decompressiehendel
1
2RD-9-D1.book 12 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 27 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU13962
Zadel
Verwijderen van het zadel
Verwijder de bouten en neem dan het zadel
los.
Aanbrengen van het zadel 1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde van het zadel in de zadelbevestiging,
zoals getoond in de afbeelding.
2. Plaats het zadel in de oorspronkelijke positie en draai dan de bouten vast.
OPMERKING
Controleer of het zadel stevig is vergrendeld
alvorens te gaan rijden.
DAU14883
Afstellen van de
schokdemperunits
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde af-
stelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolg
zijn.
Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.
LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring op beide schokdemperunits in de rich-
ting (a). Draai om de veervoorspanning te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelring op beide schokdemperunits in
de richting (b).
Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.1. Bout
1. Zadelbevestiging
2. Uitsteeksel
11
1 2
1. Stelring veervoorspanning
1
2
3
4
5
1
(a)
(b)
2RD-9-D1.book 13 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 28 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-14
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU15306
Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING
De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig en
laat het repareren door een Yamaha dea-
ler als de werking niet naar behoren is.
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard: 1
Maximum (hard): 5
2RD-9-D1.book 14 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 29 of 94
Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-15
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU66820
Startspersysteem
Het startblokkeringssysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaa r, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startblokke-
ringssysteem regelmatig volgens de onder-
staande procedure.
2RD-9-D1.book 15 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 30 of 94

Werking van de bedieningselementen en instrumenten
3-16
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2.
De motorstopknop moet in de stand
“ ” staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk het kickstartpedaal omlaag.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk het kickstartpedaal omlaag.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets
mag worden gebruikt.
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
Bij deze inspectie moet de machine op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
JA NEE
JANEE
JANEE
2RD-9-D1.book 16 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 31 of 94

4-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende
staat is. Volg altijd de schema’s en proced ures voor inspectie en onderhoud in de gebrui-
kershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval
of schade. Rijd niet met de machine als u een probleem hebt gevonden. Als een pro-
bleem niet kan worden opgelost via de pro cedures in deze handleiding, laat de ma-
chine dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEMCONTROLESPAGINA
Brandstof Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbelucht
ingsslang op obstakels,
scheuren of beschadiging en controleer de slangaan-
sluiting. 3-9, 3-10
Motorolie Controleer het olieniveau in het oliereservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage. 6-10
Voorrem Controleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het hydraulis ch systeem op lekkage. 6-19,
6-23, 6-24
Achterrem Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van het rempedaal.
Stel indien nodig bij. 6-20,
6-23
Koppeling Controleer de werking.
Smeer indien nodig de kabel.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij. 6-19
Gasgreep Controleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren. 6-15,
6-28
2RD-9-D1.book 1 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分
Page 32 of 94

Voor uw veiligheid – controles voor het rijden
4-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Bedieningskabels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig. 6-27
Aandrijfketting Controleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel indien nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer indien nodig. 6-25,
6-27
Wielen en banden Controleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig. 6-16,
6-18
Schakelpedaal Controleer of de werking soepel is.
Corrigeer indien nodig. 6-22
Rempedaal Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het pedaalscharnierpunt. 6-29
Rem- en koppelings-
hendels Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-28
Middenbok, zijstan-
daard Controleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten.
6-29
Framebevestigingen Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlich-
ting, signaleringssy-
steem en schakelaars Controleer de werking.
Corrigeer indien nodig.
—
Zijstandaardschake-
laar Controleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren. 3-14
ITEM CONTROLES PAGINA
2RD-9-D1.book 2 ページ 2015年9月9日 水曜日 午後2時56分